bestemmingsplan DE GEUSSELT

gemeente MAASTRICHT


Gemeente Maastricht

Bestemmingsplan De Geusselt

z      Toelichting
bijlage 1:   Notitie d.d. 14-04-1999 van de Kamer van Koophandel t.b.v. de artikel 19 WRO-

aanvraag/bouwvergunning voor de nieuwbouw van het Ondernemershuis

bijlage 2:   Raadsbesluit d.d. 01-06-1999 m.b.t. financieel economische uitvoerbaarheid

                 planontwikkeling Geusselt
                

z      Voorschriften
bijlage:      Staat van bedrijfsactiviteiten

z      Plankaart schaal 1:1000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

projectgegevens:

-     nummer:     MAT00002

-     document:  MAAS0010.doc

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rosmalen, 8 juni 1999



INHOUDSOPGAVE

 

 

            SAMENVATTING

 

 

1          INLEIDING                                                                                    1

 

1.1        Aanleiding                                                                                     1

1.2        Doel van het bestemmingsplan                                                        2

1.3        Situering van het plangebied                                                           3

1.4        Opbouw van de plantoelichting                                                        4

 

 

2          BELEIDSKADER                                                                           5

 

2.1        Rijksbeleid                                                                                    5

2.2        Provinciaal beleid                                                                           5

2.3        Gemeentelijk beleid                                                                       7

 

 

3          HET PLANGEBIED                                                                      13

 

3.1        Analyse bestaande situatie                                                           13

3.2        Kansen en potenties voor het plangebied                                        17

 

 

4          PLANBESCHRIJVING                                                                  23

 

4.1        Bebouwing                                                                                  23

4.2        Groen                                                                                         26

4.3        Verkeer                                                                                       28

4.4        Nog te realiseren programma                                                        30

 

 

5          JURIDISCHE ASPECTEN                                                             31

 

5.1        Planmethode                                                                               31

5.2        Opzet van de voorschriften                                                            31

 

 

6          MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID                                 33

 

 

7          FINANCIEEL-ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID                       39

 

 

 

Bijlage 1:      Notitie d.d. 14-04-1999 van de Kamer van Koophandel t.b.v. de artikel 19 WRO-aanvraag/bouwvergunning voor de nieuwbouw van het Ondernemershuis.

Bijlage 2:      Raadsbesluit d.d. 01-06-1999 m.b.t. financieel economische uitvoerbaarheid planontwikkeling Geusselt.

 

 

 

 


SAMENVATTING

 

 

Dit ontwerpbestemmingsplan ‘De Geusselt’ is de aangepaste versie van het voorontwerpplan, zoals dat in de inspraak en het overleg is gebracht. Dit ontwerp is aangepast aan de opmerkingen van de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen. Ook is hierbij rekening gehouden met de vooroverlegreacties van Rijkswaterstaat en het Zuiveringschap Limburg.

Met dit plan wordt beoogd het planologisch-juridisch kader te scheppen voor de bouw van de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg c.a. op de locatie Geusselt in combinatie met de bouw c.q. vestiging van kantoren en bedrijven, passend in het flexspace-concept, rond het stadion De Geusselt, alsmede horeca- en recreatieve functies. Deze ontwikkelingen worden gefaseerd uitgevoerd. Op de bijgaande tekeningen is dit in beeld gebracht. De beleidsuitgangspunten voor deze ontwikkeling zijn in artikel 3 van de planvoorschriften (algemene beschrijving in hoofdlijnen) verwoord.

 

Terug naar inhoudsopgave


1       INLEIDING

 

 

1.1            Aanleiding

 

In het kader van het Grote Stedenbeleid is ingezet op versterking van het gebied rondom het stadioncomplex, ter ondersteuning van de ontwikkeling van de aangrenzende buurt Wittevrouwenveld. Eén van de onderdelen van deze stedelijke ontwikkeling moet de realisatie van werkgelegenheid voor de buurt zijn. Gedacht wordt aan de realisatie van kantoren, een hotel en bedrijvencentra.

Dit alles in relatie tot een versterking van de ruimtelijke kwaliteiten en recreatieve functies van het Geusseltpark. Eerste aanzetten hiertoe zijn de verbetering van de inrichting van het groen, de parkvijver en de exploitatie van het kasteel.

In de planvorming voor het gebied van De Geusselt wordt de situering van kwalitatief hoogwaardige kantoor- en bedrijfsgebouwen zowel noodzakelijk geacht voor de ruimtelijke versterking van het Geusseltterrein als ook voor de ruimtelijke versterking van de noordelijke stadsentree via de A2.

 

Het overgrote deel van de beoogde ontwikkelingen kan binnen de bestemming ‘sport/bedrijven’ uit het vigerende bestemmingsplan ‘Amby 1993’ worden gerealiseerd.

Dit bestemmingsplan is op 5 juli 1994 vastgesteld door de gemeenteraad, door Gedeputeerde Staten bij besluit van 14 februari 1995 gedeeltelijk goedgekeurd en bij besluit van de Afdeling Bestuursrechtspraak d.d. 18 april 1997 onherroepelijk geworden.

Op basis van artikel 30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is inmiddels door de raad op 31 maart 1998 het reparatieplan ‘Amby, herziening 1997’ vastgesteld. In dit reparatieplan zijn de noodzakelijke aanpassingen opgenomen op grond van de besluiten van Gedeputeerde Staten en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarnaast zijn ook nog enkele ambtshalve aanpassingen opgenomen, waaronder de uitbreiding aan de voorzijde van het MVV stadion.

 

Het bestemmingsplan ‘Amby 1993’ kent aan het plangebied van De Geusselt de bestemmingen ‘sport/park’ en ‘sport/bedrijven’ toe.

De bestemming ‘sport/park’ biedt geen mogelijkheden tot bebouwing ten behoeve van bedrijven of een kantoorbestemming. In de bestemming ‘sport/bedrijven’ - in de directe nabijheid van het stadion De Geusselt - bestaat de mogelijkheid tot vestiging van bedrijven wel.

Voorts zijn in het plan voor het parkgebied van De Geusselt ten aanzien van de landschappelijke en ecologische structuur een aantal belangrijke uitgangspunten aangegeven. Er is gekozen voor de volgende dragers:

-     Stadionweg en Olympiaweg als recreatieve hoofdroutes van het park;

-     Fontein en Tabgraaf tussen vijver en Severen als recreatieve langzaamverkeersroute en ecologische verbindingszone;

-     Geusseltkasteel als hoofdelement van het park;

-     een beplantingsstructuur waarbij het Geusseltpark meer als een eenheid beschouwd kan worden. Belangrijk daarbij is dat de ruimtelijke relatie tussen het openbare park in de westelijke helft, het besloten karakter van de oostelijke helft met de sportterreinen en het landelijke karakter van de zuidoosthoek wordt versterkt. Het kasteel kan daarbij de functie als schakel-element vervullen;

-     een fijnmazig padennet dat kan worden gerealiseerd bij een herstructurering van de sportvelden;


 

-     de randen van het park met aan de:

      ×     zuidelijke en westelijke rand bedrijven die met een representatieve zijde naar het park liggen;

      ×     noordelijke rand een sterkere relatie tussen het park en de Severenstraat.

 

Op grond van het bestemmingsplan ‘Amby 1993’ is reeds het hotel ‘Apple Parc’ met bijbehorend restaurant aan de noordwestzijde van het stadion gebouwd. Dit geldt ook voor de uitbreiding aan de voorzijde van het stadion met startende bedrijven en kantoorachtige bedrijven.

Beide ontwikkelingen zijn binnen de bestemming ‘sport/bedrijven’ van het vigerende bestemmingsplan gerealiseerd.

 

Het voorliggende bestemmingsplan ‘De Geusselt’ is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan ‘Amby 1993’. Aanleiding voor deze gedeeltelijke herziening is de wens om ten noorden van het hotel het zogenaamde ‘Ondernemingshuis’ van de Kamer van Koophandel op te richten. Bovendien zijn er inmiddels ideeën gevormd voor de zuidhoek van het terrein. In deze hoek kunnen op termijn kantoor- en/of bedrijfsunits in een viertal gebouwen langs de Terblijterweg gesitueerd worden.

Gewenste ontwikkelingen vallen echter respectievelijk buiten de bestemmingsgrens en de bestemmingsplangrens, hetgeen een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan ‘Amby 1993’ noodzakelijk maakt.

 

Gekozen is om in voorliggende bestemmingsplan het gehele terrein van de Geusselt op te nemen teneinde een éénduidig plan voor het gehele gebied te hebben. Voor een overgroot deel van het gebied betekent dit een grotendeels integrale overname uit het bestemmingsplan ‘Amby 1993’. Voor andere delen wordt het vigerende plan herzien om de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken.

 

 

1.2            Doel van het bestemmingsplan

 

Doel van voorliggend plan is om op basis de bestemmingsregeling van het vigerende bestemmingsplan ‘Amby 1993’ het stedenbouwkundig/planologische en juridische kader te actualiseren en ruimte te bieden voor:

a.    de bouw van het ‘Ondernemingshuis’ van de Kamer van Koophandel (aan de noordwestzijde van het stadion, ten oosten van het hotel) en

b.    de bouw c.q. vestiging van bedrijven en/of kantoren passend in het flexspace-concept (in combinatie met horeca- en recreatieve voorzieningen) rond het stadion.

 

Voor de bovenstaande ontwikkelingen (fase 1) is een rechtstreekse bouwbevoegdheid opgenomen.

De realisering van kantoor- en/of bedrijfsunits langs de Terblijterweg in de zuidhoek van het plangebied (fase 2) is opgenomen in een wijzigingsbevoegdheid.

 


1.3            Situering van het plangebied

 

Het Geusseltterrein ligt bij de noordoostelijke entree van Maastricht nabij de A2.

Het Geusseltterrein wordt globaal begrensd door de Terblijterweg, de Stadionweg en de Geusseltvijver. Centraal op het Geusseltterrein staat het M.V.V.-stadion.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Situering plangebied


1.4            Opbouw van de plantoelichting

 

In de plantoelichting komen de volgende aspecten aan de orde:

 

-     in hoofdstuk 2 wordt het vigerende beleid beschreven, zowel Rijks-, provinciaal als gemeentelijk beleid. Belangrijk gemeentelijk beleidsdocument in dit verband is het Structuurplan Maastricht 2005.

 

-     in hoofdstuk 3 wordt het gebied beschreven c.q. geanalyseerd, op grond van ruimtelijke, verkeerskundige en milieuaspecten. Een belangwekkend onderdeel van dit hoofdstuk is voorts een perspectiefschets voor het gebied, waarbij een sterke link is gelegd met het Structuurplan Maastricht 2005. De kansen en potenties voor het gebied worden beschreven;

 

-     in hoofdstuk 4 wordt een beschrijving gegeven van het stedenbouwkundig plan voor het gebied. Hierbij komen achtereenvolgens de aspecten bebouwing, groen, verkeer en programma aan de orde;

 

-     in hoofdstuk 5 worden de juridische aspecten van het plan toegelicht;

 

-     hoofdstukken 6 en 7 geven aan hoe het onderhavige bestemmingsplan de wettelijke procedures heeft doorlopen en geven inzicht in de financieel-economische haalbaarheid.

 

Terug naar inhoudsopgave


2       BELEIDSKADER

 

 

2.1            Rijksbeleid

 

2.1.1    Euregionaal stedelijk knooppunt

Maastricht wordt zowel in het Europees, nationaal als het provinciale beleid de nodige taken toegedacht. Dit biedt de stad de nodige kaders op basis waarvan zij haar eigen beleid kan vormgeven.

Maastricht is door het Rijk aangewezen als Euregionaal stedelijk knooppunt. Stedelijke knooppunten worden als belangrijke steden voor de vestiging van internationale bedrijven en als aanjager van de economie gezien. Ook de Europese Commissie onderkent het belang van Maastricht, onder meer in het rapport Europa 2000+.

 

2.1.2    Grote Stedenbeleid

Het plangebied De Geusselt grenst aan de buurt ‘Wittevrouwenveld’, een van de grotere buurten van Maastricht. Deze buurt heeft weliswaar een redelijk voorzieningenniveau, maar kent ook tal van problemen als hoge werkeloosheid, geringe koopkracht, laag opleidingsniveau, e.d. Mede daarom is Wittevrouwenveld in het kader van het Grote Stedenbeleid aangewezen als prioritaire buurt.

 

Het Grote Stedenbeleid wordt in Maastricht gekenmerkt door de koppeling van zwak aan sterk. Deze koppeling wordt bijzonder duidelijk bij de koppeling van Wittevrouwenveld aan de ruimtelijke ontwikkelingen bij De Geusselt. Bij de grote investeringen bij De Geusselt is een directe relatie gelegd met de werkgelegenheidsproblematiek van Wittevrouwenveld. Enerzijds gebeurt dat door een actieve werving van arbeidskrachten uit de buurt en anderzijds ontstaat de mogelijkheid het op 1994 gestarte buurtbeheerbedrijf eSBeeWee, dat vooral banen creëert in de additionele sfeer, een impuls te geven qua professionaliteit en draagvlak.

 

De ontwikkelingen bij De Geusselt zijn dus in de sfeer van werkgelegenheid een belangrijke drager van het beleid ten aanzien van Wittevrouwenveld. Zowel landelijk als provinciaal wordt de koppeling tussen sterk (De Geusselt) en zwak (Wittevrouwenveld) actief ondersteunt. Met de provincie is e.e.a. geformaliseerd in een bestuursovereenkomst met bijbehorende middelen. Ook op rijksniveau zijn voor dit project middelen ter beschikking gesteld.

De landelijke visitatiecommissie, die projecten in het kader van het Grote Stedenbeleid objectief beoordeelt, heeft de aanpak van Wittevrouwenveld in combinatie met De Geusselt onlangs geprofileerd als voorbeeldproject.

 

 

2.2            Provinciaal beleid

 

2.2.1    Partiële herziening Streekplan Zuid-Limburg

In juni/juli 1993 is een partiële herziening van het Streekplan Zuid-Limburg voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties vastgesteld. In het kader van deze herziening is provinciaal beleid ontwikkeld voor de vestiging van kantoren in de provincie Limburg. De belangrijkste doelstellingen zijn:

a.   het nastreven van een concentratie van kantoren met een stuwende functie en kantoren van grotere omvang met een verzorgende functie op enkele kwaliteitslocaties in de stedelijke gebieden van Zuid-Limburg, te weten de drie centrumgemeenten (Maastricht, Heerlen, Sittard) en bij de luchthaven Maastricht Aachen Airport (uitsluitend luchtvaart-gebonden kantoren);

b.   een globale doelgroepenafbakening op de kantorenmarkt per stedelijk gebied;

c.   een mobiliteits- en bereikbaarheidsbeleid voor de kantorenlocaties.

 

ad a.

Als kwaliteitslocaties binnen Maastricht worden met name Randwyck-Noord en het Sphinx-Céramiqueterrein genoemd. Alleen door concentratie kan 'massa' gecreëerd worden, waardoor agglomeratie- en synergetische effecten ontstaan. Daarnaast is concentratie op een beperkt aantal kantorenlocaties voor de regio Zuid-Limburg noodzakelijk om ook op bovenregionaal niveau enige concurrentiekracht te hebben. Door concentratie wordt bovendien voorkomen dat er een overaanbod van kantorenlocaties zou ontstaan, wat tot onnodige concurrentie zou leiden.

Om het concentratiebeleid te kunnen laten slagen, zullen in principe de volgende individuele kantoorvestigingen op genoemde toplocaties gesitueerd moeten worden:

-     kantoorvestigingen met een stuwende functie en groter dan 500 m² bvo (circa 20 à 30 werknemers), die andere diensten genereren en welke veelal een (boven)regionaal karakter hebben;

-     kantoorvestigingen met een verzorgende functie en groter dan 1.500 m² bvo (50 tot 60 werknemers), die ondersteunend, faciliterend en toeleverend aan de stuwende diensten zijn.

Om te voorkomen dat op locaties, welke concurrerend zijn met de aangewezen toplocaties, op grote schaal kantoorontwikkeling plaatsvindt van projecten beneden de 500 m² bvo (voor wat betreft stuwende functies) respectievelijk 1.500 m² bvo (voor wat betreft verzorgende functies) zullen naast bovengenoemde criteria voor individuele kantoorvestigingen ook indicatoren voor maximaal (potentieel) te realiseren bouwvolume per stedelijke kern worden gehanteerd.

Beneden 5.000 m² brutovloeroppervlak zal een afweging plaatsvinden op basis van de positie van de kern binnen de hiërarchie van stedelijke kernen (zoals vastgelegd in Streekplan Zuid-Limburg 1987) en het ruimtelijk schaalniveau van de beoogde individuele kantoorvestigingen.

Uiteraard dient bij genoemde afweging eveneens het algemene (ruimtelijke ordenings)beleid betrokken te worden. Als maximaal (potentieel) te realiseren bouwvolume per kern binnen de stedelijke gebieden wordt bij tertiaire kernen gedacht aan 2.500 m² bvo, bij secundaire kernen aan 3.500 m² bvo en bij primaire kernen aan 5.000 m² bvo.

 

ad b.

Voor Maastricht komt men tot de volgende afbakening:

-     brede zakelijke dienstverlening met de euregio als markt ;

-     versterking van de overheidsfunctie in relatie tot de functie van Maastricht als provinciehoofdstad;

-     spin-off R.L./A.Z.M. en de internationale instituten;

-     spin-off chemische, keramische en papierindustrie;

-     kunst/cultuur.

 

Het gebied van De Geusselt is in het streekplan aangewezen als een bedrijventerrein dat op termijn kan worden ontwikkeld voor zeer kleinschalige high-tech-bedrijven. Tevens worden er mogelijkheden gezien voor lichte bedrijfsactiviteiten en handelsbedrijven (excl. detailhandel).

Opgemerkt dient te worden dat deze ontwikkeling c.q. invulling conform het vigerende bestemmingsplan ‘Amby 1993’, mobiliteitseffecten met zich mee zullen brengen.

 


2.2.2    Provinciaal Grote Stedenbeleid

Ook de provincie Limburg heeft middels haar rapport ‘Provinciaal Grote Stedenbeleid’ aangegeven dat zij Maastricht een actieve ondersteuning wil geven bij concrete projecten, zoals ontwikkeling van nieuwe stadsgebieden en aanleg van bedrijfsterreinen. Dit zal zich wat de provincie betreft niet beperken tot alleen financiële bijstand.

In februari 1997 zijn bestuursovereenkomsten GSB afgesloten met de gemeenten Maastricht, Heerlen en Venlo. Dit houdt in dat gekozen is voor een meerjarig co-partnership tussen provincie en genoemde gemeenten ter versterking van de stedelijke motorfunctie op economisch en sociaal terrein, en het beter benutten van de kansen voor het realiseren van een vitale en duurzame samenleving. Genoemde bestuursovereenkomsten hebben in eerste instantie een looptijd tot 1 mei 1999. Het streven is onder meer om te komen tot een revitalisering van de stedelijke economie door versterking van de motorfunctie, alsmede van versterking van de wijken door een integrale (wijk)aanpak.

 

Met betrekking tot versterking van de economische motorfunctie is gekozen voor uitbouw van de volgende specifieke speerpunten:

-     Maastricht: Stuwende zakelijke dienstverlening, congres- en zakelijk toerisme, toeristische en culturele wervingskracht van de binnenstad alsmede het internationale (vestigings-)klimaat;

-     Heerlen: De hoogwaardige technologische infrastructuur in relatie tot de industrie;

-     Venlo: De industrieel-logistieke functie alsmede versterking van de toeristisch-culturele functie van de (binnen)stad.

 

Wat de aanpak op wijk- en buurtniveau betreft is daarbij gekozen voor een voorbeeldwijk per stad, te weten Wittevrouwenveld in Maastricht, Spoorzone/stationsomgeving te Heerlen en Venlo-Noord.

 

 

2.3            Gemeentelijk beleid

 

Belangrijkste gemeentelijke nota's waarin het ruimtelijk en economisch beleid is geformuleerd, zijn:

-     Economische ontwikkelingen en regionaal beleid (1990);

-     Structuurvisie Maastricht 1990-2000 (1990);

-     Ruimtelijk ontwikkelingsconcept 2025 (1996);

-         Structuurplan 2005 (raadsbesluit 26-01-1999)

 

2.3.1    Economische ontwikkelingen en regionaal beleid (1990) /

            Structuurvisie Maastricht 1990-2000 (1990)

In deze twee beleidsnota's, daterend uit het begin van de jaren negentig, werd de behoefte aan kantoorruimte geraamd op 10.000 à 15.000 m² vloeroppervlak per jaar in een nog beperkte Maastrichtse kantorenmarkt.

In de structuurvisie 1990-2000 en het vigerende bestemmingsplan ‘Amby 1993’ zijn voor het terrein rondom het stadion uitdrukkelijk de volgende bestemmingen bepaald:

-     handel (exclusief detailhandel);

-     ambachtelijke en voor de omgeving niet storende bedrijven;

-     exclusieve afzonderlijke kantoorgebouwen;

-     horeca.

 

Het terrein wordt gezien als een toplocatie geschikt voor de 'hogere marktsegmenten', die in relatie tot concurrerende ontwikkelingen op Randwyck-Noord en -Zuid en Céramique alleen aan bod komt indien er thema's worden aangeboden die op vermelde terreinen niet zijn te realiseren.

In de structuurvisie is aangegeven dat gronduitgifte in relatie tot de ombouw van de A2 voorzichtig dient plaats te vinden, zodat deze niet gefrustreerd wordt.

 

2.3.2    Ruimtelijk ontwikkelingsconcept 2025 (1996)

Sinds de totstandkoming van de eerste twee genoemde nota's is het Maastrichtse kantorenbeleid mede als gevolg van de recente markt- en beleidsontwikkelingen verder uitgewerkt. In de meer recente beleidsnota ‘Ruimtelijk ontwikkelingsconcept 2025’ wordt de toekomstige kantoorbehoefte geraamd op gemiddeld 20.000 m² per jaar. Bovendien is het Céramique-terrein reeds vol.

Groei van de kantoorfunctie in Maastricht wordt gezien als een belangrijk element in de economische structuurversterking van de stad. Duurzame werkgelegenheidsgroei in deze sector is alleen al noodzakelijk om de daling van het aantal arbeidsplaatsen in de industrie te compenseren en dus van belang voor zowel de werkgelegenheid als voor de economische vitaliteit van de stad.

Dit beleid sluit aan bij het provinciaal economisch en werkgelegenheidsbeleid waarin Maastricht eveneens een centrale functie in de kantorenmarkt is toebedacht.

Achterblijvende locatie-ontwikkeling voor nieuwe (industriële) bedrijvigheid rondom Maastricht is bovendien een rem op een mogelijke dynamische industriële ontwikkeling. Dit betekent dat de potenties in de dienstverlening optimaal moeten worden benut.

Wil Maastricht haar centrumfunctie waar kunnen maken dan is een voldoende, maar vooral ook gedifferentieerd aanbod van vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden voor nieuwe en aanwezige dienstverleners noodzakelijk. De gewenste differentiatie noopt tot een ruim aanbod van locaties.

 

2.3.3    Structuurplan Maastricht 2005 (vastgesteld bij raadsbesluit van 26-01-1999)

Het Structuurplan Maastricht 2005 is een vervolg op de Structuurvisie Maastricht 1990-2000. Deze visie is namelijk qua uitvoering van projecten of planvoorbereiding zover en de einddatum van het jaar 2000 is zo dichtbij dat nieuw (ruimtelijk) beleid voor de periode daarna geformuleerd dient te worden.

Het Structuurplan Maastricht 2005 levert een goed beeld van het voorziene beleid met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van de stad tot het jaar 2005. Hierbij wordt een doorkijk naar het jaar 2025 niet geschuwd. In het plan worden de speerpunten aangegeven en worden de perspectieven en kansen van de stad in haar geheel en van deelgebieden beschreven. Het plangebied van De Geusselt komt daarbij ook aan bod.

In navolgende paragrafen worden het toekomstbeeld, de speerpunten en de perspectieven en kansen, zoals die in het Structuurplan zijn weergegeven, als leidraad voor het perspectief voor het plangebied genomen.

 

Regionale en Euregionale context

Maastricht is van oudsher een centrumstad. Dankzij haar positie vlakbij de grens op het kruispunt van transportwegen, van noord naar zuid en van oost naar west, heeft de stad zich kunnen ontwikkelen tot internationaal handelscentrum. Het heeft de stad ook een dubbele oriëntatie opgeleverd. Enerzijds is de stad aangewezen op haar relatie met andere steden in Zuid-Limburg en met overig Nederland, anderzijds is de stad gericht op Luik en Aken.


Maastricht is ondanks de excentrische ligging het centrum van de regio Zuid-Limburg. De dorpen en gemeenten in de omgeving zijn voor hun voorzieningen, cultuur, onderwijs en verzorging in belangrijke mate op de stad aangewezen.

De ruimtelijke en functionele verstrengeling van Maastricht met de regio neemt alleen nog maar toe. De groeiende werkgelegenheid in Maastricht gedurende de laatste jaren blijkt vooral ten goede te komen aan de regio. Van de nieuwe arbeidsplaatsen die tussen 1990 en 1995 in Maastricht zijn gecreëerd, wordt 75% bezet door mensen uit de regio. Ook omgekeerd geldt dat steeds meer Maastrichtenaren werkzaam zijn op andere locaties in de regio dan Maastricht.

 

In de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening heeft het rijk Maastricht - samen met Heerlen - aangewezen als euregionaal stedelijk knooppunt. Hierbij erkent het rijk de stad als centrum en motor van de regio. De aanwijzing houdt in dat de stedelijke ontwikkeling van de regio binnen het stadsgewest dient te worden geconcentreerd.

De concentratie van nieuwe woon- en werklocaties binnen het stadsgewest moet verstening van het open gebied in de regio voorkomen en de mobiliteit beperken. Maastricht staat voor de lastige opgave om nieuwe locaties voor woningbouw en voor bedrijven aan te wijzen, terwijl er binnen de gemeentegrenzen nauwelijks nog ruimte te vinden is.

 

Economie en werkgelegenheid

In vergelijking met de andere steden in de regio Zuid-Limburg heeft Maastricht een veelzijdige economische structuur. De economie in de steden uit de voormalige mijnstreek (Sittard, Kerkrade en Heerlen) wordt voornamelijk gedomineerd door een betrekkelijk jonge industrie en verwante bedrijvigheid, waarvan de chemische industrie is voortgekomen uit de mijnbouw.

Maastricht was vroeger een internationaal befaamd handelscentrum en nog steeds vormt de handel een belangrijke component van de economische structuur. Daarnaast herbergt de stad steeds meer kennisintensieve ondernemingen en bedrijven in de zakelijke dienstverlening.

 

Maastricht wordt vaak gekenschetst als een vriendelijke stad, die mede door het contrast tussen de onbeschadigde historische binnenstad en het weidse omringende landschap een aantrekkelijk vestigingsklimaat heeft voor bedrijven.

De historisch gegroeide economische specialisatie tussen de steden in Zuid-Limburg verschaft de regio een gunstige basis voor haar toekomstige ontwikkeling, die verder moet worden uitgebouwd.

Als euregionaal knooppunt maken Maastricht en Heerlen grotere kans op de vestiging van internationale bedrijven naar mate steden elkaar beter aanvullen en ondersteunen. In dat daglicht is Maastricht op de goede weg door zich verder te ontwikkelen tot internationale kennisdienstenstad met een toenemende ontwikkeling in de marktsector. De kennisdienstensector in de stad ontplooit een groeiende eigen dynamiek.

 

De verandering van een industriële stad naar een stad die zich steeds meer richt op dienstverlening, hospitality en kennisintensieve bedrijvigheid sluit aan bij de landelijke tendens. Deze verandering is in versnelling gekomen door de naamsbekendheid (bv. door ‘het Verdrag van Maastricht’) en de uitstraling en de modernisering van de industrie.

De meeste nieuwe arbeidsplaatsen worden gerealiseerd in de sector ‘overige dienstverlening’, die met name de kwartaire diensten zoals overheid, onderwijs en gezondheidszorg betreft. Het aandeel van deze sector is in de periode 1983-1993 dan ook gegroeid van 34,1% naar 38,7%.


Op de tweede plaats staat de industrie, alhoewel het percentage sterk gedaald is van 31,8% naar 22,8%. De sector handel/horeca/reparatie staat op de derde plaats. In deze sector is procentueel een lichte stijging te constateren van 16,7 naar 17,1%.

Sterk stijgend is de sector banken/verzekeringen/zakelijke dienstverlening. In de genoemde periode steeg het aandeel van 6,6 naar 11,1% en de prognose is dat deze stijging zal doorzetten.

 

Beroepsbevolking en werkloosheid

Tussen 1990 en 1995 is er een stijging van het aantal banen met ca. 5,5% te constateren. Ondanks dit rooskleurige cijfer is de werkloosheid in de periode 1990-1994 toch toegenomen; in 1995 trad een lichte daling op. In absolute zin zit Maastricht met haar werkloosheidscijfer hoog ten opzichte van de rest van Nederland (16,5% t.o.v. 13,3%). Het gunstige effect van de toename van het aantal banen wordt namelijk grotendeels teniet gedaan door de stijging van de beroepsbevolking met 5,8% en het toegenomen pendelsaldo.

Deze tendens dreigt zich verder te ontwikkelen, getuige de komst van Libertel, Mercedes Benz en Indigo tegenover de afname van het aandeel in de arbeidsmarkt van de grotere industrieën.

 

De boodschap die uit het Structuurplan Maastricht 2005 spreekt, is dat Maastricht keuzen zal moeten maken uit schaarse financiële middelen en ruimte, en zich moet richten op structuurversterking en het terugdringen van de werkloosheid. Dit is onder andere mogelijk door extra aandacht te vragen voor dit aspect in plannen zoals bijvoorbeeld voor De Geusselt.

Een vitale economische structuur en voldoende werkgelegenheid worden als twee essentiële pijlers voor een goed functionerende stedelijke structuur beschouwd.

 

De ruimtelijke ontwikkelingsvisie van Maastricht

De geografische ligging van de stad geeft de mogelijkheid enerzijds marktpotenties voor bestaande bedrijvigheid te verbeteren en anderzijds nieuwe bedrijvigheid te acquireren. De naamsbekendheid en de economische potenties bieden grote kansen. De economische motor die Maastricht voor de burgers van stad en regio moet zijn, krijgt nieuwe brandstof door de aantrekkingskracht die Maastricht op velen heeft.

De stad heeft daarvoor als centrumgemeente wel voldoende ruimte nodig om op eigen grondgebied voor tenminste 25 jaar woningbouw-, kantoor- en bedrijfslocaties te kunnen realiseren. Om de kansen en potenties te benutten dient Maastricht haar interne structuur - waar nodig - aan te passen en economische potenties te versterken.

In dat licht zijn voor voorliggend bestemmingsplan de volgende speerpunten van belang:

-     toename bedrijvigheid, die werkgelegenheid genereert binnen de grenzen van de stad/stadsregio, waardoor de werkloosheid daalt;

-     verhoging van de aantrekkelijkheid van de stad als woonplaats voor de kansrijken;

-     het oplossen van infrastructurele knelpunten.

 

Ten aanzien van werkgelegenheid en de bedrijvigheid is de volgende ruimtelijk-kwantitatieve opgave voor de gehele stad geformuleerd: ‘De behoefte aan bedrijfsterreinen ligt in de periode tussen 1995-2005 tussen de 60 en 90 hectare. In de periode 2005-2025 is - inclusief bedrijfsverplaatsingen - in totaal 140 tot 180 hectare bedrijfsterrein nodig. Ten aanzien van kantoren bedraagt de behoefte in de periode 1995-2005 tussen de 100.000 en 150.000 m² bvo. Tussen het jaar 2005 en 2025 komt daar nog 300.000 tot 350.000 m² bvo bij.’

In het Structuurplan Maastricht 2005 wordt beoogd vanuit een overkoepelende visie verbindingen te leggen tussen de verschillende beleidsvelden en een antwoord te geven op de hierboven geformuleerde opgave.

Daartoe wordt een ‘planconcept’ gepresenteerd, dat de gewenste ruimtelijke opbouw van de stad weergeeft en de basis vormt voor de uiteindelijke structuurplankaart.

Een belangrijk gegeven in dit planconcept is de onderkenning van een viertal knooppunten waartussen de kern van het stedelijk gebied van Maastricht als het ware is opgespannen:

-     Noordwest-Entree;

-     De Geusselt;

-         Europaplein;

-        Tongerseplein/Ta-pijn Kazerne

 

Impressie van het planconcept

(bron: Structuurplan Maastricht 2005)

 

Deze knooppunten zijn gelegen aan de belangrijkste invals/uitvalswegen van de stad en vormen elk een bijzondere plek in de stad. Voor deze plekken worden speciale eisen gesteld met betrekking tot de bereikbaarheid, inrichting van de openbare ruimte, functiemenging en leefbaarheid en worden grote kansen toegedicht voor de ontwikkeling van werkgelegenheid.

 

Terug naar inhoudsopgave



3       HET PLANGEBIED

 

3.1            Analyse bestaande situatie

 

3.1.1    Ruimtelijke analyse

Het plangebied ligt aan de zuidwesthoek van een groene ‘wig’, die vanaf de noordoostzijde het stedelijk gebied van Maastricht indringt. De wig wordt gevormd door het Geusselt-park, de Landgoederenzone en de Bemelergrubbe, waarbij het park de ruimtelijke overgang is tussen de landgoederenzone aan de noordzijde en het stedelijk gebied van Maastricht aan de zuidzijde.

Met name het parkgebied en de Landgoederenzone herbergen veel landschappelijke, ecologische en waterhuishoudkundige waarden.

 

Komend vanaf de Kruisberg loopt de A2 door de genoemde gebieden naar beneden de stad in, waarbij men ter hoogte van het Geusseltplein daadwerkelijk in het stedelijk gebied van Maastricht komt.

De ‘wig’ vormt een ruimtelijk fraaie stadsentree met potenties tot nog verdere verfraaiing. De stadsentree heeft zijn cachet vooral aan de volgende elementen te danken:

-     de Geusseltvijver, die een openheid verschaft aan de oostzijde van de A2 en een extra ruimtelijke status meegeeft aan het Geusseltpark, dat erachter ligt;

-     het voetbalstadion De Geusselt met het grote voorplein, dat een duidelijk herkenbaar element vormt aan het Geusseltplein (de kruising van de A2 en de Terblijterweg);

-     de reeks woonblokken van de wijk Nazareth aan de westzijde van de A2, die de snelweg begeleiden;

-     de vernauwing van het profiel ter plaatse van het Geusseltplein, waar de A2 van snelweg in stadstraverse verandert en de markering van de richtingsverandering door het schoolgebouw van Boosten.

 

Aan de zuidzijde van het plangebied en de Landgoederenzone slingert vanaf het Geusseltplein de Terblijterweg als een parkway langs het stedelijk gebied richting ‘heuvelland’. Hierbij is sprake van een samenspel tussen de parkway en de groene gebieden waarlangs deze weg loopt.

 

Het plangebied en directe omgeving kent een ruimtelijk ensemble met een meervoudige functie. Het vormt de ruimtelijke overgang van de invalswegen naar het stedelijk gebied van Maastricht en herbergt het stadioncomplex met een groot voorterrein en enige omringende bedrijvigheid, zoals bijvoorbeeld een vestiging van McDonalds en een hotel. Het ‘inpakken’ van het M.V.V.-stadion door middel van een ‘schil’ aan de west- en oostzijde staat in de planning, terwijl dit aan de zuidzijde al is gerealiseerd (bedrijvencentrum).

De visuele openheid tussen het stadionplein en het Geusselt-park is een ruimtelijke kwaliteit van het gebied. De aanwezige bebouwing ligt min of meer vrijstaand in een aaneengesloten parkgebied.

 

Reeds is aangegeven dat de Geusseltvijver, die grenst aan het plangebied, een element vormt dat een speciale kwaliteit meegeeft aan de noordelijke stadsentree, maar ook aan het plangebied zelf. Het hotel aan de zuidzijde van de vijver vormt een duidelijk 'decorstuk' die de overgang tussen landschap en stad benadrukt.

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bestaande situatie


Aan de Terblijterweg - in het zuidelijk deel van het plangebied - staat een sporthal. In de toekomst wordt rekening gehouden met een eventuele verplaatsing van de sporthal. Hierdoor ontstaat er ruimte voor transformatie afhankelijk van de ruimtelijke en economische scenario's. Het gebied heeft dus toekomstwaarde ten behoeve van stedelijke functies waarin de aanpak van de A2 doorwerkt als nieuw stedelijk vestigingsmilieu t.z.t. voor bedrijven en/of kantoren.

 

De entree van plangebied vanaf de Terblijterweg - zowel vanaf de A2 als vanuit oostelijke richting - wordt bepaald door:

-     het voetbalstadion met het grote voorplein;

-     de bebouwing aan de zuidwestzijde (Dr. Schaepmanstraat), die door haar gesloten typologie duidelijk het begin van het stedelijke woongebied vormt.

-     het verloop van de voormalige ontsluitingsweg naar Wittevrouwenveld van voor de aanleg van de Terblijterweg. De woonbebouwing ligt op enige afstand van de Terblijterweg, waardoor de entree 'maat' heeft gekregen;

-     het benzinestation, dat aan de zuidzijde de open ruimte voor het stadion markeert.

 

3.1.2    Verkeer en parkeren

Het gebied rond De Geusselt ligt tussen de A2 en de Terblijterweg. Zowel vanuit het noorden als vanuit het zuiden is het gebied in goed bereikbaar per auto. Vanaf de A2 via de Terblijterweg naar het voorplein van De Geusselt bedraagt de afstand slechts honderd meter. Ook vanuit Maastricht-West is De Geusselt per auto goed bereikbaar via de Noorderbrug/Viaductweg.

 

De bereikbaarheid per openbaar vervoer is in de huidige situatie minder goed. De Geusselt is bereikbaar door gebruik te maken van de voorzieningen in de buurt Wittevrouwenveld. Lijn 10 heeft zijn eindhalte in het verlengde van de Olympiaweg - tussen de kerk en het benzine-verkooppunt - en is op loopafstand van De Geusselt gelegen.

 

Het M.V.V.-stadion, het hotel, de sporthal en de vestiging van Mac Donalds zijn publieksaantrekkende functies. Het centraal gelegen parkeerterrein is van zodanige omvang dat de combinatie van de drie genoemde functies slechts incidenteel een probleem oplevert. Er is sprake van een grote mate van uitwisselbaarheid van de bestaande parkeervoorziening. Het parkeerterrein wordt daarnaast nog benut door de rijschoolhouders voor het doen van rijproeven en bovendien fungeert het terrein als parkeervoorziening voor vrachtauto's en als overstapstation voor touringcar-bedrijven. Deze laatste functie is slechts tijdelijk, momenteel wordt gezocht naar alternatieve locaties, waarbij met name gezocht wordt naar een combinatie met een P&R-voorziening. Het parkeerterrein wordt, met uitzondering van de thuiswedstrijden van M.V.V., nooit volledig benut.

 

3.1.3    Milieuaspecten

 

Geluid

Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient te worden nagegaan of er belemmeringen zijn vanuit het aspect geluidhinder. Onderscheid dient daarbij te worden gemaakt tussen o.a. Industrielawaai en (Spoor)wegverkeerslawaai.

 

Het plangebied ligt voor een deel binnen de 50 dB(A) contour Industrielawaai van industrieterrein Limmel. Het gebied ligt buiten de 50 c.q. 100 meter zone van de A2, maar wel binnen de onderzoekszone van de A2 in het kader van verkeerslawaai.

 

Onderhavig plan voorziet in de realisatie van kantoor- en bedrijfsbebouwing. Deze bebouwing is niet aan te merken als geluidgevoelig. Gelet hierop bestaat er vanuit het aspect geluidhinder (zowel voor Industrielawaai als voor wegverkeerslawaai) geen belemmering voor het plangebied.

 

Bodem

Voor diverse locaties in het plangebied zijn in de afgelopen jaren diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Het betreft de volgende onderzoeken:

-     Verkennend bodemonderzoek Terblijterweg/Olympiaweg (‘De Geusselt’) te Maastricht (Grontmij, maart 1997) -> voor de conclusies en aanbevelingen uit dit rapport: zie hieronder.

-     Verkennend bodemonderzoek M.V.V.-oefenvelden te Maastricht (Witteveen & Bos, mei 1993) -> geen belemmeringen voor ontwikkelingen vanwege vervuiling van bodem of grondwater.

-     Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van een perceel aan de Stadionweg te Maastricht (Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V., oktober 1994) -> geen belemmeringen voor ontwikkelingen vanwege vervuiling van bodem of grondwater

-     Verkennend bodemonderzoek op een locatie op de hoek van het Stadionplein en de Olympiaweg in het stadsdeel Oostermaas te Maastricht -> geen belemmeringen voor ontwikkelingen vanwege vervuiling van bodem of grondwater.

-     Delen van het Geusseltcomplex -aan het Stadionplein te Maastricht-, de deellocatie Bedrijvencentrum-zuid en Apple Parc Hotel zijn reeds gesaneerd via deelsaneringsplannen. Voor de deellocaties Ondernemingshuis is begin 1999 een deelsaneringsplan bij Gedeputeerde Staten ingediend. Voor de overige delen van het Geusseltcomplex worden in 1999 de laatste deelsaneringsplannen opgesteld.

      De gemeente staat garant voor de uitvoering van de saneringen.

 

Voor de locatie die subject is van het ‘Verkennend bodemonderzoek Terblijterweg/Olympiaweg (‘De Geusselt’) te Maastricht’ zijn de volgende conclusies en aanbevelingen gegeven:

Ter plaatse van de Olympiaweg zijn in de funderingslaag van het weglichaam bodem sterk verhoogde gehaltes aan zink en PAK aangetoond.

 

Voor wat betreft de licht tot matig verhoogde gehaltes aan zware metalen en de licht verhoogde gehaltes aan PAK geldt dat dergelijke gehaltes bij bodemonderzoeken de omgeving frequent worden aangetoond. Derhalve kunnen de bij het onderhavige onderzoek aangetoonde licht tot matig verhoogde gehaltes aan zware metalen en licht verhoogde PAK-gehaltes als stedelijke achtergrondconcentratie worden beschouwd.

 

De hierboven vermelde onderzoeken bestrijken niet het complete plangebied van onderhavig bestemmingsplan. Voor gedeelten waarvoor nog bodemonderzoek moet geschieden zullen de resultaten te zijner tijd aan deze toelichting worden toegevoegd.

 

LPG-cirkel

Tussen de Terblijterweg en de Dr. Schaepmanstraat is een brandstofverkooppunt gevestigd dat beschikt over een LPG-afleverinstallatie.

Het vulpunt van deze installatie is nabij de toegang tot het parkeerterrein bij het stadion gesitueerd.

Op grond van het ‘Besluit LPG-tankstations’ mag binnen een afstand van 80 meter vanaf een LPG-vulpunt geen nieuwbouw van woningen of categorie II-objecten ingevolge genoemd Besluit LPG-tankstations plaatsvinden.

 

Het brandstofverkooppunt bevindt zich buiten het plangebied; de zogenaamde LPG-cirkel ligt echter binnen het plangebied. Gelet hierop zal in de voorschriften van voorliggend bestemmingsplan bepalingen dienovereenkomstig moeten worden opgenomen.

 

 

3.2            Kansen en potenties voor het plangebied

 

3.2.1    Ruimtelijk: ‘poort’ van de stad

Op de plankaart van het Structuurplan Maastricht 2005 komt het knooppunt van De Geusselt tot uiting in de aanduiding ‘ontwikkelingsgebied met zeer hoge inzet’. In het licht daarvan is tevens de nabijheid van de A2 van belang.

De A2 wordt gezien als de levensader van de stad en de regio en moet de verbinding tot stand brengen tussen zowel de stad en haar natuurlijke achterland als de totale regio en de nabijgelegen economische kerngebieden. Hiermee heeft de A2 als onderdeel van het Trans-Europese netwerk ook een internationaal karakter. Ondertunneling van de A2 - globaal tussen een punt ten noorden van De Geusselt en het Europaplein - ter plaatse van de huidige traverse, lijkt in een compacte stad als Maastricht het beste antwoord op de problematiek van leefbaarheid, bereikbaarheid en doorstroming.

 

Gekoppeld aan de A2 wordt het van belang geacht de entreepunten van de stad - waaronder De Geusselt - vorm te geven. Deze locaties vormen niet alleen de verkeerskundige entrees van het centraal stedelijk gebied, maar moeten ook in ruimtelijk opzicht de stad markeren. Hier zijn grote mogelijkheden om programma's te realiseren op het gebied van (zakelijke) dienstverlening en/of bijzondere functies gebruikmakend van de significante ligging aan de hoofdverkeersstructuur met een goede bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer.

 

Zoals al eerder gezegd is De Geusselt onderdeel van het Grote Stedenbeleid en wordt in dat kader beschouwd als een herstructureringslocatie. De bijzondere ligging in een groene, parkachtige setting met het M.V.V.-stadion als ‘blikvanger’ daarbinnen, biedt grote mogelijkheden om de doelstelling als entreegebied waar te maken en verhoogt de aantrekkingskracht voor nieuwe bedrijvigheid. Dat gegeven moet uitgangspunt zijn voor de stedenbouwkundige ontwikkeling, waarbij gebruik gemaakt zal worden van de bestaande parkstructuur.

Naast een ontwikkeling direct rond het stadion, kan - ten gevolge van de verplaatsing van de sporthal - tevens een herschikking plaatsvinden van de bebouwing aan de zuidoostzijde van het stadion. Daarmee wordt ook de samenhang versterkt met het bedrijventerrein Scharn Noord. Hierbij dient ook de versterking van het totale gebied als groene geledingszone in het stedelijk gebied van Maastricht en de verbindingszone tussen Amby en de stad voorop te staan.

 

3.2.2    Functioneel: het concept

De ontwikkeling van de informatietechnologie laat duidelijk zijn sporen na in de economische bedrijvigheid. Ondernemerschap verandert en het traditionele onderscheid tussen bedrijven en kantoren vervaagt. Daar waar in het recente verleden een vrij strikt onderscheid tussen kantoorlocaties en bedrijventerreinen gehanteerd kon worden, ontstaat nu een marktbehoefte voor een nieuwe formule. Nieuw ondernemerschap vraagt om een flexibeler aanbod van bedrijfsruimte, gekoppeld aan een breed pakket van serviceverlening.


Het concept van bijvoorbeeld de World Trade Centra speelt hier op in. Bij De Geusselt doet zich de unieke gelegenheid voor een dergelijk concept op de Maastrichtse schaal te realiseren, het zogenaamde Ondernemingshuis in combinatie met de bedrijvencentra. De uniciteit van de Geusseltlocatie heeft te maken met de synergie van de beleidsvelden werkgelegenheid, Grote Stedenbeleid en de ruimtelijke, thematische aanpak.

 

Nieuwe bedrijvigheid is van groot belang voor de economische- en werkgelegenheidsstructuur van de stad. Naast het aantrekken van nieuwe vestigingen van buiten de stad is het stimuleren van ondernemerschap door faciliteiten te bieden voor starters en doorstarters daarin een kernpunt van beleid. Vanuit die optiek is met steun van rijk, provincie en gemeente in een eerste fase een bedrijvencentrum bij de Geusselt gerealiseerd, waarin kleinschaliger bedrijven tegen betaalbare huurprijzen onderdak hebben gevonden.

 

Dat bedrijvencentrum is gerealiseerd met het oog op het Grote Stedenbeleid van deze gemeente. Speerpunt van dat beleid vormt de integrale gebiedsgerichte aanpak op buurtniveau. Ruimtelijk-economische ontwikkelingen worden gekoppeld aan het wegwerken van achterstanden: de koppeling van sterk aan zwak. In deze opzet blijken private partijen bereid risico-dragend te participeren, waardoor de effectiviteit van de middelen van het Grote Stedenbeleid belangrijk toeneemt. Bij de Geusselt wordt deze verbinding van economische, ruimtelijke en sociale componenten operationeel gemaakt. Mede daarom is het Wittevrouwenveld eerder al als prioritaire buurt in het kader van het grote Stedenbeleid aangewezen. De reeds gerealiseerde hotel- en horecavoorzieningen (Apple Parc, Applebee's en McDonalds) hebben in de sfeer van werkgelegenheid voor het Wittevrouwenveld al hun vruchten afgeworpen. Ook het nieuwe bedrijvencentrum heeft inmiddels voor extra directe werkgelegenheid gezorgd, ook in de sfeer van additionele arbeid (bewaking, onderhoud, schoonmaken). Ten aanzien van beheer en onderhoud van het gehele plangebied zullen via het buurtbeheerbedrijf langdurig werklozen een baan kunnen vinden.

 

De snelheid waarmee de eerste fase van het bedrijvencentrum rond het stadion is verhuurd illustreert de grote behoefte aan kleinschaliger huisvesting voor een mix van startende en doorstartende ondernemingen. De potenties die de andere zijden van het stadion in dit kader bieden, dienen in samenhang met de renovatie van het stadion optimaal ingevuld te worden.

De verdere ontwikkeling van deze formule vraagt om een verdere verbreding van het concept. Doelstelling is het creëren van een ideale omgeving voor bedrijven om te ondernemen. Die omgeving moet het bedrijf in staat stellen zich volledig te ontplooien, omdat secundaire zaken zijn geregeld. Daarbij zijn twee elementen van doorslaggevende betekenis: flexibiliteit en faciliteiten.

 

Hierboven is al gesteld dat de snelheid van de technologische ontwikkelingen een dusdanig grote invloed heeft op arbeidsprocessen dat de traditionele segmentering van bedrijfs- en kantoorgebouwen is achterhaald. Ondernemingen vragen in toenemende mate om huisvesting in hoogwaardige gebouwen, met voldoende zogenaamde ‘flexspace’ om soepel in te spelen op groei of krimp van de onderneming. Met name bij startende en doorstartende ondernemingen speelt dit thema een grote rol. Flexspace houdt in dat de architectuur, de indeling en de gebruiksmogelijkheden van de kantoor- en bedrijfsgebouwen tegemoet moet komen aan hoge eisen voor wat betreft de ruimtelijke en functionele flexibiliteit. Tevens betekent dit dat diverse soorten gebruikers met verschillende functies gebruik kunnen maken van hetzelfde gebouw of dezelfde ruimte in een gebouw, onder voorwaarde dat de functies verenigbaar zijn vanuit milieuoverwegingen.


Hierbij is ook van belang dat functies binnen een gebouw uitwisselbaar zijn. De noodzaak voor deze flexibiliteit wordt ingegeven door het feit dat het plan zich in belangrijke mate richt op (door)startende ondernemingen. De daarmee te verwachten frequente mutaties moeten flexibel en slagvaardig kunnen worden aangepakt.

De nieuw te realiseren bedrijvencentra en het Ondernemingshuis zullen moeten inspelen op de geschetste behoeften.

 

Naast het aanbieden van een geschikte, flexibele bedrijfsruimte moet ook een breed pakket aan faciliteiten aangeboden worden. Dit loopt uiteen van een servicecenter waarin secretariële ondersteuning, vergaderruimtes, kopieerservice, desktop publishing aangeboden worden tot een hoogwaardig aanbod van initiërende en adviserende functies. Door een bundeling en concentratie van allerlei dienstverlenende organisaties voor (startende) ondernemingen kunnen deze faciliteiten laagdrempelig geboden worden. Het spreekt voor zich dat een dergelijk faciliteitenpakket georganiseerd en onderhouden moet worden, hetgeen om een degelijke en structurele voorziening vraagt.

De Kamer van Koophandel komt -als zijnde het instituut waarin de ondernemers zich hebben verenigd- het meest in beeld voor het uitvoeren van deze taak. De Kamer van Koophandel heeft immers een bijna van nature op deze taak toegesneden equipage en zal per definitie ook de meeste know-how bezitten. Middels een zogenaamd Ondernemingshuis kan de Kamer van Koophandel in de behoefte voorzien en vormt daarmee de spil in het voorziene bedrijvenconcept van de Geusselt. Het Ondernemingshuis kan een cruciale rol spelen in onder andere de sturing, coördinatie, ondersteuning, advisering, beheer, kwaliteit en het vervoersmanagement binnen het concept. Behalve de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg kunnen in het Ondernemingshuis tevens de Stichting Starterscentrum, accountants- en adviesbureaus, notarissen en andere dienstverlenende organisaties een plaats vinden.

Niet alleen voor het gebied van De Geusselt zelf maar ook gelet op het werkingsgebied van de Kamer van Koophandel is De Geusselt de meest ideale vestigingsplaats. Men heeft op die plek als het ware zicht op de regio, waarvoor de Kamer werkzaam is. Bovendien zijn er optimale infrastructurele voorzieningen aanwezig. Elders in Maastricht is niet bij benadering een plek te vinden die de voor de Kamer van Koophandel specifieke eisen op dezelfde wijze kan invullen.

 

Met de bedrijvencentra en de directe nabijheid van het Ondernemingshuis, met daarin de loketfunctie van de Kamer van Koophandel in combinatie met de ondersteunende faciliteiten van zelfstandige marktpartijen, ontstaat een nieuwe integrale formule als katalysator en stimulator van economische ontwikkeling. Door de bundeling van faciliteiten en de grote mate van flexibiliteit van de bedrijfsruimten wordt immers een toegesneden pakket aangeboden voor startende en doorstartende bedrijven. In een optimale situatie ontstaat met dit concept een echte broedplaats voor nieuw ondernemerschap. Dit concept biedt, tezamen met de nauwe betrokkenheid van gemeente en Kamer van Koophandel, verenigd in de Stichting Geusselt, tevens optimale garanties voor de duurzaamheid van het bedrijvenpark.

 

Ook in ruimtelijk opzicht past dit concept in het beleid, zoals dat al in de Structuurvisie Maastricht 1990-2000 was uitgezet. Daarin was de Geusseltlocatie aangeduid als een toplocatie voor een mix van bedrijvigheid, kantoren en horeca. De Geusselt zou aan bod komen indien er sprake zou zijn van een thematische aanpak die op de reguliere locaties niet te realiseren zou zijn. Dat reguliere aanbod van hoogwaardige kantoorlocaties in Maastricht concentreert zich thans op een drietal locaties:


Ceramique, stationsomgeving en Randwyck-Noord. Inmiddels is het aanbod op Ceramique geheel ingevuld. De stationslocatie is op korte termijn niet te ontwikkelen vanwege de problematiek van de ‘externe veiligheid’. Weliswaar vindt over dit thema overleg plaats met het ministerie van VROM, maar een oplossing is op korte termijn niet te verwachten. Een A-locatie voor kantoorontwikkeling is binnen afzienbare tijd dus niet beschikbaar, maar conform het Structuurplan 2005 blijft het de inzet van de gemeente om zo'n locatie in de komende periode operationeel te maken.

 

Als B-locatie is Randwyck-Noord direct beschikbaar en zou dus vanuit planologische optiek thans ruimte kunnen bieden aan de huisvesting van de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg. Met het oog op het werkingsgebied biedt de situering van de Kamer van Koophandel bij de Geusselt echter voordelen voor de regio. Een zo centraal mogelijke ligging ten opzichte van de stedelijke centra Sittard/Geleen en Heerlen/Kerkrade is cruciaal. Ten opzichte van Randwyck-Noord voldoet de Geusselt voor de regio beter aan dat profiel. Weliswaar gesitueerd in Maastricht oriënteert de Kamer van Koophandel zich als onderdeel van het Ondernemingshuis bij de Geusselt letterlijk op de regio.

 

Veel belangrijker is echter dat bij een keuze voor Randwyck-Noord de conceptuele samenhang tussen Ondernemingshuis, Kamer van Koophandel en bedrijvencentra zou wegvallen. Vanuit de optiek van economische ontwikkeling en buurtgerichte aanpak in het kader van het Grote Stedenbeleid zou dat een enorme gemiste kans betekenen. Juist de toegevoegde waarde van het concept op de Geusseltlocatie maakt het verantwoord ook in planologische termen te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen die de Geusselt opwaarderen tot B-locatie.

Hierbij kan bovendien worden aangetekend dat Randwyck-Noord op korte termijn zal zijn uitgegeven.

 

Ten aanzien van de tweede fase van het plangebied moet nog opgemerkt worden dat deze pas op langere termijn aan de orde komt. Op voorhand ligt ook hier weer een menging van bedrijven en kantoren in een kleinschaliger setting voor de hand, passend binnen het concept van de eerste fase.

 

3.2.3    Mobiliteit

Voor De Geusselt is een belangrijk uitgangspunt dat voldaan wordt aan de normen die gelden voor een zogenaamde B-locatie, waarbij een sterke rol is weggelegd voor het openbaar vervoer. Vanuit het mobiliteitsbeleid worden immers ontwikkelingen op het gebied van zakelijke dienstverlening en bijzondere functies met name voorgestaan op plekken die gelegen zijn binnen de directe invloedssfeer van een station en/of gebundelde buslijnen (OV-as).

 

In het Structuurplan Maastricht 2005 is aangegeven hoe de gemeente het concept van de OV-assen wil vormgeven. Momenteel is de gemeente op de westelijke oever en aan de zuidoostzijde van de stad bezig met het realiseren van OV-assen.

De volgende stap voorziet in een bundeling van de buslijnen aan de noordoostzijde van de stad, richting De Geusselt. Hierbij wordt uitgegaan van een ondertunneling van rijksweg A2, waardoor een vrije busbaan op de huidige A2-traverse gerealiseerd kan worden en een bundeling van een aantal –in noordoostelijke richting lopende– buslijnen kan plaatsvinden. Hierdoor ontstaat een hoogwaardige openbaarvervoerlijn waarbij het gebied van De Geusselt een knooppunt wordt in het regionale netwerk. Het bereikbaarheidsprofiel van De Geusselt wordt daarmee zodanig opgekrikt dat uitstekend wordt beantwoord aan de criteria van rijk en provincie ten aanzien van een B-locatie.

Voorts is ook een lightrail-netwerk in studie die volgens planning in 2002 Maastricht met Heerlen en Kerkrade zal gaan verbinden.


In deze studie is voorzien in een halteplaats in de wijk Nazareth, ter hoogte van de Balijeweg. Deze halteplaats ligt op 500 meter afstand van De Geusselt (6-7 minuten lopen) en biedt naar de toekomst toe een aanvullend openbaar vervoerssysteem voor het woon-werkverkeer.

Daarnaast is het van groot belang dat reeds in een vroeg stadium van de ontwikkeling van het gebied met de ondernemers en initiatiefnemers te komen tot een vervoersmanagementplan voor het gehele plangebied. Een belangrijke taak hierbij is weggelegd voor het Ondernemingshuis van de Kamer van Koophandel en/of de Stichting Geusselt.

 

In de periode totdat de ombouw van de A2 en de aanleg van de hoogwaardige openbaarvervoerslijn gerealiseerd zijn, zal de bereikbaarheid van het gebied met het openbaar vervoer reeds geoptimaliseerd moeten worden.

Buslijn 10 verzorgt momenteel samen met diverse andere lijnen op de Meerssenerweg de openbaar vervoersontsluiting van het plangebied. Plannen om deze lijn door te trekken en een halteplaats te geven vlak voor het stadion zijn in een vergevorderd stadium, hetgeen natuurlijk al een belangrijke verbetering voor de bereikbaarheid met zich meebrengt. Parallel hieraan wordt de bereikbaarheid met openbaar vervoer verder verbeterd door het in ontwikkeling brengen van de woningbouwlocatie Scharn-Noord en meer specifiek door de realisering van de Oostermaasweg.

 

Bij de realisatie van het project wordt dus geanticipeerd op de (door iedereen noodzakelijk geachte) uitkomsten van het A2-project. Indien dit project onverhoopt niet de gewenste uitkomsten biedt, dan zal sowieso de gehele vervoersproblematiek aan de oostzijde opnieuw bezien moeten worden. In dat licht zullen via vervangende maatregelen situatie moeten worden geschapen die toch recht doet aan de kwalificatie van B-locatie. Hierbij kan gedacht worden aan maatwerk via bijvoorbeeld een hogere frequentie van het aantal busritten, het instellen van een taxi-bus en het aanscherpen van het vervoersmanagement.

Na de realisering van de stadstraverse zal het beoogde B-profiel van de onderhavige locatie opnieuw worden bezien.

 

Tenslotte speelt niet alleen het openbaar vervoer een belangrijke rol in het mobiliteitsvraagstuk, maar is ook de aanwezigheid van een fietspadenstelsel van evident belang. Verwacht mag worden dat een groot deel van de (nieuwe) werknemers uit Maastricht zelf en nabijgelegen kernen komen en dus -gezien de grootte van de stad- in principe op fietsafstand van De Geusselt wonen. Het gehele stedelijke gebied van Maastricht en de kernen Bunde, Meerssen, Rothem, Amby, Bemelen, Berg, Cadier en Keer en Gronsveld liggen namelijk binnen een straal van 5 km van De Geusselt.

Vanuit het stedelijk gebied van Maastricht en de genoemde kernen is De Geusselt via een aantal (meestal vrijliggende) rechtstreekse fietsroutes over het algemeen zeer gemakkelijk en binnen aanvaardbare tijd (20 à 30 minuten) voor fietsers bereikbaar. Zelfs voor het stadsdeel op de westelijke oever van de Maas is dit het geval, omdat juist in het verlengde van de Viaductweg de Noorderbrug over de Maas is gelegen. Verbetering van de fietspadennetwerk is -waar nodig- een van de aandachtspunten in het gemeentelijk beleid. Zo wordt voor het ten zuiden van de Viaductweg gelegen fietspad een verbetering voorgesteld om de bereikbaarheid van De Geusselt voor het fietsverkeer te optimaliseren.

Terug naar inhoudsopgave



4       PLANBESCHRIJVING

 

 

De invulling van De Geusselt dient gelet op de unieke ligging zowel landschappelijk als geografisch met de grote zorg te geschieden. Respect voor de aanwezigheid van het parkgebied is daarbij van het grootste belang. Dit betekent dat niet wordt toegegeven aan de druk om te komen tot een substantiële invulling van het gebied. Een bewijs hiervan is dat het programma voor bedrijven en kantoren wordt gekenmerkt door terughoudendheid. Eén en ander betekent derhalve dat voor dit toch binnenstedelijk gebied kwaliteit en leefbaarheid de voorrang krijgen boven een optimale en uitsluitend zakelijke invulling.

 

Als ruimtelijk thema voor de ontwikkeling van de locatie is dan ook het park gekozen. In de gemeentelijke visie moeten de bebouwing, verkeersinfrastructuur en openbare ruimte de karakteristiek van het (sport)park respecteren en waar mogelijk zelfs versterken:

-     de bebouwing bestaat uit heldere, losstaande volumen met een beperkt grondvlak en is omgeven door ruimte;

-     de infrastructuur ten behoeve van ontsluiting en parkeren wordt zoveel mogelijk beperkt door de verkeersstromen te concentreren en waar mogelijk dubbel grondgebruik te stimuleren;

-     in de openbare ruimte worden bomenrijen ingezet om de hoofdstructuur van het park te versterken, en aan de detaillering op microniveau wordt speciale zorg besteed om samenhang tussen de verschillende initiatieven te brengen.

 

 

4.1            Bebouwing

 

In het kader van de tracé/MER-studies voor de A2 door Maastricht is een aantal varianten gemaakt die consequenties hebben voor de directe omgeving van het knooppunt De Geusselt, het park en het Stadionplein. In de ontwikkelingsvisie moet daarom ruimte worden gereserveerd voor de inpassing van nieuwe wegtracés. Daarom is gekozen voor een compacte organisatie van toe te voegen gebouwde voorzieningen.

 

Het stadion en bedrijvencentrum

Het stadion wordt aan de noordwest-, zuidwest- en zuidoostzijde op een compacte wijze ingebouwd met nieuwe functies. Aan de noordoostzijde (parkzijde) vindt geen ingrijpende uitbreiding plaats. Belangrijk is het openhouden van de hoeken van het complex, om de massaliteit c.q. massiviteit van het blok te breken, waarbij de tribunering overigens wel gesloten wordt. De entrees naar het stadion behoeven een apart accent.

 

Het gebouw tegen de zuidwestkant van het stadion is reeds uitgevoerd. De overige toe te voegen bebouwing tegen het stadion dient wat betreft de hoogte, gevelbehandeling en materialisatie aan te sluiten op dit gebouw.

Het is mogelijk de ruimten op de begane grond over te laten lopen in de ruimte onder de tribune. Het is eveneens mogelijk een expeditiestraat aan te leggen tussen het bedrijfsgebouw en het stadion, zodat de ruimte onder de tribune als opslagruimte kan worden gebruikt.

De tweede en derde verdieping kunnen een visuele relatie met het stadion hebben.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Denklijnen ontwikkelingen rond stadion (bron: Conceptplan De Geusselt)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3d visualisatie nieuwe situatie Geusseltstadion

(bron: Masterplan De Geusselt)


Het lineaire blok aan de noordwestzijde van het stadion is georiënteerd op het hotel en het toekomstige Ondernemingshuis van de Kamer van Koophandel. Aan de andere zijde ligt een gelijk volume tegen het stadion, terwijl achter McDonalds ruimte is voor een extra bouwvolume. Hier worden verschillende functies gegroepeerd rondom een binnenhof, waarop beperkt geparkeerd kan worden. Op de hoek Olympiaweg/Stadionweg is de mogelijkheid opgenomen een accent te realiseren tot maximaal 25 meter hoogte. Het gehele rechthoekige terrein is met een parkeergarage onderkelderd.

 

Na de overkapping van de Maastribune aan de zuidwestzijde van het veld worden in de hoeken twee gebouwen gezet die de aansluiting met de twee bestaande langstribunes realiseren. Ze fungeren als overgangselementen, omdat de maatvoering en het constructietype van de tribunes verschillend zijn. De hoekvolumen zijn even hoog als de bedrijfsgebouwen.

De begane grond is open voor onderdoorgangen, die de hoofdtoegangen tot het veld vormen. Hieromheen zal de ontsluiting van de tribunes plaatsvinden. Op de drie verdiepingen kunnen diverse programma's worden ondergebracht, bijvoorbeeld businessclub, beveiligingsdienst, persruimte en dergelijke.

Een vergelijkbare kapconstructie als bij de Maastribune kan ook boven de andere tribunes worden gerealiseerd.

 

Hotel en Ondernemingshuis

Aan de zuidzijde van de Geusseltvijver worden vrijstaande gebouwen gesitueerd. Ten opzichte van de vijver en de Stadionweg liggen de gebouwen licht verhoogd om ze te verzelfstandigen van het park. Beide gebouwen vormen een ruimtelijk accent. Zij onderscheiden zich van de overige bebouwing in het Geusseltpark door hun hoogte. Het bouwvolume van Hotel Apple Parc is een dubbele schijf van 20-25 meter hoogte, die de richting van het stadion overneemt.

Uit stedenbouwkundig oogpunt is het gewenst het beoogde Ondernemingshuis zover mogelijk richting Geusseltvijver te situeren, omdat zodoende voorkomen wordt dat het gebouw met het hotel een afgesloten geheel richting park gaat vormen. De filosofie van losstaande gebouwen in een parkachtige omgeving komt zo optimaal tot zijn recht. Er zijn thans geen studies van de A2-traverse bekend die een belemmering vormen voor deze situering.

Het Ondernemingshuis bestaat uit twee hoofdvolumes. Het lage deel pakt de richting van de stadionweg op en het hoge deel verwijst als landmark door zijn bouwvorm en oriëntatie naar de A2. Parkeren dient middels een gebouwde voorziening onder maaiveld opgelost te worden.

 

Doordat de bebouwing hier bestaat uit opgaande vrijstaande elementen vormen zij een fraai decor dat vanaf de A2 duidelijk waarneembaar is.

De gebouwen liggen ruimtelijk gescheiden van het stadion door een parkeerveld. De omgeving van de gebouwen dient openbaar toegankelijk te blijven als onderdeel van de routes door het park.

 

Bebouwing in fase 2

De tweede fase van het project betreft de omgeving van de huidige sporthal ‘De Geusselt’. Herontwikkeling van deze locatie biedt de mogelijkheid de uitstraling naar de Terblijterweg sterk te verbeteren en de samenhang met het bedrijfsterrein Scharn-noord te versterken. Achter een brede groenstrook van ong. 15 meter met begeleidende beplanting etaleren de bedrijven zich middels vrijstaande gebouwen van vier lagen hoog naar de Terblijterweg. De open ruimten tussen de bedrijven worden groen ingericht om de uitstraling naar de Terblijterweg te versterken.


Naast ondergronds parkeren wordt het overige parkeren centraal en geconcentreerd op het terrein opgelost, met zoveel als mogelijk dubbelgebruik van plaatsen. Het centrale parkeerterrein is voor gemotoriseerd verkeer alleen vanaf de Olympiaweg bereikbaar. Voor de ontwikkeling van deze tweede fase is de toekomst van de sporthal maatgevend. Momenteel wordt de structuur van de binnensportaccommodaties in Maastricht opnieuw tegen het licht gehouden en daaruit vloeit ook een uitspraak over sporthal ‘De Geusselt’ voort. Herontwikkeling van dit gebied is dus pas aan de orde indien de binnensportaccommodaties in Maastricht anders georganiseerd zijn.

 

 

4.2            Groen

 

Ten aanzien van het groen in het plangebied en omgeving zijn vooral de volgende uitgangspunten van belang:

-     behoud van het parkkarakter van De Geusselt als onderdeel van de stadsentree en als onderdeel van de landgoederenzone.

-     versterking van de parkkwaliteiten van dit gebied en het versterken van de ecologische potenties. In een vorig hoofdstuk is reeds aangegeven hoe, in het kader van het bestemmingsplan ‘Amby 1993’ verder inhoud wordt gegeven aan dit uitgangspunt;

-     versterken van de ecologische en landschappelijke relaties over de A2 heen. De terreinen bestemmen tot natuurontwikkelingsgebieden;

-     versterken cultuurhistorische relaties over de A2 heen door het openhouden van het groene middengebied als onderdeel van de groene noordentree van de stad en als schakelruimte tussen de landgoederengebieden aan weerszijden van de A2;

-     handhaven van de relatie Amby-Nazareth via de bestaande A2 onderdoorgang Severenstraat en zo mogelijk realiseren van een nieuwe wandelverbinding tussen Poelsoord en Severen.

Met inachtneming van de bovenstaande essentiële punten kan gezocht worden naar toevoeging van stedelijke functies aan het Geusseltpark.

 

Bij de analyse is reeds aangegeven dat de Geusseltvijver ruimtelijk moet worden versterkt. Dit kan door:

-     aan de Geusseltzijde een sterkere invloed van losstaande gebouwen gericht op het water, waarbij de vijver mogelijk wordt vergroot;

-     het verbeteren van de relatie stadsentreevijver;

-     behouden van de relatie park/vijver.

 

Aangezien hier sprake is van ontwikkelingen binnen een bijzondere ‘groene setting’ dienen alle toevoegingen zorgvuldig ten opzichte van dit groen te worden getoetst.

 

Om de groene kwaliteit van het Geusseltgebied te versterken, gelden de volgende uitgangspunten:

-     geen (fysieke) aantasting van het park De Geusselt ten noordoosten van de Stadionweg;

-     versterking van de Terblijterweg als 'parkway';

-     de directe omgeving rond de gebouwen heeft een groen karakter.

 

Om het karakter van het Geusseltpark in stand te houden, vormt de Stadionweg de harde begrenzing van het plangebied. Het parkeren ten behoeve van de nieuwe functies vindt ondergronds plaats dan wel tussen het stadion en de toe te voegen bebouwing, zodat de uitstraling van het parkeren aan de randen beperkt blijft en de gebouwen richting Geusseltvijver in het groen staan.

 


De Terblijterweg heeft ter hoogte van het Geusseltplein minder kwaliteit. De kwaliteiten van deze 'parkway' zijn met name het ruime profiel met (gedeeltelijk) een groene middenberm en begeleiding aan beide zijden met een enkele bomenrij. Door het gebogen verloop van de weg zijn er langs de weg liggende (schegvormige) groene ruimtes aanwezig.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Programmatische invulling (bron: Conceptplan De Geusselt)


Telkens als de weg van richting verandert, is dit langs de weg benadrukt door een verbijzondering, veelal in de vorm van een gebouw.

Om het doorgaande karakter van de Terblijterweg als 'parkway' ter hoogte van het Geusseltplein te versterken, is ervoor gekozen de bomenstructuur extra aan te zetten in combinatie met groene grasbermen. Door de aanwezigheid van leidingen langs de Terblijterweg is het doorzetten van de bomenstructuur echter niet altijd consequent mogelijk.

 

De gebouwen op het Geusseltterrein worden ontsloten door een ontsluitingsstructuur die voor het stadion langs gaat. Ruimtelijk vormt deze strook een op zichzelf staande zone die de overgang vormt tussen de gebouwen en het parkeervlak. In deze strook wordt enerzijds de verkeerscirculatie ten behoeve van de gebouwen afgewikkeld. Anderzijds is in deze strook parkeren ten behoeve van de aanliggende functies, fietsenstallen, een voorruimte en bijpassend groen gepland.

 

 

4.3            Verkeer

 

4.3.1    Aanpassing infrastructuur

De stedenbouwkundige invulling van het gebied met kantoren/bedrijven, in samenhang met de andere reeds aanwezige verkeersaantrekkende functies, leidt uiteraard tot een verhoogd verkeersaanbod. De functionele wijzigingen zoals beschreven in dit plan zullen overigens, gelet op hun relatief bescheiden omvang, de congestie die optreedt tengevolge van de toegenomen verkeersdruk op de A2 slechts in beperkte mate beïnvloeden. De bestaande infrastructuur in het plangebied, inclusief de ontsluiting, moet uiteraard wel aangepast worden.

 

Nieuwe rotonde Olympiaweg/Terblijterweg

Een belangrijke aanpassing is de reeds gerealiseerde aanleg van een rotonde op het aansluitpunt van de Olympiaweg op de Terblijterweg. Tot 2005 wordt het gebied van De Geusselt ontsloten via deze nieuwe rotonde. Na afronding van de tracéstudie voor de A2 zal de positie van de entree naar het plangebied opnieuw worden bezien. Onderzocht zal worden of de entree naar Wittevrouwenveld en het voorterrein van het stadion kunnen worden gecombineerd.

Met de aanleg van de rotonde is een lang gekoesterde wens van de buurt Wittevrouwenveld in vervulling gegaan. Enerzijds vormde de aanleg een noodzakelijke ingreep om de oversteekbaarheid ter plekke te versterken, anderzijds is de rotonde een snelheidsremmer voor het verkeer op de Terblijterweg.

De duidelijke ontsluiting van het Geusseltterrein via de rotonde zorgt voor een heldere verkeersrelatie met het bedrijventerrein Scharn Noord.

 

Ontsluitingsstructuur Geusseltplein

De bereikbaarheid van het stadion en de diverse functies eromheen is verbeterd door aanleg van de rotonde en een éénrichtingscircuit aan de noordzijde van het stadionplein. Het circuit bestaat uit een dubbelbaansweg met rijstroken 5 meter breed, met daartussen parkeren en in beperkte mate groen.

Bij topdrukte, als er grote stromen verkeer naar het stadion komen, zullen er meerdere entrees danwel uitgangen vanaf het parkeerterrein voor het stadion naar de Terblijterweg worden opengesteld.

 

Stadionweg

Beperkt verkeersgebruik van de Stadionweg is mogelijk. Sluipverkeer via deze weg naar de wijk Nazareth wordt ontmoedigd.

 

Fietsverbinding met Amby

De fietsverbinding tussen Wittevrouwenveld en Amby via de Olympiaweg wordt verbeterd door doortrekking van deze weg tot aan de Heukelstraat.

 

Bereikbaarheid per openbaar vervoer

Met de aanleg van de rotonde is ook een haltevoorziening gecreëerd op de Olympiaweg, op het gedeelte gelegen ten westen van de Terblijterweg. Deze halte vormt een tussenoplossing om de bereikbaarheid met het openbaar vervoer te verbeteren. Een verdere verbetering vormt het doortrekken van de buslijn naar de voorzijde van het stadion, ter hoogte van het reeds gerealiseerde bedrijvencentrum. Daarmee ligt het gehele gebied binnen het bereik van het openbaar vervoer. Dit is een eerste stap op weg naar de eindsituatie waarbij het openbaar vervoer -in relatie met de gewenste ondertunneling van de A2- een zodanige impuls krijgt dat daadwerkelijk gesproken kan worden van een B-locatie voor wat betreft het bereikbaarheidsprofiel.

 

Het streekvervoer doet op dit moment De Geusselt niet rechtstreeks aan, een verdergaande intensivering van functies in het gebied zal ertoe leiden dat op termijn dit gebied ook interessant wordt voor het streekvervoer en daarop wordt aangehaakt.

 

4.3.2    Parkeerbalans

Bij Hotel Apple Parc, de voorziene locatie van het Ondernemingshuis van de Kamer van Koophandel en het businessunits/bedrijvencentrum aan de noordwestzijde van het stadion dient gezamenlijk gebruik van parkeeraccommodaties zoveel mogelijk te worden nagestreefd. Het betreft hier immers functies waarbij een hoge parkeerdruk niet op dezelfde tijdstippen is te verwachten. Het aantal nog te realiseren parkeerplaatsen, om te kunnen voldoen aan de gestelde normen, kan daardoor beperkt blijven.

Het hotel heeft een capaciteit van 166 bedden met daarnaast een restaurantfunctie. Hierbij zijn op eigen terrein 200 parkeerplaatsen opgenomen.

 

Bij de ontwikkeling van de diverse gebouwen zullen de parkeernormen worden gehanteerd, die op 12 november 1996 door de gemeenteraad van de gemeente Maastricht zijn vastgesteld en van toepassing zijn voor een B-locatie. In het voorliggende plan is een uiteindelijke norm gehanteerd van 8 parkeerplaatsen per 1.000 m² brutovloeroppervlak. Omdat De Geusselt in de huidige situatie niet voldoet aan de randvoorwaarden voor een B-locatie wordt voor de korte termijn een parkeernorm van 16 parkeerplaatsen per 1.000 m² brutovloeroppervlak gehanteerd. De extra benodigde parkeerruimte dient zodanig te worden ingericht dat deze te zijner tijd op een eenvoudige manier kan worden opgeheven.

Zowel bij het Ondernemingshuis als het bedrijvencentrum achter McDonalds zullen de parkeervoorzieningen in een parkeerkelder ondergebracht worden. Zolang de bereikbaarheid van de locatie met het openbaar vervoer nog niet volledig op peil is, biedt dubbelgebruik van de aanwezige parkeerplaatsen voor het stadion uitkomst.

 

Bij de ontwikkeling van de driehoek tussen de Terblijterweg, de Stadionweg en de Olympiaweg, waarvoor thans 12.000 m² kantoor- en bedrijfsbebouwing is gedacht, zal de totale parkeerbalans opnieuw tegen het licht gehouden worden. Vanwege de ruimtelijke setting van de afzonderlijke gebouwen in een parkachtige omgeving, alsmede vanwege het te voeren locatiebeleid zal ook hier het aantal parkeerplaatsen (op maaiveld) zo veel mogelijk beperkt moeten worden.

 


Op basis van het bovenstaande kan op een verantwoorde manier voorzien worden in de parkeerbehoefte. Op dit moment is nog geen rekening gehouden met eventuele uitbreiding van de toeschouwerscapaciteit van het Geusseltstadion, maar juist vanwege de verschillende piekbelastingen zou dat in de huidige setting opgevangen kunnen worden.

 

4.4            Nog te realiseren programma

 

Ondernemingshuis Kamer van Koophandel                                        8.000 m²

 

M.V.V.-stadion en aanbouwen (flexspace):

-   bedrijven-kantorencentrum                                          ca.            15.655 m²

-   showroom (Olympiaweg)                                            ca.              3.240 m²

-   opslag onder tribune                                                  ca.              1.545 m²

-   restaurant/kegelclub (Stadionweg)                              ca.                950 m²

-   stadion/M.V.V.                                                          ca.              2.680 m²

 

kantoor- en bedrijfsbebouwing (flexspace)                                                     

(Terblijterweg-Stadionweg-Olympiaweg), 2e fase                               12.000 m²

                                                                                        =============

 

Totaal                                                                                          44.070 m²

 

Terug naar inhoudsopgave


5       JURIDISCHE ASPECTEN

 

 

5.1      Planmethode

 

Binnen dit bestemmingsplan zijn diverse gebieden opgenomen waarin voortdurend ontwikkelingen plaats vinden.

Gezien deze ontwikkelingen is een gedetailleerd bestemmingsplan voor dit plangebied minder geschikt. Het zogenaamde ‘zoneringsplan’ is voor een dergelijk gebied de meest geschikte planvorm.

Deze planvorm laat het toe in te spelen op ontwikkelingen, zonder dat de ruimtelijke en functionele samenhang verloren gaan. Bovendien laat een dergelijke planvorm toe dat ruimtelijk en planologisch relevant beleid deel uitmaakt van het plan, waardoor het zowel in de fase van de beleidsbepaling als in de uitvoeringsfase controleerbaar en handhaafbaar blijft.

 

In een zoneringsplan wordt geen gebruik meer gemaakt van het perceelsgewijs bestemmen, maar wordt het plangebied opgenomen in een beperkt aantal bestemmingen. Deze bestemmingen worden opgedeeld in een aantal functiezones en bebouwingszones.

 

Het zoneringsplan:

1    reikt een kader aan voor de gewenste ruimtelijke en functionele ontwikkeling van een samenhangend gebied;

2    biedt een (toetsings)kader dat op een goede wijze het geformuleerde beleid verwoordt en dat flexibel kan inspelen op zich aandienende wijzigende omstandigheden;

3    draagt ondanks deze flexibiliteit een voorwaardenscheppend karakter voor het geformuleerde beleid;

4    streeft geen afgebakend eindbeeld na, maar biedt garanties voor elk eindbeeld mits dat steunt op het geformuleerde beleid.

 

 

5.2      Opzet van de voorschriften

 

Bij het samenstellen van de voorschriften is een eenduidige opzet gekozen, die in alle artikelen terugkomt. Dit betreft zowel de lay-out als de inhoud van de voorschriften. Bij de opzet van de voorschriften is eveneens zoveel mogelijk bij de systematiek van het bestemmingsplan ‘Amby 1993’ aangesloten.

 

Voorafgaand aan de bestemmingen is een algemene beschrijving in hoofdlijnen opgenomen, waarin het beleid is beschreven dat wordt nagestreefd voor dit plangebied. Het beleid is opgenomen in een algemene beschrijving in hoofdlijnen omdat het van toepassing is voor alle bestemmingen. Het zou de leesbaarheid en bruikbaarheid van het plan niet ten goede komen indien dit beleid zou worden verknipt over de diverse bestemmingen.

 

In de voorschriften worden de volgende bestemmingen gebruikt: ‘kantoren/bedrijven (ondernemingshuis)’, ‘sport/bedrijven’ en ‘verkeers- en verblijfsgebied’.

De bestemming ‘kantoren/bedrijven (ondernemingshuis)’ heeft betrekking op het gebied, waar de nieuwbouw van de Kamer van Koophandel is beoogd.

Het beleid zoals eerder in deze toelichting geformuleerd, is vertaald in de voorschriften van deze bestemming.

De bestemming ‘sport/bedrijven’ heeft betrekking op de terreinen direct grenzend aan het Geusseltstadion en de driehoek Terblijterweg, Olympiaweg en Stadionweg.


Binnen deze bestemming is een tweedeling aangebracht tussen Sport/bedrijven A en B. In de zone Sport/bedrijven A (stadion en directe omgeving) zijn onder meer kantoren en bedrijven in de categorieën 1 t/m 3, passend in het zogenaamde flexspace-concept en met een maximale omvang van 500 m² per vestiging, mogelijk. De zone Sport/Bedrijven B biedt de mogelijkheid om onder meer bedrijven te vestigen in de categorieën 1 t/m 3, zonder verdere beperkingen. Via een wijzigingsbevoegdheid kan de bestemming Sport/bedrijven B worden omgezet naar Sport/bedrijven A, waarmee de 2e fase van de vestiging/nieuwbouw van kantoren/bedrijven volgens het flexspace-concept rond de Geusselt kan worden gerealiseerd.

 

Terug naar inhoudsopgave


6       MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

 

 

Het voorontwerpbestemmingsplan ‘De Geusselt’ is in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen en diverse rijks- en provinciale diensten toegezonden. Daarnaast is de inspraakprocedure doorlopen.

 

Tijdens de inspraaktermijn zijn geen inspraakreacties ontvangen.

 

In het kader van het vooroverleg hebben de volgende instanties gereageerd:

1      Provinciale Commissie Gemeentelijk Plannen (PCGP), gemeente Limburg.

2      Zuiveringschap Limburg.

3      Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

 

Provinciale Commissie Gemeentelijk Plannen

 

Het voorontwerpbestemmingsplan is op 14 juli 1998 toegezonden aan de provincie Limburg. Door de gemeente Maastricht is een aanvullende notitie opgesteld. Deze is op 6 augustus 1998 nagezonden.

 

Het voorontwerpbestemmingsplan is behandeld in de vergadering van 9 september 1998. In het advies (d.d. 24 september 1998) zijn de volgende opmerkingen gemaakt:

 

1         Algemene beleidsaspecten

Ten aanzien van de aanvullende notitie merkt de provincie op dat de in de notitie gepresenteerde stellingen en beleidsopvattingen duidelijker moeten worden onderbouwd in het ontwerpbestemmingsplan.

 

De commissie stemt in met de intenties en de opzet van het ontwikkelde plan op de locatie De Geusselt.

Met het oog op het nog steeds gangbare kantoren- en mobiliteitsbeleid dienen in het plan zodanige voorwaarden te worden opgenomen, dat strijdigheid met dit beleid wordt voorkomen. Dit beleid dient tevens in de voorschriften te worden verankerd.

 

Door middel van de brief van 23 december 1998 van de gemeente, die verderop in dit hoofdstuk nog nader aan de orde zal komen, is reeds ingegaan op deze opmerkingen. De gevraagde onderbouwing is opgenomen in hoofdstuk 3 van deze toelichting en is vertaald in de voorschriften.

 

2         Kantoren

Er kan worden ingestemd met de vestiging van het kantoor van de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg, mede als initiatiefnemer en facilitair centrum voor het bedrijvenpark Geusselt. Deze eindbestemming en functie dienen daartoe in de voorschriften te worden vastgelegd.

Overige kantoren in het bedrijvenpark als gebruik van de zogenaamde ‘flexspace’, dienen kleinschalig van aard te zijn en derhalve aan een maximale oppervlakte per vestiging gebonden te zijn. Een reële maat daarvoor dient in de voorschriften te worden vastgelegd.

 

Voor de wijzigingsbevoegdheid geldt hetzelfde als voor het voorgaande: kantoren dienen onderdeel te zijn van het flexspace-concept en derhalve per vestiging aan een maximale (kleinschalige) maat gebonden.

Het Ondernemingshuis is in het ontwerpbestemmingsplan direct bestemd.

In de beschrijving in hoofdlijnen is het flexspace-concept opgenomen, inclusief een maximale maat per vestiging. Deze maximale maat is ook opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid.

 

3         Mobiliteit en infrastructuur

Het mobiliteitsprofiel van het planconcept in zijn geheel kan worden beschouwd als een B-profiel, dus zowel per auto als openbaar vervoer goed bereikbaar.

De locatie voldoet echter niet geheel aan deze voorwaarde, met name de bereikbaarheid per openbaar vervoer is onvoldoende. Het Structuurplan 2005 schetst een ontwikkeling die goede perspectieven biedt voor de invulling van deze voorwaarden.

 

De reconstructie van de A2 (stadstraverse) zal waarschijnlijk pas na 2005 starten. Daarom zal de realisering van een OV-as over de stadstraverse in de planperiode niet haalbaar zijn. Aangeraden wordt voor het mobiliteitsprofiel van het concept op voorhand uit te gaan van een B-profiel en na realisering van de stadstraverse het mobiliteitsprofiel opnieuw te bezien.

In de beschrijving in hoofdlijnen dient een inspanningsverplichting te worden opgenomen, teneinde de doelstellingen van het mobiliteitsbeleid te realiseren. Behalve de door de gemeente geschetste maatregelen voor het openbaar vervoer, dient er voor het bedrijvenpark een vervoersmanagement te worden gevoerd. Het invoeren van betaald parkeren kan hierbij een beheersmaatregel zijn. Het opzetten en uitvoeren van een dergelijk vervoersmanagement dient te worden opgenomen in de voorschriften.

 

Voor het mobiliteitsprofiel wordt uitgegaan van een B-profiel. Na de realisering van de stadstraverse zal dit profiel opnieuw worden bezien. Een en ander is in hoofdstuk 3 van deze toelichting nader beschreven.

 

In de beschrijving in hoofdlijnen is een inspanningsverplichting opgenomen, teneinde de doelstellingen van het mobiliteitsbeleid te realiseren. Ook het opzetten en uitvoeren van een vervoersmanagement is in het juridische deel van het plan (b.i.h.) opgenomen.

 

4         Bodemkwaliteit

Bij de planstukken ontbreken de bodemonderzoeksrapporten, zodat het plan op dit punt niet kan worden beoordeeld.

 

Voor de vaststelling zal inzicht worden gegeven in de bodemonderzoeken.

 

5         Economische uitvoerbaarheid

De economische uitvoerbaarheid en daarmee de realiteitswaarde van het plan is niet voldoende aangetoond. De economische uitvoerbaarheid van het plan dient alsnog te worden aangetoond door middel van inzicht in de exploitatiegegevens of door het overleggen van een exploitatieovereenkomst.

 

Er is een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Maastricht en de Kamer van Koophandel in voorbereiding. Eén en ander is in hoofdstuk 7 van deze toelichting opgenomen.


6    Voorschriften

Artikel 1  De in de definitie van het begrip geluidgevoelige bebouwing aangehaalde Besluiten dienen op een datum te worden gefixeerd. Dit geldt eveneens voor het Besluit genoemd in artikel 2, lid 2.2 onder 2.

 

Artikel 2 is hierop aangepast.

 

Artikel 3  De in lid E onder 1 opgenomen vrijstellingsbevoegdheid kent geen enkel afwegingscriterium en is daarmee onvoldoende objectief begrensd.

              Dit geldt eveneens voor het bepaalde in artikel 4, lid A 2e gedachtenstreepje.

              Verwezen wordt naar het terzake gestelde in de provinciale Nota Bouwstenen Stads- en Dorpsgebieden.

 

              In lid F is een criterium opgenomen dat de kantoren/bedrijven onderling verwantschap in architectuur dienen te vertonen. Dit betreft een welstandsaspect en hoort niet in een bestemmingsplan thuis.

 

De door de provincie gemaakte opmerkingen met betrekking tot lid E zijn niet in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen, aangezien de koppeling aan de Staat van bedrijfsactiviteiten voldoende afwegingscriterium biedt. Dit is een alom geaccepteerde regeling welke al meermaals is toegepast, zie NIROV model en pagina 174 Op dezelfde leest II.

 

De voorwaarden die gesteld zijn aan de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid (lid F) zijn aangepast.

 

Artikel 9  Overtreding van bouwbepalingen is (reeds) strafbaar gesteld in de Woningwet. Onderhavig dient dan ook te worden aangepast.

 

Dit betrof een foutieve verwijzing, hetgeen inmiddels is aangepast.

 

Op 23 december 1998 is door de gemeente reeds gereageerd op het advies van de provincie. Deze reactie is op 3 februari 1999 behandeld in de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen. De inhoud van de gemeentelijke reactie is hieronder weergegeven.

 

Flexspace-concept

In het Structuurplan Maastricht 2005 is het Geusseltgebied getypeerd als een toplocatie in deze gemeente. De ruimtelijke context en de relatie met het Grote Stedenbeleid van Maastricht vragen om een aanpak waarin continuïteit, vitaliteit en hoogwaardige architectuur de sleutelbegrippen zijn. Wij denken deze doelstellingen te kunnen bereiken door het nieuwe flexspace-concept als integraal uitgangspunt te nemen voor de functionele invulling.

 

In ons plan hebben wij een combinatie opgenomen van (onder meer) kantoren en bedrijven, hetgeen terug te voeren is op gangbare juridische termen. Met die traditionele termen komt echter onvoldoende tot uitdrukking wat de keuze voor flexspace daadwerkelijk behelst. Huurders van vandaag zijn, gelet op steeds snellere markt- en technologische ontwikkelingen, niet per definitie de huurders van morgen. De dynamiek in de markt laat zien dat het onderscheid tussen kantoren en bedrijven in de hogere segmenten steeds meer vervaagt:

bedrijven krijgen als gevolg van ontwikkelingen in de informatisering steeds meer een kantoorachtig karakter.


Vanuit die dynamiek kiezen wij voor flexspace omdat alleen door een maximale uitwisselbaarheid van functies duurzaam ingespeeld kan worden op wijzigende marktsituaties.

 

Die continuïteit en flexibiliteit is overigens niet alleen ten aanzien van de functies gewenst. Ook de grootte van de onder te brengen functies vereist flexibiliteit om tegemoet te kunnen komen aan groei of krimp van bedrijven.

Deze behoefte is met name aan de orde bij starters en doorstarters, een doelgroep waarbij wij ons in De Geusselt specifiek ook op richten. Daarnaast moet het mogelijk zijn enkele ‘trekkers’ als drager van het concept in het plangebied te vestigen. Vestiging van de Kamer van Koophandel tezamen met enkele andere dienstverlenende bedrijven (bijv. de Stichting Starterscentrum, accountants- en adviesbureaus, notariskantoor) in het Ondernemingshuis is daar een uitgesproken voorbeeld van. Dat Ondernemingshuis moet onder meer functioneren als een facilitair centrum voor de overige gebruikers in het plangebied.

 

Natuurlijk kent de grootte van de functies ook een bovengrens. Een groei van een afzonderlijke functie boven die maximale grens zou immers ook een aantasting van de flexibiliteit van het concept kunnen betekenen.

 

Wij willen nogmaals benadrukken dat het niet onze bedoeling is De Geusselt louter als kantorenlocatie te ontwikkelen. Wij richten ons op een samenhangende menging van kantoren en (geen overlast veroorzakende) bedrijven in combinatie met sport, horeca en recreatie. Dit concept past in de Structuurvisie Maastricht 1990-2000 en het Structuurplan 2005, waarin voor het Geusseltgebied een thematische ontwikkeling is voorzien. Door die aanpak onderscheidt De Geusselt zich van onze reguliere kantoorlocaties als Ceramique en Randwijck-Noord.

 

Fasering

De feitelijke plannen voor fase 1 van het gebied getuigen van onze bedoelingen. Vanuit de flexspace-gedachte is het bedrijvencentrum Zuid inmiddels met financiële steun van de provincie gerealiseerd. Aan de westzijde van het stadion hebben wij een tweede bedrijvencentrum in combinatie met businessfaciliteiten voor MVV in voorbereiding. Onder de noordtribune van het stadion willen wij een recreatieve functie met bijbehorende horecafaciliteiten onderbrengen. Voor de invulling aan de oostzijde van het stadion liggen thans nog geen concrete plannen voor. Overigens zijn op de begane grond zowel aan de west- als oostzijde van het stadion aan baliefuncties gedacht om zo de levendige, vitale uitstraling van het gebied verder te versterken. Als drager van het gebied en het bijbehorend concept fungeert zoals gememoreerd het Ondernemingshuis, waarin onder meer de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg gehuisvest wordt.

 

Voor fase 2 van het plangebied wordt vooralsnog gedacht aan een zelfde menging van functies. Realisering van deze fase is echter de eerstkomende jaren zeker niet aan de orde. Het lijkt ons zinvol om na de realisatie van fase 1 eerst te bekijken of het concept een vervolg in de tweede fase verdient. Wij zeggen toe over de tweede fase, terugkijkend naar de eerste fase, eerst met de provincie te overleggen of beleidsmatige bijstellingen aan de orde zijn.

 

Mobiliteit

Wij blijven opteren voor een zodanige verbetering van de bereikbaarheid met het openbaar vervoer van De Geusselt dat gesproken kan worden van een B-locatie. Deze verbetering is echter niet in één klap te realiseren, hetgeen gevolgen heeft voor het te realiseren aantal parkeerplaatsen bij de afzonderlijke gebouwen.


Wij pleiten er voor de parkeervoorzieningen in het gehele gebied in onderlinge samenhang te bezien, en na de realisering van fase 1 de balans op te maken voor fase 2.

In de tussenliggende periode is het van belang de reeds aanwezige parkeerfaciliteiten goed te beheersen, reden waarom wij thans -mede in het kader van het scheppen van extra werkgelegenheid voor Wittevrouwenveld- onderzoek doen om op korte termijn betaald parkeren ter plaatse in te voeren.

 

Met betrekking tot de noodzakelijke versterking van de ontsluiting met openbaar vervoer zal in overleg tussen private en publieke partijen worden nagegaan welke mogelijkheden –mede in relatie tot de A2-traverse- benut kunnen worden en hoe deze in de plannen vastgelegd kunnen worden.

 

Juridisch

Aan de wens om in het juridische deel van het plan een betere afstemming op het kantoren- en mobiliteitsbeleid tot uitdrukking te brengen, willen wij graag voldoen. Dit zal -kort samengevat- op de volgende wijze geschieden:

 

-    het Ondernemingshuis zal specifiek worden bestemd;

-    in de voorschriften, meer in het bijzonder in de beschrijving in hoofdlijnen, zal worden vastgelegd dat eventuele kantoren in het flexspace-concept moeten passen; om optimale flexibiliteit te kunnen houden willen wij graag samen met u een maximale maat bepalen en die in de voorschriften opnemen;

     aan die maximale maat willen wij dan een vrijstellingsbevoegdheid koppelen met een verklaring van geen bezwaar van de provincie;

-    in de wijzigingscriteria c.q. –voorwaarden voor de 2e fase zal uitdrukkelijk worden opgenomen, dat uitsluitend kantoren, welke passen in c.q. onderdeel uitmaken van het flexspace-concept zijn toegestaan; ook hiervoor wordt een maximale maat opgenomen;

-    in de beschrijving in hoofdlijnen zal een inspanningsverplichting worden opgenomen ter realisering van de doelstellingen van het mobiliteitsbeleid door middel van verandering van de infrastructuur (fietsverkeer), verandering van de dienstregeling van het openbaar vervoer, vervoersmanagement en parkeerregulering (met name langparkeren).

 

Het bovenstaande is behandeld in de PCGP van 3 februari 1999.

De PCGP heeft met instemming kennisgenomen van de wijze waarop de gemeente de eerder door de commissie gemaakte kanttekeningen wil verwerken in het plan. De commissie hecht er echter ook aan dat de gemeente de niet expliciet gehonoreerde kanttekeningen overneemt, onder andere het opnemen in de voorschriften van:

-        een maximale maat voor de eventueel met wijzigingsbevoegdheid in fase 2 te realiseren kantoren, op dezelfde wijze als de gemeente van plan is voor fase 1 (maximale maat met vrijstelling);

-        de verplichting tot het opzetten en uitvoeren van vervoersmanagement, waarbij een belangrijke verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de direct belanghebbenden.

 

De daadwerkelijke vertaling c.q. uitwerking van deze opmerkingen heeft in goed overleg tussen de provincie Limburg, de Kamer van Koophandel en de gemeente Maastricht plaatsgevonden. Er is overeenstemming bereikt over een maximale maat van 500 m² bedrijf/kantoor per vestiging. In dit verband wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 1 van deze toelichting, waarin de uitkomsten van het overleg tussen partijen zijn vastgelegd en waarover overeenstemming is bereikt.

 

 

Zuiveringschap Limburg

 

Het Zuiveringschap merkt op dat in het plangebied de slibpersleiding ‘Heugem-Limmel’ is gelegen.

Zij verzoeken de leiding met de bijbehorende beschermingszone op de plankaart aan te duiden en hiervoor gebruiksvoorschriften in het plan op te nemen.

 

De plankaart en de voorschriften zijn aangevuld met de betreffende leiding, inclusief beschermingszone en gebruiksvoorschriften.

 

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

 

Het Ministerie kan instemmen met de onderbouwing in de aanvullende notitie van de gemeente. Net als de provincie merkt zij op dat een dergelijke onderbouwing wel in het bestemmingsplan dient te worden opgenomen.

Het Ministerie vraagt zich af in hoeverre de gemeente heeft geïnventariseerd of er momenteel kantoren leegstaan, danwel op korte termijn vrijkomen op locaties met een A- of B-bereikbaarheidsprofiel. In het ontwerpplan dient op basis van een maatverkenning deze afweging nadrukkelijk te worden aangetoond en opgenomen.

 

Voor de onderbouwing van de locatiekeuze wordt verwezen naar de aanvullende notitie. Er is hier sprake van een bijzondere situatie, gekoppeld aan de Kamer van Koophandel.

 

Voor het overige onderstreept het Ministerie de door de provincie gemaakte opmerkingen. Zij vult daarop het volgende aan:

·         In de toelichting dient meer aandacht te worden besteed aan het flankerende parkeerbeleid.

·         Het Ministerie is van mening dat bedrijven met een C-bereikbaarheidsprofiel dienen te worden uitgesloten, aangezien de gemeente van De Geusselt een B-locatie wenst te maken

·         Op de plankaart zijn de 50- en 100-meterlijn van het rooilijnenbeleid van Rijkswaterstaat opgenomen. In de voorschriften is deze belijning niet verklaard.

·         Het ministerie verzoekt de locatie van het Ondernemingshuis te verduidelijken.

·         In de toelichting van het plan staat dat er geen studies van de A2-traverse bekend zijn. Dit is juist. Het Ministerie wijst er wel op dat een aantal varianten mogelijke (in)directe consequenties heeft voor het plangebied.

 

Met deze opmerkingen is -voor zover relevant- zoveel mogelijk rekening gehouden in het voorliggende ontwerpplan c.q. zijn grotendeels in het plan verwerkt.

Terug naar inhoudsopgave


7       FINANCIEEL-ECONOMISCHE UITVOERBAAR-HEID

 

 

De gemeente Maastricht en de Kamer van Koophandel voor Zuid-Limburg hebben voor de ontwikkeling van het gebied de stichting Geusselt opgericht. Inmiddels is een samenwerkingsovereenkomst in voorbereiding waarin beide partijen, samen met Wilma Bouw B.V., de samenwerking en ontwikkeling nader preciseren. Tevens wordt onderzocht in hoeverre risicodragend kapitaal van derden kan worden ingebracht.

 

Het raadsbesluit van 1 juni 1999, dat betrekking heeft op de financieel-economische uitvoerbaarheid van de planontwikkelingen rond de Geusselt is als bijlage 2 aan deze plantoelichting toegevoegd.

 

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rosmalen, 8 juni 1999

Croonen Adviseurs b.v.