logo gemMtr klrHOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN

 

 

Paragraaf 1 Hoofdlijnen van het plan

 

Artikel 4        Algemene beschrijving in hoofdlijnen

 

De wijze waarop de in de artikelen 5 t/m 13 van de voorschriften toegekende doeleinden worden nagestreefd wordt in hoofdlijnen als volgt beschreven:

 

A.      Algemeen

Het plan is er op gericht om een juridisch kader tot stand te brengen voor de duurzame versterking, ontwikkeling, inrichting en beheer van de wijken (deelge­bieden) Biesland, Campagne en Wolder.

 

B.      Bestaande toestand als vertrekpunt

Voor zowel de beheers- als de ontwikkelingsaspecten is de bestaande toestand, qua bebouwing én gebruik, het belangrijkste vertrekpunt van het plan. Voor zover de bestaande toestand niet overeenkomt met de meest gewenste planologische ontwikkeling mag een beperkte uitbreiding plaatsvinden. Hiervoor zijn per be­stemming nadere regels opgenomen.

De bestaande toestand is weergegeven in de bij hoofdstuk 3 van de toelichting behorende inventarisatiekaarten.

 

C.      Hoofdstructuren

Binnen het plangebied worden drie hoofdstructuren onderscheiden:

1.      de functionele hoofdstructuur

2.      de ruimtelijk-stedenbouwkundige hoofdstructuur

3.      de landschappelijk-ecologische hoofdstructuur.

 

1.      Functionele hoofdstructuur

Het gebied Biesland-Campagne-Wolder is in feite één groot woongebied. Hier­voor wordt een beheerskader geschapen, dat gericht is op het behoud en de versterking van de woonfunctie en de verbetering van de woonkwaliteit. Aanver­wante functies zijn onder voorwaarden mogelijk.

 

Andere functies komen in beperkte mate, verspreid in het plangebied voor. Er is sprake van twee kleine concentraties van andere functies:

*          het centrum van Wolder, met school, kerk, buurthuis en enkele kleine winkels;

*          het "Carré" aan de noordwestkant van de Tongerseweg, met enkele grootschalige winkels en enkele andere bedrijven, waaronder een danspodium;

Langs de Tongerseweg, als oude radiaal, komen ook verschillende andere functies voor.

 

Het beleid is erop gericht om de buurtwinkelfunctie in Wolder te behouden en de grootschalige winkels in het "Carré" op te heffen door herontwikkeling van die locatie in de richting van wonen, bedrijfsactiviteiten, dienstverlening en maat­schappelijke voorzieningen, eventueel hotel. Daarbij mag een beperkte buurtwinkelvoorziening voor dagelijkse goederen worden ingebracht.

De functies anders dan wonen langs de Tongerseweg en verspreid in het gebied worden conform de bestaande situatie gehandhaafd, tenzij zij afbreuk doen aan het woonklimaat.

 

2.      Ruimtelijk-stedenbouwkundige hoofdstructuur

In het plangebied is een aantal historische structuren nog herkenbaar in de vorm van oude wegen als de Tongerseweg, de Susserweg, de Vroenhovenweg, de Winterslag en de Heukelommerweg. Ook de oude dorpsstructuur van Wolder behoort tot de cultuurhistorisch kenmerkende elementen in het plangebied. Het beleid is erop gericht om deze structuren in een herkenbare vorm binnen het plangebied te behouden. Tevens moet binnen het gebied dat als archeologisch attentiegebied is aangegeven rekening worden gehouden met het bodemarchief. Verder is het beleid erop gericht om de in het gebied voorkomende monumenten en de panden met architectonische of stedenbouwkundige waarde te handhaven. In de toekomst zal dat in het bijzonder ook gelden voor het gebied dat als uitbrei­ding van het beschermd stadsgezicht van Maastricht is aangemeld.

 

Binnen het plangebied kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt een zevental deelgebieden worden onderscheiden, waarin sprake is van een specifiek straat-en bebouwingsbeeld. Deze zijn aangegeven op de kaart ruimtelijke karakteris­tiek. Het beleid is erop gericht om dit beeld in de deelgebieden in stand te hou­den. Eventuele vervangende nieuwbouw dient te worden afgestemd op de be­staande bebouwingskarakteristiek. Buiten deze specifieke deelgebieden is in het plangebied overwegend aaneengesloten bebouwing aanwezig, afgewisseld met halfvrijstaande en/of een enkele vrijstaande woning.

Verder zijn voor elk van de specifieke deelgebieden afwijkende voorschriften van toepassing voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Voor het overige bebouwd gebied is de binnen Maastricht gebruikelijke bebouwingsrege­ling voor bijgebouwen voldoende.

 

Deelgebied I Gestapelde bebouwing

Het beleid binnen deze deelgebieden is erop gericht om het karakter van opvallend en afgerond element dat door de verschillende complexen in het plangebied wordt uitgestraald te behouden.

Daarom worden bij deze gebouwen geen verspreide bijgebouwen toegelaten, maar daar waar een bepaalde behoefte dat noodzakelijk maakt, een concentratie in één enkel centraal bijgebouw.

 

Deelgebied II Pletzersstraat en omgeving

Het beleid ten aanzien van dit historisch dorpslint is gericht op het behoud van de oorspronkelijke dorpsbebouwing en het behoud en/of het herstel van de cultuur­historische waarden. Daarbij staat het behoud van de afwisseling tussen de (voormalige) bedrijfsbebouwing, de daartussen gebouwde nieuwere woonhuizen en de nog aanwezige (huis)weiden voorop.


Aan de Vroenhovenweg is het behoud van de openheid tussen de bestaande gebouwen van belang in verband met de ecologische verbinding tussen het droogdal Wolder/Campagne en het gebied St.Pietersberg/Jekerdal/Cannerberg. Daarom worden geen nieuwe bijgebouwen tussen de aanwezige bebouwing toegelaten.

 

Deelgebied III Bungalows

Het beleid binnen de drie locaties waarop bungalows voorkomen is erop gericht om verhoging van die bebouwing tegen te gaan en de doorzichtmogelijkheden tussen de bebouwing open te houden, zulks in verband met de bestaande zichtre­laties vanuit het plangebied met het gebied St. Pietersberg/Jekerdal/ Cannerberg.

 

Deelgebied IV Vrijstaande en halfvrijstaande bebouwing

Het beleid binnen dit grootste deelgebied is erop gericht om de ruime stedenbouwkundige opzet die kenmerkend is voor de bebouwing in het plangebied te behouden. In verband hiermee dient een ruime afstand ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens te worden aangehouden en moeten aan- en uitbou­wen en bijgebouwen achter de achtergevel geplaatst worden.

 

Deelgebied V De Teppichsiedlung

Het beleid binnen dit deelgebied is gericht op het behoud van het typische verkavelings- en bebouwingspatroon met zijn 'verborgen' woningen. In principe wordt hier geen uitbreiding van de bebouwing toegestaan. In een vast te stellen Beeldkwaliteitsplan zal aangegeven worden waar beperkte uitbreidingen met vrijstelling mogelijk zijn.

 

Deelgebied VI Vrijstaande bebouwing als object op de kavel

Omdat de bouwpercelen in deze deelgebieden zowel aan de voor, als aan de achterzijde grenzen aan de openbare ruimte, is het beleid erop gericht om het karakter van een vrijstaande bouwmassa op een zeer ruim bouwperceel in stand te houden.

 

Deelgebied VII Castelmorelaan

Het beleid binnen dit deelgebied is gericht op het behoud van het typische be­bouwingspatroon met zijn smalle en potentieel hogere bebouwing en de aan de voorzijde gelegen berging/carport.

 

Monumenten en panden met architectonische en/of stedenbouwkundige waarde

a.      Historisch waardevolle hoofdgebouwen of gedeelten daarvan, dan wel hiervan deel uitmakende bijgebouwen, die op de kaart ruimtelijke karakte­ristiek zijn aangegeven als 'rijksmonument' of 'pand met architectonische en/of stedenbouwkundige waarde', moeten zoveel mogelijk worden gehand­haafd en/of hersteld met behoud van de oorspronkelijke, karakteristieke elementen.

b.      De omgeving van de onder a. bedoelde gebouwen moet zoveel mogelijk gehandhaafd blijven.


 

3.      Landschappelijk-ecologische hoofdstructuur

In het plangebied maakt het droogdal tussen Wolder en Campagne onderdeel uit van de stedelijke groenstructuur. Langs de gehele zuidoostrand van het plan­gebied loopt een van de belangrijkste stedelijke groenstructuren: het dal van de Jeker met zijn begrenzende heuvels c.q. terrasranden

Het beleid is gericht op behoud en versterking van de openheid, de ecologische kwaliteit en de toegankelijkheid van het droogdal en de verbinding daarvan met het gebied St. Pietersberg-Jekerdal-Cannerberg. Er wordt verder gestreefd naar de versterking van de ecologische kwaliteit van de dalwand van het Jekerdal aan de Vroenhoverweg.

Vanuit deze twee stedelijke hoofdstructuren dringen interne groene hoofdstructu­ren overal het plangebied in. Deze groenstructuur binnen het plangebied moet worden behouden en waar nodig versterkt.