Artikel 26       Waterbergend rivierbed

 

I.          Doeleindenomschrijving            


1.         De op de plankaart B  als “waterbergend rivierbed” op grond van artikel 16 Wet op de Ruimtelijke Ordening aangegeven gronden zijn behalve voor doeleinden van andere krachtens dit plan aan          deze gronden gegeven bestemmingen primair bestemd voor de berging van water.

 

2.         Voor zover op de plankaart B nader aangegeven als andere dubbele bestemming is het in artikel 24 gegeven schema van volgorde van toepassing.

 

II.         Beschrijving in hoofdlijnen                     


De Maas is de afgelopen jaren regelmatig buiten haar oevers getreden. Grote materiële schade en ernstige overlast waren het gevolg. Om deze gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen, is het beleid erop gericht om het bergend vermogen van het rivierbed zoveel mogelijk te handhaven. Met name aan het oprichten van bouwwerken worden strenge voorwaarden gesteld.

Het beleid is vastgelegd in de beleidslijn “Ruimte voor de rivier” (Staatscourant, 12 mei 1997). Deze beleidslijn geldt als basis voor de in dit artikel opgenomen regeling. De zonering van het waterbergend rivierbed is daarvan afgeleid en van het daarop betrekking hebbende Koninklijk Besluit van 6 maart 1998.

 

III.       Bouwvoorschriften                   


A.        Op of in de voor “waterbergend rivierbed buiten de contour” aangegeven gronden mag een bouwvergunning slechts worden verleend, indien hiervoor door Gedeputeerde Staten een verklaring van      geen bezwaar ex artikel 16 W.R.O. is afgegeven. Deze verplichting geldt niet voor een uitbreiding van bestaande bebouwing indien en voor zover het bestaande bebouwde oppervlak met niet        meer dan 10% wordt vergroot.

 

Alvorens een verklaring van geen bezwaar af te geven winnen Gedeputeerde Staten advies in van de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat.

Bij uitbreiding van bestaande bebouwing groter dan 10% toetsen Gedeputeerde Staten aan de volgende criteria:

 

-           de uitbreiding moet noodzakelijk zijn uit bedrijfseconomisch oogpunt/continuïteit dan wel anderszins een zwaarwegend maatschappelijk belang betreffend;

-           er is geen alternatief buiten het rivierbed;

-           een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit mag niet worden belemmerd.

 

                        Voorts toetsen zij aan de volgende voorwaarden:

 

-           de situering en wijze van uitvoering van het bouwplan moeten zodanig zijn dat het effect op de waterstand zo gering mogelijk is;

-           er moet een beschermingsniveau van 1:1.250 worden gerealiseerd dan wel, indien dat in redelijkheid niet mogelijk is, een beschermingsniveau dat tenminste aansluit aan het bouwpeil van de bestaande bebouwing.

 

Bij nieuwbouw toetsen Gedeputeerde Staten aan de volgende criteria:

 

-           er moet sprake zijn van een zwaarwegend maatschappelijk belang;

-           er is geen alternatief buiten het rivierbed;

-           een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit mag niet worden belemmerd.

 

Voorts toetsen zij aan de volgende voorwaarden:

 

-           de situering en wijze van uitvoering van het bouwplan moeten zodanig zijn dat het effect op de waterstand zo gering mogelijk is;

-           er moet een beschermingsniveau van 1:1.250 worden gerealiseerd.

 

B.         1.         Op of in voor “waterbergend rivierbed binnen de contour” aangegeven gronden moet het bouwpeil van een bouwwerk tenminste gelijk zijn aan het beschermingsniveau van 1:250 jaar of             indien dit in redelijkheid niet mogelijk is een beschermingsniveau dat tenminste aansluit op het bouwpeil van de bestaande woning.

                        2.         In de gebieden binnen de contour 1:250 jaar is voor vervangende nieuwbouw en het vullen van open gaten een beschermingsniveau van 1:50 jaar toegestaan.

 

IV.       Schade


Voordat het college van Burgemeester en Wethouders een bouwvergunning kan en mag verlenen, dient de zakelijk gerechtigde op deze bouwvergunning een verklaring te overleggen, waaruit blijkt dat hij geen schade zal claimen, te lijden als gevolg van het buiten haar oevers treden van de Maas en dat hij zich bewust is van de risico’s.