Artikel 16 Centrumvoorzieningen (C)
1. De gronden met de bestemming
centrumvoorzieningen mogen uitsluitend worden gebruikt voor
centrumvoorzieningen en voor woondoeleinden met dien verstande, dat de gronden
met de subbestemming -z niet voor de detailhandel mogen worden gebruikt.
2. Op deze gronden mogen, met inachtneming van
de subbestemming, uitsluitend worden gebouwd:
a. gebouwen, geen woningen zijnde ten behoeve van het in lid 1
toegestane gebruik;
b. die andere
bouwwerken, welke qua aard bij het in lid 1 toegestane gebruik passen en niet
hoger zijn dan 3,00 meter.