Artikel 2.2. Algemene voorschriften omtrent het gebruik
van de grond anders dan voor bebouwing
1. Het is verboden de in dit plan begrepen
gronden te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan
aan de grond gegeven bestemming.
2. Indien en voor zover het gebruik van de
grond afhankelijk is van een vergunning, vrijstelling of toestemming anderszins
van de rijks- of provinciale overheid en in de desbetreffende regeling mede de
planologische aspecten het toetsingscriterium vormen, geldt het onder 1 van
dit artikel gestelde verbod niet.
3. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in dit artikel onder 1 bepaalde, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meeat doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.