Artikel 11                Archeologisch attentiegebied

 

1.                                         Doeleindenomschrijving       

                                            De op de plankaart A tot archeologisch attentiegebied bestemde gronden zijn, behalve voor de doeleinden van de andere krachtens dit plan aan deze gronden gegeven bestemmingen (artikel 6, 7, 8, 9A en 10) primair bestemd ter bescherming van de archeologische verwachtingswaarde.

 

2.                                         Aanlegvergunning

                                            Voor de gronden aangegeven op plankaart A als archeologisch attentiegebied gelden de volgende bepalingen:

 

A.    Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

a.     het tot stand brengen en/of in exploitatie nemen van boor- en pompputten;

b.     het ontginnen, verlagen of afgraven van de bodem dieper dan 1m. anders dan normaal spitwerk en het ophogen en/of egaliseren van de bodem. Dit geldt ook in geval deze werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om ondergrondse gebouwen te kunnen realiseren en voor werkzaamheden in het kader van bodemsanering;

c.     het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem, dieper dan 1m.

 

B.    Het in sub A. van dit lid bepaalde is niet van toepassing voor:

a.     werken of werkzaamheden van ondergeschikte bete-kenis;

b.     werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;

c.     werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins mogen worden uitgevoerd.


C.    De werken of werkzaamheden als bedoeld onder A. van dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen schade word of kan worden toegebracht aan de archeo-logische waarde van de betreffende gronden.

 

D.    Een aanlegvergunning als bedoeld in sub A. wordt slechts verleend nadat terzake advies is ingewonnen bij de Taakgroep Cultureel Erfgoed van de gemeente Maastricht; aan bedoelde vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden; de beslissing met betrekking tot de aanlegvergunning wordt aan de betreffende taakgroep medegedeeld.