logo gemMtr klrArtikel 33.     Wijzigingsbevoegdheid

 

1.      Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor zover het betreft het wijzigen van de op de kaart aangegeven bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat de oppervlakte van de te wijzigen bestemmingen met niet meer dan 10% mag worden vergroot of verkleind, indien de wijziging noodzakelijk is in verband met een betere realisering van de met het bestemmingsplan nagestreefde doelstellingen en mits daardoor de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

2.      Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het opnemen in de doelstellingen en uitwerkingsregels van de bestemmingen die uitwerking behoeven van bestaand gebruik en/of bestaande bebouwing, die ingevolge de opgenomen regelgeving niet is toegestaan, mits het handhaven daarvan een positieve bijdrage levert aan de doelstellingen van het bestemmingsplan.

3.      Burgemeester en wethouders kunnen, als dat uit een oogpunt van grondgebonden agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is en, gehoord de provincie, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid 2 onder 5, de bestemming Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarde (Aln) en wijzigen in Agrarisch bouwblok (Ab).

4.      Burgemeester en wethouders kunnen, in geval van beëindiging van een agrarisch bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 8, 9 lid 2 onder 3 en 24 lid 1, de bestemming agrarisch bouwblok (Ab) wijzigen in woondoeleinden, tuin en erf, en/of bedrijfsdoeleinden voor zover het betreft bedrijven met een functionele binding aan het landelijk gebied.

5.      Burgemeester en wethouders kunnen, indien de aanleg van waterbufferbassins noodzakelijk is ter bestrijding van wateroverlast, de bestemming Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarde (Aln) wijzigen ten behoeve van waterberging, mits daardoor de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische of archeologische waarden niet onevenredig worden aangetast;

6.      Burgemeester en wethouders kunnen, indien de aanleg van waterremmende groenstroken noodzakelijk is ter bestrijding van bodemerosie en wateroverlast en indien de belangen van derden - waaronder in ieder geval de belangen van de gebruikers van de omliggende agrarische percelen - op een evenwichtige wijze zijn meegewogen, de kaart zodanig wijzigen, dat deze groenstroken worden bestemd voor groenvoorzieningen;

7.      Burgemeester en wethouders kunnen in overleg met het waterschap Roer en Overmaas het tracé van de watergang Grubbe op de bestemmingskaart zodanig wijzigen, dat dit aansluiting geeft op de waterbuffervijvers bij het landgoed Geusselt;

8.      Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Aln wijzigen in de bestemming N, indien op de betreffende gronden bebossing plaatsvindt in het kader van de uitvoering van het Landschapsbeleidsplan of ter versterking van de ecologische (hoofd)infrastructuur, zoals die in het kader van de Ruilverkaveling Mergelland wordt ontwikkeld. Van de wijzigingsbevoegdheid mag pas gebruik worden gemaakt nadat de gronden zijn verworven door een overheidsorgaan, een instelling die landschapsbeheer ten doel heeft, of een drinkwaterproducerend bedrijf, en nadat de belangen van derden - waaronder in ieder geval de belangen van de gebruikers van de omliggende agrarische percelen - op een evenwichtige wijze zijn meegewogen;

9.      Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarde, voor zover het betreft de op de plankaart als "wn" aangeduide gronden, wijzigen in de bestemming Natuurgebied voor de verwezenlijking en inrichting van hamsterleefgebieden. Van deze bevoegdheid kan slechts gebruik worden gemaakt na een vooraf gekregen advies van een op terzake gespecialiseerde organisatie;

10     Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden gelegen binnen een afstand van 200 m aan weerszijden van de op de plankaart aangeduide "Verbindingszone Hamster" wijzigen in de bestemming Natuurgebied, zodra aankoop van de betreffende gronden door een natuurbeherende instantie heeft plaatsgevonden. Deze wijzigingsbevoegdheid is slechts van toepassing voor een totale breedte van maximaal 200 m;

11.    Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen maatschappelijke doeleinden,

dienstverlening,

horeca,

woondoeleinden

en bedrijfsdoeleinden

wijzigen in de aangrenzende bestemming Aln indien de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;

12.    Indien en voor zover door overheden regelingen worden opgesteld die van belang zijn voor de bestemmingen in dit plangebied kunnen burgemeester en wethouders deze voorschriften zodanig wijzigen, dat verwijzingen naar die regelingen worden opgenomen. De betreffende regeling(en) worden dan gelezen zoals zij luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het wijzigingsplan;

13.    Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden, uitsluitend van zover gelegen ten westen van de Molenweg, wijzigen ten behoeve van de realisering van recreatieve voorzieningen ten behoeve van de aangrenzende woonbuurten. Hierop zijn geen gebouwen toegestaan;

14.    Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden op de plankaart omgeven door "grens wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van Golfbaan" wijzigen ten behoeve van de realisering van een golfbaan, indien in de gemeente Margraten de planologische zekerheid tot realisering van een golfbaan op de aangrenzende gronden bestaat. Bij de wijziging zal aan de Golfbaan de volgende bestemming worden toegekend, waarbij het bepaalde in artikel 9 lid 4 en 5 onverminderd van toepassing blijft:

1.      Bestemming

De gronden die op de plankaart zijn aangegeven voor golfbaan zijn bestemd voor:

          de bestrijding van de bodemerosie en de beheersing van het oppervlaktewater;

          de beoefening van de golfsport;

          behoud, herstel en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;

          extensief recreatief medegebruik;

2.      Beschrijving in hoofdlijnen

In dit lid wordt, in aanvulling op artikel 8, in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het plan de doeleinden, die ingevolge lid 1 aan de gronden zijn toegekend, worden nagestreefd:

a.      het beleid is met name erop gericht de samenhang van het golfterrein met de aanwezige en potentiële landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden op een kwalitatief hoog peil te handhaven en te ontwikkelen;

b.      de golfsportbeoefening heeft prioriteit in de 18 holes, driving-range en 9 pitch en puttholes. Bij de aanleg gelden er eventueel beperkingen voor wat betreft het reliëf in de zin dat wijzigingen in de bestaande maaiveldhoogten van meer dan ondergeschikte betekenis niet zijn toegestaan. Vanwege speltechnische eisen zijn reliëfwijzigingen c.q. wijzigingen in de maaiveldhoogten wel toelaatbaar voor de hole-onderdelen tees, greens, bunkers en driving-range en in die zin dat:

-        tees en driving-range mogen worden geëgaliseerd c.q. vlak gelegd (in principe zonder ophoging);

-        greens mogen worden aangelegd d.m.v. egalisatie, ingraving of ophoging binnen de marge van 1 m beneden of 1 m boven het bestaande maaiveld;

-        bunkers mogen worden aangelegd d.m.v. ingraving;

c.      met het oog op het extensief recreatief medegebruik mogen, rekening houdend met de in lid 1. genoemde doeleinden en de overige bepalingen van dit artikel rustpunten e.d. worden aangelegd en zitbanken, afvalbakken, borden e.d. worden geplaatst.

3.      Bebouwing

Op of in de voor golfaccommodatie bestemde gronden mogen slechts die gebouwen en bouwwerken worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:

a.      Schuilgelegenheden mogen worden opgericht met een maximale hoogte van 2,50 m, een oppervlak per schuilgelegenheid van ten hoogste 5 m2 en tezamen met een oppervlak van ten hoogste   20 m2;

b.      de hoogte van andere bouwwerken maximaal 5 m mag bedragen, met uitzondering van erfafrasteringen welke 1,50 m hoog mogen zijn en van ballenvangers rond de driving-range, waarvan de hoogte maximaal 8 m mag bedragen;

15.    Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de bescherming van de hamster de bestemming van de gronden op de plankaart aangeduid met “Wijzigingsbevoegdheid naar Natuurgebied” wijzigen in de bestemming Natuurgebied, indien en zodra de eigenaar van de betreffende gronden Burgemeester en wethouders daarom verzocht heeft;

16.    Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijfsdoeleinden wijzigen in de bestemming sportdoeleinden ten behoeve van sportieve recreatie met de bijbehorende groen-, verkeer- en parkeervoorzieningen. Van de gewijzigde gronden mag ten hoogste 15% worden bebouwd, waarbij de goothoogte van een tribune niet meer dan 7 m mag zijn en de goothoogte van de overige gebouwen niet meer dan 8 m . De hoogte van de andere bouwwerken mag niet meer zijn dan 25 m voor lichtmasten, 10 m voor ballenvangers, 6 m voor palen en masten en 3 m voor het overige.

17.    Bij de wijzigingsprocedure wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 35 lid 2.