Artikel 3 Hoogtebepalingen
1. De maximaal toelaatbare goothoogte van
gebouwen wordt uitgedrukt in meters en mag, behoudens het daaromtrent
afzonderlijk in de voorschriften bepaalde, niet meer bedragen dan de maat, op
de bestemmingskaart aangegeven met een Arabisch cijfer achter de bestemming.
2. De minimaal toelaatbare goothoogte van
gebouwen wordt uitgedrukt in meters en bedraagt 80% van de maximaal toelaatbare
goothoogte, behoudens daar waar deze maat op de bestemmingskaart is aangegeven
door middel van een tweede Arabisch cijfer achter de bestemming.
3. De nokhoogte van gebouwen mag maximaal 3,00
meter hoger zijn dan de maximaal toelaatbare goothoogte.
4. Burgemeester en wethouders kunnen
vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel,
indien dit voor een betere stedebouwkundige inpassing
noodzakelijk is, met dien verstande, dat de afwijking niet meer bedraagt dan
20% van de minimaal toelaatbare goothoogte, respectievelijk
maximaal toelaatbare nokhoogte.