Artikel 25    Centrumgebied (CW)

 

1.      Bestemming

De gronden met de bestemming centrumgebied mogen uitsluitend worden gebruikt voor centrumvoorzieningen en woondoeleinden en in samenhang daarmee ten behoeve van verkeersdoeleinden en groenvoorzieningen.

 

2.      Beschrijving in hoofdlijnen

In dit artikellid wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het plan de doeleinden, die ingevolge lid 1 aan de daar bedoelde gronden zijn toegekend, worden nagestreefd.

a.      Het ligt in de bedoeling om de gronden met deze bestemming te gebruiken voor de versterking van het winkelcentrum van Heer, met het doel om dat centrum te brengen op het niveau van een wijkwinkelcentrum.

b.      Ten behoeve van de onder a bedoelde doelstelling mag op deze terreinen maximaal 2.800 m2 b.v.o. aan winkelvoorzieningen, waarvan één grootwinkelbedrijf van maximaal 1.200 m2 worden ge­realiseerd, met daarnaast 500 m2 b.v.o. ten behoeve van andere commerciële ruimten (zoals banken, horeca en dienstverlenende bedrijven).

c.      De nieuwe supermarkt is bedoeld voor de vestiging van de nu reeds op basis van de voorlopige bestemming detailhandel (Dv) op deze gronden aanwezige supermarkt. Het gebouw van de voorlo­pige supermarkt moet worden afgebroken, zodra de nieuwe defini­tieve vestiging gereed is.

d.      Het terrein moet vanaf de oostelijk ingang van het winkelcentrum en voetgangersverbinding hebben met de Weth. Vranckenstraat.

e.      Op het terrein moet parkeergelegenheid voor minimaal 105 auto's aanwezig zijn, die bereikbaar is via een inrit vanaf de Aker­steenweg-westzijde en een uitrit naar de Akersteenweg-oostzijde en verder vanaf de Dorpstraat, tegenover de aansluiting met On­der de Kerk.

f.       Bevoorrading van de winkels aan de noordzijde moet plaatsvinden via de centrale open ruimte; van de winkels aan de zuidzijde vanaf de verbinding met de Dorpstraat.

 

3.      Bebouwing

a.      De bebouwing moet worden gegroepeerd rond een symmetrisch plein met een maat van ongeveer 34 x 45 meter en aan de oostzijde wor­den afgerond door een solitaire winkel, die het begin vormt van de in lid 2 onder d bedoelde voetgangersverbinding.

b.      Het centrale plein moet vanaf de westzijde (Dorpstraat) en vanaf de oostzijde (parkeerruimte/voetgangersgebied) toegankelijk zijn via minimaal 10 meter brede doorgangen, waarbij de doorgang aan de zijde van de Dorpstraat wordt overbouwd.

c.      De noordoostelijke hoek van de bebouwing moet worden gevormd door een gebouw met een goothoogte van minimaal 6,00 en maximaal 9,00 meter. De overige bebouwing langs de Akersteenweg moet een goothoogte hebben van minimaal 4,50 meter en maximaal 6,00 me­ter.

d.      Aan de zijde van de Dorpstraat moeten op de begane grondlaag winkels en daarboven woningen worden gebouwd; de goothoogte moet hier minimaal 7,00 en mag maximaal 9,00 meter bedragen; de wo­ningen moeten geluidongevoelig worden ingedeeld.