Artikel 13 Bedrijfsdoeleinden
I. Doeleindenomschrijving
De op plankaart A als "bedrijfsdoeleinden" aan¬gegeven gronden zijn met in achtneming van het bepaalde in artikel 36 lid 5 bestemd voor:
a. de uitoefening van ambachtelijke en (semi)industriële bedrijven en groothandelsbedrijven, niet zijnde detailhandel, welke voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), danwel, indien deze daarin niet voorkomen, slechts voor zover ze daarmee gelijk te stellen zijn, gehoord de Directeur van de Dienst Milieu en Water van de provincie Limburg;
b. voor de uitoefening van de volgende bedrijfsactiviteiten voorzover aangegeven op de plankaart A met het cijfer voor:
1. machinefabriek: Maastricht
2. geschrapt
3. geschrapt
4. schildersbedrijf: Maastricht
5. geschrapt
6. metaalverwerkingsbedrijf: Meerssen
7. autodemontagebedrijf: Meerssen
8. touringcarbedrijf: Meerssen
9. meubelmakerij: Meerssen
10. grondverzet- en verhuurbedrijf: Stein
11. hoveniersbedrijf: Stein
12. steenbrekerij/zeverij: Stein
13. timmerwerkplaats: Stein
14. tuiniersbedrijf: Sittard-Geleen
15. straal-, clean- en coatingbedrijf: Sittard-Geleen
15a atelier bloemsierkunst: Sittard-Geleen
16. ambachtelijke kunstsmederij: Echt-Susteren
17. interieurverzorgingsbedrijf: Echt-Susteren
18. timmerbedrijf: Echt-Susteren
19. tankstation met L.P.G.: Echt-Susteren
20. groothandel in paramedische producten: Echt-Susteren
21. groothandel in keukens: Echt-Susteren
22. waterproduktiebedrijf: Echt-Susteren
23. verwerkingsinrichting: Echt-Susteren
24. groothandel in aquaria: Echt-Susteren
25. bestratings- en sloopwerken: Echt-Susteren
26. grondverzetbedrijf: Echt-Susteren;
c. in alle gevallen genoemd onder sub 1a. en met uitzondering van de gronden aangegeven met het cijfer 12, in alle overige gevallen genoemd onder sub 1.b. van dit lid zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer (Stb. 1993, 50) uitgesloten.
II. Beschrijving in hoofdlijnen
Indien de op deze gronden gevestigde bedrijven hun bedrijfsactiviteiten beëindigen zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 39 lid I en lid II toe te passen.
III. Bouwvoorschriften
A. Op of in de voor "bedrijfsdoeleinden" bestemde gronden mogen slechts die gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen en met dien verstande dat:
a. de inhoud van de bedrijfswoning minimaal 300 m³ moet en maximaal 500 m³ mag bedragen;
b. er maximaal 2 bouwlagen mogen worden opgericht;
c. de goothoogte minimaal 3,50 m. moet en maximaal 6,00 m. mag bedragen;
d. maximaal 60% van het bebouwingsoppervlak mag worden bebouwd;
e. de hoogte van andere bouwwerken maximaal 8,00 m. mag bedragen met uitzondering van erfafscheidingen die maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn.
B. Op of in de voor “bedrijfsdoeleinden” bestemde gronden mogen voor zover het het grondverzetbedrijf betreft dat op plankaart A van de gemeente Echt-Susteren is aangeduid met nummer 26 geen gebouwen en bouwwerken gerealiseerd worden, met uitzondering van erfafscheidingen die maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn.
IV. Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van vrijstelling van:
1. het bepaalde in lid I ten behoeve van bedrijven en groothandelsbedrijven als opgenomen in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1.) behorende bij deze voorschriften;
2. het bepaalde in lid III. sub e. tot een hoogte van maximaal 12,00 m. indien de aard van het bedrijf of de bedrijfsvoering dit technisch noodzakelijk maakt.
V. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of indien genoemde situering en afmetingen de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse aantast.
VI. Procedureregels
Bij toepassing van de in dit artikel bedoelde vrijstellingsbevoegdheid dient de procedurebepaling in acht te worden genomen.