2. Bepalingen
in verband met de bestemmingen
Artikel 8. Beschrijving in hoofdlijnen, gemeenschappelijk aan alle
bestemmingen
In dit artikel wordt in hoofdlijnen
beschreven op welke wijze met het plan de doeleinden worden nagestreefd die
zijn toegekend aan de gronden binnen het plan.
Alle maatregelen t.a.v. het gebruik
van gronden en opstallen en het oprichten van bouwwerken moeten in hoofdzaak
gericht zijn op de instandhouding en ontwikkeling van een duurzame agrarische
productiefunctie en/of het behoud en de ontwikkeling van natuurlijke en
landschappelijke waarde en op het recreatief medegebruik.
Bepalend voor een duurzame agrarische
productiefunctie zijn de volgende elementen:
● de erkenning dat het begrip
duurzaamheid zowel een milieuaspect als een sociaal-economisch aspect omvat;
● het van daaruit streven naar een
optimaal agrarisch gebruik zowel uit markttechnisch oogpunt als uit oogpunt van
algemene milieukwaliteit (integratie);
● er wordt geacht voldaan te worden aan
de algemene milieukwaliteit indien de agrarische productieprocessen het fysieke
milieu als natuurlijke hulpbron niet (onomkeerbaar) aantasten;
● het vervullen van een belangrijke
functie met betrekking tot het beheer van het landschap.
Bepalend voor de karakteristiek van
het plangebied zijn de volgende elementen:
● de landschappelijke openheid van
middenterras en de droogdalen;
● de natuurlijk en landschappelijk waardevolle
hellingen naar het plateau;
● de binnen de bestemming Aln verspreid
liggende kleinschalige landschapselementen;
● het voor het gehele plangebied van
belang zijnde cultuurhistorisch waardevolle patroon van gedeeltelijk onverharde
wegen en paden, elementen zoals wegkruisen en monumentale bebouwing.
Bepalend voor het recreatief
medegebruik zijn de volgende elementen:
● de instandhouding van een afwisselend
landschap;
● de instandhouding en waar nodig
verbetering van de voor recreatie bruikbare verbindingen in het gebied;
● het scheppen van mogelijkheden voor het kamperen bij de boer.