Artikel 7         Natuur na ontgronding/opvulling

 

I.          Doeleindenomschrijving


De op de plankaart A als “natuur na ontgronding/opvulling ” aangegeven gronden zijn bestemd voor:

            -           natuurontwikkeling.

-           de winning, verwerking en transport van oppervlaktedelfstoffen;

-           kleiberging;

-           zoekgebied ongelijkvloerse kruising zoals op de plankaart A aangegeven;

-           bypass/loswal voorzover op de plankaart A als zodanig aangegeven;

-           grinddrempels en -ruggen;

-           ontsluitingswegen en daarbij behorende tijdelijke en permanente voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid;

-           tijdelijke voorzieningen ten behoeve van het Grensmaasproject, zoals werkwegen, gronddepots en geluidwerende voorzieningen;

-           vistrappen;

-           voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding zoals de op de plankaart A aangegeven stroomgeleidingsdam.

 

Bovenstaande doeleinden kunnen, voor zover het de gronden betreft die nader zijn begrensd en aangeduid op plankaart B van deelgebied Maastricht (Waterwingebied Borgharen-Itteren), uitsluitend worden gerealiseerd c.q. uitgevoerd, nadat de vergunning tot waterwinning is vervallen (werkzaamheden in het kader van de waterwinning zijn tot 1 januari 2009 vergund).

 

II.         Beschrijving in hoofdlijnen         


De in lid I. omschreven doeleinden worden als volgt nagestreefd:

 

            Algemeen

            Als hoofdlijn van het beleid geldt voor de hier aan¬gegeven gronden, dat:

            -           de bestemming betrekking heeft op de POL-categoriën natuur na ontgronding en natuur na ontgronding en opvulling;

            -           de winning van delfstoffen met name gericht is op natuurontwikkeling en bescherming tegen wateroverlast;

            -           in de regionale en nationale behoefte aan delfstoffen wordt voorzien volgens de daarvoor geldende taakstellingen van Rijk en Provincie Limburg.

De bescherming tegen wateroverlast wordt bewerkstelligd via ontgrondingswerkzaamheden welke zullen leiden tot stroomgeulverbreding en weerdverlaging van de Maas.

Uitgangspunt is dat het transport van de gewonnen delfstoffen zoveel mogelijk over de winlocaties zelf plaatsvindt per as of per transportband.

In de onderhavige gronden is tevens voorzien in de aanleg van kleischermen.

Teneinde met het oog op natuurontwikkeling rivierkundige en ecologische pro¬cessen enigs¬zins in gang te zetten, zullen de terreinen na ontgronding min of meer 'ruw' worden afgewerkt.

Dit houdt in dat oneffenheden in het terrein en een bepaalde detailvormgeving moeten leiden tot gradiënten in bodem- en waterhuishouding en aangrijpingspunten moeten bieden voor de rivier om sediment te verplaatsen.

Waar op de plankaart A sprake is van geluidgevoelige zones mag niet eerder worden ontgrond dan nadat de geluidgevoelige functies zijn opgeheven.

De bestaande wegen zijn toegestaan binnen de bestemming. 

 

Werkwegen mogen uitsluitend gerealiseerd worden in de op plankaart A als zodanig aangeduide zone (tijdelijke werkwegen). Tevens zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd de vrijstellingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 38 sub B toe te passen.

 

Na het beëindigen van de ontgronding en het afronden van de afwerking en niet eerder dan nadat de gronden zijn verworven door een natuurbeschermingsorganisatie zijn de bepalingen van artikel 4 onverminderd van toepassing.

Binnen deze bestemming is extensief recreatief medegebruik na realisering van de natuurontwikkeling toegestaan en mogen, rekening houdend met de doeleinden van ontwikkeling van natuur en landschapswaarden, kleinschalige picknickplaatsen, rustpunten e.d. worden aangelegd en zitbanken, afvalbakken, borden e.d. worden geplaatst.

Ten behoeve van de bereikbaarheid en levensvatbaarheid van functies  en ten behoeve van het recreatief medegebruik na realisering van de beoogde natuurontwikkeling is het mogelijk (tijdelijke) voorzieningen aan te brengen zoals wegen en bruggen waaronder de  als zodanig op de plankaart A aangegeven permanente hoogwaterbrug in Maasband en in Vissersweert.

 

 

III.       Bouwvoorschriften       


Op of in de tot “natuur na ontgronding/opvulling ” bestemde gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van:

1.         tijdelijke gebouwen, geen woning zijnde, met een maximale bebouwingshoogte van 5,00 m., en met dien verstande dat het totale bebouwingsoppervlak per aaneengesloten bestemming niet meer bedraagt dan 250 ;

            2.         andere tijdelijke bouwwerken met een maximale hoogte van 25,00 m.

 

IV.       Nadere eisen                            


Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de tijdelijke werkwegen binnen de op plankaart A aangegeven zone, indien dit noodzakelijk is:

-           ten behoeve van de bescherming van het woonmilieu, onder andere voor wat betreft geluid en luchtkwaliteit;

-           ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende natuurlijke waarden.