Artikel
18 Water
1.
Doeleindenomschrijving
De
op de plankaart A als water aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het
bepaalde in artikel 20, bestemd voor:
- bedding
van de Maas met daarbij behorende oever;
- scheepvaart;
- oeververbinding;
- het
behoud van de structuur en de karakteristiek van het beschermd stadsgezicht.
2.
Beschrijving in hoofdlijnen
De
in lid 1. omschreven doeleinden worden, met inachtneming van het bepaalde in
artikel 7, als volgt nagestreefd:
a. er
wordt zorg gedragen voor een adequate afvoer van het Maaswater en voor
bijbehorende waterstaatkundige voorzieningen;
b. de
aanleg van een oeververbinding voor langzaamverkeer
gelegen in het gebied op plankaart A aangegeven tussen de punten I-Ia en II-IIa;
c. de
structuur en de karakteristiek van het beschermde stadsgezicht blijft behouden.
3.
Bouwvoorschriften, werken en
werkzaamheden
a. Op
de tot water bestemde gronden zijn uitsluitend andere bouwwerken, werken en
werkzaamheden toegestaan die in overeenstemming zijn met het hierna bepaalde
onder b. en c. en het bepaalde in lid 1. en lid 2. van dit artikel;
b. de
hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 2,00 m. bedragen met uitzondering
van andere bouwwerken ten behoeve van een oeververbinding ten behoeve van
langzaam verkeer; de hoogte mag dan maximaal 40,00 m. bedragen;
c. het
is verboden zonder een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders
(aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden
uit te voeren, of te laten uitvoeren, een en ander met uitzondering van
normale onderhoudswerkzaamheden:
- de
oever te verlagen of op te hogen;
- het
aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies,
installaties of apparatuur: onder leidingen, constructies, installaties of
apparatuur worden mede begrepen recreatieve voorzieningen met uitzondering van
eenvoudige voorzieningen; onder leidingen, constructies, installaties en
apparatuur worden niet begrepen voorzieningen, die noodzakelijk zijn voor of
verband houden met het beheer van het water;
- het
aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
- werken
of werkzaamheden ten behoeve van of verband houdend met het aanmeren van - al
dan niet aan hun bestemming onttrokken - vaartuigen;
- het
deponeren, lozen of storten van al dan niet afgedankte of aan hun
oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten binnen de
bestemming water.
4.
Uitwerkingsbevoegdheid
Het
bepaalde in lid 2. - beschrijving in hoofdlijnen - sub b. - de aanleg van een
oeververbinding voor langzaam verkeer binnen het aangegeven gebied - wordt met
toepassing van artikel 11 W.R.O. door de Raad van de gemeente uitgewerkt met
inachtneming van het bepaalde in lid 3. sub b.