1
Paragraaf
I. Begripsbepalingen en algemene bepalingen.
Paragraaf
II Bestemmingsregeling
Artikel 7 Maatschappelijke voorzieningen
Artikel 8 Landgoed ( wordt als volgt herzien)
Artikel 9 Agrarisch gebied (te wijzigen
bestemming)
Artikel 13 Verkeers- en verblijfgebied
Paragraaf III.Algemene vrijstellingen en wijzigingen
(flexibiliteit)
Artikel 18 Bepalingen ter algemene bescherming van het plan
Paragraaf IV. Overige bepalingen
Artikel 20 Overgangsbepalingen
Artikel 22 Strafrechtelijke bepaling
Voorschriften, deel uitmakende
van het bestemmingsplan
"Amby 1993, 1e herziening".
Paragraaf I. Begripsbepalingen en algemene bepalingen.
Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt
verstaan onder:
het plan:
de plankaarten 1 t/m 8,
bijbehorende legenda en de voorschriften welke deel uitmaken van het
bestemmingsplan "Amby 1993, 1e herziening" van de gemeente Maastricht.
De plankaart van het
bestemmingsplan "Amby 1993" wordt herzien, zoals weergegeven op de
bij dit plan behorende plankaarten 1 t/m 8. Voor die locaties waar
alleen de plankaart wordt herzien, blijven de voorschriften van het
bestemmingsplan "Amby 1993" onverkort van toepassing.
De voorschriften van het bestemmingsplan
"Amby 1993", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente
Maastricht op 5 juli 1994 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
van de provincie Limburg bij besluit van 14 februari 1995, worden herzien zoals
hierna beschreven.
In Artikel 1. Begripsbepalingen van het
bestemmingsplan "Amby 1993" worden de begrippen carport en grondgebonden
woning als volgt herzien:
carport:
een met niet meer dan twee
wanden omsloten bouwwerk voor de stalling van motorvoertuigen;
grondgebonden woning:
een gebouw, dat een woning omvat,
danwel ten hoogste twee geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen
omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden
beschouwd;
In Artikel 2. Algemene bepalingen van
het bestemmingsplan "Amby 1993" wordt 2.1. Meetbepalingen als
volgt herzien:
De omschrijving van de
goothoogte van een bouwwerk wordt aangevuld met:
'indien een set-back wordt
toegepast binnen de denkbeeldige kap die ingevolge deze voorschriften is
toegestaan, dan wordt deze niet meegeteld bij de bepaling van de goothoogte;'
In Artikel 2. Algemene
bepalingen van het bestemmingsplan "Amby 1993" wordt 2.2.
Zonebepalingen sub 3 als volgt herzien:
3.50 dB(A)-contouren industrielawaai
Op de gronden gelegen binnen de
op de waarschuwingskaart aangeduide "50 dB(A)-contouren
industrielawaai" mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke
bestemmingen, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht.
Terug naar inhousopgave
Paragraaf II Bestemmingsregeling
Artikel 4. Gemengd gebied wordt als volgt herzien:
In de Beschrijving in
hoofdlijnen onder 2.2. Detailhandel. en in lid B/C Gebruik van grond en
opstallen onder ++* wordt het maximum vvo van
Lid D. WIJZIGINGSBEVOEGDHEID wordt als volgt herzien:
Lid D. sub I. vervalt.
Daarnaast zal lid D.
worden aangevuld met:
III.Bij toepassing van de onder II
genoemde wijzigingsbevoegdheid moeten in ieder geval de volgende bepalingen
in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene vastgestelde
beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast;
-de procedure zoals vermeld in
artikel 21 dient in acht te worden genomen.
Lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN als volgt
herzien:
Lid F. sub a.3. zal als
volgt worden herzien:
3.het bij het hoofdgebouw
behorende erf met inbegrip van de bijgebouwen voor niet meer dan 50% mag worden
bebouwd.
Daarnaast zal lid F. worden
aangevuld met:
e.het bepaalde in lid B, onder
1, voor het toelaten van de woonfunctie als hoofdfunctie op de begane grond.
en verder met:
Bij toepassing van de hierboven
genoemde vrijstellingsbevoegdheden moeten in ieder geval de volgende bepalingen
in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene
vastgestelde beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 5. Wonen wordt als volgt herzien:
Lid A. BEBOUWING. sub
2.7 wordt toegevoegd:
2.7in afwijking van het
bepaalde onder 2.1 t/m 2.6 van dit lid gelden voor hoofd- en bijgebouwen op de
gronden welke op de plankaart zijn aangeduid als "gebied met afwijkende
bebouwingsvoorschriften 1" de volgende eisen:
-bouwen is slechts
toegestaan in een bouwlaag met een plat dak;
-hoogte maximaal
-een beperkte opbouw in een
tweede bouwlaag met een plat dak is mogelijk voor maximaal 50% van het bebouwd
oppervlak van de begane grond;
-de hoogte van deze opbouw mag
maximaal
-de opbouw moet in de
voorgevel worden gesitueerd en mag een maximale bouwdiepte hebben van
-bijgebouwen moeten worden
geïntegreerd in het hoofdgebouw.
Op de gronden welke op de
plankaart zijn aangeduid als "gebied met afwijkende
bebouwingsvoorschriften 2" gelden de volgende bepalingen:
-goothoogte van bijgebouwen
maximaal
-hoogte van bijgebouwen
maximaal
-maximale extra toegestane
oppervlakte bijgebouwen:
Lid A. BEBOUWING. sub 3.1.a.
zal als volgt worden herzien:
het bij het hoofdgebouw
behorende erf mag voor niet meer dan 50% van het oppervlak worden bebouwd;
Lid A. BEBOUWING. sub 3.2.a.
zal als volgt worden herzien:
het gezamenlijk grondoppervlak van
de bijgebouwen mag ten hoogste
Lid A. BEBOUWING. sub 3.2.b.
zal als volgt worden herzien:
het bij het hoofdgebouw
behorende erf mag voor niet meer dan 50% van het oppervlak worden bebouwd;
Lid D. wordt als volgt gewijzigd:
Burgemeester en wethouders zijn
bevoegd binnen het op de plankaart aangeduide gebied "gebied met
wijzigingsbevoegdheid I" bebouwingsgrens II te wijzigen in bebouwingsgrens
I, met inachtname van de volgende criteria:
*langs de Severenstraat kan
nieuwe hoofdbebouwing worden gerealiseerd, die zich oriënteert op de
Severenstraat, waardoor een nieuwe voorkantsituatie wordt gecreëerd;
*deze nieuwe bebouwing moet in
de vorm van een winkelhaak gekoppeld worden aan de bestaande bebouwing, om
zodoende het huidige versnipperde bebouwingsbeeld te neutraliseren;
*het aantal bouwlagen van de
nieuwe bebouwing mag maximaal 3 bedragen; de maximale hoogte dient aan te
sluiten bij de bouwhoogte van de bestaande bebouwing;
*de bestaande portierswoning
dient als vrijliggend element te worden gehandhaafd;
*de voorruimte bij de nieuwe
bebouwing dient een (semi-)openbare inrichting te krijgen;
*de hoofdontsluiting van de
nieuwe bebouwing dient via de bestaande entree plaats te vinden; de bestaande
bomenlaan dient daarbij te worden gehandhaafd;
*het wijzigingsplan wordt niet
eerder vastgesteld dat nadat uit een milieutechnisch onderzoek is gebleken, dat
ter plaatse geen bodemverontreiniging aanwezig is of wordt gesaneerd.
Aan lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN wordt
toegevoegd:
Bij toepassing van de hierboven
genoemde vrijstellingsbevoegdheden moeten in ieder geval de volgende bepalingen
in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van strijdigheid
met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene
vastgestelde beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 6. Woongebied 1 wordt als volgt herzien:
Aan de Doeleindenomschrijving
wordt na '- nutsdoeleinden' het volgende toegevoegd:
'-de inrichting en het gebruik
als standplaats voor niet meer dan 15 woonwagens met bijbehorende voorzieningen
binnen de op de plankaart aangeduide zone "woonwagenstandplaatsen"'
Aan de Beschrijving in
hoofdlijnen wordt onder 1. Algemeen onder 10 toegevoegd:
'Binnen de op de plankaart
aangegeven zone voor woonwagenstandplaatsen zal een openbare
verkeersontsluiting met een doorgaand karakter worden aangelegd'
Lid A. BEBOUWING. sub I.b.1.
zal als volgt worden herzien:
het gezamenlijk grondoppervlak
van de bijgebouwen mag ten hoogste
Lid A. BEBOUWING. sub I.b.2.
zal als volgt worden herzien:
het bij het hoofdgebouw behorende
erf mag voor niet meer dan 50% van het oppervlak worden bebouwd;
Lid A. BEBOUWING sub I.d.
zal als volgt worden herzien:
Binnen de zone
"woonwagenstandplaatsen" gelden de volgende bouwvoorschriften:
-er mogen niet meer dan 15
standplaatsen worden opgericht, met een oppervlakte van ten minste
-in plaats van woonwagens kunnen
ook woningen op deze standplaatsen worden gerealiseerd;
-op de plankaart staat het maximum
aantal toegestane bouwlagen weergegeven, met dien verstande dat het eerste
cijfer geldt indien woonwagens worden geplaatst en dat het tweede cijfer geldt
indien woningen worden gebouwd;
-het totale bebouwde oppervlak
van woonwagen en bijgebouwen mag per standplaats niet meer dan 60% bedragen;
-het gezamenlijk oppervlak van
bijgebouwen mag niet meer dan
-de goothoogte van bijgebouwen
bij de woonwagen mag niet meer dan
Lid A. BEBOUWING sub
I.e. zal worden toegevoegd:
e.afwijkende
bebouwingsvoorschriften
in afwijking van het
bepaalde onder a, b en c. van dit lid gelden voor hoofd- en bijgebouwen en
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de gronden welke op de plankaart zijn
aangeduid als "gebied met afwijkende bebouwingsvoorschriften" de
eisen, zoals die zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Particuliere
Bouwkavels Amby-Zuidoost dd. 29 mei 1997, dat als bijlage II is opgenomen in
deze voorschriften.
Aan lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN wordt
toegevoegd:
Bij toepassing van de hierboven
genoemde vrijstellingsbevoegdheden moeten in ieder geval de volgende bepalingen
in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene
vastgestelde beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 7. Maatschappelijke
voorzieningen
wordt
als volgt herzien:
Aan lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN wordt
toegevoegd:
Bij toepassing van de hierboven
genoemde vrijstellingsbevoegdheden moeten in ieder geval de volgende bepalingen
in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene
vastgestelde beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 8.
Landgoed (wordt als volgt herzien):
In de Doeleindenomschrijving
wordt de tekst van het laatste sterretje als volgt gewijzigd:
*alsmede voor een niet nader op
de plankaart aangeduide begraafplaats.
Artikel 9. Agrarisch gebied (te
wijzigen bestemming)
wordt als volgt herzien:
In lid D. WIJZIGINGSBEVOEGDHEID wordt achter WIJZIGINGSBEVOEGDHEID
toegevoegd:
zie artikel 18a.
De rest van het bestaande
voorschrift komt te vervallen.
Lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN: wordt als
volgt herzien:
zie artikel 18.
Artikel 11. Sport/park wordt als volgt herzien:
Uit dit artikel worden de
volgende passages verwijderd:
Doeleindenomschrijving
*de inrichting en het gebruik als
standplaats voor niet meer dan 12 woonwagens met bijbehorende voorzieningen
binnen de op de plankaart aangeduide zone "woonwagenstandplaatsen",
waarbij de oppervlakte per standplaats niet minder dan
Lid A. BEBOUWING wordt als volgt herzien:
sub 2. vervalt
Lid A. sub 3. en 4. wordt lid A. sub 2. en 3.
In de Doeleindenomschrijving wordt na '* horecadoeleinden' tussengevoegd:
'en kantoordoeleinden'
Lid B/C. GEBRUIK VAN GROND EN
OPSTALLEN wordt onder 1 als volgt
herzien:
1.Het is verboden de in deze
bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken
voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
Lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN zal als
volgt worden herzien:
zie artikel 18.
Artikel 12. Sport/bedrijven wordt als volgt herzien:
Aan lid F.
VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN wordt
toegevoegd:
II.Bij toepassing van de onder I
genoemde vrijstellingsbevoegdheid moeten in ieder geval de volgende bepalingen
in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene vastgestelde
beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
Terug naar inhousopgave
Artikel 13. Verkeers- en
verblijfsgebied
wordt
als volgt herzien:
In dit artikel vervalt lid D.
Paragraaf II van het
bestemmingsplan "Amby 1993" wordt na Artikel 15. Agrarisch gebied
(onbebouwd). met de volgende artikelen aangevuld:
Artikel 16. Woonwagenlocatie
DOELEINDENOMSCHRIJVING
De op de plankaart als
"Woonwagenlocatie" aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het
bepaalde in artikel 2.2. van het bestemmingsplan "Amby 1993", bestemd
voor de inrichting en het gebruik als standplaats voor woonwagens met bijbehorende
voorzieningen.
Beschrijving in hoofdlijnen
Er zal een reorganisatie
c.q. revitalisering van de bestaande woonwagenlocatie worden nagestreefd,
hetgeen zal worden vastgelegd in een nog nader vast te stellen
beeldkwaliteitsplan. De volgende verbeteringen en aanpassingen zijn daarbij
aan de orde:
a.Een aanpassing van de
bestaande infrastructuur in de vorm van de doortrekking van de interne
wegenstructuur (kortsluiting van de huidige cul de sac's) en uitbreiding van de
parkeervoorzieningen; door deze aanpassing ontstaat een verbeterde
beheersbaarheid van de woonwagenlocatie en wordt meer voldaan aan de voor een
woonwagenlocatie geldende inrichtingsvoorwaarden.
b.Een verbetering van de aan
de woonwagenlocatie grenzende groenzones, waardoor een goede ruimtelijk
inpassing van de locatie in het parkgebied Geusselt wordt bewerkstelligd.
c.Het in overleg met de
bewoners opschonen van de bestaande bebouwing op de woonwagenlocatie en een
herschikking c.q. uitbreiding van het aantal standplaatsen tot maximaal 17,
hetgeen een verbetering van de standplaatsinrichting tot gevolg heeft.
d.Sanering van de
bedrijvenzone aan de noordoostzijde van de bestaande woonwagenlocatie. In deze
zone zijn uitsluitend acceptabele bedrijfswaardige bedrijfsactiviteiten in de
milieucategorieën 1 en 2 mogelijk.
e.Sanering van de
bodemverontreiniging.
A. BEBOUWING
De op de plankaart als
"Woonwagenlocatie" bestemde gronden mogen worden bebouwd met gebouwen
en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, met
inachtname van de volgende bepalingen;
1.er mogen niet meer dan 17
standplaatsen worden opgericht, met een oppervlakte van ten minste
2.in plaats van woonwagens kunnen
ook woningen op deze standplaatsen worden gerealiseerd;
3.op de plankaart staat het maximum
aantal toegestane bouwlagen weergegeven, met dien verstande dat het eerste
cijfer geldt indien woonwagens worden geplaatst en dat het tweede cijfer geldt
indien woningen worden gebouwd;
4.het totale bebouwde oppervlak
van woonwagen en bijgebouwen mag per standplaats niet meer dan 60% bedragen;
5.het gezamenlijk oppervlak van
bijgebouwen per standplaats mag niet meer dan
6.de goothoogte van bijgebouwen
bij de woonwagen mag niet meer dan
7.binnen de op de plankaart als
"zone waarbinnen bedrijfsgebouwtjes zijn toegestaan" mag niet worden
gebouwd, behoudens vrijstelling ingevolge lid F onder II van dit artikel.
B/C. GEBRUIK VAN GROND EN
OPSTALLEN
1.Het is verboden de in deze
bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken
voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming, met dien verstande
dat ter plaatse van de aanduiding "zone waarbinnen bedrijfsgebouwtjes
zijn toegestaan" het onbebouwde terrein mag worden gebruikt voor
detailhandel in motorvoertuigen.
2.Burgemeester en wethouders
verlenen vrijstelling van het bepaalde onder 1 van dit lid indien strikte
toepassing van deze verbodsbepaling zou leiden tot een beperking van het meest
doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
D. WIJZIGINGSBEVOEGDHEID: niet van toepassing.
E. AANLEGVERGUNNINGEN: niet van toepassing.
F. VRIJSTELLINGSBEVOEGDHEDEN
I.Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid A.2. voor de
oprichting van maximaal 3 woonwagenstandplaatsen op de gronden met de
aanduiding "zone waarbinnen bedrijfsgebouwtjes zijn toegestaan",
met dien verstande dat het totaal aantal plaatsen niet meer dan 15 mag bedragen
en indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en de
uitbreiding de orintatie van de woonwagenlocatie verbetert.
II.Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid A.7. voor de bouw
van bedrijfsgebouwtjes ten behoeve van de bewoners van de betreffende woonwagenstandplaatsen,
met inachtname van de volgende bepalingen:
-de maximale goothoogte mag niet
meer dan
-het totale gebied dat is
aangeduid als "zone waarbinnen bedrijfsgebouwtjes zijn toegestaan"
mag voor niet meer dan 40% worden bebouwd;
-de vrijstelling mag alleen
worden verleend ten behoeve van bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de bij
deze voorschriften behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
-de vrijstelling mag alleen
worden verleend onder de voorwaarde dat het terrein niet mag worden gebruikt
voor de opslag en verwerking van sloop- en schrootmaterialen.
III.Bij toepassing van de onder
I en II genoemde vrijstellingsbevoegdheden moeten in ieder geval de volgende
bepalingen in acht worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van strijdigheid
met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene vastgestelde
beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen niet
onevenredig worden aangetast.
DOELEINDENOMSCHRIJVING
De op de plankaart als
"Nutsdoeleinden" aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het
bepaalde in artikel 2.2. van het bestemmingsplan "Amby 1993", bestemd
voor nutsdoeleinden ten dienste van energie‑ en telecommunicatievoorzieningen.
A.BEBOUWING
De tot
"Nutsdoeleinden" bestemde grond mag worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, uitsluitend ten dienste van deze bestemming, waarbij de
volgende bepalingen van toepassing zijn.
1.Gebouwen mogen uitsluitend
worden gebouwd achter de op de plankaart aangeduide bebouwingsgrenzen,
waarbij de hoogte niet meer dan
2.De hoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, en terreinafscheidingen, voor zover deze als bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, kunnen worden aangemerkt, mag niet meer bedragen dan
B.GEBRUIK VAN DE GROND ANDERS
DAN VOOR BEBOUWING
1.Het is verboden de tot
"Nutsdoeleinden" bestemde grond te gebruiken in strijd met de in dit
plan aan de grond gegeven bestemming.
2.Onder strijdig gebruik zoals
bedoeld onder 1 wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond, voor zover
dit niet rechtstreeks op de bestemming gericht is:
a.als standplaats voor
onderkomens;
b.als opslag‑, stort‑
of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen of producten;
c.voor de uitoefening van enige tak
van handel, detailhandel en/of bedrijf.
C. GEBRUIK VAN OPSTALLEN
1.Het is verboden op de tot
"Nutsdoeleinden" bestemde grond opstallen te gebruiken in strijd met
de in dit plan aan de grond gegeven bestemming.
2.Onder strijdig gebruik zoals
bedoeld onder 1 wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen:
a.voor de uitoefening van enige
tak van handel, detailhandel en/of bedrijf;
b.voor tijdelijke of permanente
bewoning.
In Artikel 18 Vrijstellingsbevoegdheid ex
artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt lid 8 vernummerd in
lid 9 en wordt een nieuw lid 8 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:
8.voor het oprichten van
kunstobjecten binnen de bestemmingen van artikel 11 en artikel 12 (sport/park
en sport/bedrijven) tot een maximale hoogte van
Artikel
18a Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd voor de gronden, welke op de plankaart zijn aangeduid als
"Gebied met wijzigingsbevoegdheid II" de bestemmingen Wonen A,
Agrarisch gebied (te wijzigen bestemming), Verkeers- en verblijfsgebied en
Groenvoorzieningen te wijzigen in de bestemming Woongebied 2 met inachtneming
van de volgende bepalingen:
1.door middel van een bodemonderzoek
dient te zijn aangetoond dat er geen sprake is van bodemverontreiniging,
danwel dat na bodemsanering ingevolge de Interimwet Bodemsanering
respectievelijk de Wet Bodembescherming de grond voldoet aan de
"referentiewaarde goede bodemkwaliteit";
2.door middel van een
exploitatie-overzicht dient te zijn aangetoond dat realisering van een
woongebied financieel-economisch haalbaar is;
3.het totaal aantal
woningen mag niet minder dan 70 en niet meer dan 90 bedragen;
4.a.Een laan die de Plataanhoven
verbindt met de Hagenstraat zal dienen als een dubbele ontsluiting van het
gebied;
b.deze laan dient als
ruimtelijke drager, en verbindt de zuidelijke groenplekken, het venster, het
bejaardenhuis en de Hagenhof met elkaar;
c.de nieuwe verkavelingsstructuur
zal worden opgenomen in aansluiting op de nieuwe;
d.bij de nieuwe
verkavelingsstructuur zullen de straten op het landschap zijn georiënteerd en
de woningen grotendeels zuidgeorinteerd;
5.de wegen ter ontsluiting
van het woongebied dienen een doorgaande rijbaanbreedte van tenminste
6.als norm voor het
realiseren van parkeervoorzieningen dient te worden gehanteerd 1,6
plaats/woning;
7.bij toepassing van deze
wijzigingsbevoegdheid dient de procedure zoals vermeld in artikel
Paragraaf III.Algemene vrijstellingen en wijzigingen (flexibiliteit)
Uit het bestemmingsplan
"Amby 1993" vervalt Artikel 17. Algemene wijzigingsbevoegdheid
ingevolge artikel 11 van de Wet op de ruimtelijke ordening.
De artikelen 16 tot en met 22
uit het bestemmingsplan "Amby 1993" worden door het tussenvoegen van
twee artikelen in paragraaf II en het vervallen van bovenstaand artikel, als
volgt vernummerd:
Artikel
18.Vrijstellingsbevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening.
Artikel 19.Bepaling ter algemene
bescherming van het plan.
Artikel 20.Overgangsbepalingen.
Artikel 21.Procedureregeling.
Artikel 22.Strafrechtelijke
bepaling.
Artikel 23.Slotbepaling.
Artikel
18.Vrijstellingsbevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening
wordt
als volgt herzien:
Punt 2 van dit artikel zal als
volgt worden herzien:
2.van de in de artikelen 4 t/m
17 genoemde maten en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%
en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
Uit dit artikel vervalt de
volgende passage:
3.voor het uitbreiden van een bestaand
woonwagencentrum met maximaal 3 standplaatsen met dien verstande dat het
totaal aantal plaatsen per woonwagencentrum nooit meer dan 15 mag bedragen en
indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en de uitbreiding
op een goede wijze ruimtelijk wordt ingepast;
Artikel 18 sub 4 tot en met 8
wordt dan sub 3 tot en met 7.
De punten 4 en 8 worden als
volgt herzien:
3.voor het toevoegen van één
bouwlaag bij hoofdgebouwen, indien de belangen van derden niet onevenredig
worden geschaad en het past binnen het stedebouwkundig beeld van de omgeving;
7.voor het bouwen van
zendmasten, antennes e.d. ten behoeve van waarschuwingssystemen en
telecommunicatie tot een hoogte van maximaal
Het artikel wordt bovendien
aangevuld met:
8.Bij het verlenen van de
vrijstelling dient in elk geval het volgende in acht te worden genomen:
-er mag geen sprake zijn van
strijdigheid met de voorgestane ontwikkeling van het gebied;
-er mag geen sprake zijn van strijdigheid
met het gemeentelijke beleid zoals verwoord in algemene vastgestelde
beleidsnota's;
-het woon- en leefklimaat danwel
het milieu passend bij de functie van het gebied of de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende of nabijgelegen gronden mag niet onevenredig worden
aangetast;
-de kwaliteit van de
stedebouwkundige situatie ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast;
-de belangen van derden mogen
niet onevenredig worden aangetast.
Terug naar inhousopgave
Paragraaf IV. Overige bepalingen
Artikel 20. Overgangsbepalingen wordt als volgt herzien:
A. Overgangsbepalingen met
betrekking tot de bebouwing
1.De op het tijdstip van de
ter-inzage-legging van het ontwerp-plan bestaande bouwwerken, alsmede bouwwerken,
welke in aanbouw zijn op het tijdstip van de in-ontwerp-ter-inzage-legging, dan
wel kunnen worden gebouwd krachtens een eerder aangevraagde bouwvergunning,
welke in strijd zijn met het bestemmingsplan, mogen gedeeltelijk worden
vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, mits de afwijkingen van het plan,
zowel naar de aard als naar de omvang, niet worden vergroot en behoudens
onteigening krachtens de wet.
2.Voor het geheel vernieuwen, geheel
veranderen of in beperkte mate uitbreiden van bedoelde bouwwerken kunnen
Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen van de bepalingen van dit
plan, met dien verstande dat:
a.bij gehele vernieuwing of
gehele verandering de bestaande afwijkingen van het plan, zowel naar de aard
als naar de omvang, niet mogen worden vergroot;
b.het "in beperkte mate
uitbreiden" niet verder mag gaan dan 15% van de inhoud van de ten tijde
van de ter-inzage-legging van het ontwerp-plan bestaande bebouwing, mits de bestaande
afwijking naar de aard niet wordt vergroot.
Met geheel vernieuwen of geheel
veranderen wordt gelijkgesteld het systematisch gedeeltelijk vernieuwen of
gedeeltelijk veranderen met het kennelijk doel om zodoende uiteindelijk tot een
gehele vernieuwing of gehele verandering te komen.
3.In geval van verwoesting door
calamiteit mogen de in lid 1. van dit artikel bedoelde bouwwerken worden
herbouwd -behoudens onteigening overeenkomstig de wet- mits:
a.de afwijkingen van het plan
niet naar aard of omvang worden vergroot;
b.een aanvraag om een vergunning
tot herbouw binnen 2 jaar na tenietgaan is ingediend.
B.Overgangsbepalingen met
betrekking tot het gebruik van gronden en opstallen
1.Indien ten tijde van het van
kracht worden van het plan gronden en opstallen worden gebruikt in afwijking
van het plan, mag dat gebruik worden voortgezet.
2.Wijziging van het met het plan
strijdige gebruik van gronden en opstallen is toegestaan, indien door die
wijziging van het gebruik de afwijking van het plan naar de aard niet wordt
vergroot.
Artikel 22.
Strafrechtelijke bepaling
wordt
als volgt herzien:
Dit artikel wordt na 'artikel
15, lid B/C onder 1' vervangen door:
'artikel 16, lid B/C onder 1,
artikel 17, lid B onder 1 en C onder 1 en
wordt aangemerkt als strafbaar
feit, zoals bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.'
Slotbepaling
Deze voorschriften kunnen worden
aangehaald onder de titel:
"Voorschriften
bestemmingsplan Amby 1993, 1e herziening van de gemeente Maastricht".
Rosmalen, maart 1997 Vastgesteld:
31 maart 1998
Croonen Adviseurs b.v.