INHOUDSOPGAVE

Hoofdstuk I      Algemene bepalingen                                          1

Artikel  1                                                                          Begripsbepalingen    1

Artikel  2                                                                      Algemene bepalingen    3

Hoofdstuk II Bestemmingsregeling                                                          5

Artikel  3                                                 Algemene beschrijving in hoofdlijnen    5

Artikel  4                                             Kantoren/bedrijven (ondernemingshuis)    8

Artikel  5           Sport/bedrijven                                                                 10

Artikel  6           Verkeers- en verblijfsgebied                                               12

 

 

Hoofdstuk III    Algemene vrijstellingen en wijzigingen (flexibiliteit)    13

Artikel  7                                     Vrijstellingsbevoegdheid ex artikel 15 van de

                        Wet op de Ruimtelijke Ordening                                        13

 

 

Hoofdstuk IV    Overige bepalingen                                                       15

 

Artikel  8                               Bepaling ter algemene bescherming van het plan    15

Artikel  9                                     Overgangsbepalingen met betrekking tot het

                        gebruik van gronden en opstallen                                       15

Artikel 10          Strafrechtelijke bepaling                                                    16

Artikel 11          Slotbepaling                                                                     16

 

 

 

Bijlage:    Staat van bedrijfsactiviteiten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


HOOFDSTUK I 

ALGEMENE BEPALINGEN

artikel 1  Begripsbepalingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of één of meer bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

bebouwingsgrens:

de op de plankaart blijkens de daarop voorkomende aanduiding als zodanig aangegeven lijn, welke door bebouwing niet mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens deze voorschriften zijn of kunnen worden toegestaan;

 

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

 

bouwperceel:

de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij bestaande of op te richten bebouwing;

 

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

 

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

 

gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

horecabedrijf:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt;

 

peil:

1   voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

2   in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende af-gewerkte maaiveld.


het plan:

de plankaart, de voorschriften en de bijlage bij de voorschriften welke deel uitmaken van het bestemmingsplan ‘De Geusselt’ van de gemeente

Maastricht.

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 


 

Artikel 2        Algemene bepalingen

2.1          Meetbepalingen

Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten c.q. gere-kend:

bebouwingspercentage:

het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat gelegen is binnen de bestemming of een in de voorschriften nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;

 

de (bouw)hoogte van een bouwwerk:

verticaal vanuit het hoogste punt van een bouwwerk tot aan de gemiddelde grondslag van het aan dat bouwwerk aansluitende, afgewerkte bouwperceel, met dien verstande dat schoorstenen, lichtkoepels, antennes en soortgelijke ondergeschikte onderdelen van een bouwwerk buiten beschouwing blijven;

 

de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren en wel 1 m boven peil, danwel indien het bouwwerk uit meerdere bouwlagen bestaat, over de laag met het grootste oppervlak.

 

2.2          Zonebepalingen

1   50 dB(A)-contour industrielawaai, industrieterrein Limmel

Op de gronden gelegen binnen de op de plankaart gelegen ‘50 dB(A)-contour industrielawaai’ mag geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht.

 

2   LPG-cirkel

Op de gronden gelegen binnen de op de plankaart gelegen ‘LPG-cirkel’ mogen geen woningen en categorie II objecten zoals vermeld in het Besluit LPG-tankstations Hinderwet, worden opgericht.

 

3   Rooilijnen A2 (50 en 100 meter-zone)

a   50 m zone:

     Dit is een zone met een breedte van 50 meter, gemeten uit de as van de dichtsbijgelegen rijbaan. Op de gronden gelegen binnen de op de plankaart gelegen ‘50 meter-zone’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden opgericht.

b   100 m zone:

     Dit is een zone met een breedte van 50 meter, gemeten vanaf de 50 meter-zone tot 100 meter uit de as van de dichtstbijgelegen rijbaan.

     Op de gronden gelegen binnen de op de plankaart gelegen ‘100 meter-zone’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, slechts bebouwing worden opgericht gehoord de wegbeheerder;

 

4   Riooltransportleiding

Op de gronden gelegen binnen een afstand van 2,5 m ter weerszijden van de op de plankaart aangegeven ‘riooltransportleiding’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden opge-richt.

 


Op dezelfde gronden is het verboden, ongeacht het bepaalde in de afzon-derlijke bestemmingen, zonder vergunning van burgemeester en wethou-ders de volgende werken en werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde uit te voeren:

1   het verlagen, afgraven of ophogen van de bodem;

2   het aanleggen van wegen of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;

3   het aanleggen van leidingen en de daarmee verband houdende constructies;

4   het indrijven van voorwerpen, zoals o.a. palen ten behoeve van een af   rastering;

5   het aanbrengen van diepwortelende beplanting.

 

Aanlegvergunningen kunnen slechts worden verleend indien het behoud van de veilige ligging van de leiding niet onevenredig wordt aangetast.

Alvorens te beslissen wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.

 

2.3          Verwijzing naar andere regelingen

 

Indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen die regelingen te worden gelezen zoals die luid(d)en op het tijdstip van de 1e ter visielegging van het ontwerpplan.

 

 

Terug naar inhoudsopgave


HOOFDSTUK II

BESTEMMINGSREGELING

Artikel 3  Algemene beschrijving in hoofdlijnen

In dit artikel wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze realisering van de in dit bestemmingsplan aan de gronden toegekende doeleinden dient plaats te vinden.

 

1   Algemene uitgangspunten

 

Het plangebied De Geusselt is één van de vier binnenstedelijke knooppunten aan de rand van de stad Maastricht. De Geusselt is de noordelijke stadsentree via de A2. Het gebied heeft in de huidige situatie al een stedelijke functie (bedrijven, sportpark en recreatief uitloopgebied). Met het in dit bestemmingsplan vastgelegde programma wordt een ruimtelijke versterking van de stadsentree nagestreefd, waarbij tevens een functionele en ruimtelijke relatie wordt gelegd met het aangrenzende bedrijfsterrein Scharn-Noord.

De invulling van De Geusselt dient gelet op de uniek ligging zowel landschappelijk als geografisch met de grootste zorg te geschieden. Uitgangspunt hierbij is respect voor de aanwezigheid van het parkgebied. Daarom is, ondanks de ligging in het binnenstedelijk gebied, gekozen voor een terughoudend bouwprogramma van kantoren, bedrijven, horeca- en recreatieve voorzieningen (sport).

 

2   Het planconcept (flexspace-concept)

 

In dit plangebied wordt -gefaseerd- een functiemenging van bedrijven en kantoren, in combinatie met horeca- en recreatieve functies (sport), nagestreefd door de gebouwen rond het stadion aan te bieden als multifunctionele bedrijfsruimte, waarbij uitwisselbaarheid van functies een belangrijk kenmerk is. De dynamiek in de markt laat zien dat het onderscheid tussen kantoren en bedrijven in de hogere marktsegmenten steeds meer vervaagt. Vanuit die dynamiek is gekozen voor dit specifieke concept (flexspace), omdat door een maximale uitwisselbaarheid van functies duurzaam ingespeeld kan worden op wijzigende marktsituaties. Die flexibiliteit is niet alleen qua functionele invulling van belang. Ook de omvang van de functies vereist flexibiliteit om tegemoet te komen aan groei of krimp van bedrijven/kantoren. Deze behoefte is in het bijzonder aan de orde bij de doelgroep, waarop in dit plan speciaal wordt gericht, namelijk starters en doorstarters. Hierbij is als bovengrens opgenomen een omvang van maximaal 500 m² per vestiging.

 

Om deze multifunctionele bedrijfsruimte effectief te laten functioneren is het nodig, dat er naast flexibiliteit ook een adequaat pakket van faciliteiten voorhanden is. Een dergelijk faciliteitenpakket dient georganiseerd en onderhouden te worden, hetgeen vraagt om een degelijke en structurele voorziening. Om die reden is in dit plangebied de vestiging van de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg mogelijk gemaakt. Deze ‘trekker’ zal, samen met een tweede ‘trekker’ en meerdere kleinere bedrijven/kantoren, die worden gehuisvest in het ondernemingshuis, dienen als facilitair centrum voor de functies in het flexspace-concept.


De realisering van dit flexspace-concept zal gefaseerd plaatsvinden. De eerste fase is en wordt gerealiseerd in en rond het stadion. De realisering van fase 2 is pas op termijn aan de orde en is daarom via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt.

 

3   Ruimtelijke structuur

 

De stedenbouwkundige inrichting van het plangebied dient te geschieden overeenkomstig de hierna volgende kaarten.

 

4   Functionele structuur

 

In het plangebied zijn drie functiezones te onderscheiden.

 

a   Het ondernemingshuis (bestemming Kantoren/Bedrijven)

In deze zone is de vestiging van de Kamer van Koophandel, een tweede ‘trekker’ alsmede diverse andere kleinere kantoren en bedrijven mogelijk. In totaliteit is er ruimte voor maximaal 8000 m² kantoorruimte. Voor de Kamer van Koophandel en de tweede ‘trekker’ gelden qua omvang geen beperkingen. Alle overige kantoren en bedrijven in het ondernemingshuis mogen een omvang van maximaal 500 m² per vestiging hebben en dienen te passen in het flexspace-concept.

 

b   De directe omgeving van het stadion (bestemming Sport/Bedrijven A)

In deze zone is de vestiging van kantoren en bedrijven, passend in het flexspace-concept, alsmede horeca- en recreatieve voorzieningen mogelijk. Tenminste 50% dient te worden gebruikt voor bedrijven. Alle kantoren en bedrijven in deze zone mogen een omvang van maximaal 500 m² per vestiging hebben. Qua segmentering gelden geen belemmeringen voor de te vestigen bedrijven.

 

c   De zone tussen Terblijterweg-Olympiaweg en Stadionweg (bestemming

     Sport/bedrijven B)

In deze zone is de vestiging van bedrijven mogelijk. Kantoren zijn hier niet toegestaan. Qua segmentering zijn alleen bovenregionale bedrijven toelaatbaar in de branches kleinschalige high-techbedrijven, lichte be-drijfsactiviteiten en handelsbedrijven, exclusief detailhandel. In aansluiting op het bedrijventerrein Scharn-Noord zijn ook regionale bedrijven in de branches groothandel, ambachtelijke en lichte bedrijvigheid toegestaan.

 

5   Verkeersstructuur, mobiliteit en parkeren

Uitgangspunt voor het plan Geusselt is dat wordt voldaan aan de normen die gelden voor een B-locatie. De gemeente Maastricht streeft nadrukkelijk een ondertunneling na van de A2. Indien dit wordt gerealiseerd, zal de openbaar vervoersas in noordwestelijke richting tot aan De Geusselt worden doorgetrokken door middel van een busbaan over de ondertunneling.

Vooruitlopend hierop zal via een pakket van maatregelen de groei naar een volwaardige B-locatie worden begeleid: veranderingen in de bestaande in-frastructuur, verandering van de dienstregeling van het openbaar vervoer, parkeerregulering en vervoersmanagement. De gemeente zal zich uitdruk-kelijk inspannen om zoveel mogelijk te kunnen voldoen aan de randvoor-waarden voor een B-locatie.

 

 


Ook voor het bedrijfsleven, in het bijzonder de Kamer van Koophandel c.q. de Stichting Geusselt, geldt de verplichting tot het opzetten en uitvoeren van vervoersmanagement voor het gehele plangebied. Dit zal in een convenant tussen de gemeente en de Kamer van Koophandel worden vastgelegd.

 

Voor het parkeren dienen de parkeernormen te worden aangehouden, zoals die door op 12 november 1996 door de raad van de gemeente Maastricht zijn vastgesteld. Omdat De Geusselt in de huidige situatie nog niet optimaal voldoet aan de randvoorwaarden voor een B-locatie, geldt een ingroeinorm van 16 parkeerplaatsen per 1000 m² kantoor-/bedrijfsruimte. In de uiteinde-lijke situatie geldt een streefnorm van 8 parkeerplaatsen per 1000 m² kan-toor-/bedrijfsruimte. De tijdelijke overmaat van parkeerplaatsen wordt te zij-ner tijd opgeheven.

Terug naar inhoudsopgave

 


Artikel 4  Kantoren/bedrijven (ondernemingshuis)

 

A   Doeleindenomschrijving

 

De op de plankaart als ‘kantoren/bedrijven (ondernemingshuis)’ aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.2 en 3 bestemd voor:

 

-        kantoordoeleinden, passend in het flexspace-concept en met een maxi-male omvang van 500 m² per vestiging, met dien verstande dat voor maximaal twee kantoorvestigingen, die als facilitair centrum dienen voor de te vestigen kantoren/bedrijven in het flexspace-concept, waaronder begrepen de Kamer van Koophandel Zuid-Limburg, de beperking van de maximale omvang niet geldt;

-        bedrijfsdoeleinden, passend in het flexspace-concept, in de categorieën 1 en 2 zoals genoemd in de bijlage bij deze voorschriften danwel bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten en met een maximale omvang van 500 m² per vestiging;

-        verkeers- en parkeerdoeleinden, groenvoorzieningen en additionele voorzieningen.

 

 

B   Bebouwing

 

Binnen deze bestemming mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen:

1   het bebouwingspercentage mag maximaal 70% bedragen;

2   de goothoogte van gebouwen mag maximaal 14 m bedragen, met dien verstande dat voor maximaal 50% van de bebouwing een goothoogte van maximaal 50 m wordt toegestaan;

3   de bouwhoogte mag maximaal 4 m meer bedragen dan de toegestane goothoogte, tenzij op de plankaart een grotere bouwhoogte is toegestaan;

4   de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 6 m bedragen, met uitzondering van lichtmasten voor straatverlichting, welke niet hoger mogen zijn dan 12 m.

 

 

C/D    Gebruik van grond en opstallen

 

1   Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

 

2   Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde onder 1 van dit lid indien strikte toepassing van deze verbodsbepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

 


E   Vrijstellingsbevoegdheden

 

I    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de doeleindenomschrijving ten aanzien van bedrijven welke niet voorkomen op de Staat van bedrijfsactiviteiten of welke in een andere categorie vallen dan 1 of 2 mits:

-    deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven in de categorieën 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;

-    het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft.

 

II   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid B onder 4 ten aanzien van de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van reclamezuilen en reclamemasten tot een maximale hoogte van 35 m.

 

III   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de doeleindenomschrijving ten aanzien van de maximale omvang van kantoren en bedrijven ten behoeve van kantoren en bedrijven tot maximaal 1500 m² per vestiging, mits voorafgaand aan deze vrijstelling hiervoor door Gedeputeerde Staten van Limburg een verklaring van geen bezwaar is afgegeven.

Terug naar inhoudsopgave

 

 


Artikel 5  Sport/bedrijven

A.  Doeleindenomschrijving

De op de plankaart als ‘Sport/bedrijven’ aangewezen gronden zijn, met in-

achtneming van het bepaalde in de artikelen 2.2 en 3 bestemd voor:

1   in de zone Sport/Bedrijven A:

-        recreatieve doeleinden;

-        handelsdoeleinden, niet zijnde detailhandel;

-        horecadoeleinden;

-        bedrijfsdoeleinden in de categorieën 1 t/m 3 zoals genoemd in de bijlage bij deze voorschriften, passend in het flexspace-concept, en met een maximale omvang van 500 m² per vestiging;

-        kantoordoeleinden, passend in het flexspace-concept, en met een maximale omvang van 500 m² per vestiging;

-        verkeers- en parkeerdoeleinden, groenvoorzieningen en additionele voorzieningen ten dienste van deze bestemming.

 

2   in de zone Sport/Bedrijven B:

-        recreatieve doeleinden;

-        handelsdoeleinden, niet zijnde detailhandel;

-        horecadoeleinden;

-        bedrijfsdoeleinden in de categorieën 1 t/m 3 zoals genoemd in de bijlage bij deze voorschriften;

-        verkeers- en parkeerdoeleinden, groenvoorzieningen en additionele voorzieningen ten dienste van deze bestemming.

 

 

B   Bebouwing

 

Binnen deze bestemming mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten dienste van deze bestemming, met inachtname van de volgende bepalingen:

1   het bebouwingspercentage mag maximaal 70% bedragen;

2   de goothoogte van gebouwen mag maximaal 13 m bedragen, met dien

verstande dat voor 20% van de gebouwen een goothoogte van maximaal 16 m is toegestaan;

3   de bouwhoogte mag maximaal 4 m meer bedragen dan de toegestane goothoogte, tenzij op de plankaart een grotere bouwhoogte is toegestaan;

4   de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen, met uitzondering van lichtmasten ten behoeve van het voetbalstadion, welke niet hoger mogen zijn dan 45 m en lichtmasten voor straatverlichting, welke niet hoger mogen zijn dan 12 m.

 

 

C/D    Gebruik van grond en opstallen

 

1   Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

 

2   Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde onder 1 van dit lid indien strikte toepassing van deze verbodsbepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

E   Vrijstellingsbevoegdheden

 

I    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de doeleindenomschrijving ten aanzien van bedrijven welke niet voorkomen op de Staat van bedrijfsactiviteiten of welke in een andere categorie vallen dan 1, 2 of 3 mits:

-    deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven in de categorieën 1, 2 of 3 van de Staat van be-drijfsactiviteiten;

-    het niet betreft geluidszoneringsplichtige inrichtingen.

 

II   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid B onder 4 ten aanzien van de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van reclamezuilen en reclamemasten tot een maximale hoogte van 35 m.

 

III   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de doeleindenomschrijving ten aanzien van de maximale omvang van kantoren en bedrijven ten behoeve van kantoren en bedrijven tot maximaal 1500 m² per vestiging, mits voorafgaand aan deze vrijstelling hiervoor door Gedeputeerde Staten van Limburg een verklaring van geen bezwaar is afgegeven.

 

 

F   Wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Sport/Bedrijven B’ te wijzigen in de bestemming ‘Sport/Bedrijven A’ met inachtname van de volgende criteria:

 

-        binnen de nieuwe bestemming mag maximaal 12.000 m² bruto vloerop-pervlak aan kantoren/bedrijven, passend in het flexspace-concept, worden gerealiseerd;

-        de kantoren/bedrijven dienen te worden gerealiseerd als vier vrijstaande gebouwen met een hoogte van 4 tot 5 bouwlagen;

-        de omvang van de kantoren/bedrijven mag maximaal 500 m² per vesti-ging bedragen;

-        de kantoren/bedrijven dienen zich te richten op de Terblijterweg, maar moeten op de Olympiaweg of de Stadionweg worden ontsloten.

 

Met betrekking tot de voorbereiding van deze wijzigingsbevoegdheid is afde-

ling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

 

Terug naar inhoudsopgave


Artikel 6  Verkeers- en verblijfsgebied

 

A   Doeleindenomschrijving

 

De op de plankaart als ‘verkeers- en verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.2 en 3, en binnen de op de plankaart aangeduide zones bestemd voor:

-    ontsluitingsstraat, waarbij bij de profilering de rijwegbreedte 4 tot 7,5 m zal bedragen;

-    parkeren binnen de op de plankaart aangeduide zones ‘P’;

 

alsmede voor:

-    waterhuishoudkundige doeleinden;

-    nutsvoorzieningen;

-    fietsenstallingen, (muziek)kiosk, abri’s, telefooncellen, straatmeubilair e.d.;

-    straatvoorzieningen voor het inzamelen van afval.

 

 

B   Bebouwing

 

De tot ‘verkeers- en verblijfsgebied’ bestemde grond mag uitsluitend worden bebouwd met bouwwerken ten dienste van de constructie en verkeerstech-nische uitrusting van wegen en de inrichting van het onbebouwde gebied, met inachtname van het volgende:

a   de inhoud van gebouwen mag niet meer dan 50 m3 bedragen;

b   de hoogte van gebouwen mag niet meer dan 2,7 m bedragen;

c   de hoogte van lichtmasten voor straatverlichting mag niet meer dan 12 m bedragen.

 

 

C/D    Gebruik van grond en opstallen

 

1   Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

 

2   Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde onder 1 van dit lid indien strikte toepassing van deze verbodsbepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

Terug naar inhoudsopgave

 

 


HOOFDSTUK III        

ALGEMENE VRIJSTELLINGEN EN WIJZIGINGEN

(FLEXIBILITEIT)

Artikel 7         Vrijstellingsbevoegdheid ex artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

 

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:

1   ten aanzien van de plaats van de bebouwings- en bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

2   van de genoemde maten en percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;

3   voor het oprichten van kunstobjecten binnen de diverse bestemmingen tot een maximale hoogte van 16 m.

 

Terug naar inhoudsopgave



HOOFDSTUK IV 

OVERIGE BEPALINGEN

 

Artikel 8    Bepaling ter algemene bescherming van het plan

 

Geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht, indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daarbij behorende bouwperceel, hetzij niet langer zou blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.

 

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

Artikel 9         Overgangsbepalingen met betrekking tot het gebruik van gronden en opstallen

 

 

Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken/opstallen

 

A   Bouwwerken, welke ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaan, dan wel nadien worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en die in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot:

     1   gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

     2   na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, behoudens onteigening overeenkomstig de wet en mits de bouwaanvraag geschiedt binnen 2 jaar na het tenietgaan.

 

Met geheel vernieuwen of geheel veranderen wordt gelijk gesteld het syste-

matisch gedeeltelijk vernieuwen of gedeeltelijk veranderen met het kennelijk

doel om zodoende uiteindelijk tot een gehele vernieuwing of gehele veran-

dering te komen.

 

Vrijstellingsbepaling

 

B   Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid A, dat de bestaande afwijkingen naar de omvang niet mogen worden vergroot, en toestaan dat een éénmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid A toegelaten bouwwerken met niet meer dan 15%.

 

Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik

 

C   Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het van kracht worden van het verbod tot gebruik in strijd met de aan die gronden en bouwwerken gegeven bestemming, en dat in enigerlei opzicht afwijkt van het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.

 

 

 

Uitzonderingen op het overgangsrecht

 

D   Lid A is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

E   Lid C is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de over-gangsbepaling van dat plan.

 

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

 

Artikel 10  Strafrechtelijke bepaling

 

Overtreding van het bepaalde in:

Hoofdstuk II  artikel 4, lid C/D onder 1;

                   artikel 5, lid C/D onder 1;

                   artikel 6, lid C/D onder 1;

 

wordt aangemerkt als strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

 

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

Artikel 11  Slotbepaling

 

Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel:

‘Voorschriften bestemmingsplan De Geusselt van de gemeente Maastricht’.

 

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Rosmalen, 8 juni 1999

Croonen Adviseurs b.v.