Artikel 30       Beschermingszone b t/m g

 

I.          Doeleindenomschrijving            


1.         De op de plankaart B als “beschermingszone b t/m g” aangegeven gronden zijn, met inachtneming van de aangegeven profielen, tevens bestemd voor bescherming en onderhoud van de op de plankaart B aangeduide hogedruk hoofdgasvoedingsleiding (Essent), hogedruk hoofdgastransportleiding (Gasunie) (beschermingszone b), rioolwatertransportleiding(WBL) (beschermingszone c), hoofdwatertransportleiding (WML)(beschermingszone d), O2/N2-leiding (SABIC) (beschermingszone e), etheen- en monovinylchlorideleiding (LMV-leiding)(beschermingszone f)  en PALL-leiding en reserve PALL-leiding (PALL N.V.) (beschermingszone g).

 

2.         Voor zover op de plankaart B nog een andere dubbele bestemming voor deze gronden is aan¬gegeven is het in artikel 24 gegeven schema van volgorde van toepassing.

 

II.         Bouwvoorschriften                                           


A.        Op of in de als “beschermingszone b t/m g” aangegeven gronden mag niet worden gebouwd.

 

B.         Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder A van dit lid. ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge de ter plaatse op de plankaart A aangewezen andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de leiding(en).

 

III.       Aanlegvergunning                                 


A.        Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken            zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

a.         het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

b.         het ontginnen, ontgronden, bodemverlagen of afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; 

c.         het  verrichten van graaf- en grondwerkzaamheden  of het  indrijven van voorwerpen in de bodem, dieper dan 30 cm;

d.         het aanbrengen van diepwortelende  beplantingen en/of bomen;

e.         het vellen of rooien van houtgewas.

 

            B.         Het onder A. van dit lid bepaalde is niet van toepassing voor:

a.         werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;

b.         werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;

c.         werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;

d.         werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins mogen worden uitgevoerd.

 

            C.         De werken of werkzaamheden, als bedoeld onder A. van dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de in lid I. genoemde leidingen.

 

IV.       Nadere bepaling                                                           


Een vrijstelling als bedoeld in lid II. sub B., resp. een aanlegvergunning als bedoeld in lid III. sub A. wordt slechts verleend, nadat terzake advies is ingewonnen van de beheersinstantie van de in lid I. bedoelde leiding; de beslissing met betrekking tot de vrijstelling, resp. aanlegvergunning wordt aan de beheersinstantie meegedeeld.

 

V.        Procedureregels           


Bij het verlenen van c.q. toepassing van de in dit artikel bedoelde aanlegvergunning c.q. vrijstellingsbevoegdheid dienen de in artikel 40 opgenomen procedureregels in acht te worden genomen.