Bestemmingsplan
Boschpoort
Gemeente
Maastricht
Ontwerp
bestemmingsplan Boschpoort
Gemeente Maastricht
Utrecht, 16 april 2002
Inhoudsopgave
1.2. Ligging en
begrenzing van het plangebied
1.3. Vigerende
bestemmingsplannen
3. Ruimtelijk-functionele aspecten
3.1.2. Cultuurhistorisch
waardevolle objecten
3.3. Bedrijven
en werkgelegenheid
7. Maatschappelijke uitvoerbaarheid
7.2. Overleg ex
artikel 10 Bro
8. Economische uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Geluidgegevens Bosscherweg
Het
plangebied Boschpoort is een aaneengesloten gebied met hoofdzakelijk een
woonfunctie en recreatieve voorzieningen in de vorm van een jachthaven en
sportvelden, omsloten door infrastructurele barrières. De woonbuurt is gelegen
als een ‘schiereiland’ in het overgangsgebied tussen stad, rivier en kanalen.
Het
plangebied is onderdeel van het project Belvédère (voorheen Noordwestentree):
het belangrijkste herstructureringsgebied van de komende jaren en een speerpunt
in de stadsontwikkeling. Binnen het project krijgt de woonbuurt Boschpoort
specifieke aandacht vanuit het Grote Stedenbeleid. Boschpoort is een buurt,
waarin voor veel bewoners de leefbaarheid onderdruk staat. Dit als gevolg van
het teruglopende voorzieningenpakket, de milieuoverlast en de ervaren
onveiligheid door drugshandel. Om de leefbaarheid te vergroten is in januari
2000 het Buurtplan Boschpoort opgesteld. De stedenbouwkundige doelstellingen en
maatregelen die in dit buurtplan worden vermeld om de leefbaarheid te vergroten
passen niet binnen de (planologisch-juridische) kaders van de geldende
bestemmingsplannen.
Op gronden in
het plangebied is het voorkeursrecht op basis van de Wet voorkeursrecht
gemeenten gevestigd.
Het doel van
het bestemmingsplan is het bieden van een recent juridisch-planologisch kader
voor het plangebied en de beoogde ontwikkelingen, alsmede de eventuele
continuering van het voorkeursrecht.
1.2. Ligging
en begrenzing van het plangebied
Het
plangebied is gelegen op de westelijke Maasoever direct aan de Maas in het
noordwesten van Maastricht.
De begrenzing
wordt gevormd door de Bosscherweg, de Zuid-Willemsvaart, de Maas, het
Voedingskanaal (verbindingskanaal tussen deze waterwegen) en de woonbebouwing
aan de Gebr. van Limburgstraat.
1.3. Vigerende
bestemmingsplannen
Voor het
plangebied vigeren de volgende bestemmingsplannen:
● Uitbreidingsplan
in Hoofdzaken Maastricht 1954;
● Uitbreidingsplan
in onderdelen, St. Huberthusparochie.
Bovengenoemde
bestemmingsplannen komen - voor gronden die zijn gelegen binnen onderhavige
bestemmingsplan - te vervallen bij vaststelling van onderhavige
bestemmingsplan.
In hoofdstuk
2 komt het vigerende rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid aan de orde.
In hoofdstuk
3 wordt de uitgangssituatie beschreven van het plangebied
In hoofdstuk 4 wordt het ontwikkelingskader geschetst:
een uitwerking van de gebiedsanalyse en een vertaling naar de (on)mogelijke
ontwikkelingen in de toekomst.
Aangezien de
milieuaspecten in het gebied een belangrijk item zijn, wordt hier nader op
ingegaan in hoofdstuk 5.
De
maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid worden in de hoofdstukken 6 en
7 toegelicht.
In hoofdstuk
8 wordt tenslotte de opzet van het juridisch bindende deel van dit
bestemmingsplan (de voorschriften) uiteengezet.
Hoofdstuk 9
heeft betrekking op de handhaving van het bestemmingsplan.
Vierde
Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX; 1999)
In de Vierde nota
over de ruimtelijke ordening Extra zijn de hoofdlijnen van het nationaal
ruimtelijk beleid samengevat. Ten aanzien van de structuurschema's en andere
sectornota's fungeert deze planologische kernbeslissing wat betreft de
ruimtelijke aspecten als ‘parapluplan’.
Het
ruimtelijk beleid van de rijksoverheid is gericht op bundeling van de
(dagelijkse) functionele relaties op het gebied van wonen, werken en verzorging
binnen stadsgewesten. De achterliggende gedachte hiervan is onder andere de
beperking van de groei van de mobiliteit en versterking van het stedelijk
draagvlak.
(Ontwerp)
Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening (deel 1: ontwerpPKB; 2000)
De Vijfde
Nota bestrijkt de periode 2001 - 2020, de periode 2020 - 2030 is gehanteerd als
een doorkijk naar de lange termijn.
Het bebouwde
gebied wordt voorzien van een rode contour. De rode contour vormt de begrenzing
van het thans bebouwde gebied met daarbij gevoegd de tot 2015 benodigde
uitbreidingen. Het buitengebied is het gebied buiten de rode contouren. Delen
van het buitengebied met hoge landschappelijke waarden of natuurwaarden worden
aangeduid als groene contourgebieden. Het overige buitengebied is balansgebied.
Benutting van
bestaand bebouwd gebied geniet de voorkeur boven nieuwe uitbreidingen. Voor een
optimale benutting van het bestaand bebouwde gebied is het noodzakelijk dat de
variatie wordt vergroot en de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd. Structuur-
en bestemmingsplannen dien een verantwoorde functiemenging niet te belemmeren.
Het is
wenselijk dat een grensoverschrijdend ruimtelijk beleid tot stand komt voor
o.a. het stedelijk netwerk Maastricht-Heerlen (met afstemming op Aken, Luik,
Genk en Hasselt). De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van een
grensoverschrijdend beleid ligt bij de betrokken provincies en gemeenten. Het
rijk zet zich er in internationaal verband voor in de infrastructurele
hoofdverbindingen tussen de Deltametropool, de Vlaamse Ruit en het Ruhrgebied
verder te verbeteren.
Voor de vier
internationale stroomgebiedsdistricten Rijn, Maas, Schelde en Eems zullen in
overleg met buitenlandse partners stroomgebiedbeheersplannen worden opgesteld.
Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zullen rekening moeten houden met
de stroomgebiedbeheersplannen bij het opstellen van ruimtelijke plannen.
(Ontwerp)
Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL; 2000)
Het POL is
tegelijkertijd een Streekplan, een Milieubeleidsplan, een
Waterhuishoudingsplan, een Verkeers- en Vervoerplan en een Grondstoffenplan.
Tevens is het POL een economisch beleidskader en een welzijnsplan, voor zover
het de fysieke aspecten van deze twee zaken betreft. Het opstellen van dit ene
integrale provinciale beleidsplan kent twee belangrijke doelen:
● Eenheid in beleid om zodoende betere sturing te geven aan de gewenste
ontwikkelingen;
● Selectiviteit
van beleid zodat de provinciale beleidsopgaven zich concentreren op die
zaken waar de provincie zich sterk voor maakt en de dichtheid aan provinciale
beleidsregels afneemt.
Het POL is
gemaakt voor een plantermijn van 8 jaar (2001 t/m 2008). Het is een
‘procesmatig’ beleidskader dat voortschrijdende inzichten kan en moet
verdisconteren.
De gemeente
Maastricht behoort tot de stadsregio Zuidelijk Maasdal.
De stadsregio
vormt een prominent onderdeel van Euregio Maas-Rijn (EMR) en in het bijzonder
van het grensoverschrijdend stedelijk netwerk Maastricht, Heerlen, Hasselt,
Genk, Aken en Luik (MHAL). Doel is het positioneren van de EMR als samenhangend
economisch gebied in het Europa van de regio's en als verbindende schakel op de
as Nordrheinwestfalen - Benelux.
Bij de
ontwikkeling van de stadsregio moet worden uitgegaan van de zogenaamde
SER-ladder. Dit betekent dat eerst gekeken moet worden naar de mogelijkheden
van het bestaande stedelijke gebied, uitgaande van het concept van de compacte
stad.
De
herstructurering van de bestaande voorraad wordt door Maastricht de komende 10
jaar voortvarend aangepakt. Voorzien is de sloop van circa 2.600 woningen,
verbetering van 4.400 woningen en vervangende nieuwbouw van circa 2.300
woningen.
Op
binnenstedelijke locaties is - met de nodige inspanning - door intensivering
ook ruimtewinst te boeken. Een goed voorbeeld is de planvorming voor het
sleutelproject Belvédère, waartoe het plangebied behoort. Dit project is
onderdeel van het meerjarenontwikkelings-programma ISV/GSB.
Structuurplan
Maastricht 2005 (1999)
De in de
Structuurvisie 1990-2000 gehanteerde ‘morfologische’ aanpak om te komen tot een
‘compacte stad in een weids landschap’ wordt als succesvol beschouwd en zal ook
in deze visie de basis zijn voor het ruimtelijk beleid. Voor Maastricht blijft
zowel de positie van de stad in de (Eu)regio van belang als de inzet steeds te werken
aan de kwaliteit van de stad zelf en de buurten in het bijzonder. Daarbij staat
behoud en versterking van de identiteit voorop. Voor een groot deel van de
ruimtevragende functies (centrale voorzieningen, intensieve werkgelegenheid,
binnenstedelijk wonen) is ruimte te creëren binnen het centrale deel van het
stedelijk gebied. Deze versterking van de ruimtelijke opbouw van de stad
genereert draagvlak voor een kwaliteitssprong in het openbaar vervoer en schept
de mogelijkheden zorgvuldig om te gaan met de stadsranden en het landschap.
Eén van de
concrete actiepunten betreft de Belvédère: resultaat van de gebundelde inzet op
de beleidsterreinen milieu, economie en ruimtelijke ordening biedt kansen in de
zin van een optimale stedelijke ontwikkeling gekoppeld aan een bijzondere
leefkwaliteit. Het project is een speerpunt in de stadsontwikkeling, tezamen
met de provincie is hier een hoge prioriteit toegekend in het kader van het
Grote Stedenbeleid. In ruimtelijk opzicht is de opgave verbindingen tot stand
te brengen tussen de binnenstad en het gebied Bosscherveld enerzijds en tussen
de Hoge Fronten (dat ontwikkeld wordt als Noorderpark) en de Maas c.q. de
Zuid-Willemsvaart via de Lage Fronten anderzijds. In dit geheel dient de
bestaande Noorderbrug op de westelijke Maasoever te landen, waarbij de
infrastructuur minder dan nu een barrière vormt tussen de binnenstad en
Bosscherveld en de ontsluiting naar het noorden wordt verbeterd.
Binnen het
plangebied van Belvédère krijgt de woonbuurt Boschpoort specifieke aandacht
vanuit het Grote Stedenbeleid. De opdracht voor de komende jaren zal zijn de
kansen, die de ontwikkeling van de Belvédère op het gebied van wonen, werken en
voorzieningen met zich meebrengt, mede te vertalen naar een verbetering van het
fysiek-economisch en sociaal leefklimaat van Boschpoort.
Aandachtspunten
daarin zijn een gedifferentieerd woningbezit, sociaal-culturele en
maatschappelijke voorzieningen, bedrijvigheid en werkgelegenheid, veiligheid en
beheer openbare ruimte. In het kader van het project Belvédère zal tevens de
relatie van Boschpoort met de overige delen van de stad en vooral ook de
binnenstad onderwerp van studie zijn.
(Concept)
Startnotitie De Noord-Westentree (2000)
De
Startnotitie markeert de overgang naar de volgende fase in het plan voor dit
gebied, zijnde de fase waarin de uitgangspunten en randvoorwaarden worden
vastgelegd en een eerste doorkijk wordt gegeven naar het raamwerk-stadsontwerp.
Het betreft
het belangrijkste herstructureringsgebied in Maastricht van de komende jaren.
Het gebied is onderdeel van de het landelijk experiment "Stad en
Milieu", waarin gestreefd wordt de milieukwaliteit in samenhang met de
stedelijke ontwikkeling als totaliteit te verbeteren. In MHAL-perspectief is
het project aangewezen als een strategisch belangrijk project; de motor voor de
ontwikkeling van een groter stadsdeel, dat in Europees verband als prioriteit
is aangemerkt. Het gebied is circa 280 ha groot en beslaat het gebied van de
Hoge en Lage Fronten, het bedrijventerrein Bosscherveld, de woonbuurt
Boschpoort en een deel van de binnenstad waarin onder meer de locaties van de
Nutsbedrijven en de voormalige brandweerkazerne zijn gelegen.
In de
conceptstartnotitie worden voor de volgende beleidsvelden - voor het plangebied
relevante - structurele en programmatische doelstellingen en
oplossingsrichtingen geformuleerd.
● Wonen
Uitgaande van
het bestaande beleid, zoals vastgelegd in het meerjarenplan Bouwen en wonen,
dient in het project Belvédère ruimte te worden gevonden voor 3.500 tot 4.000 woningen,
voor een groot deel in de binnenstedelijke sfeer, aangevuld met specifieke
woonmilieus die inspelen op bijzondere kwaliteiten, zoals water, natuur en
cultuurhistorie.
Het gebied
dient volgens de principes van duurzaam bouwen te worden ontwikkeld.
● Werkgelegenheid
Bijzonder
punt van aandacht is de (relatief hoge) werkloosheid in Boschpoort. De
werkloosheid in Boschpoort dient door middel van een koppeling (nieuwe)
werkgelegenheid aan aanbod van werkzoekenden te worden teruggedrongen.
● Cultuurhistorie
Belangrijk
uitgangspunt bij de uitwerking van de plannen is het behoud van de
vestingwerken en waardevolle, monumentale elementen uit de industriële
revolutie in de 19e eeuw (met name kanalenstelsel), die aan deze zijde van de
stad het beeld prominent heeft bepaald. Deze 19e eeuwse identiteit zal de basis
vormen voor het concept en vertaald worden naar een 21e eeuwse context.
● Verkeer
en mobiliteit
De aanleg van
een nieuwe route door het gebied van het project Belvédère kan de
leefbaarheidsproblemen op de Bosscherweg verlichten, mede door het verkeersluw
maken van de Bosscherweg.
De aanleg of
verbetering van langzaam verkeerroutes door en langs het plangebied.
● Water
Het benutten
van potenties van het water ten behoeve van de passieve recreatie en
‘gestuurde’ actieve recreatie voor huidige en nieuwe bewoners, werknemers en
bezoekers.
Buurtplan
Boschpoort (2000)
Dit buurtplan
is een vervolg op het buurtplan 1996 waarin als belangrijkste thema's voor de
aanpak in Boschpoort zijn benoemd: veiligheid, leefbaarheid inclusief
voorzieningen, onderwijs en jeugd, werk en economie. Dit nieuwe buurtplan legt
de nadruk op een integrale aanpak.
In het
buurtplan wordt, vanuit een middellange termijnvisie, de gewenste aanpak voor
de komende jaren aangegeven, met daarbij een actieprogramma voor de periode
1999-2003. ‘Wonen en (re)creëren aan het water’ wordt als rode draad gehanteerd
bij het verder uitwerken van thema's en projecten ter versterking van
Boschpoort. De volgende thema's komen in het buurtplan aan de orde: wonen,
voorzieningen, economische structuur, veiligheid. Bij de thema's worden de
maatregelen en een financiële doorkijk voor de periode 2000-2004 beschreven. De
integrale buurtaanpak vanuit het Grote Stedenbeleid, waarbij de fysieke,
sociale en economische infrastructuur in samenhang met elkaar worden opgepakt,
biedt veel mogelijkheden om de wijk Boschpoort op onderdelen te versterken. De
koppeling aan het project Belvédère, het stedelijk ontwikkelingsgebied waarin
Boschpoort is gelegen, biedt eveneens kansen voor een verbeterde ontwikkeling
van de buurt.
Natuur-
en Milieuplan Maastricht 2030
In het
Natuur- en Milieubeleidsplan wordt aangegeven dat Maastricht streeft naar een
milieu op maat. Dat wil zeggen dat niet voor alle gebieden dezelfde milieueisen
zullen gelden. In et centrum zal bijvoorbeeld meer geluid worden geaccepteerd,
dan in een stille buitenwijk, in verband met de levendigheid
van het
centrum. Het nieuwe natuur- en milieubeleid gaat uit van een gedeelde
verantwoordelijkheid, niet alleen de overheid, maar ook van de (vervuilende)
gebruikers en eigenaren zullen maatregelen verwacht worden. In het Natuur en
Milieuplan Maastricht 2030 is Maastricht onderverdeeld in diverse gebiedstypes.
Boschpoort wordt daarin aangemerkt als ‘Extensief wonen’. Dat betekent dat deze
wijk gekarakteriseerd wordt als een bij uitstek woonmilieu. Op grond van het
Maastrichts milieubeleid wordt voor dit gebiedstype gestreefd naar een goede
geluidskwaliteit, dat betekent dat gestreefd wordt naar het bundelen van het verkeer
op enkele hoofdwegen, waarlangs ook de geluidproducerende bedrijven worden
geconcentreerd. Voor het aspect geur wordt voor dit gebiedstype gestreefd naar
handhaving van de huidige geurkwaliteit, die als goed kan worden
gekwalificeerd. Voor het veiligheidsbeleid is het streven er op gericht dat de
risico's van risicodragende activiteiten in Maastricht op het stedelijk gebied
minimaal zullen zijn. Daarbij geldt een korte (2005) en een lange termijn
(2030) doelstelling.
3. Ruimtelijk-functionele
aspecten
In de
negentiende eeuw wordt de ontwikkeling van het gebied in belangrijke mate
bepaald door de aanleg van de Zuid-Willemsvaart: dit kanaal vormt de verbinding
tussen Maastricht en Den Bosch. De watertoevoer van de Zuid-Willemsvaart
geschiedt via het Toevoerkanaal vlak ten noorden van de voorlaatste sluis, die
in het verlengde van de Fort Willemweg - langs de Bosscherweg - is aangelegd.
De wijk is
gegroeid vanuit de lintstructuur langs de Bosscherweg ter plaatse van de sluis
en langs het toenmalige Toevoerkanaal (het huidige Voedingskanaal). De eerste
uitbreiding vond plaats in de jaren dertig met de bouw van het wooncomplex
Boschpoort. In de 50'er en 60'er jaren zijn aan weerszijden van het
Voedingskanaal woningen bijgebouwd, in een mix van grondgebonden en gestapelde
woningen. In de 90'er jaren tenslotte is gebruik gemaakt van de unieke ligging
aan het water met de woningbouw aan de noordelijke zijde, de zogenaamde
‘Hollandse Hoek’. De kleinschaligheid van de buurt en de geïsoleerde ligging
hebben Boschpoort zowel fysiek als in sociaal opzicht de afgelopen jaren een
dorps karakter gegeven en bieden weinig draagvlak voor voorzieningen.
Boschpoort
wordt gekenmerkt door een geïsoleerde ligging. Aan een aantal zijden is sprake
van een begrenzing met water: Afvoerkanaal, Zuid-Willemsvaart en Maas. Het
Sphinx Raccordement zorgt voor een scheiding met de binnenstad. Bovendien is
daar in 1984 de afrit van de Noorderbrug gekomen. De Noorderbrug en de
Frontensingel hebben een extra barrière veroorzaakt. Hier staat echter
tegenover dat dit gebied dichtbij de binnenstad en de Maas is gelegen.
De veelheid
aan infrastructurele werken heeft er toe geleid dat het gebied in de 19e en 20e
eeuw vrijwel volledig door industriële vestigingen is ingesloten: aan de
westzijde ligt het industriegebied Bosscherveld, de noordzijde werd begrensd
door bedrijven rond de Jojo-haven, terwijl de zuidzijde gedomineerd wordt door
de grootschalige fabrieken van Sappi en Sphinx. Met het verdwijnen van
bedrijvigheid ontstaan er voor het plangebied nieuwe ontwikkelingskansen.
In het
algemeen kan gesteld worden dat de unieke ligging van de buurt aan water en
groen de afgelopen jaren niet is uitgebuit, zowel qua inrichting, woonmilieu
als mogelijkheden voor recreatie.
3.1.2. Cultuurhistorisch waardevolle objecten
Monumenten
zijn panden of objecten met een (officieel erkende) belangrijke
cultuurhistorische waarde. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen
rijksmonumenten en (provinciale en gemeentelijke) monumenten die deel uitmaken
van het monumenten-inventarisatieproject (MIP) en/of het
monumenten-selectieproject, zijn aangeduid als monumentaal waardevolle panden
of objecten. Voor een overzicht wordt verwezen naar de onderstaande tabel.
Monumenten en monumentaal
waardevolle objecten
Adres /
locatie |
Object |
Status |
Bosscherweg
101 |
Woning |
Monumentaal
waardevol |
Bosscherweg
103 |
Woning |
Monumentaal
waardevol |
Bosscherweg
107 |
Woning |
Monumentaal
waardevol |
Bosscherweg
109 |
Woning |
Monumentaal
waardevol |
Bosscherweg
163 |
RK Kerk
Hubertus |
Rijksmonument |
Bosscherweg
183 |
Woning |
Rijksmonument |
Bosscherweg
185 |
Woning |
Rijksmonument |
Bosscherweg |
Brug |
Monumentaal
waardevol |
Pastoor
Moormanstraat 80 |
Schoolcomplex |
Rijksmonument |
Bosscherweg
201-235, Gebr. Van Limburgstraat 1-30, Henri du Montstraat 1-7, Van Eyckstraat
1-16, Lodewijk de Bisschopstraat 1-14, Goltziusstraat 1-30, Voedingskanaalweg
21-27, Frederik Stroekenstraat 1-9 |
Woningbouwcomplex
Bosscherweg |
Rijksmonument
(beschermd stadsgezicht) |
Het sociale
woningbouwcomplex Bosscherweg stamt uit 1935-1936 en is geïnspireerd op de
tuindorpgedachte. Oorspronkelijk waren het 130 panden, verdeeld over 18
straatwanden. Na sloop van 1 straatwand met 2 panden in 1982 resteren 128
woonhuizen, in acht variërende typen, verdeeld over 17 min of meer symmetrische
straatwanden. Zij zijn gelegen in een stratenpatroon met de vorm van een dubbel
kruis. Onderdeel van het complex zijn zes arbeiderswoningen op de Bosscherweg
met de huisnummers 201 t/m 211. Ze zitten in een asymmetrische straatwand en
zijn gebouwd in 1935-1936. Het woningblok beschikt over een redelijke
architectonische gaafheid en is van belang in relatie tot de structurele en
visuele gaafheid van de bebouwde omgeving.
Het complex
is van nationaal cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische
ontwikkeling. Het complex heeft als tuindorp intrinsieke stedenbouwkundige
waarden, is vanwege de situering bepalend geweest voor de zelfstandige
ontwikkeling van de stadswijk Bosscherveld, is van belang voor het aanzien van
de stad en heeft een sterke historisch-ruimtelijke relatie met de omringende
waterwegen. De woninggroep is uit regionaal oogpunt redelijk zeldzaam te
noemen. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de expressieve
bouwstijl en de esthetische kwaliteit.
Voor
monumenten geldt in het algemeen bescherming van de bestaande situatie en een
streven naar herstel in die gevallen waar sprake is van verval. Veranderingen
en uitbreidingen mogen uitsluitend van ondergeschikte aard zijn.
Rijksmonumenten worden op de plankaart aangeduid en vallen onder de bescherming
van de Monumentenwet. De overige monumentaal waardevolle objecten worden ook op
de plankaart aangeduid en van een beschermende bepaling voorzien.
Een deel van
het plangebied, hoofdzakelijk samenvallend met het beschermd stadsgezicht,
heeft deel uitgemaakt van het schootsveld van de vestingwerken Verwacht wordt
dat hier archeologisch belangrijke relicten aanwezig zullen zijn. In het
bestemmingsplan is ter bescherming hiervan een regeling opgenomen.
De
belangrijkste functie in het plangebied Boschpoort is de woonfunctie. De
woonbuurt kende in 1998 ongeveer 1500 inwoners. De aanwezige woningen zijn in
hoofdzaak (ééngezins)woningen in rij bestaande uit één of twee bouwlagen. Ook
komt er gestapelde woningbouw in de vorm van toren-, galerij- en
portiek-etageflats voor, variërend van drie tot elf bouwlagen.
Boschpoort kent
verder als enige buurt in Maastricht een specifieke woonvorm in de vorm van
woonboten, die zijn geconcentreerd in de Zuid-Willemsvaart en het Afvoerkanaal.
Ook zijn er qua financieringsvorm verschillen.
Voor een
overzicht van de differentiatie van de aanwezige woningen wordt verwezen naar
onderstaande tabel.
Woningen in
plangebied (per januari 2000)
Financieringscategorie |
Aantal |
Verdere specificatie |
Sociale
huur |
431
(69%) |
218
eengezinswoningen en 213 |
Overige
huur |
116
(18%) |
meergezinswoningen
in de sociale huur |
Koop |
94
(13%) |
|
Totaal |
726
(100%) |
|
Woonboten |
85 |
Zuid-Willemsvaart
(50) en Afvoerkanaal (35) |
Bron:
Buurtplan Boschpoort
Een groot
aandeel van de woningvoorraad in het plangebied (87%) bestaat uit huurwoningen,
waarbij het overgrote gedeelte van de huurwoningen (69%) in de sociale
huursector zit. Alle sociale huurwoningen zijn in bezit van de woningcorporatie
St. Servatius en hebben geen hogere huurprijs dan f 800,- per maand.
Deze geringe
differentiatie in de woningvoorraad (en huurprijs) kan op termijn risico's met
zich meebrengen voor segregatie en het feit dat bepaalde doelgroepen (jonge
starters, middenklasse) niet in Boschpoort kunnen blijven wonen. Daarnaast
zorgt de uitstroom van kapitaalkrachtige bewoners en jonge mensen voor een
verdere daling van het draagvlak voor voorzieningen en komt de aanwas voor
kader en deelname aan de diverse verenigingen meer onder druk te staan.
Uitbreiding
en een grotere differentiatie van de woningvoorraad is dan ook een zeer
gewenste ontwikkeling, niet alleen vanuit het oogpunt van volkshuisvesting,
maar ook vanwege het vergroten van het draagvlak voor het handhaven van
voorzieningen en mogelijk zelfs uitbreiding.
Boschpoort
zal ook in de komende jaren een woonbuurt blijven, die liggend tussen centrum
en groen, gekenmerkt zal blijven als een eigen kern. Uitbreiding van woningbouw
in Boschpoort zal beperkt van aard zijn. Ten aanzien van de volkshuisvesting
wordt voor Boschpoort qua woonmilieu gestreefd naar een buurt waarin
verschillende woonvormen aanwezig zijn, deels aansluitend op het stedelijk
milieu van het centrum. Een bijzondere woonvorm is het wonen op het water. De
bijzondere ligging van de buurt tussen centrum en landelijk gebied maakt dat er
qua woonmilieu een mix is ontstaan tussen dorps en stedelijk karakter: het
stadsdorp.[1]
De volgende
uitgangspunten worden bij de uitwerking van het volkshuisvestingsprogramma voor
Boschpoort gehanteerd:
● Aanpassing
woningvoorraad (speciale aandacht voor de doelgroepen senioren en jonge
starters);
● Differentiatie
van de woningvoorraad in eigendom en prijs;
● Versterken
relatie met het centrum, waarbij een overgangsgebied kan ontstaan van dorp naar
stedelijk woonmilieu;
● Wonen
op het water wordt als bijzondere woonvorm, specifiek voor Boschpoort, nader
uitgewerkt.
3.3. Bedrijven
en werkgelegenheid
Het
plangebied kent zelf maar een beperkte bedrijvigheid. Er zijn voornamelijk
lokaal verzorgende bedrijven in de categorieën handel, horeca en reparatie in
het plangebied aanwezig. Voor een overzicht wordt verwezen naar de onderstaande
tabel. Met name de bezoekers van de aanwezige coffeeshops aan de Bosscherweg
veroorzaken veel hinder, onveiligheid en een grote druk op de aanwezige
parkeervoorzieningen.
Bedrijvigheid
in het plangebied per januari 2000
Adres |
Bedrijfsactiviteit |
Bosscherweg
155b |
Acoustic
international bv |
Bosscherweg
163a |
Jo Bastaens
sokkerbekkerij |
Bosscherweg
165 |
Coffeeshop |
Bosscherweg
169 |
Café |
Bosscherweg
177 |
Café |
Bosscherweg
179 |
Coffieshop |
Bosscherweg
181 |
Autohandel |
Bosscherweg
250 |
Bo-rent |
Bosscherweg
252 |
Kwikfit |
Voedingskanaalweg 16 |
Transportbedrijf |
Voedingskanaalweg
2 |
Trajekt
‘Onder de kerk’ |
Bron:
Buurtplan Boschpoort
Voor het
plangebied wordt gestreefd naar het versterken van de relatie tussen
economische bedrijvigheid in en om de buurt en het arbeidspotentieel in de
buurt. Het percentage langdurig werklozen dient te worden teruggebracht naar
het stedelijk gemiddelde. Voor mensen met een minimum inkomen dient er een
individueel gericht aanbod te worden gerealiseerd, waardoor er
inkomensversterking kan plaatsvinden.
Op korten
termijn staan in de aanpak van de werkloosheid en het vergroten van de
buurtbedrijvigheid voor Boschpoort de komende jaren de volgende onderdelen
centraal:
● aanpak
werkloosheid;
● vergroten
van de buurtbedrijvigheid in en om de buurt.
Kleinschalige
bedrijvigheid draagt bij aan een levendig karakter van de woonbuurt. Bovendien
zou, daar waar mogelijk, aansluiting gezocht kunnen worden naar mogelijke
werkgelegenheid voor buurtbewoners.
Op langere
termijn zal bij de invulling van het project Belvédère ook sprake zijn van
herstructurering of aanpassing van de bestaande werkgelegenheid. Naast
bedrijvigheid in de sfeer van diverse dienstverlenende bedrijven is de
verwachting dat er ook werkgelegenheid kan ontstaan door de verdere recreatie
in dit gebied.
Prostitutie
In september
2000 is de Nota Seksinrichtingen-beleid gemeente Maastricht vastgesteld door de
gemeenteraad. Dit was noodzakelijk omdat sinds 1 oktober 2000 het bordeelverbod
is opgeheven en het beleid dienaangaande een gemeentelijke aangelegenheid is
geworden, die regeling behoeft in de APV en een ruimtelijke regulering in de
bestemmingsplannen. Op grond van dat beleid is bepaald dat naast de huidige
bordelen in de binnenstad een lichte groei van het aantal bordelen zal worden
toegestaan. Dit betekent dat in Maastricht ruimte geacht wordt aanwezig te zijn
voor maximaal vijf bordelen, inclusief de drie bestaande. Prostitutie wordt
daarbij beschouwd als een functie die niet onder een andere bestemming of
functie valt. Voor de overige seksinrichtingen wordt in de gemeente Maastricht
geen uitbreiding toegestaan. Dat laat onverlet de mogelijkheid dat bij sluiting
van een inrichting elders met gebruikmaking van een al dan niet binnenplanse
vrijstellingsbepaling toestemming wordt gegeven een vervangende inrichting te
vestigen.
Voor een
dergelijke kleinschalige buurt is er een redelijk voorzieningenpakket wat
betreft sociaal-culturele en sportvoorzieningen. Er is één winkel (zeer kleine
supermarkt) in het plangebied aanwezig. Voor een overzicht van de voorzieningen
in het plangebied wordt verwezen naar de onderstaande tabel.
Voorzieningen
in plangebied (per januari 2000)
Commerciële
voorzieningen |
Buurtkruidenier, twee
coffeeshops (met vergunning APV), drie cafés, cafetaria |
Sociaal-culturele voorzieningen |
Basisschool
/ OPB, peuterspeelzaal / OPB, gemeenschapshuis (Onder de Kerk), buurtcentrum
(Onder de Kerk), Parochie St. Hubertus, Trajekt / OPB (tiener-/jongerenwerk,
opbouwwerk, ouderenwerk), volkstuindersvereniging |
Sportvoorzieningen |
Sportzaal,
voetbalvereniging RKBFC (met kantine) |
Bron:
Buurtplan Boschpoort
Voor de
leefbaarheid van de woonbuurt Boschpoort is het handhaven - en mogelijk zelfs
uitbreiden - van lokale voorzieningen een zeer gewenste ontwikkeling. Voor het
plangebied wordt gestreefd naar het vergroten van het draagvlak voor
voorzieningen.
Bereikbaarheid
De
hoofdontsluiting van Boschpoort wordt gevormd door de Bosscherweg, die ook
tevens de enige ontsluiting is in de richting van de op korte afstand gelegen
binnenstad. Naast de functie als hoofdontsluiting van Boschpoort heeft de weg
tevens een belangrijke functie als invalsroute vanuit België. In de afgelopen
jaren is een aantal verkeersmaatregelen getroffen om de automobilisten te
dwingen snelheid te minderen en zodoende de verkeersveiligheid te verbeteren.
Boschpoort ligt aan alle kanten ingesloten tussen infrastructuur. Door de
aanleg van de stedelijke hoofdontsluiting (aanlanding Noorderbrug),
gecombineerd met het toenemende verkeer op de Bosscherweg en de Boschstraat, is
de route naar de stad onaantrekkelijk en gevaarlijk. Onder het Noorderbrugtracé
wordt de Bosscherweg gecontinueerd via de Boschstraat die tot in het centrum
van de stad loopt. Het woongebied in Boschpoort is via een viertal zijwegen op
de Bosscherweg aangesloten. In het kader van Duurzaam Veilig is het
verblijfsachtige karakter van het gebied geaccentueerd door de invoering van
het 30 km regiem.
Behalve via
de Bosscherweg zijn beide delen van het woongebied via een brug over het
Voedingskanaal met elkaar verbonden. De enige weg met vrijliggend fietspad is
de Bosscherweg. Voor het overige maken de (brom)fietsers gebruik van de
bestaande infrastructuur voor motorvoertuigen.
Het
plangebied wordt slechts op zeer beperkte schaal bediend door het openbaar vervoer,
hetgeen door de bewoners ook als een knelpunt wordt ervaren. Het openbaar
vervoer maakt gebruik van een kleine lijnbus met een capaciteit van 8 personen.
Eén van de
maatregelen die in het buurtplan Boschpoort wordt genoemd voor de periode
2000-2004 is het verbeteren van de langzaam verkeerroutes door de aanleg van
een extra brug over het Voedingskanaal.
Tevens wordt
er gestreefd naar de aanleg van route/brug over de Maas en de stuw naar
Borgharen. Realisering van deze voorziening is in belangrijke mate afhankelijk
van de aanleg van de waterkrachtcentrale in het gebied.
Landschappelijk
gezien ligt Boschpoort op het laagterras dat grenst aan de Maas. Een belangrijk
landschappelijk element is het groene waterfront langs de Maas aan de
noordzijde van de buurt. Deze zone wordt gestructureerd door met lindebomen
beplante dijken. Structuurbepalend zijn verder de oevers van het Afvoerkanaal
en de Maas. De westzijde van Boschpoort wordt gemarkeerd door een forse
boombeplanting van lindebomen langs de Bosscherweg. Aan de zuidoostzijde van
Boschpoort liggen de sportvelden en volkstuinen. De Maas, kanaalzone en de oude
spoorlijn zijn van grote betekenis als ecologische verbindingslijnen in het
gebied van het project Belvédère.
De bewoners
van Boschpoort waarderen hun woonomgeving positief. De uitstraling van het
groen in de wijk is verzorgd. Sommige delen van het gebied maken echter een
verwaarloosde indruk: rond de wijk is sprake van een ongestructureerd, verwilderd,
rommelig en onoverzichtelijk beeld. Onderzoek wijst uit dat de bewoners van
Boschpoort in de directe nabijheid van hun woningen/buurt de voorkeur geven aan
gecultiveerd en gestructureerd groen.
Water is een
belangrijk kenmerk voor Boschpoort. De wijk wordt voor 75% omringd en bovendien
ook doorsneden door water. In recreatief opzicht zou hiervan meer gebruik
gemaakt kunnen worden. Hierbij dient te worden gedacht aan de aanleg van goede
wandel- en fietspaden, vissteigers en mogelijkheden om te roeien.
Het
ontwikkelingskader is in belangrijke mate gebaseerd op het Buurtplan Boschpoort
(2000) van de gemeente Maastricht, waarin integraal de ontwikkelingswensen en
-keuzes zijn benoemd en uitgewerkt. Dit bestemmingsplan is de ruimtelijke
uitwerking van dit integrale beleid van de gemeente ten aanzien van de wijk
Boschpoort.
Vanuit fysiek-ruimtelijke
invalshoek worden 3 ruimtelijke strategieën beschreven:
● Opheffing
/ verzachting van het isolement;
Het slechten
van barrières, het uitbreiden en versterken van het netwerk van langzaam
verkeerroutes en het markeren van de toegangswegen tot de wijk middels
nieuwbouw zijn de belangrijkste middelen die worden ingezet.
● Het
benutten van de ligging aan het water;
Door
realisatie van woonbebouwing aan het water, door een bijbehorende inrichting
van de openbare ruimte en door versterking van watergebonden recreatieve
functies worden de potenties voor een bijzonder woonklimaat maximaal benut.
● Hart
voor de buurt;
Hiertoe
worden middelen ingezet op het ruimtelijke maar ook op het sociaal-economische
vlak. Daarnaast ontbreekt het in de buurt ruimtelijk en visueel aan een
centraal punt. Rond een te creëren "plein" aan de top van het
Afvoerkanaal kan concentratie van voorzieningen plaatsvinden.
In het
Buurtplan Boschpoort worden verschillende projecten beschreven. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen concrete projecten, die in de periode 2000-2004
uitgevoerd zullen gaan worden, en studieprojecten, waarvan de uitvoering is
gepland na 2003.
Deze
projecten worden hieronder in de volgende paragrafen behandeld.
Herstructurering
bebouwing Bosscherweg tussen Voedingskanaal en Voedingskanaalweg
Vanuit de
thema's wonen en voorzieningen behoeft de situatie ter plaatse nieuwe impulsen.
Centraal daarin staat de visie dat binnen Boschpoort een concentratie wordt
gewenst van lokale verzorgingsfuncties en een gedifferentieerd woningaanbod.
Gekoppeld aan deze visie wordt gedacht aan een verplaatsing en/of concentratie
en bundeling van detailhandelsfuncties en (lichte) bedrijfsfuncties. Bij het
zoeken naar een goede invulling wordt gedacht aan zorg-dienstverlening zoals
bijvoorbeeld een huisarts of fysiotherapeut. Daarnaast wordt in relatie tot het
uitbouwen van de water- en groenrecreatie nader onderzocht welk type bedrijven
hierop zou kunnen aansluiten. In dit gedeelte van het plangebied zijn twee
coffeeshops en twee horecagelegenheden gevestigd. Er is er hier sprake van een
grote overlast die expliciet toe te schrijven is aan de coffeeshops en die ten
koste gaat van de leefbaarheid ter plaatse. Derhalve zijn de coffeeshops en de
horecagelegenheden niet als zodanig bestemd in dit bestemmingsplan. Voor wat
betreft de coffeeshops past dit overigens ook in het beleid zoals geformuleerd
in de evaluatienota "Coffeeshops".
Supermarkt/Vernichroterrein
Op deze
locatie zal nieuwbouw worden gerealiseerd. Het gaat hier om zowel grondgebonden
woningen als appartementen. In de eerste fase zullen 33 grondgebonden woningen
en 10 appartementen worden gerealiseerd. De uitwerking van de tweede fase is in
voorbereiding. Hier wordt gedacht het realiseren van 20 tot 25 appartementen.
Het terrein
ligt aan de entree van het noordelijk deel van Boschpoort. Deze ligging wordt
gemarkeerd door het realiseren van een stedenbouwkundig accent aan de Pastoor
Moormanstraat - hoek Bosscherweg, op de locatie voor de nieuwe supermarkt
(oppervlakte circa 600 m2). De sfeer van de haven moet onderdeel
zijn van het wonen op het Vernichroterrein.
De uitvoering
van dit project staat gepland in de periode 2000-2004.
Groot
onderhoud Nimrodstraat e.o.
Op dit moment
wordt door de woningcorporatie St. Servatius groot onderhoud gepleegd aan de
112 galerijwoningen aan de Meutestraat. Groot onderhoud aan de 90
eengezinswoningen is in voorbereiding.
Voedingskanaalweg
Op de hoek
van de Voedingskanaalweg tegenover de Goltziusstraat wordt een nieuw
appartementencomplex voor senioren gerealiseerd door de woningcorporatie St.
Servatius. Onderzocht wordt of het parkeren kan worden opgelost op het terrein
van het tegenoverliggende blok (Pierre Kerstenstraat) middels een gezamenlijke,
gebouwde voorziening.
De uitvoering
van dit project staat gepland in de periode 2000-2004.
Jojo-haven
Echt
watergebonden wonen is mogelijk aan de randen van de Jojo-haven. Er wordt een
studie uitgevoerd naar de invulling van het havengebied met duurdere
koopwoningen. Met het opnieuw in gebruik nemen van de Zuid Willemsvaart als
vaarroute voor recreanten kan dit gerealiseerd worden in combinatie met
aanvullende recreatieve voorzieningen, zoals een jachthaven voor permanent
gebruik met een horecavoorziening, verenigingsgebouw en een uitspanning bij het
sluisje. Om ook de bestaande buurt te laten profiteren van de ontwikkeling van
de Jojo-haven zijn een goede ruimtelijke verbinding vanuit de buurt met de
haven en de aanleg van wandelroutes rondom de haven van belang. Uitvoering van
dit project staat gepland na 2003. De planontwikkeling staat echter nog
dusdanig in de kinderschoenen dat voor het betreffende gebied in het
bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, teneinde eventuele
aanpassingen op termijn te kunnen doorvoeren na het doorlopen van een
wijzigingsprocedure.
Woningbouwcomplex
Boschpoort (beschermd stadsgezicht)
De
herstructurering van de vooroorlogse woonbuurt en rijksmonument hangt nauw
samen met de planontwikkeling voor het Raccordement en de Noorderbrug. De
status van de woonbuurt als rijksmonument heeft tot gevolg dat er een
zorgvuldige afweging zal dienen te worden gemaakt tussen verschillende - nog op
te stellen - scenario's, waarbij het (gedeeltelijk) behouden en aanpassen van
de woningen als uitgangspunt zal worden genomen. Uitvoering van dit project
staat gepland na 2003. De planontwikkeling staat echter nog dusdanig in de
kinderschoenen dat voor het betreffende gebied in het bestemmingsplan een
wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, teneinde eventuele aanpassingen op termijn
te kunnen doorvoeren na het doorlopen van een wijzigingsprocedure.
Brede
school / kinderopvang
Vooruitlopend
op het verbouwingsplan Onder de Kerk is de peuterspeelzaal medio 1999 verhuisd
naar de basisschool. Van daaruit is gestart met het aanbieden van een
samenhangend aanbod voor 2 tot 12-jarigen wat betreft de voor- en naschoolse
periode. Op basis van het concept brede school, waarin wordt samengewerkt door
de peuterspeelzaal, de basisschool en Trajekt, wordt momenteel gewerkt aan de
verdere invulling van het inhoudelijk programma Brede School Boschpoort.
Daarnaast gaat de gemeente de komende jaren het aantal kinderopvangplaatsen
uitbreiden.
Buurtcentrum
Een deel van
de verenigingsactiviteiten vinden plaats in het buurtcentrum Onder de Kerk.
Naast achterstallig onderhoud bleken de ruimtes niet meer te voldoen aan de
eisen van deze tijd. Besloten is het gebouw op te knappen, zodat de huidige en
gewenst nieuwe activiteiten voorlopig vanuit deze centrale plek verder
uitgevoerd kunnen worden. De bedoeling is dat het buurtcentrum - naast onderdak
aan verenigingsactiviteiten en het tienerjongerenwerk - ook onderdak gaat
bieden aan stadswachten, daarnaast zal er een infowinkel worden ingericht.
Oude
school/starterscentrum
Naast het
huidige schoolgebouw ligt het oude schoolgebouw, dat nu nog tijdelijk als
atelierruimte wordt verhuurd. Dit gebouw zou qua locatie uniek zijn om in de
toekomst als buurtcentrum voor Boschpoort dienst te gaan doen. Nader onderzoek
naar een eventuele invulling hiervan zal gaan plaatsvinden, gekoppeld aan de
wens om in Boschpoort ook te kunnen komen tot een startersgebouw voor
beginnende bedrijfjes.
Nieuwe
routes
Om de
relaties binnen het plangebied en ten opzichte van de omgeving te verbeteren,
worden er nieuwe verbindingsroutes geprojecteerd. Deze nieuwe routes zijn in
het bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
Het gaat hier
om:
● het
aanleggen van een nieuwe weg en het verleggen van de bestaande Patoustraat in
het kader van de herontwikkeling van de locatie supermarkt/Vernichroterrein;
● een
nieuwe oeververbinding voor langzaamverkeer over het Voedingskanaal.
Herinrichting
Voor het
verbeteren van de openbare ruimte in het plangebied wordt gedacht aan een
aantal projecten die gericht zijn op het aanleggen, revitaliseren en/of
versterken van groene functies alsmede het realiseren van een nieuwe speelplek.
Het plan "Esplanade" - de wandelroute rond het Voedingskanaal - is
hiervan een voorbeeld. Hierdoor zou de doorsteek ten zuiden van de kerk kunnen
komen te vervallen.
De herinrichting van de openbare ruimte is in het bestemmingsplan
mogelijk gemaakt middels een ruime opzet van de relevante bestemmingen (verkeer
en groen). De feitelijke inrichting van de openbare ruimte is niet iets wat
thuishoort in een bestemmingsplan.
In de jaren
'80 bleek dat de milieubelasting te hoog was en dat met name om deze reden
nieuwbouwplannen geen doorgang konden vinden. Dit vormde de aanleiding om het
Project Integratie Milieubeleid Maastricht (PIM) te starten, dat overigens voor
een veel groter gebied van toepassing is geweest dan alleen Boschpoort. Dit
project heeft voor drie woonbuurten, waaronder Boschpoort, een vervolg gekregen
in het PISA-project (Project Integrale Sanerings Activiteit). De doelstelling
van dit project was om te onderzoeken of een verbetering van de milieusituatie
mogelijk is, zodat nieuwe gebruiksmogelijkheden voor gebieden zouden ontstaan.
Boschpoort is nu onderdeel van het project Belvédère, een zgn. Stad en
Milieuproject.
Gelegen
tussen grote industrieën en verkeersaders wordt Boschpoort geconfronteerd met
een complexe milieuproblematiek. Zowel op de onderdelen geluid, geur, stof,
luchtverontreiniging, veiligheid en bodemproblematiek ondervinden bewoners in
meer of mindere mate overlast. Qua geluid ondervindt meer dan de helft van het
aantal woningen (inclusief de woonboten) last van verkeers- en industrielawaai.
De afgelopen jaren zijn er brongerichte maatregelen geweest bij de industrieën.
De bodem in Boschpoort is met name ernstig verontreinigd op de
ontwikkelingslocaties Vernichrokuil en Jojo-haven.
Als
Toekomstvisie ten aanzien van milieu is in het Buurtplan Boschpoort
geformuleerd:
Boschpoort
is een woonbuurt waarin de milieuoverlast van bedrijven is teruggebracht naar
een acceptabel niveau. Daarnaast is het milieu sterk verbeterd door ingrepen in
de infrastructuur, de groen- en de waterstructuur. Nieuwe vormen van
afvalverwijdering, energievoorzieningen en duurzaam bouwen zijn geïntegreerd
binnen de herstructurering van de buurt.
Over de
toekomstige milieusituatie in Boschpoort valt het volgende te melden:
In de
omgeving:
De geur- en
geluidsbelasting van omliggende bedrijven zal door saneringsmaatregelen
verminderen. De saneringsmaatregelen voor het noordelijk deel zijn reeds
getroffen. De saneringsmaatregelen voor het zuidelijk deel zijn niet van
invloed op de geluidsniveaus ter plaatse van de wijk Boschpoort. Het verkeer-
en milieubeleid is er op gericht dat de milieubelasting als gevolg van het
verkeer niet verder zal toenemen Voor wat betreft de infrastructurele
maatregelen in het kader van Belvédère zal dit door het toepassen van schermen
op de Noorderbrug en het situeren van afschermende woonbebouwing tussen de
Noorderbrug en de bestaande woonbebouwing naar verwachting mogelijk zijn.
Verbetering van de waterkwaliteit wordt verwacht door o.a. sanering van de
waterbodem en afkoppeling van de riolering. Eén en ander is afhankelijk van de
ontwikkelingen in Belvédère.
In Boschpoort
zelf:
Met name op
de nieuwbouwplekken (o.a. Vernichro, Jojo-haven, Bobemapand) wordt de bodem
gesaneerd tot een acceptabel risiconiveau dat past bij de nieuwe functie.
Algemeen
De zoneringen
industrielawaai zijn bij aparte besluiten vastgesteld. In dit bestemmingsplan
worden deze zones opgenomen. Daar waar tengevolge van de sanering
industrielawaai vaststelling van een andere (kleinere) zone mogelijk is, wordt
deze nieuwe zone opgenomen.
Bosscherveld
Voor het
bedrijfsterrein Bosscherveld is door de gemeenteraad op 1 juli 1986 een zone,
als bedoeld in artikel 53 Wet geluidhinder, vastgesteld. Deze zone is op 3
februari 1987 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Bij de zonevaststelling is
reeds rekening gehouden met de uitbreiding van het bedrijfsterrein aan de
westzijde en noordzijde, hoewel het "Uitbreidingsplan in hoofdzaken"
daaraan geen bedrijfsbestemming toekende. In het zonebesluit is het gehele
terrein Bosscherveld met uitzondering van het zuidelijke gedeelte (Lage
Fronten, havenkom en Nemeogterrein) aangewezen als bedrijfsterrein waarop
A-inrichtingen zijn toegestaan.
Bij de
vaststelling van de zone is reeds rekening gehouden met (ontwikkelingen in) de
omgeving en de feitelijke gebruiksmogelijkheden van het bedrijfsterrein, zodat
naar het oordeel van het gemeentebestuur de zone ongewijzigd kan blijven. De
zone wordt derhalve als gegeven in dit bestemmingsplan meegenomen en maakt in
zoverre deel uit van dit bestemmingsplan dat de geluidcontour op kaart is
weergegeven.
Na realisatie
van het stad- en milieuproject Belvédère zal de geluidscontour drastisch
wijzigen. Op dit moment is niet inzichtelijk te maken waar de nieuwe contour
ligt. Te zijner tijd zal de nieuwe contour in het bestemmingsplan worden
verwerkt.
Boschpoort
De woonwijk
Boschpoort is gelegen tussen twee gezoneerde bedrijfsterreinen samen Boschpoort
genoemd, waarvoor eveneens bij raadsbesluit van 1 juli 1986 één
gemeenschappelijke zone ex artikel 53 Wet geluidhinder is vastgesteld. hier
geldt dat de beide bedrijfsterreinen, aan de noordzijde en aan de zuidzijde
(Sappi-fabriek), grotendeels buiten het plangebied zijn gelegen.
Voor het
Noordelijk deel, ten zuiden van de Zuid-Willemsvaart en ten noorden van de
Bosscherweg, zijn de saneringsmaatregelen getroffen.
Ten aanzien
van het terrein tussen het Voedingskanaal, het Verbindingskanaal en de
woonbebouwing van Boschpoort, met uitzondering van het gedeelte waar het
verdeelstation van Essent - inclusief een uitbreiding - gevestigd is, is de
bedrijfsfunctie gewijzigd in "groen en recreatie" en
"volkstuinen".
Voor het
gehele gezoneerde industrieterrein Boschpoort is de sanering industrielawaai
grotendeels afgerond. Inmiddels heeft de minister ingestemd met het door
Gedeputeerde Staten vastgestelde programma van maatregelen om de
geluidsbelasting terug te brengen. In dit bestemmingsplan wordt de nieuwe zone,
na uitvoering van de sanering opgenomen/ Voor zover de nieuwe zone buiten de
plangrenzen van dit bestemmingsplan zijn gelegen zullen separate
bestemmingsplannen, c.q. een facetbestemmingsplan worden opgesteld.
Limmel
Het uiterste
zuid-oostelijk gedeelte van het plangebied ligt in de geluidzone ex artikel 53
Wet geluidhinder van het bedrijfsterrein Limmel. Gezien de uiterste beperkte
inbreuk en de recreatieve functie die aan de betreffende gronden is toegekend
levert deze zone voor de planontwikkeling geen beperkingen op. de zone is
derhalve ongewijzigd in dit plan opgenomen.
Op basis van
het PISA is gebleken dat van de onderzochte te zoneren milieuelementen behalve
geluid ook geur een belangrijke rol speelt. In de omgeving van Boschpoort is
onderzoek gedaan naar de geuremissie van de RWZI op het bedrijfsterrein
Bosscherveld en de AWZI bij de Sappi, ten zuiden van de woonwijk.
De RWZI
levert geen problemen op. Daarvoor is in verband met een nieuw te bouwen
installatie een Hinderwetvergunning aangevraagd, waaruit blijkt dat de
streefwaarde (1 g.e. 99,5%) in Boschpoort niet meer zal worden overschreden.
Deze situatie legt derhalve geen beperkingen op aan de ontwikkelingen in
Boschpoort.
De AWZI op
het terrein van de Sappi heeft een geurcontour die een groot deel van de wijk
Boschpoort beslaat. Ter verbetering van het bestaande woonklimaat zijn bij
Sappi maatregelen getroffen die uiteindelijk tot doel hebben dat alle bestaande
woningen een aanvaardbare geur-emissie ondervinden (maximaal 1 g.e. 98%). Voor
het bestemmingsplan betekent dit dat de geurcontour na sanering wordt
opgenomen.
De
doelstelling van de Wet geluidhinder (VVgh) voor woongebouwen is het beperken
van de geluidsbelasting aan alle buitengevels tot ten hoogste 50 dB(A). Dit geldt
voor de aanleg van een nieuwe weg of (in sommige gevallen) voor aanpassingen
aan een bestaande weg (reconstructie), alsmede voor nieuw te bouwen woningen.
In da kader wordt aan ieder weg waarop met een snelheid van 50 km/u of meer
gereden mag worden een zone toegekend die varieert in breedte afhankelijk van
de ligging binnen of buiten de bebouwde kom en van het aantal rijstroken.
Bestaande
wegen
In het
plangebied is uitsluitend de Bosscherweg een zogenaamde zoneplichtige weg. Ten
zuiden van het plangebied is het eveneens zoneplichtige tracé van de
Noorderbrug gelegen. Het plangebied ligt in de zone van de weg. Bij het
projecteren van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen dient - voor zover van
toepassing - rekening te worden gehouden met de doelstelling uit de Wet
geluidhinder (Wgh).
Naar de
geluidbelasting van de Bosscherweg en de Noorderbrug is in 2000 akoestisch
onderzoek verricht in het kader van een artikel 19 procedure ten behoeve van
nieuwbouw langs de Bosscherweg. Hieruit is gebleken dat de 50 dB(A)-contour
(voorkeursgrenswaarde) van de Bosscherweg zich bevindt op een afstand variërend
van 62 tot 70 meter uit het hart van de weg, terwijl de voorgevelrooilijn
gelegen is op een afstand van circa 11 meter. De 50 dB(A)contour van de
Noorderbrug is gelegen op een afstand van 246 meter uit het hart van de weg, en
ligt daarmee over een gedeelte van het plangebied. Dit betekent dat voor het
nieuwbouwproject op het Vernichroterrein voor de vaststelling van het
bestemmingsplan door de gemeenteraad, in het kader van de artikel 19 procedure,
een procedure hogere waarde in het kader van de Wet geluidhinder gevoerd is,
omdat maatregelen tussen de weg en de geprojecteerde woningen om de
geluidsbelasting te verminderen tot 50 dB(A), in de vorm van scherm of wallen in
dit stedelijk gebied uit stedenbouwkundig en maatschappelijk oogpunt niet
aanvaardbaar zijn.
De
geluidgegevens van de Bosscherweg zijn opgenomen in bijlage 1.
Nieuwe
wegen
Er zal in het
plangebied een nieuwe weg worden gerealiseerd. Het gaat om het verleggen van de
bestaande Patoustraat in het kader van de herontwikkeling van de locatie
supermarkt / Vernichroterrein.
Deze nieuwe
weg zal een 30 km/uur-regime krijgen, waardoor deze niet zoneplichtig is en is
uitgesloten van de onderzoeksplicht. Voor deze weg hoeft geen akoestisch
onderzoek te worden gedaan.
Het
bestemmingsplan Boschpoort is opgedeeld in een drietal deellocaties.
Uitgangspunt bij de saneringsdoelstellingen van deze deellocaties is het
bodembeheerplan Maastricht. Binnen de gebiedsgerichte aanpak van dit
bodembeheerplan is het beleidsuitgangspunt dat alle verontreinigingen boven het
niveau van de achtergrondwaarde worden weggenomen. Als minimale bodemkwaliteit
(en randvoorwaarde) geldt altijd dat de gehalten in de leeflaag van de bodem
overal lager zijn dan de grenswaarde behorende bij het aanvaardbaar
risiconiveau, uitgaande van het geplande gebruik.
Voor de
deellocatie Supermarkt/Vernichroterrein is in het kader van de artikel 19
procedure een saneringsplan ingediend bij de provincie. De beschikking op het
saneringsplan is onlangs verleend. Het saneringsplan heeft betrekking op de
eerste fase van het totaalplan (de bouw van een supermarkt en grondgebonden
woningen). Ten behoeve van de tweede fase van het plan (de bouw van een viertal
appartementen met mogelijk een gezamenlijke tuin) is reeds verkennend en nader
bodemonderzoek uitgevoerd. Een saneringsplan voor deze tweede fase zal in een
later stadium worden opgesteld.
Voor de
deellocatie Voedingskanaalweg/Goltziusstraat is nog geen bodemonderzoek
uitgevoerd. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat de bestemming wonen niet
wijzigt. Het bodemonderzoek zal dan ook pas opgestart worden zodra sloop van de
bestaande woningen heeft plaatsgevonden. In het kader van de bouwvergunning zal
dan voor de nieuw op te richten gestapelde woningen een bodemonderzoek
noodzakelijk zijn. Nieuwbouw op deze locatie is dan ook slechts mogelijk na
gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO.
Het
onderhavige plan is opgezet als een globaal bestemmingsplan, waarin voor de
diverse bestemmingen exact is aangegeven wat rechtstreeks en wat via
vrijstelling en/of wijziging is toegestaan.
Het plan
bestaat uit de voorschriften en plankaart en de toelichting.
De voorschriften
bevatten regels omtrent het bouwen op en het gebruik van de in het plan
begrepen gronden en de zich daarop bevindende (toekomstige) opstallen.
De
bestemmingen zijn in de voorschriften per afzonderlijk artikel geregeld. In een
aantal bestemmingen komen meerdere functies voor. Deze zijn in de
doeleindenomschrijving opgesomd. In de bouwvoorschriften wordt per bestemming
‘het bouwen’ geregeld (maximale goothoogte, maximaal bebouwingspercentage,
hoogte andere bouwwerken, oppervlakte en hoogte van bijgebouwen). Bij de
bestemmingen Woondoeleinden en Recreatieve doeleinden is een vrijstelling door
burgemeester en wethouders mogelijk ten aanzien van een aantal bepalingen,
onder de daarbij aangegeven voorwaarden.
Bij de
bestemming Horeca is een wijzigingsbevoegdheid aan burgemeester en wethouders
gegeven om de bestemming te wijzigen in de bestemming woondoeleinden, eveneens
onder voorwaarden.
Een aantal
bestemmingsvoorschriften bevat ook een beschrijving in hoofdlijnen. Daarin zijn
de beleidsmatige uitgangspunten aangegeven voor het nastreven van de doeleinden
van die bestemmingen.
Om het plan
optimaal te laten functioneren zijn aan het einde van de voorschriften de
afwijkingsmogelijkheden aangegeven binnen strikte begrenzingen. Het betreft de
algemene vrijstellingsmogelijkheid van burgemeester en wethouders. De bedoeling
hiervan is het plan voldoende flexibiliteit te geven. De aan burgemeester en
wethouders gegeven wijzigingsbevoegdheid gaat daarboven uit. Ook kunnen
burgemeester en wethouders onder voorwaarden nadere eisen stellen. Steeds zijn
deze bevoegdheden voorzien van regels.
In paragraaf
6.2. worden de voorschriften artikelsgewijs behandeld.
Op de
plankaart zijn de bestemmingen weergegeven alsmede een aantal aanduidingen. In
de voorschriften wordt hiermee een relatie gelegd. De plankaart is digitaal
getekend in schaal 1:1000.
De toelichting
geeft inzicht in de vorm van het plan en de motivering van de bestemmingen.
De
voorschriften bestaan uit 4 hoofdstukken. Dit zijn de inleidende bepalingen
(artikel 1 t/m 6), de bestemmingsbepalingen (artikel 7 t/m 18), de algemene
bepalingen (artikel 19 t/m 24) en de overgangs-, straf- en slotbepalingen
(artikel 25 t/m 28).
Artikel 1 omvat de begripsomschrijvingen. Hierin
worden de in de voorschriften gebezigde begrippen gedefinieerd om misverstanden
of verschillen in interpretatie te voorkomen.
Artikel 2 omvat de wijze van meten. Dit geeft
aan op welke manier het meten moet plaatsvinden.
Artikel 3 omvat de hoogtebepalingen en de wijze
waarop deze zijn geregeld in het plan.
Artikel 4 omvat de algemene bepalingen, die
gelden voor meerdere bestemmingen. Hierin wordt verwezen naar andere wettelijke
regelingen, zoals de Woningwet, de Monumentenwet en Wet geluidhinder.
Artikel 5 omvat algemene bepalingen in verband
met de Wet geluidhinder. Artikel 6 bevat regelingen in verband met de
bescherming van rijksmonumenten en het beschermd stadsgezicht.
De artikelen
7 t/m 18 omvatten de verschillende in het plangebied voorkomende bestemmingen.
Elk artikel is opgebouwd uit:
● een
doeleindenomschrijving waarin is weergegeven waarvoor de gronden zijn bestemd;
● waar
zinvol is een beschrijving in hoofdlijnen opgenomen waarin specifiek voor de
betreffende gronden uitgezette beleidslijnen en -voornemens zijn verwoord;
● bouwvoorschriften
inhoudende een verwijzing naar de plankaart, de maximale goothoogte, het
maximale bebouwingspercentage en in voorkomende gevallen regels voor
bijgebouwen;
● vrijstellingsbevoegdheden
van burgemeester en wethouders, aan objectieve criteria en een procedure
gebonden;
● wijzigingsbevoegdheden
voor burgemeester en wethouders, aan objectieve criteria en een procedure
gebonden.
Om een
duidelijk inzicht te hebben in de algemene afwijkingsmogelijkheden ten opzichte
van de bestemmingsregelingen, is een overzicht van bij de voorschriften
mogelijke vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen in een
afzonderlijk hoofdstuk na de bestemmingsbepalingen.
De in het
plangebied voorkomende bestemmingen zijn de volgende:
● woondoeleinden
(artikel 7);
● maatschappelijke
doeleinden (artikel 8);
● gemengde
doeleinden (artikel 9);
● bedrijfsdoeleinden
(artikel 10);
● sluiscomplex
(artikel 10A);
● recreatieve
doeleinden (artikel 11);
● verkeer
(artikel 12);
● groenvoorzieningen
(artikel 13);
● persleiding
(artikel 14);
● stroomvoerend
winterbed (artikel 15);
● beschermingszone
vaarweg (artikel 16);
● primair
waterkering (artikel 17);
● archeologisch
belangrijke zone (artikel 18).
Smartshops
In de bestemming
gemengde doeleinden zijn waar winkels toegestaan zogenaamde smartshops
uitgesloten. Dit zijn winkels waar psychotrope stoffen worden verkocht.
Psychotrope stoffen zijn middelen die een wijziging teweegbrengen in de
zielstoestand en de geestelijke functies van mensen. Deze stoffen kunnen
variëren van paddestoelen, kruidentheesoorten, hennepwijn tot Herbal XTC.
Koffie, ‘gewone’ thee, drop, tabak, alcohol, wettelijk erkende geneesmiddelen
e.d. vallen vanzelfsprekend niet onder deze psychotrope stoffen.
Dergelijke
winkels vestigen zich in leeggekomen winkelpanden. De ruimtelijke uitstraling
van dit soort winkels verschilt van reguliere winkels. Dit wordt enerzijds
veroorzaakt door de producten die worden verkocht en anderzijds door het
publiek dat wordt aangetrokken (jongeren op zoek naar drugs). Een concentratie
van ondernemingen die zich richtten op het gemakkelijk toegankelijke, weinig
investering eisend massatoerisme, tast het vestigingklimaat voor andere,
hoogwaardige en meer diverse functies aan en daarmee ook de leefbaarheid van de
buurt.
De
leefbaarheid wordt voorts aangetast door het agressieve of zelfdestructieve
gedrag van een deel van het publiek, mede voortvloeiend uit een combinatie van
drank en (smart) drugs, en het feit dat dealers de directe omgeving van
drugstoeristen opzoeken.
In het
plangebied komen tot op dit moment geen smartshops voor. Gezien het snel
toegenomen aantal smartshops in de binnenstad verdient het mede met het oog op
het kwetsbare evenwicht tussen de verschillende functies in het plangebied met
zijn aparte karakter sterk aanbeveling om de vestiging van smartshops te
reguleren. In dit bestemmingsplan worden smartshops dan ook als een niet
toegelaten functie aangemerkt en wordt een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen
waarvan op grond van het gemeenschappelijk smartshopbeleid al dan niet gebruik
gemaakt zal worden.
De artikelen
19 en 20 regelen het verboden gebruik van respectievelijk gronden en
opstallen in relatie tot de in het plan gegeven bestemmingen. Daarbij is de gebruikelijke
‘toverformule’ opgenomen, dat wil zeggen de vrijstellingsbevoegdheid van
burgemeester en wethouders waarin bepaald wordt, dat indien een strikte
toepassing van het gebruiksverbod zou leiden tot een beperking van het meest
doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd,
vrijstelling verleend moet worden.
De
vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden van burgemeester en wethouders ten
opzichte van de regelingen in de voorschriften zijn opgenomen in de artikelen
21 en 22. Met de toepassing van deze bepalingen kan binnen aangegeven
grenzen worden afgeweken van een aantal bepalingen in de bestemmingsregelingen.
Met de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen van artikel 23 kunnen
burgemeester en wethouders in een aantal aangegeven gevallen beperkingen
stellen ten aanzien van hetgeen de voorschriften rechtstreeks is toegestaan,
indien de bescherming van bepaalde belangen dat vordert.
Artikel 24
bevat de bij deze
bevoegdheden behorende procedureregels.
In de artikelen
25 en 26 is het overgangsrecht ten aanzien van bebouwing (met een
uitbreiding van maximaal 15%) respectievelijke gebruik van gronden en opstallen
geregeld.
In artikel
27 is de relatie met artikel 59 WRO gelegd en is dus de strafbaarstelling
geregeld.
Artikel 28
tenslotte bevat de
slotbepaling, waarin de citeertitel van de voorschriften is opgenomen.
7. Maatschappelijke
uitvoerbaarheid
Het
voorontwerp-bestemmingsplan Boschpoort heeft van 10 mei tot en met 2 juni 2001
voor de inspraak ter inzage gelegen. Op 15 en 21 mei 2001 is een spreekuur
gehouden waarop specifieke vragen gesteld konden worden en reacties op het
voorontwerp gegeven konden worden.
Tijdens de
inspraaktermijn zijn zowel mondelinge als schriftelijke inspraakreacties
gegeven. Deze worden hieronder weergegeven in een aantal thema's en voorzien
van een antwoord.
Een aantal
reacties heeft geen directe betrekking op het voorontwerp bestemmingsplan, maar
op de verbetering van de leefbaarheid van de buurt in het kader van het Grote
Stedenbeleid. Hoewel hierop in formele zin geen antwoord behoeft te worden
gegeven, wordt toch vanuit het oogpunt van een goede communicatie met de
buurtbewoners kort op deze punten ingegaan, onder "Overige reacties".
Wonen
1. De
wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de vooroorlogse woningen dient te
vervallen, omdat het Rijk dit complex als monument heeft aangemerkt. Bestaat er
een relatie tussen het onderzoek naar de toekomst van de plannen voor de
(monumentale) vooroorlogse woningen en het Belvedère-project?
Antwoord:
Momenteel
wordt een onderzoek uitgevoerd met als doel het woningcomplex als monument te
behouden. Ofschoon er ook een variant onderzocht wordt waarbij gedeeltelijke
sloop aan de orde is, is vooralsnog behoud van het gehele complex uitgangspunt.
Derhalve wordt de wijzigingsbevoegdheid uit het (voor)ontwerp-bestemmingsplan
geschrapt.
Mocht
gedeeltelijke sloop en nieuwbouw aan de orde zijn, dan zal de invulling
plaatsvinden in relatie met het Belvedèreproject.
2. Er wordt
bezwaar gemaakt tegen de mogelijkheid om vervangende nieuwbouw op de hoek
Voedingskanaalweg/Bosscherweg te realiseren in 4 lagen (is nu 3 lagen). Woningstichting St. Servatius verzoekt
daarentegen om voor het gehele complex aan de Voedingskanaalweg 4 bouwlagen mogelijk te maken.
Antwoord:
In eerste
instantie is uitgegaan van vervanging van een blok van 3 lagen met nieuwbouw in
grotendeels 4 lagen en groot
onderhoud van het andere blok op de hoek met de Bosscherweg. De eigenaar is
momenteel in overleg met haar huurders om ook het tweede blok te vervangen,
vanwege de geringe toekomstwaarde van deze woningen.
In het
voorontwerp is voor een gedeelte 4 bouwlagen
opgenomen. Gezien de situering van dit gedeelte is dit stedenbouwkundig
verantwoord. Of het stedenbouwkundig verantwoord is om het gehele blok te
vervangen door nieuwbouw in 4 lagen,
zal echter afhangen van de concrete inpassing c.q. het concrete bouwplan.
Derhalve zal de mogelijkheid van 4 bouwlagen
voor het hele complex niet rechtstreeks worden opgenomen in het
ontwerp-bestemmingsplan, maar zal er te zijner tijd een afweging gemaakt moeten
worden over toepassing van een (nader in het ontwerp op te nemen) algemene
vrijstellingsbevoegdheid voor het realiseren van een extra bouwlaag.
3. Hoe is de
uitbouw van de dakterrassen aan de Jachthoornstraat geregeld?
Antwoord:
Op grond van
de voorschriften is het rechtstreeks mogelijk om de woningen uit te breiden tot
drie volwaardige bouwlagen.
Coffeeshops
4. Het
voorliggende bestemmingsplan zegt niets over de verplaatsing van coffeeshops.
Dit zou echter, gelet op het gemeentelijke coffeeshop-beleid, wel het geval
moeten zijn.
Antwoord:
In de Nota
Evaluatie coffeeshopbeleid wordt de Bosscherweg genoemd als een locatie waar de
aanwezige coffeeshops de woon- en leefsituatie nadelig beïnvloeden. Naar
aanleiding daarvan zijn de huidige coffeeshops wegbestemd, maar vallen deze
onder het overgangsrecht. Aangezien het niet wenselijk is dat coffeeshops van
elders naar de Bosscherweg verplaatst worden en de rest van het plangebied
Boschpoort hier evenmin voor geschikt is, is er geen regeling voor verplaatsing
opgenomen in de voorschriften.
5. Kunnen
panden in of nabij het plangebied (bijv. het pand van de Bananenboxer) in
aanmerking komen voor de vestiging van een coffeeshop?
Antwoord:
Op grond van de
regeling in het voorontwerp kunnen panden in het plangebied niet in aanmerking
komen voor nieuwvestiging van coffeeshops. Het genoemde pand van de
Bananenboxer is gelegen buiten het plangebied en derhalve niet aan de orde in
dit (voor)ontwerp-bestemmingsplan.
Verkeer
6. Een aantal
insprekers is tegen het verleggen van de Patoustraat. c.q. het doortrekken van
de Jachthoornstraat.
Antwoord:
Deze
inspraakreactie is ook al naar voren gebracht tijdens de inspraak over het
bouwplan Vernichro (artikel 19 WRO-procedure). De bewoners van de
Jachthoornstraat hebben toen aangegeven tegen een functiewijziging van de
straat te zijn. Bij de evaluatie van de inspraak over het bedoelde bouwplan is
aangegeven dat de situatie van de Jachthoornstraat aan de orde komt bij de
ontwikkeling van het plan van de JoJo-haven. De ontwikkeling van dit plan wordt
mogelijk gemaakt door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in het nu
voorliggende (voor)ontwerp-bestemmingsplan Boschpoort. Bij de wijzigingsregels
is echter niet de situering van de ontsluiting aangegeven, waardoor deze
ontsluiting pas in het wijzigingsplan aan de orde zal komen en hiertegen dan
nog de volledige rechtsbeschermingsgang openstaat. Overigens dient (wellicht
ten overvloede) nog opgemerkt te worden dat verkeersbepalingen zoals
"eenrichtingsverkeer" of "doodlopende straat" niet in een
bestemmingsplan geregeld kan worden, aangezien dit onder de verkeersregelgeving
valt.
Jojo-haven
7. In het
bestemmingsplan wordt melding gemaakt van een horecavoorziening en verenigingsgebouw
in de Jojo-haven. Dit correspondeert niet met de voorschriften.
Wat wordt de
hoogte van de nieuw te bouwen woningen?
Antwoord:
Voor de
Jojo-haven vindt momenteel een stedenbouwkundige studie plaats, als uitwerking
van het buurtplan voor Boschpoort.
Omdat de
bestemming zal veranderen ten gunste van woningbouw en een jachthaven, is een
wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor woningbouw. In de toelichting wordt
gesproken over een horeca-inrichting ten behoeve van de jachthaven. Deze is
evenals de realisering van de jachthaven rechtstreeks mogelijk op basis van de
voorschriften. Het uiteindelijke wijzigingsplan zal bepalend zijn of de
horecagelegenheid daadwerkelijk gerealiseerd zal worden.
De maximale
goothoogte die in het (voor)ontwerp is opgenomen, bedraagt 9 meter; de
feitelijke hoogte zal vastgesteld worden in het kader van het wijzigingsplan.
Algemene
bestemmingsplanaspecten
8. Waarom is
gekozen voor deze plangrens? Is het Raccordement ook binnen het plangebied
gelegen?
Antwoord:
Bij het
bepalen van de plangrens is uitgegaan van de huidige bebouwing van Boschpoort
alsmede de begrenzing van het toekomstige bestemmingsplan Grensmaas. Het
Raccordement valt onder de nieuwe ontwikkelingen die geregeld zullen worden in
het bestemmingsplan voor Belvédère.
9. Betekent
de roze strook op de plankaart dat op de betreffende gronden het voorkeursrecht
is gevestigd?
Antwoord:
De roze
strook op de bestemmingsplankaart betekent dat op die gronden en panden de
bestemming Gemengde doeleinden rust. Overigens is op een groot deel van deze
panden momenteel het voorkeursrecht van kracht.
Overige
reacties (niet gericht op het bestemmingsplan)
10. Er is een
nieuwe brug gepland ten behoeve van langzaam verkeer. Waar wordt deze brug
gesitueerd?
Antwoord:
Deze brug zal
gesitueerd worden binnen het gebied dat op de bestemmingsplankaart aangegeven
is als "zoekgebied nieuwe brug". Voor de exacte situering wordt een
plan ontwikkeld gericht op de versterking van de recreatieve functie van het
Voedingskanaal (het Esplanade-project). Door een extra (voetgangers)brug aan te
brengen worden de mogelijkheden om te wandelen verbeterd. Er zijn twee
alternatieven voor de situering, met een voorkeur voor aanlanding in het verlegde
van de Van Eyckstraat. Over de plannen vindt nog nader overleg plaats met de
buurt, voor een definitief besluit wordt genomen.
11. Hoe loopt
de geplande wandelroute langs het Voedingskanaal ter hoogte van Sappi?
Antwoord:
De route zal
tussen het kanaal en het huidige hek komen te lopen.
12. Er wordt
geklaagd over de grote mate van overlast aan de Bosscherweg, met name als
gevolg van de bezoekers van de ter plaatse gelegen coffeeshops. Politie en
stadswachten treden onvoldoende op.
Antwoord:
De overlast
aan de Bosscherweg is bekend bij gemeente en politie en de aanpak ervan heeft
de aandacht. Incidenten dienen op het moment van constateren te worden gemeld
aan de politie, zodat deze op dat moment indien mogelijk kan optreden tegen
overlastveroorzakende gedragingen.
Van de kant
van de Vereniging van Coffeeshophouders is inmiddels aangeboden dat men graag
bereid is tot het vervullen van een intermediaire rol.
13. Gaat de
gemeente aan de coffeeshops alternatieve panden aanbieden?
Antwoord:
De verplaatsing
van coffeeshops is geen kwestie van al dan niet aanbieden van alternatieve
panden door de gemeente. De gemeente beoordeelt welke coffeeshops voor
verplaatsing in aanmerking komen (ten aanzien waarvan het algemeen belang dit
noodzakelijk maakt). Vervolgens wordt in onderling overleg met de betrokken
coffeeshopexploitant gekeken naar een geschikt alternatief pand, waarbij de
exploitant uiteraard ook een eigen verantwoordelijkheid heeft bij het zoeken
naar een dergelijk alternatief.
14. Wat
betekent de status "erkend officieel rijksmonument"?
Antwoord:
In de
Monumentenwet 1988 worden monumenten omschreven als: "alle vóór tenminste
vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun
schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische
waarde". Beschermde monumenten (die ingeschreven staan in de wettelijke
registers) mogen niet afgebroken, verstoord, verplaatst, gewijzigd, hersteld of
gebruikt worden zonder vergunning van het college van Burgemeester en
Wethouders. De minister van cultuur (Rijksdienst voor de Monumentenzorg)
adviseert schriftelijk over dergelijke aanvragen.
15. Wat gaat
er gebeuren met de Sphinx-loods?
Antwoord:
De
Sphinx-fabriek valt buiten het plangebied.
Net als bij
alle andere bedrijven die onderdeel uitmaken van het gebied Belvédère blijft
dit bedrijf gehandhaafd totdat het bedrijf heeft aangegeven weg te willen en er
een goede nieuwe bestemming ter plaatse kan worden gerealiseerd, passend in het
totaalplan dat in ontwikkeling is.
16. Betekent
het realiseren van de nieuwbouw op de hoek Voedingskanaalweg/Bosscherweg dat de
bestaande huizen ter plaatse worden onteigend?
Antwoord:
De
woningstichting is in overleg met de betreffende eigenaren. De gemeente is tot
nu toe geen partij in dit overleg. Onteigening is op dit moment derhalve niet
aan de orde.
17. Er wordt
verzocht om meer speelvoorzieningen in de buurt aan te leggen.
Antwoord:
Er is onlangs
een speelvoorziening aangelegd aan de Weidmansstraat. Naast de kerk wordt een
voorziening gerealiseerd voor de oudere jeugd. In het kader van het
Esplanadeproject wordt bekeken of er nog meer speelgelegenheid in de buurt moet
en kan komen.
18. Het
oprijden van de Bosscherweg vanuit de wijk wordt als gevaarlijk ervaren.
Verzocht wordt om de plaatsing van verkeerslichten.
Antwoord:
De
Bosscherweg is een ontsluitingsweg (verkeersfunctie) en alle zijstraten van de
Bosscherweg aan de kant van Boschpoort zijn 30 km-zones (verblijfsfunctie). Met
uitzondering van de Pastoor Moormanstraat beginnen de 30km-zones direct na het
verlaten van de Bosscherweg. De 30 km-zones zijn in het verleden conform de
geldende richtlijnen ingericht. Van snelheidsremmende maatregelen op de
Bosscherweg kan geen sprake zijn in verband met de verkeersfunctie van deze
ontsluitingsweg.
Het in- en
uitrijden wordt door de aanwezigheid van de drempels en het dubbelzijdige
fietspad echter niet vereenvoudigd. Uit de ongevalscijfers blijkt dat er op de
aansluiting met de Gebr. Van Limburgstraat in 3 jaar 4 letselongevallen gebeurd
zijn en op de aansluiting met de Pastoor Moormanstraat 1 letselongeval.
Op grond van
de verkeersintensiteiten op de verschillende aansluitingen is het plaatsen van
verkeerslichten echter niet wenselijk. Daarom dient gezocht te worden naar
andere oplossingen, zoals bijvoorbeeld het aanpassen van diverse aansluitingen,
waarbij de zichtbaarheid en de plaats van het langzaam verkeer onderzocht
dienen te worden, alsmede een intensivering van de snelheidshandhaving. De
komende jaren zal gekeken worden of dit opgenomen kan worden in het
gemeentelijke Mobiliteitsprogramma.
19.
Voorgesteld wordt om het fietspad ter hoogte van de frituur aan de Bosscherweg
door te trekken.
Tevens wordt verzocht
om verscherpte handhaving door de politie, omdat hier vaak auto's op het
fietspad zijn geparkeerd.
Antwoord:
Het
desbetreffende fietspad loopt van de oprit van de Noorderbrug tot aan de afslag
richting de Fort Willemweg. Het is een dubbelzijdig fietspad waarop een rode
slemlaag is aangebracht. Ter plaatse van de frituur is dus een fietspad
aanwezig.
Op het
trottoir naast de frituur is een aantal varkensruggen (betonblokken met ronde
uiteinden) aangebracht om illegaal parkeren ter plaatse tegen te gaan. Indien
het voorkomt dat voertuigen op het fietspad staan, dient dit bij de politie
kenbaar gemaakt te worden zodat deze kan optreden.
20. Gepleit
wordt voor een uitbreiding van het aantal bushaltes, ook verder de wijk in.
Antwoord:
Vanwege het bouwplan
Vernichro komt de bestaande bushalte iets verder de wijk in te liggen.
Uitbreiding van het aantal bushaltes is niet aan de orde; wel is onlangs het
aantal busritten geïntensiveerd.
21. Veel
insprekers wensen graag regelmatig op de hoogte te worden gehouden van de
geplande ontwikkelingen in de wijk (supermarkt, aanpak overlast Bosscherweg,
ontwikkeling Jojo-haven).
Antwoord:
Er wordt
periodiek overleg gevoerd over de uitvoering van het buurtplan in een
klankbordgroep, waarin ook het buurtwerk en de Stichting Leefbaarheid zijn
vertegenwoordigd.
Als er nieuws
is wordt dit aan de bewoners bekend gemaakt.
In de
klankbordgroep is geconcludeerd dat er meer gestructureerd verslag moet worden
gedaan over de ontwikkelingen in de buurt. Eind 2001 wordt weer een aparte
GSB-krant uitgebracht, terwijl ook het buurtblaadje vaker zal worden benut om
informatie te verstrekken.
22. Wat is de
stand van zaken met betrekking tot de nieuwe supermarkt en het
Vernichroterrein? Nu staat er een bouwval waar zich jongeren ophouden, hetgeen
tot gevaarlijke situaties kan leiden.
Wat is de
stand van zaken met betrekking tot het bodemonderzoek?
Antwoord:
Er is sprake
van een zodanige verontreiniging dat sanering nodig is. De sanering is
onderdeel van de uitvoering van het bouwplan.
De planning
voor het bouwplan gaat uit van start sloop, gevolgd door bodemsanering, eind
2001.
Aansluitend
wordt met de bouw begonnen. Vanwege de bodemverontreiniging en de benodigde
eigendomsoverdracht is er voor gekozen niet eerder tot sloop over te gaan.
23. Wat is de
stand van zaken met betrekking tot de winterberging in de Jojo-haven?
Antwoord:
Zodra in het
kader van de planontwikkeling voor de Jojo-haven de functie van het water aan de
orde komt, zal nader overleg worden gevoerd met de Stichting Winterberging.
Vervolgens vindt besluitvorming, inclusief inspraak plaats.
24. Loopt er
een onderzoek naar de verplaatsing van de woonboten?
Antwoord:
De
woonschepen vallen buiten het plangebied. In het kader van Belvédère wordt ook
ingegaan op de positie van de woonschepen. Vooralsnog is verplaatsing niet aan
de orde.
7.2. Overleg ex
artikel 10 Bro
In het kader
van het vooroverleg hebben de volgende instanties gereageerd:
1. Provinciale
Commissie Gemeentelijke Plannen (PCGP), gemeente Limburg;
2. Zuiveringschap
Limburg;
3. Waterschap
Roer en Overmaas.
Provinciale
Commissie Gemeentelijke Plannen
Het
voorontwerpbestemmingsplan is toegezonden aan de provincie Limburg.
Het
voorontwerpbestemmingsplan is behandeld in de vergadering van 3 oktober 2001.
In het advies zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
1. Algemene
beleidsaspecten
Delen van
het plangebied liggen in het winterbed van de Maas. Wij verzoeken u in het plan
hiermede rekening te houden en de desbetreffende aanduidingen en bepalingen
conform de Handleiding Bestemmingsplannen o.a. op te nemen.
Het winterbed
van de Maas is in de voorschriften en op de plankaart opgenomen overeenkomstig
de Handleiding Bestemmingsplannen.
2. Milieu-aspecten
U wordt
verzocht inzicht te bieden in de soort bedrijvigheid welke ter plaatse aanwezig
is en dit te vertalen richting milieucategorieën. De oprichting van
motorbrandstofverkooppunten dient te worden uitgesloten.
In de
toelichting zullen de milieucategorieën van de aanwezige bedrijven worden
aangegeven.
De oprichting
van verkooppunten voor motorbrandstoffen is uitdrukkelijk uitgesloten in de
bestemming verkeer.
3. Bodemkwaliteit
De
paragraaf ‘Kwaliteit bodem en water’ (5.5) uit de toelichting is niet ingevuld.
Voor die gronden die met dit plan een nieuwe bestemming krijgen en voor die
gronden waarvan de bestemming niet wijzigt, maar waarvan de bestemming nog niet
is verwezenlijkt, dient middels bodemonderzoek te worden aangetoond dat de
bodem geschikt is voor de beoogde bestemming. De beleidsnota ‘Van trechter naar
zeef’ vormt hierbij het toetsingskader.
Dit geldt
in ieder geval voor de locatie Supermarkt/Vernichroterrein en het
appartementencomplex voor senioren op de hoek van de Voedingskanaalweg en de
Goltziusstraat. Indien er sprake is van een ernstig geval van
bodemverontreiniging als bedoeld in de Wet Bodembescherming, zoals bij (een
deel van ) het Vernichroterrein, dient voor vaststelling van het bestemmingsplan
een saneringsplan voor te liggen waarover ambtelijk overeenstemming bestaat met
de provincie. Indien er gebruiksbeperkingen resteren na sanering dienen deze te
worden meegenomen in de voorschriften van het bestemmingsplan. Wij verzoeken u
een en ander aan te passen c. q. door te voeren in het bestemmingsplan
(toelichting en voorschriften).
Voor de
eerste fase van het Vernichroterrein is in het kader van de artikel 19
WRO-procedure een saneringsplan ingediend. Voor de tweede fase zijn onderzoeken
gaande en zal te zijner tijd bij de artikel 19 procedure een saneringsplan
worden ingediend.
Voor het
overige wordt verwezen naar paragraaf 5.5. van de toelichting, die inmiddels is
ingevuld.
4. Geluidhinder
Wegverkeerslawaai
het akoestisch onderzoek voor de Bosscherweg en de Noorderbrug ontbreekt.
Gezien dit gegeven kan de PCGP geen oordeel vormen omtrent dit aspect.
Industrielawaai:
de gemeente Maastricht is bezig met de derde fase van een saneringstraject waarin de
nieuwe geluidcontouren voor industrielawaai worden vastgelegd. Deze contouren
zijn op dit moment nog niet bekend. Voor vaststelling van het bestemmingsplan
dient de gemeente hier inzicht in te verschaffen.
Voor
geprojecteerde woningen welke een geluidbelasting ondervinden van meer dan 50
dB(A) dient voor het vaststellen van het bestemmingsplan door de gemeenteraad
de noodzakelijke hogere grenswaarden te zijn verkregen. Daar waar sprake is van
cumulatie van geluid dient met deze cumulatie rekening te worden gehouden.
Voor het
Vernichroterrein zijn in het kader van de artikel 19 WRO-procedures inmiddels
hogere waarden aangevraagd voor wegverkeerslawaai en industrielawaai.
Het terrein
Bosscherveld is een bestaand industrieterrein, waarop A-inrichtingen zijn
gevestigd. Dit terrein zal op middellange termijn worden ontmanteld om plaats
te maken voor het uitbreidingsplan Belvedère, zodat er niet langer sprake zal
zijn van geluidsbelasting vanwege dat terrein. In het kader van de sanering zal
ook de geluidcontour worden ingetrokken.
Voor het
industrieterrein Boschpoort wordt momenteel een saneringsoperatie uitgevoerd.
Voor het noordelijk deel wordt op dit moment de vergunning van machinefabriek
Bosscherveld aangepast. Het bedrijf Wessem, dat voor een grote akoestische
bijdrage in de zone zorgde, is niet meer in werking. Dit houdt in dat het
noordelijk deel van het industrieterrein voldoet aan de saneringsdoelstellingen
zoals deze destijds zijn vastgesteld. Voor de sanering van Sappi, op het
zuidelijk deel van het terrein, is de provincie bevoegd gezag. Op dit moment is
niet duidelijk in hoeverre de sanering is gevorderd. Aangezien de
geluidsbijdrage van het zuidelijk gedeelte en dus ook Sappi niet tot de
geprojecteerde woningen reikt is dit, in dit kader, niet van belang.
Zoals blijkt
uit de plankaart ligt het gebied van de Jojo-haven ook na sanering binnen de
vastgestelde 55 dB(A)contour en blijft woningbouw op deze locatie niet
mogelijk. Echter is de gemeente voornemens op korte termijn de bestemming ter
plaatse van de machinefabriek Bosscherveld te wijzigen. Op dit moment is het
mogelijk op deze locatie zogenaamde A-inrichtingen te vestigen. Aangezien er op
dit moment geen A-inrichtingen gevestigd zijn en de ontwikkelingen rond
Belvédère vestiging van dergelijke bedrijven in de toekomst niet wenselijk maken,
zal het vigerende bestemmingsplan op korte termijn worden aangepast. Door het
weghalen van de zoneringsplicht en het niet aaneengesloten liggen van het
noordelijke en zuidelijke deel van industrieterrein Boschpoort kan de zone rond
het noordelijk deel van het industrieterrein komen te vervallen.
Dit heeft tot
gevolg dat de Jojo-haven niet meer binnen de geluidscontouren van
industrieterrein Boschpoort zal vallen, waardoor woningbouw mogelijk wordt en
gebruik kan worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid zonder dat een hogere
waarde nodig is. Voor het kleine gedeelte van het gebied Jojo-haven dat binnen
de contour van industrieterrein Bosscherveld is gelegen houdt dit in dat er op
die locatie geen woningbouw zal plaatsvinden.
De geplande
woningbouw veroorzaakt overigens geen beperkingen voor de bedrijfsvoering van
de bestaande machinefabriek. Uit het akoestisch onderzoek dat bij de
revisie-vergunningsaanvraag is gevoegd blijkt dat ter plaatse van de geplande
nieuwe woningen aan de Jojo-haven een geluidsniveau, als gevolg van de
activiteiten van de machinefabriek, van 39 tot 43 dB(A) zal heersen. Deze
geluidsniveaus voldoen ruim aan de gehanteerde geluidsnormen in een stedelijk
gebied.
5. Overige
aspecten
Archeologie
en cultuurhistorie
De
archeologische paragraaf ontbreekt en dient te worden opgenomen. Daarbij is
onder meer de relatie tussen archeologische waarden en de parkeergarage
interessant.
Aanpassing
van de voorschriften gericht op behoud van rijksmonumenten is gewenst, de nu
opgenomen wijzigingsbevoegdheid geeft onvoldoende bescherming.
In het
plan zijn geen bepalingen opgenomen die het beschermd stadsgezicht van een
planologische basisbescherming voorzien. Hierin dient nog te worden voorzien.
Als leidraad wordt verwezen naar de ‘Handleiding
bestemmingsplannen
c.a, actualisatie 2001’
De oude
arbeidersbuurt is onderdeel van een waardevol gebied tussen het voedingskanaal
en de Zuid-Willemsvaart. Het gebied is gericht op de ZuidWillemsvaart en
bestaat uit diverse cultuurhistorische gebouwen/elementen (rijksmonumenten).
Het beoogde aantal bouwlagen (10) kan deze relatie
verstoren
(mede met het oog op de Belvedère-gedachte); een kleinschalige invulling
conform oude bebouwing is hier meer op zijn plaats. Gelet op de waardevolle
ruimtelijke structuur draagt de beoogde bouwhoogte niet bij tot een
kwalitatieve invulling c.q. versterking van de ruimtelijke omgeving.
In de
toelichting wordt gesproken over arbeiderswijk Boschpoort van regionale
betekenis, dit dient nationale te zijn. De aanwijzing tot beschermd monument is
immers op basis van nationaal belang.
De
archeologische kaart behorende bij de Monumentenverordening 1988 is op de
plankaart opgenomen. In de voorschriften zijn beschermende aanlegvoorschriften
opgenomen. Overigens wordt in dit gebied, waarin archeologische waarden worden
verwacht, geen parkeergarage voorzien.
In de
voorschriften is een bepaling met betrekking tot het behoud van rijksmonumenten
opgenomen.
Voor het
beschermd stadsgezicht zijn aanlegvergunningen opgenomen ter behoud van de
aanwezige waarden. De wijzigingsbevoegdheid is overigens geschrapt.
Het beoogde
aantal bouwlagen zal 3 bedragen.
In de
toelichting is regionaal vervangen door nationaal
Maaskaden
Wij hebben
geconstateerd dat de in het plangebied gelegen Maaskaden niet van een
planologische regeling zijn voorzien. U dient het plan op dit punt aan te
passen.
In overleg
met het Waterschap Roer en Overmaas is een regeling getroffen voor de
Maaskaden.
6.
detailhandel/bedrijven
Wij
verzoeken u voor de geprojecteerde buurtsupermarkten een ruimtelijk-economische
onderbouwing in het plan op te nemen, dit ook ter voorkoning van
precedentwerking naar de totale structuur in de diverse wijken binnen de
gemeente. Deze onderbouwing dient ook te worden bezien in het licht van het
gemeentelijk en het provinciale detailhandelsbeleid.
Verder is
het nodig in de plantoelichting een ruimtelijke onderbouwing op te nemen voor
de regeling ten aanzien van de uitsluiting van prostitutiebedrijven en
smartshops zodat blijkt welk beleid u in deze voert. De enkele verwijzing naar
een gemeentelijke nota achten wij niet voldoende. Ook in de toelichting zal
hieraan aandacht dienen te worden geschonken.
Er is een
bestaande buurtkruidenier, die in het bestemmingsplan wordt vervangen door een
kleine buurtsupermarkt. Een en ander is verklaard in het Buurtplan Boschpoort
van januari 2000, dat tot stand is gekomen in het ader van het grote
stedenbeleid..
Het beleid
met betrekking tot de smartshops was reeds uitvoerig beschreven in paragraaf
3.3 van de toelichting. In september 2000 is het prostitutiebeleid vastgesteld
door de gemeenteraad. Uitgangspunt van dat beleid is dat raam- en
straatprostitutie, zoals uitdrukkelijk uitgesloten in dit bestemmingsplan, niet
zijn toegestaan en dat voor prostitutiebedrijven een maximum van 5 geldt voor
de gehele gemeente. Dit beleid is nader verwoord in paragraaf 3.3 van de
toelichting, die herschreven is.
7. Infrastructuur
Onder
verwijzing naar een nog van kracht zijnde traktaat uit 1961 inzake de
reservering van een zone ten behoeve van het Cabergkanaaltracé achten wij het
noodzakelijk dat de betreffende zone in het plan gereserveerd wordt. wij
verzoeken u hiervoor een conserverende bestemming op te nemen en hieraan een
wijzigingsbevoegdheid te koppelen.
Het tracé van
het Cabergkanaal tracé is ver ten noorden van het plangebied gelegen.
8. economische
aspecten
De
nagestuurde financiële paragraaf voor het Vernichroterrein in nog niet
voldoende onderbouwd. Een exploitatieopzet ontbreekt. Gelieve dit aspect in de
financiële paragraaf van de toelichting op te nemen.
In de
paragraaf economische uitvoerbaarheid wordt inzicht gegeven in de
uitvoerbaarheid op financieel gebied van het Vernichroterrein.
9. Voorschriften
Artikel 4,
lid 1
In dit
artikel wordt de aanleg van drie ondergrondse bouwlagen toegestaan. Het plan
biedt geen inzicht in de noodaak hiervan noch in de functie. Daarnaast is
onduidelijk of het hier een rechtstreekse bouwtitel betreft dan wel een
vrijstelling. In de derde zin wordt namelijk gesproken van een vrijstelling.
Wij zijn van mening dat, onverminderd de opmerking ten aan zien van de
noodzaak, hier gekozen dient te worden voor een vrijstelling.
De regeling
wordt beperkt tot het kunnen realiseren van ten hoogste één ondergrondse
bouwlaag. Het betreft een vrijstellingsregeling met het oog op het kunnen
realiseren van parkeergarages.
Artikel 6,
lid 4 onder a.1
De
uitoefening van aan huis gebonden beroepen worden via deze bepaling gekoppeld
aan een vrijstelling van burgemeester en wethouders. Dit is op basis van vaste
jurisprudentie niet toegestaan. Daarnaast is de uitoefening van aan huis
gebonden beroepen reeds toegestaan op basis van artikel 6, lid 2 onder b.
De vrijstellingsbevoegdheid
voor aan huis gebonden beroepen is geschrapt, aangezien deze reeds rechtstreeks
als recht waren toegestaan.
Artikel 11
In dit
artikel is geen regeling opgenomen voor het zoekgebied van de nieuwe brug zoals
aangeduid op de plankaart.
Binnen de
bestemming Verkeer met nadere aanduiding voor Waterstaatsdoeleinden is overal
het realiseren van een brug toegestaan. Het zoekgebied is daarbij niet meer dan
een indicatie van de mogelijke situering van de voetgangers- en fietsersbrug.
Artikel
16, lid 2
De hier
opgenomen wijzigingsbevoegdheid van het gebied van het beschermd stadsgezicht
is te ruim en daarmee niet objectief begrensd. Onduidelijk is waarin de
bestemming wordt gewijzigd respectievelijk hoe de relatie met c.q. de
bescherming van het beschermd stadsgezicht plaatsvindt. Wij verzoeken u een en
ander te verduidelijken.
De
wijzigingsbevoegdheid voor het beschermd stadsgezicht is komen te vervallen.
Artikel
16, lid 3
In deze
wijzigingsbevoegdheid wordt een relatie gemist met de invloed van de bestaande
bedrijvigheid aan de noordzijde van de "Jojo-haven". Daarnaast zijn
geen voorwaarden opgenomen ten aanzien van bodem. U wordt verzocht deze
voorwaarden alsnog aan de voorschriften toe te voegen.
Deze wijzigingsbevoegdheid
zal worden aangevuld met betrekking tot genoemde aspecten.
Wij
verzoeken u een beschermingszone op te nemen voor de vaarwegen
(Verbindingskanaal en Zuid-Willemsvaart).
Voor de
Zuid-Willemsvaart en het Verbindingskanaal zijn beschermingszones opgenomen.
Artikel 5,
lid 4
Op de
Inspectie voor de Volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu kan niet
langer een beroep worden gedaan als adviesorgaan. Dit houdt verband met het
feit dat de adviestaak niet langer behoort tot de kerntaak van de Inspectie.
Terzake zij verwezen naar het bepaalde in de ‘Handleiding bestemmingsplannen
c. a.,
actualisatie 2001’ (Juridisch Kader, pagina 12, tweede kolom). Wij verzoeken u
dan ook lid 4 te laten vervallen.
Lid 4 is
geschrapt.
Plankaart:
het onderscheid tussen bestemmingsgrens en bouwgrens is nauwelijks
waarneembaar. Wij verzoeken u dit duidelijker op de plankaart aan te geven.
Tevens verzoeken wij u de plankaart als zodanig te bestempelen.
Het
onderscheid tussen bouwgrens en bestemmingsgrens op de plankaart is
verduidelijkt.
Zuiveringsschap
Limburg
Het
zuiveringsschap merkt op dat in het plangebied de ZL-transportleiding
"Aansluiting gemaal St. Hubertusparochie" is gelegen.
Zij
verzoeken de leiding op te nemen op de plankaart met bijbehorende
voorschriften.
De plankaart
en voorschriften zijn aangevuld.
Waterschap
Roer en Overmaas
Het
waterschap verzoekt de in het plangebied voorkomende waterkeringen te
bestemmen.
Het betreft hier
niet duidelijk in het terrein zichtbare waterkeringen. Na overleg met het
waterschap is een regeling opgesteld, waarbij de waterkeringen via de plankaart
en voorschriften beschermd zijn.
8. Economische uitvoerbaarheid
Voor het
voormalige Vernichroterrein is een exploitatieopzet vastgesteld. Op grond van
het programma van 43 woningen en een supermarkt met een oppervlakte van 550 m2
en de bijdrage die dit plan moet leveren aan de bodemsanering, ontstaat een
tekort van ruim 5 miljoen gulden. Dit tekort zal worden gedekt met toegezegde
subsidies uit IPSV, het provinciaal GSB, ISV-gelden en een bijdrage vanuit de
exploitatie van Belvédère. De uitvoering van dit plan is verzekerd op basis van
toezeggingen, zodra de exacte kosten en opbrengsten bekend zijn.
Voor het
overige wordt voor dit bestemmingsplan aan stadsvernieuwingsplannen gedacht,
ten behoeve waarvan of een aparte wijzigingsprocedure gevoerd moet worden, in
welk kader een exploitatie zal worden opgesteld, of activiteiten die binnen de
reguliere woonbestemming mogelijk zijn en die slechts zullen worden uitgevoerd
indien hiervoor middelen aanwezig zijn.
De
exploitatie van het bestemmingsplan is derhalve verzekerd.
De
handhaafbaarheid van het plan staat of valt met de duidelijkheid van, en de
kennis van de gebruikers van het plangebied omtrent de juridische regeling.
Daarnaast is het van belang zicht te hebben op de bestaande situatie/rechten
zoals aanwezig op het moment van planvaststelling. Bij het opstellen van het
bestemmingsplan Boschpoort is hiermee rekening gehouden. De bestaande toestand
is zo gericht mogelijk vertaald in de planregeling c.q. positief bestemd, en
afgestemd op het handhavingsbeleid. Dit is in feite de eerste stap van het
daadwerkelijke handhavingsbeleid die zo gericht mogelijk afgestemd moet worden
op het dan gewenste handhavingsbeleid. Belangrijk zijn daarbij de volgende
zaken:
● het
vastleggen van gericht nader te bepalen ‘nul-situaties’;
● wijze
van periodieke controle door middel van luchtfoto's en/of veldonderzoek;
● gerichte
voorlichting aan handhavingscontroleurs en bewoners/gebruikers, zowel vooraf
als nadat het plan is vastgesteld en zowel algemeen als gebiedsgericht; tevens
heeft het voordelen als voorlichting en handhaving op onderdelen integraal
wordt opgepakt.
Handhaving
kent vele aspecten die gezamenlijk tot een goed resultaat moeten leiden.
Slechts een aantal is direct toe te schrijven aan de aard en opzet van het
bestemmingsplan. Andere aspecten hebben zowel te maken met het voorbereidende
planvormingproces als met nazorg (beheer) en evaluatie achteraf. Ook de
ambtelijke betrokkenheid en het politieke draagvlak spelen daarbij een
belangrijke rol.
Wanneer de
actualisering van het bestemmingsplan gepaard gaat met een consequent
handhavingsbeleid en een organisatie die dit mogelijk maakt, is al veel
gewonnen. De gemeente heeft hiervoor een aparte beleidsnota uitgezet in de vorm
van de nota ‘Je maintiendrai, handhaving van regelgeving op het gebied van
bouwen en ruimtelijke ordening in de gemeente Maastricht’. Het belang van een
dergelijke handhavingsnota ligt erin dat het gemeentebestuur door schriftelijk
vastgelegd en openbaar gemaakt handhavingsbeleid, geen of minder risico loopt
bij de handhaving door middels van sanctiemiddelen en minder snel door de
rechter op de vingers kan worden getikt.
Het
plangebied Boschpoort wordt in de eerder genoemde handhavingsnota gerekend tot
het gebied dat te kwalificeren is als ‘binnenstad’. Het onderhavige plangebied
is gelegen aan de westoever van de Maas in het noordwesten van het stedelijk
gebied van Maastricht. Als hoofddoelstelling van het handhavingsbeleid staat in
dit bestemmingsplangebied primair de bestaande situatie te beschermen en
stadsvernieuwingsactiviteiten waaronder bedrijfsuitplaatsingen toe te staan,
centraal. Gelet hierop staat instandhouding en realisering van woonfuncties in
het plangebied voorop.
Het buurtplan
Boschpoort is voor de nieuwe ontwikkelingen richtinggevend.
De handhaving
van de voorschriften zal plaatsvinden op drie niveaus. Nadrukkelijk zal worden ingezet
op preventie/toezicht. Hierbij moet worden gedacht aan goede voorlichting en
informatie aan de toezichthouders en gebruikers/eigenaren in het gebied.
Daarnaast zal
vanuit het reguliere werkpakket voor het grootste gedeelte van de beschikbare
werktijd uitvoering gegeven worden aan de bouw- en aanlegvergunning en toezicht
op de uitvoering daarvan.
Tenslotte zal
er repressieve handhaving plaats dienen te vinden indien er daadwerkelijk
sprake is van afwijking van de gestelde regels en voorschriften. Optreden is
geboden om de ontstane illegale situatie ongedaan te maken. Dit kan variëren
van het alsnog legaliseren door middel van vergunning verlening tot het (doen)
beëindigen van de overtreding.
Op basis van
prioriteit en differentiëring zullen bovenstaande drie handhavingsaspecten
worden ingepast in het reguliere werkpakket (handhavingsprogramma).
Gegevens van wegvlak Bosscherweg