Artikel
1. Begripsbepalingen.
In deze
voorschriften wordt verstaan onder:
a.
bestemmingsplan:
bestemmingsplannen
op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, alsmede de daaraan gelijk
gestelde plannen op grond van artikel 10 van de Overgangswet Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting, alsmede de bijbehorende herzieningen, wijzigingen
en uitwerkingen daarvan;
b.
inrichting:
gebouwen
en/of installaties die onderling technische of functionele verbinding hebben,
in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen en behoren tot eenzelfde
onderneming of instelling;
c.
A-inrichting:
een
inrichting, die valt onder één of meer van de categorieën, zoals vastgesteld
bij het "Besluit categorie A-inrichtingen Wet Geluidhinder", dd 15
oktober 1981, Staatsblad 671;
d.
ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.