Artikel 18 Agrarische
doeleinden (A)
1. De gronden met de bestemming agrarische
doeleinden mogen uitsluitend worden gebruikt voor de bedrijfsvoering van
bedrijven voor land-, akker-,
tuin- en bosbouw.
2.
I. Op
deze gronden mogen, behoudens op de gronden met de nadere aanwijzing (o),
onbebouwd uitsluitend worden gebouwd:
a. gebouwen, geen woningen zijnde, ten behoeve van het in lid 1
toegestane gebruik;
b. die andere
bouwwerken, welke qua aard bij het in lid 1 toegestane gebruik passen en niet
hoger zijn dan 3,00 meter en in het geval van silo's 8,00 meter.
II. Op
de gronden met de nadere aanwijzing (0), onbebouwd mogen uitsluitend andere
bouwwerken worden gebouwd, welke qua aard bij het in lid 1 toegestane
gebruik passen en niet hoger zijn dan 3,00 meter.
III. Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in dit lid tot het
bouwen van één dienstwoning per afzonderlijk bedrijf met dien verstande, dat de
inhoud van de betreffende bedrijfswoning maximaal 500 m3 mag
bedragen.