Artikel 26 Algemene
vrijstellingsbevoegdheid
1. Burgemeester
en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:
a. ten
aanzien van de plaats van de bestemmingen verkeersdoeleinden 1 en 2 aangegeven
op plankaart A, voor zover de afwijking niet meer bedraagt dan maximaal 25,00
m. gemeten uit het hart van de bestemming en met handhaving van het op de
plankaart A aangegeven bijbehorend wegprofiel;
b. ten
aanzien van het maximaal aantal bouwlagen, resp. de maximaal toegestane
bouw-/goothoogte voor woondoeleinden en wel om deze te verhogen met 1 resp.
maximaal 3,00 m. op maximaal 20% van de gronden waarop woondoeleinden zijn
toegestaan, met uitzondering van de gronden gelegen binnen:
- 30
meter uit de as van de Heugemerweg;
- 80
meter uit de as van de Hoogbrugstraat;
- 40
meter uit de as van het Wycker Grachtje;
c. ten
aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van
geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met
het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien
de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en daardoor
geen belangen van derden worden geschaad;
d. van
de in de artikelen 8 t/m 22 genoemde maten, mits de afwijking niet meer
bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad,
met uitzondering van de in artikel 8 lid 3.b., eerste gedachtestreepje,
genoemde maat van 12,00 m. en tweede gedachtestreepje genoemde maat van 52,50
m.;
e. van
enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van
bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en
wachthuisjes, met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet
meer dan 50 m3 zal bedragen en de goothoogte ervan niet meer dan
3,00 m. zal bedragen;
indien
bij een vrijstelling als bedoeld in sub a. en sub b. de procedure als in lid 4.
in acht wordt genomen.
2. Burgemeester
en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de in de doeleindenomschrijving
genoemde woondoeleinden als bedoeld in lid 1. van de artikelen 8 t/m 12 en 14
voor de uitoefening van een bedrijf, ambacht, - niet detailhandel zijnde -, met
dien verstande dat:
a. maximaal
30% van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 35 m2
als zodanig mag worden gebruikt;
b. de
parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan
worden beïnvloed;
c. geen
onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
d. de
Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu in Limburg om
advies is gevraagd;
e. de
procedure als aangegeven in lid 4. van dit artikel in acht wordt genomen.
3. Burgemeester
en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:
a. ten
aanzien van de functie kantoordoeleinden als bepaald in lid 1. van de artikelen
8 t/m 12 en 14 om deze te wijzigen in de functie woondoeleinden met dien
verstande dat er op het moment van vrijstelling tenminste een voorraad gronden
ten behoeve van 25.000 m2 bedrijfsvloeroppervlak voor kantoren
beschikbaar is en mits de beschrijving in hoofdlijnen aangaande de richting van
de bebouwing, de bouwvoorschriften met betrekking tot het maximaal aantal
bouwlagen in de betreffende bestemming, het bepaalde in artikel 25 en het
bepaalde ten aanzien van de parkeernormen wordt gehandhaafd;
b. ten
aanzien van de functie horecadoeleinden als bepaald in lid 1. van de artikelen
8 t/m 14 om deze na 31 december 1996 te wijzigen in de functie kantoordoeleinden
en/of woondoeleinden, mits de beschrijving in hoofdlijnen aangaande de richting
van de bebouwing, de bouwvoorschriften met betrekking tot het maximaal aantal
bouwlagen in de betreffende bestemming, het bepaalde in artikel 25 en het
bepaalde ten aanzien van de parkeernormen wordt gehandhaafd;
c. ten
aanzien van het minimale aantal woningen per bestemming, mits in alle
bestemmingen waarin woondoeleinden zijn toegestaan, tezamen het aantal woningen
maximaal 1.600 bedraagt; indien bij een vrijstelling als bedoeld in sub a., b.
en c. de procedure als bedoeld in lid 4. in acht wordt genomen.
4. Indien
Burgemeester en Wethouders een vrijstelling als bedoeld in lid 1. sub a. en sub
b., lid 2. en lid 3. van dit artikel en het lid 5. van de artikelen 9, 10 en 11
willen verlenen dienen de volgende regels in acht te worden genomen:
a. het
ontwerp-besluit, tot verlenen van vrijstelling, ligt
met bijbehorende stukken gedurende tenminste 14 dagen ter gemeentesecretarie
voor eenieder ter inzage;
b. Burgemeester
en Wethouders maken de nederlegging tevoren in één of
meer dag- en nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de
gebruikelijke wijze bekend;
c. de
bekendmaking houdt in de bevoegdheid van eenieder tot het indienen van
schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders tegen het ontwerp-besluit gedurende de onder a. genoemde termijn;
d. Burgemeester
en Wethouders delen aan hen, die bezwaren hebben ingediend, de beslissing
daaromtrent mede.