Artikel 9 Bedrijfsdoeleinden
1. Doeleindenomschrijving
De op de bestemmingskaart voor Bedrijfsdoeleinden (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 Wet Geluidhinder en van detailhandel, die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de als bijlage bij deze voorschriften behorende lijst van bedrijfsactiviteiten, met de daarbij behorende bedrijfswoningen en tevens, voor zover op de bestemmingskaart aangegeven met een letter, voor de in de Lijst van afwijkende functies voor dat pand opgenomen doeleinden.
2. Beschrijving in hoofdlijnen
De wijze waarop de in het plan de toegekende doeleinden worden nagestreefd, is in hoofdlijnen beschreven in artikel 4; ter uitvoering en met inachtneming van die beschrijving wordt de wijze waarop de hiervoor omschreven doeleinden worden nagestreefd als volgt gespecificeerd:
Indien
een in de Lijst van afwijkende functies opgenomen functie wordt vervangen door
een binnen de bestemming Bedrijfsdoeleinden toegestane functie en de betrokken
bebouwing en/of gronden gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3
jaren als zodanig zijn gebruikt, is de in de lijst vermelde, afwijkende functie
ter plaatse niet meer toegestaan.
3. Bebouwingsbepalingen
a. (Hoofd)gebouwen
1. De oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag
maximaal 300 m2 bedragen.
2. De hoogte van bedrijfsgebouwen mag
maximaal 5 meter bedragen.
3. Voor bedrijfswoningen is het bepaalde in
artikel 5, lid 3, onder a van toepassing.
4. Bij de bedrijfswoningen mogen geen
afzonderlijke bijgebouwen worden opgericht.
b. Andere bouwwerken
1. De hoogte mag, behoudens het bepaalde onder 2, maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van voorzieningen voor de openbare verlichting, waarvan de hoogte maximaal 8 meter en antennes en antennemasten, waarvan de hoogte maximaal 12 meter mag bedragen.
2. Voor
erfafscheidingen is het bepaalde in de Bouwverordening bepalend.
4. Nadere eisen
Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering
en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter
voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden
van aangrenzende gronden en bouwwerken, respectievelijk indien dit noodzakelijk
is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld of
de historische respectievelijk archeologische waarde ter plaatse.
5. Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen voor bedrijfsactiviteiten in
de milieucategorie 3 zoals opgenomen in bij deze voorschriften behorende Staat
van bedrijfsactiviteiten, indien deze naar aard en invloed op de woonomgeving
kan worden gelijkgesteld met een bedrijf in de milieucategorie 1 of 2, met dien
verstande, dat de Directeur van de Hoofdgroep W.M. van de Provincie Limburg in
deze situatie wordt gehoord.