Artikel 16. Beschermingszone vaarweg
1. Op
de gronden die op de plankaart zijn aangegeven voor beschermingszone vaarweg
mag, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, geen
bebouwing worden opgericht.
2. Burgemeester
en wethouders kunnen, gehoord de waterbeheerder, vrijstelling verlenen van het
bepaalde in dit lid onder 1 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken als
toegestaan ingevolge de ter plaatse op de kaart aangewezen bestemmingen, mits
geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de belangen van de vaarweg.