B. Algemene wijzigingsbevoegdheid
Artikel 2.4.
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het bouwen van
niet voor bewoning bestemde gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen,
openbare of gemeenschappelijke diensten, met de daarbij behorende en passende
andere bouwwerken, mits:
a. de wijziging niet betreft de bestemming
agrarisch gebied van hoge landschappelijke waarde en natuurgebied;
b. de waarden van de plaatselijke en/of
aansluitende bestemmingen niet onevenredig worden aangetast;
c. deze bouwwerken ter plaatse noodzakelijk
zijn;
d. de oppervlakte van een gebouw niet meer
bedraagt dan 50 m2;
e. de hoogte van een gebouw niet meer
bedraagt dan 3,50 m2;
f. de belanghebbenden in de gelegenheid
worden gesteld hiertegen schriftelijk bezwaren in te dienen bij burgemeester en
wethouders.