De op de bestemmingskaart als gemengde doeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 17, 18 en 19 voor zover het tevens betreft beschermingszone a, resp. beschermingszone b, resp. beschermingszone c bestemd voor:

- bedrijfsdoeleinden;
- doeleinden van openbaar nut;
- groenvoorzieningen;
- verkeersdoeleinden;
- groothandel;

en tevens de afwijkende functies:

- detailhandel voor zover op de bestemmingskaart aangegeven met het teken ;
- wonen voor zover op de bestemmingskaart aangegeven met het teken ;

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 als volgt nagestreefd:

a. er mag alleen bedrijfsuitoefening plaatsvinden in milieucategorie 2 volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 is opgenomen in deze voorschriften, met uitzondering van de op de bestemmingskaart met het teken * aangegeven gronden waarop een agrarisch bedrijf gevestigd mag zijn met groothandel in eigen agrarische en/of streekproducten;

b. uitsluitend op het perceel aangegeven met het teken + , te weten Schaapbroekweg 5, mag detailhandel plaatsvinden in producten welke op het moment van terinzagelegging van het plan ter plaatse worden verkocht;

c. het is niet toegestaan om detailhandel uit te oefenen op meer dan één bouwperceel.

Op of in de tot gemengde doeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die in overeenstemming zijn met het in dit artikel bepaalde, met dien verstande dat:

a. de op de bestemmingskaart aangegeven bebouwingsoppervlakken geheel mogen worden bebouwd;

b. de goothoogte maximaal 5m. mag bedragen;

c. het bedrijfsvloeroppervlak op het perceel aangegeven met het teken + , te weten Schaapbroekweg 5, maximaal 250m² mag bedragen;

d. de bestaande (bedrijfs)woningen met maximaal 15% van de bestaande inhoud mogen worden uitgebreid;

e. de hoogte van andere bouwwerken maximaal 8m. mag zijn met uitzondering van:

- erfafscheidingen gelegen voor de voorgevel, welke maximaal 1m. hoog mogen zijn;
- erfafscheidingen gelegen achter de voorgevel, welke maximaal 2m. hoog mogen zijn;
- lichtmasten die maximaal 12m. hoog mogen zijn.

A. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor:

a. de uitbreiding van het bestaande bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 15% indien het bebouwingsoppervlak ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds geheel is volgebouwd;

b. de verplaatsing van de reeds bestaande detailhandel van het perceel aangegeven met het teken , te weten Schaapbroekweg 5 naar het perceel aangegeven met het teken , te weten Schaapbroekweg 3.

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om met in achtneming van het bepaalde in de leden 3. en 4. nadere eisen te stellen:

- ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bebouwing;
- ten aanzien van de minimum- respectievelijk de maximumafstand van de bebouwing tot de zijdelingse bouwperceelgrenzen, indien dit voor de ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is;
- ten aanzien van de ligging van de parkeervoorziening.