Artikel 23    Groenvoorzieningen (G)

 

1.      De gronden met de bestemming groenvoorzieningen mogen uitsluitend worden gebruikt voor plantsoenen, waterpartijen, bermbeplantingen en andere groenvoorzieningen en in samenhang daarmee voor wandel- en fietspaden, kinderspeelplaatsen en geluidwerende voorzieningen.

 

2.      Op deze gronden mogen geen gebouwen doch uitsluitend andere bouwwer­ken worden gebouwd, welke qua aard bij het in lid 1 toegestane ge­bruik passen en niet hoger zijn dan 3,00 meter.