Paragraaf
D Algemene bepalingen omtrent
het gebruik
Artikel 23 Verboden
gebruik van gronden
1. Het
is verboden gronden begrepen in dit plan te gebruiken, te doen of te laten gebruiken
op een wijze of tot een doel strijdig met het in de artikelen 8 t/m 22 gegeven
bestemmingen.
2. Het
is in ieder geval niet toegestaan de hier bedoelde gronden te gebruiken, te
doen of te laten gebruiken:
a. voor
het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks
noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
b. voor
het al dan niet ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel
geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of
aanhangswagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn;
c. als
opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun
oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor
zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte
gebruik van de gronden.
3. Burgemeester
en Wethouders verlenen van het bepaalde in lid 1. vrijstelling, als strikte
toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatig
gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.