Artikel 20    Verkeersdoeleinden (V)

 

1.      De gronden met de bestemming verkeersdoeleinden mogen met inachtneming van de op de bestemmingskaart aangegeven wegprofielen uitslui­tend worden gebruikt voor verkeerswegen, parkeerplaatsen, fiets- en voetpaden en pleinen alsmede voor de daarbij behorende berm, stroken, taluds, bermsloten, beplantingen en geluidwerende voorzieningen, met dien verstande dat de gronden met de subbestemming:

 

-        b:      uitsluitend voor verblijfsgebied met beperkte verkeersfunctie;

-        p:      uitsluitend voor parkeren en daarbij behorende beplantingen;

-        v:      uitsluitend voor voetpad

 

mogen worden gebruikt.

 

2.      Op deze gronden mogen met inachtneming van de subbestemming geen ge­bouwen doch uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, welke qua aard bij het in lid 1 toegestane gebruik passen en niet hoger zijn dan 7,00 meter.