HOOFDSTUK III OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 23 Algemene
vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het in dit plan bepaalde:
1.
ten
aanzien van de plaats en/of richting van de bebouwingsgrenzen en de wegen, voor
zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte
punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is,
respectievelijk indien de aanpassing aan de
terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en daardoor geen belangen van derden
worden geschaad;
2.
van
enige bestemming van gronden uitsluitend ten behoeve van het bouwen van
bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, telefooncellen en
wachthuisjes met dien verstande, dat de inhoud per op te richten bouwwerk niet
meer dan 50 m3 zal bedragen en
de nokhoogte ervan niet meer dan 2,50 meter zal bedragen;
3.
van
de in artikelen 9, 10, 16 en 17 genoemde maten, mits de afwijking niet meer
bedraagt dan 10 % en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.