HOOFDSTUK 3 OVERIGE
BEPALINGEN
Artikel 15 Algemene gebruiksbepaling
A. Verboden
gebruik van gronden
1. Het
is verboden gronden begrepen in dit plan te gebruiken, te doen of te laten
gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemmingen.
2. Het
is verboden gronden, direct gelegen tussen de voorgevel van een woning en de
weg te gebruiken als parkeerplaats. Dit geldt niet voor zover het gronden
betreft direct gelegen tussen de ingang van de bij de woning behorende garage
en de weg.
3. Burgemeester
en wethouders verlenen van het bepaalde in lid 1 en lid 2 vrijstelling, als
strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest
doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
B. Verboden gebruik van opstallen
1. Het
is verboden opstallen op de in dit plan bedoelde gronden te gebruiken, te doen
of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven
bestemmingen zoals aangegeven in de onderscheiden doeleindenomschrijvingen.
2. Burgemeester
en wethouders verlenen van het bepaalde in lid 1 vrijstelling, als strikte
toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige
gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.