GEMEENTE MAASTRICHT

 

     BESTEMMINGSPLAN

 

              HEUGEM

 

         TOELICHTING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ontwerp ter visie d.d.:

 

Vastgesteld gemeenteraad d.d.:

 

Goedgekeurd G.S. d.d.:

 

 

 

Maastricht, 6 januari 1999

 

 

 

 

BURO 5 MAASTRICHT

Louis Loyensstraat 5

Postbus 959

6200 AZ Maastricht

Tel:  043-3253223

Fax: 043-3255996

Email: info@buro5.nl    projectnummer 89.02.036



INHOUD

 

 

 

 

TOELICHTING

 

Hoofdstuk 1. Inleiding

Aanleiding tot de planopstelling 

Het plangebied   

Planningsactiviteiten   

Structuurvisie Maastricht 1990 - 2000   

 

Hoofdstuk 2 Ruimtelijk-stedenbouwkundige aspecten

Historische ontwikkeling   

Cultuurhistorische elementen

Stedenbouwkundige karakteristiek 

Conclusies en aanbevelingen

 

Hoofdstuk 3 Functionele aspecten

Bevolking en wonen  

Woonwagenbeleid     

Bedrijven        

Detailhandelsvoorzieningen  

Educatieve, sociaal-culturele en medische voorzieningen 

Recreatieve voorzieningen

Conclusies en aanbevelingen

 

Hoofdstuk 4 Verkeer en infrastructuur

Gemotoriseerd verkeer        

Voetgangers- en fietsverkeer   

Parkeren        

Openbaar vervoer 

Leidingen       

Conclusies en aanbevelingen

 

Hoofdstuk 5 Milieuhygienische analyse

Bodem 

Geluid   

Bedrijven        

Water   

Lucht    

Veiligheid       

Begraafplaats

Conclusies en aanbevelingen

 

 


Hoofdstuk 6 Programma

Beschrijving plangebied     

Bestaande situatie 

Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief       

Functioneel ontwikkelingsperspectief       

Verkeersstructuur        

Mobiliteit         

Parkeren        

Milieu-aspecten

   

Hoofdstuk 7 Het bestemmingsplan

Planmethode

Opzet van de voorschriften  

 

Hoofdstuk 8 Uitvoerbaarheid

Financieel-economische uitvoerbaarheid 

Maatschappelijke uitvoerbaarheid 

 

 

Bijlagen:    bijlagenboek

1. Akoestische berekeningen diverse locaties

2. Akoestisch onderzoek woonwagenstandplaatsen Hoge Weerd

3. Nadere eisen vrije sectorkavels Heugem-zuidoost

4. Nadere eisen bijgebouwen vierkantwoningen Heugem-zuidoost

5. Advies P.C.G.P. en reacties andere diensten en instellingen

6. Inspraakverslag en schriftelijke reacties

 

 


 

 


 

 

TOELICHTING

 


HOOFDSTUK 1. INLEIDING

 

 

Aanleiding tot de planopstelling

 

Het opstellen van een bestemmingsplan voor Heugem vloeit voort uit een aantal motieven, die voor de diverse onderdelen van het plangebied ver­schillend zijn. Voor de oudere delen van de kern Heugem is dit het aanwezig zijn van een volledig achterhaalde planologische regeling in het uitbrei­dingsplan in onderde­len Heugem. Dit plan werd vastgesteld in 1957 en herzien in 1960.

De inmiddels gerealiseerde noordoostelijke en zuidoostelijke uitbreidingen, die als globale woonbestemming in het bestemmingsplan Randwyck waren opgeno­men, behoeven eindelijk vertaling in een uitgewerkt plan.

Voor de zuidoostelijke uitbreiding, een gebied waar op dit moment de laatste woning­bouwacti­viteiten plaatsvin­den, is een bestemmingsplanregeling noodza­kelijk die is afgestemd op de specifieke stedenbouwkundige eisen, die aan de activi­teiten in dat gebied zijn gesteld.

De vestiging van Huize Maasveld ten zuiden van de kern heeft deels plaatsge­vonden in afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De bestem­mingsplanrege­ling moet hierop worden aangepast.

Tenslotte is het nodig om een goede afstemming te vinden met de planologi­sche regeling voor het gebied ten oosten van de kern dat, anders dan de hoger-onderwijsbestemming, die oor­spronkelijk in de bedoeling heeft gelegen, in het bestemmingsplan Randwyck-zuid is bestemd tot bedrijf­sterrein.

 

Het plangebied

 

Het plangebied wordt begrensd door:

-   de Oeslingerbaan in het noorden

-   de Molensingel in het oosten en het zuiden;

-   de Hoge Weerd in het westen.

Deze wegen maken zelf in het algemeen geen deel uit van het bestemmingsplan-gebied.

 

Planningsactiviteiten

 

Ten behoeve van de opstelling van dit plan is door BURO 5 MAASTRICHT een onderzoek gedaan naar de historische, ruimte­lijke, functionele, verkeers- en milieu-aspecten van het plangebied en de zich daar voordoende ontwikkelin­gen. Dat onderzoek heeft geen betrekking gehad op het nieuw­bouwgebied Heugem-zuidoost. Voor dat gebied heeft de afdeling Stedelijke Inrichting van de Dienst Stadsontwikkeling en Grondza­ken Maastricht de voorbereidende werkzaamhe­den verricht. De voor dat gebied gewenste plano­logische regeling wordt in dit bestemmingsplan geïntegreerd.

 

 


Het eerder genoemde onderzoek heeft plaatsgehad in de periode eind 1989, begin 1990 en is in mei 1990 met een rapport afgesloten. De gemeentelij­ke planningsactivi­teiten dateren uit 1989. De verrichte onderzoeken zijn eind 1996 door BURO 5 MAAS­TRICHT geactualiseerd en geïntegreerd en daaraan zijn toegevoegd een ruimtelijk-stedenbouwkundige studie naar de mogelijkheden voor de realisering van een nieuwe woonwagenlocatie in Heugem en de mogelijkheden om de ruimtelijk-functionele relatie tussen Huize Maasveld en de kern Heugem te versterken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Structuurvisie Maastricht 1990 - 2000

 

Vanuit de structuurvisie is een aantal actiepunten voor het plangebied van belang. Het belangrijkste daarvan is de aanwijzing van Heugem-zuidoost als nieuw uitlegge­bied voor een combinatie van woningbouw in de sociale-, de markt en de vrije sector. Een tweede is de aanhaking van de Hoge Weerd aan de autosnelweg A2, waardoor via de in dit plangebied opgenomen Molensin­gel en betere ontsluiting tot stand zal komen van het bedrijventerrein Randwyck-zuid. Het project herstructurering buurtwinkelcentra geeft voor Heugem aan de ontwikkeling van een ondernemersplan ter ondersteu­ning van de positieve toekomstverwachting voor dit centrum.

 

Inmiddels zijn deze drie actiepunten gerealiseerd en conform de huidige situatie in dit plan opgenomen.

Terug naar inhoudsopgave


HOOFDSTUK 2.

RUIMTELIJK-STEDENBOUWKUNDIGE ASPECTEN

 

 

Historische ontwikkeling

 

De vroedschap Heugem, volgens de oudste documenten bekend als Hoyen of Hoghen, maakte van oudsher deel uit van de Heerlijk­heid Gronsveld. Grons­veld was een van de direct van het keizer­rijk afhankelijke gebieden, die hun vrijstel­lin­gen en privile­ges hadden behouden. De eerste heren van Gro­nsveld hadden hun titel verkregen op grond van hun bezit­tingen in Gronsveld en ver daar­bui­ten. Tot die bezittingen behoorde ook Heugem.

Dat Heugem een leengoed van enige betekenis moet zijn ge­weest, kan worden afgeleid uit diverse omstandigheden. De heer van Heugem (Arnold de Hoghem) bezat een ver­sterkt huis of een kas­teel te Heugem, dat wil zeggen: hij werd in staat geacht zich­zelf en zijn onderho­rigen te beschermen tegen vijandelijke aan­vallen. Heugem had verder reeds in de 15e eeuw een eigen sche­pen- of rechtbank: de  courdelle warde. Tenslotte vormde het een af­zonder­lijke paro­chie met een eigen kerk. Deze kerk, die toegewijd was aan de Heili­ge Michaë­l, wordt voor het eerst vermeld in een bulle van Adri­aan IV in 1157. Zij maakte deel uit van de bezittingen van de Onze Lieve Vrou­we Kerk te Maas­tricht.

Binnen het grondgebied van Heugem bevindt zich ook het l­andgoed Houwert of Hogen­weert, waar­van in 1734 melding wordt gemaakt. Het behoorde toe aan Theodoor Vaes, ka­nunnik van de St. Ser­vaas.

De heerlijkheid Gronsveld werd bij gelegenheid van de admi­ni­stratiefrech­telijke hervorming van 1794 als dorp ingedeeld bij het kanton Terblijt.

In het midden van de 19e eeuw telde Heugem in totaal 116 huizen met 340 inwoners, een school met ongeveer 70 leer­lingen en een kapel, die door een kapelaan werd bediend, behorend tot de paro­chie Gronsveld. Al deze gebouwen waren gegroepeerd langs een vijftal straten op een betrek­kelijk klein grondge­bied.

De omvang en de vorm van Heugem is in hoge mate bepaald door de loop van de Maas en de natuurlijke omstandig­heden. Het dorp ligt enigszins hoger dan de omgeving. Doordat ho­ger gelegen gronden slechts in beperkte mate aanwe­zig wa­ren, moest men komen tot een zeer dicht op­eenge­drongen be­bou­wing. De tussen­ruimten tussen de hui­zen bedraagt vaak nog geen meter.

Bij wet van 25 juli 1919 werd - met ingang van 1 januari 1920 - Heugem toegevoegd aan de gemee­nte Maastricht. Het telde toen 984 inwoners. Op dat moment waren in Heugem twee scholen geves­tigd, een openbare en een bij­zondere school, elk met 92 leer­lin­gen. Als een gunstig gelegen uitbrei­dingsge­bied van Maas­tricht kon men Heugem in die tijd zeker niet beschou­wen.

Heugem werd geteisterd door bijna jaarlijks terugkerende over­stromingen. Om dit probleem op te lossen, zou er een kanaal gegraven worden van Eijs­den naar Itteren. Het kanaal werd ech­ter nooit gegraven.


 


Het is zonder meer duidelijk dat van een groei van enige bete­ke­nis in kwanti­tatieve zin van Heugem nauwelijks sprake kon zijn, indien en voor zolang niet aan de re­gelmatig te­rugkerende wateroverlast een einde kon worden gemaakt. Een aanmerkelijke verbetering werd verkregen in 1935 toen de Heugemer Overlaat kon worden gedicht. Deze Heuge­mer Over­laat had tot doel het overtollige water van de Maas rondom Heugem en het oostelijke stads­deel te leiden, waarna het ten noorden van Maastricht de Maas weer kon bereiken. Als gevolg van normalisa­tiewerkzaamhe­den aan de Maas en door de amove­ring van 2 pijlers van de St. Servaasbrug in het begin van de jaren dertig, waardoor de bed­ding van de Maas met on­geveer 50 meter werd verbreed, kon de Heugemer Over­laat in de waterhuishouding van de Maas worden gemist. Het zou evenwel nog tot 1974 duren vooraleer door de aan­leg van de "Hoogeweerd" een defi­ni­tief einde werd ge­maakt aan het over­stro­mingsgevaar van de gronden rond­om Heugem.

Intussen werden in Heugem wel enige verbeteringen uit­gevoerd op het gebied van de volkshuisves­ting. In 1921 be­sloot de ge­meenteraad tot de bouw van 14 "arbeiders­wonin­gen" in Heugem. In 1924 werd het dorp voorzien van elek­tri­citeit, in 1926 werd Heugem (op marktda­gen!) aangesloten op het gemeen­telijke auto­busnet, in de vijf­tiger jaren wer­den de woningen voorzien van rio­lering en werden ze aange­sloten op het gas- en water­leidingnet.

De eerste uitbreiding van betekenis dateert uit 1957 toen de bouwvereni­ging St. Servatius Aan het Valderen 24 éénge­zinshui­zen bouwde. Uitbreiding van grote omvang vond plaats in de jaren 1963-1969 met niet minder dan 266 woningen van bouwverenigingen en 134 woningen van particulieren. Een voorlopige afbouw van Heugem vond plaats in 1976 met een complex van 65 woningen. Op 1 januari 1983 telde Heugem in totaal 2.402 inwoners en 781 woningen. In 1982 werd begon­nen met de in het plan Randwyck ontworpen uitbreiding van Heugem, het zoge­naamde plan Heugem-Noordoost. De eerste woningen in dit gebied, dat een totale capaciteit heeft van on­geveer 285 woningen, werden opgeleverd in 1983 (zie his­tori­sche kaarten). Het woningbouwprogramma voor Heugem-zuidoost omvatte in totaal 505 woningen, verdeeld over alle financie­ringscatego­rieën. Dit woongebied is in het begin van de negentiger jaren gerealiseerd.

 

Cultuurhistorische elementen

 

In en rond het plangebied is nog een aantal cultuurhistorische structuren te onderkennen, zoals het stratenpatroon van de oude kern, bestaande uit de Heugemerstraat, de Heuge­mer Kerkstraat, de Heugemer Molenstraat en de Oude Maasstraat. De Maastrichterweg, als oude verbinding tussen Maas­tricht en Gronsveld is nog ten dele aanwezig. Het oude tracé van de Oosterweg ten westen van de Hoge Weerd is door de ontgronding in dat gebied verloren gegaan. Er is in het plangebied geen sprake van archeologische waarden.

 

In Heugem zijn, behalve de toren van de St. Michaëlskerk, geen rijksmonumen­ten of provinciale monumenten aanwezig.


 


In de inventaris ten behoeve van de gemeentelijke monumentenlijst is er wel een aantal panden met monumentale waarde aanwezig.

 

Het betreft de navolgende panden:

 

De Beente 37

Heugemer Kerkstraat 1

Heugemer Kerkstraat 3

Heugemer Kerkstraat 10

Heugemer Kerkstraat 12

Heugemer Kerkstraat 13

Heugemer Kerkstraat 17

Heugemer Kerkstraat 23

Heugemer Kerkstraat 24

Heugemer Molenstraat 9

Heugemer Molenstraat 14 en 16

Heugemer Molenstraat 21

Heugemerstraat 86

Heugemerstraat 118

Heugemerstraat 221

Heugemerstraat 225

Heugemerstraat 229

Heugemerstraat 245

Heugemerstraat 251

Heugemerstraat 267

Heugemerstraat 271

Heugemerstraat 273

 

Stedenbouwkundige karakteristiek

 

De vorm en de stedenbouwkundige structuur van de woon­buurt Heu­gem worden sterk bepaald door de ligging tussen de Maas en een voormalige oude Maas­arm ten oosten van Heugem. Het dorp is gelegen op ietwat hoger gelegen gronden te midden van het overstro­mingsgebied van de Maas.

 

De Oosterweg, van Oost-Maarland bij Eijsden naar Maas­tricht, liep volgens oude kaarten bij het dorp Heugem rechtdoor naar het noorden langs de west­rand van Heugem, de oever van een oude Maasarm volgend. De huidige knik in de weg bestond toen nog niet. De weg langs de west­rand van Heugem heet­te Vredesweg (de huidige St. Micha­ëlsweg) en is slechts aan één zijde be­bouwd, omdat de andere zijde te sterk bloot stond aan over­stroming. ­Het is waarschijn­lijk dat dit de oudste straat van het dorp Heugem is. Hierop hebben zich dwarsstraten ont­wikkeld. De zui­delijkste daar­van loopt door naar Gronsveld. Van­uit deze straat, de Oude Maas­straat en de Gronsvelder­weg is vermoedelijk de oos­telijke noord-zuidlo­pende straat ontstaan (Heu­gemer­straat), die zich later tot hoofd­straat van het dorp ontwikkeld moet heb­ben en waar­op de andere dwarsstra­ten uit­komen. De knik in de weg aan de zuid­rand van het dorp moet ontstaan zijn door een kleine verlegging van de Oosterweg.

 


 


De meest karakteristieke stedenbouwkundige structuur van het dorp Heugem is terug te vinden in de beide in noord-zuid­rich­ting verlopende straten, de Heuge­merstraat en de St. Mi­chaëlsweg, en in de 3 verbindingsstraten tussen deze twee hoofdaders, de Heugemer Pastoors­traat, de Heugemer Kerk­straat en de Heuge­mer Molenstraat (zie kaart: steden­bouw­kun­dige hoofd­struc­tuur). Daarvan is alleen de St. Michaëlsweg, die als be­grenzing van de bebouwing fungeerde, slechts aan een zijde be­bouwd. De bebouwing langs deze straten roept een boeiend beeld op van dorpse kleinschaligheid in een afwisselend straatpro­fiel.

Een ingreep in deze oude stedenbouwkundige structuur bete­kende de uitbrei­ding van Heugem in zuidelijke richting in de jaren zestig door de bouw van enkele honderden woningen ten zuiden van de Oude Maasstraat. Daarmee deed de etagewo­ning haar intre­de in Heugem en werd tevens een bouwwijze geïntrodu­ceerd, die tot dan toe in Heugem onbekend was, de zogenaamde strokenbouw. Beide bouwwijzen zijn zo afwijkend van de traditionele dorpse bouw dat zij als enigszins we­zens­vreemd voor Heugem moeten worden be­schouwd. Ook in een ander opzicht wijkt deze omgeving af van het oude Heugem dat, zoals eerder werd omschreven, zeker voor dorpse begrip­pen, vrij compact is bebouwd. De nieuwere bebou­wing daar­entegen vertoont de eigenschap­pen van alle na-oorlogse uitbreidingen: vrij open met rela­tief grote groenstro­ken. Dit gebied heeft vrijwel geen relatie met het oude dorp, omdat voor een totaal andere structuur is gekozen.

De ontwikkeling van Heugem is vooral te typeren als een sterk fasegewijze uitbreiding. In beginsel meer in over­een­stemming met de oude structuur van Heugem was de aanleg van de aan de St. Michaëlsweg en de Heugemer­straat parallel verlopende Termi­leslaan en Kapittel­laan met hun bebouwing, enkele jaren later. Het ietwat strakke en rechtlijnige ver­loop van deze straten is in het licht van de na-oorlogse economie in het bouwen we­lis­waar goed verklaarbaar, maar moet toch als niet in overeen­stemming met de histori­sche sfeer van de dorpse structuur van Heugem worden gekarakte­riseerd, vooral vanwege de aan deze straten verrezen bebou­wing, die van het oorspronke­lijke karak­ter van Heugem af­wijkt.

Een beter in de structuur van Heugem in­gepas­te aanvulling is de bebou­wing op een tot dan toe nog open terrein in het noordwestelijk deel van Heugem, en wel in de omgeving van De Distele en De Beente.

Tijdens de planning van de uitbreiding Heugem-noordoost is voor het eerst getracht de be­staande struc­tuur te verbeteren (uitstulping aan de Kapit­tellaan) of te betrekken bij het nieuwe gebied. Daarbij is ge­bruik gemaakt van een in de structuur her­kenbare oost-westas. Verder is er aan kleinschaligheid en variëren­de straatprofielen gedacht, hetgeen men sterk kan associëren met het oude dorp.

 

Tenslotte moet erop worden gewezen dat Heugem omgeven is door een stelsel van verkeerswe­gen met een doorgaande func­tie, te weten de Hoge Weerd, de Oeslingerbaan en de Molen­singel. Om te voorkomen dat deze kern geïso­leerd raakt, die­nen over deze verkeers­barrières heen op daar­toe geëigende plaat­sen verbindin­gen te worden gemaakt tussen de kern en het omringende land­schap c.q. de aan­grenzende gebieden.

In noordelijke richting wordt Heugem verbonden met Rand­wyck vanuit de Heugemer­straat met een tunnel voor het langzame ver­keer onder de Oeslin­gerbaan door en door een recht­streekse aansluiting van de Kapittellaan op de Oeslinger­baan.

Aan de westzijde doet zich het probleem voor dat de Hoge Weerd van­wege zijn functie van water­kerende dijk een abso­lute schei­ding betekent tussen Heugem enerzijds en de ui­terwaar­den van de Maas ander­zijds. Heugem wordt door deze dijk, zowel ver­keerstechnisch als visueel van zijn natuur­lijk voorland ge­schei­den.

Om het beeld te vervolmaken, zijn hieronder enkele stra­ten beschreven (zie ook kaart: ruimtewaar­dering).

 

Oude Maasstraat

 

Deze straat is van structureel belang in Heugem, als tweede belang­rijke hoofd­toegang tot het dorp. Dat zou in het profiel merkbaar moeten zijn. Er ont­breekt een dui­delijke marke­ring van die toegang als baken in het entreege­bied. Het centrum van het dorp heeft zich in de loop der tijd verplaatst van het gebied rond de kerk in zuid­oostelijke richting naar deze straat. Zij kan op dit moment als het hart van het dorp worden beschouwd; vooral na de realisering van Heugem-Zuidoost. Het oude eigen beeld van de straat wordt niet meer zo goed er­varen. Enkel aan een aantal functies en de struc­tureel belang­rijke as is af te lezen dat dit het dorpsmidden is. Dit is nog verminderd nu diverse winkels zijn verplaatst naar het nieuwe winkelcentrum aan de Beente, dat een verzorgende functie moet vervullen voor Heugem en Randwijck.

Deze straat ziet er te indifferent uit, is weinig her­kenbaar en is niet herkenbaar als ­hart van het dorp. Zij brengt ook geen koppe­ling tus­sen het noord- en het zuidgedeelte tot stand.

 

St. Michaëlsweg

 

De oostelijke wand van deze weg is tamelijk ver­schil­lend in bouw­vorm. Als dorps­rand kan dit wel, zeker daar er aan de westelijke zijde een strakke bomenrand domineert. Vanaf de hoogte van het Kerkplein tot aan De Beente maakt de straat een chaoti­sche in­druk.

Bovendien wordt dit deel niet verster­kt met een bomenrij. De oost-west­straat­aan­slui­tingen zijn vrij goed, met uitzonde­ring van de Heugemer Pastoors­traat en De Beente.

Twee grootschalige bedrijven: een voormalige manege en een voormalig tuin­cen­trum, zorgen voor een beeldver­storende wer­king. Het tuincentrum komt door de func­tie en de beplan­ting wel­iswaar vrien­delijk over, maar de stedenbouw­kundige kor­relgrootte zorgt toch voor beeldverstoring.

 


Heugemer Molenstraat en Heugemer Kerkstraat

 

Deze straten zijn dicht bebouwd en vertonen een sterke afwisseling in bouw­vorm, situering en straatprofiel. Daar het gaat om klein­scha­li­ge, korte en woon­erfachti­ge stra­ten, is dit acceptabel. Opmerkelijk is dat in deze straten de woningen overwe­gend met de kopse zijde aan de straat zijn gesitueerd. Deze straten vormen samen met de Oude Maasstraat de oude kern. Bovengenoemd straatbeeld is typisch voor Heugem.

 

Heugemer Pastoorstraat

 

Het kerkplein is slecht omsloten. Aan de zuidkant grenzen achtertui­nen. Aan de noord­kant is het te open. Aan de westkant wordt het slechts begrensd door een cultuurhisto­risch element. De school gele­gen aan de noord­zij­de van de straat is qua massa een erg vreemd ele­ment binnen de buurt, bijna een tegen­hanger van de kerk.

Over de gehele lengte van de straat ontbreekt er aan de noordzijde een duidelij­ke wand; er zijn te veel openingen.

 

De Beente

 

Aan de westzijde bestaan er losse elementen.

De gesloten wand (in het midden) is als wand posi­tief. De wand op zich, bestaande uit een loods, heeft echter geen dorpse maat en is vanuit dat oogpunt verstorend te noemen.

Tussen de Termileslaan en de Heugemerstraat is er één plaats te open als dorpsbe­ëindi­ging. Het oostelijk deel is goed, gezien de aansluiting aan bebou­wing met hetzelfde ka­rak­ter in de Kapit­tellaan. De bebouwing aan de noordzij­de, bestaande uit losse elementen fungeert als over­gang naar het open gebied rondom de Oeslingerbaan.Ter plaatse van de aansluiting van de Kapittel­laan/De Beente ont­breekt er een markant baken voor het entree­gebied.

 

Heugemerstraat

 

Het noordelijke gedeelte (tussen De Beente en de Heu­gemer Pastoors­traat) heeft een vrij positieve indruk als straat­beeld. Dit deel heeft een dui­de­lijk begin- en eind­punt (straat­hoofd), het­geen herken­baarheid geeft. De bouwvorm is overwe­gend uniform.

Het straatgedeelte tussen de Lochterstraat en de Heu­gemer Pastoors­traat is erg rommelig, doch door de ver­nauwing en de hoogbouw van het buurthuis is deze zone in het tota­le straatbeeld erg belangrijk als accent. De woningen zijn allen met de kopse kant naar de straat ge­richt. Ter hoogte van het buurt­huis ont­breekt er een duidelijke struc­tuur als kop­peling naar het Wardehof­plein.

Het res­terende straatdeel geeft de meest onover­zichte­lijke indruk van heel Heu­gem. Er zijn geen herken­ningspunten, de bouwvormen en de situering wisselen heel sterk. De rooi­lijn kent grote ver­schil­len, in het bij­zonder aan de oostelijke kant. Toch is dit typisch voor Heugem.

 


 


Het binnengebied, dat gevormd wordt door de Heuge­mer­straat, de Oude Maasstraat, de St. Michaë­lsweg en de Heu­gemer Molenstraat is erg ruim gezien de ritmiek in het voorko­men van dwarsstraten in dit oude deel van het dorp.

 

Lochterstraat

 

Door het evenwichtige straatbeeld wordt deze straat posi­tief gewaar­deerd.

 

Wardehofplein

 

Dit plein past niet in de schaal van Heugem, zeker niet in de nabij­heid van de historische kern. Er moet een beter ruimtelijk en struc­tureel verband gezocht worden met de oude kern. De ruimte is aan de oostzijde reeds afgebouwd. Aan de westzijde ont­breekt dit. Er is ook geen rekening gehouden met de overgang van de forse ruimte van het plein met haar bebouwing naar het dorpse van de Heuge­mer­straat. Het plein op zich is ook te grootschalig.

 

Termileslaan

 

Ten zuiden van het Wardehofplein is deze straat vrij goed, doch er ontbreekt een verster­king op het kruispunt met de Oude Maasstraat en in de bocht met de Oos­terweert­laan.

Het noordelijk deel kent een grotere verschei­denheid in de situering. Toch wordt dit niet nega­tief ervaren, daar de ruim­te be­perkt is.

De straat is in het algemeen te lang, er wordt tussen­in een stop verwacht.

Het meest noordelijke straatstuk is aan de oostzij­de goed. Het aan de wes­tzijde gelegen school­com­plex sluit weinig aan op zijn omgeving. Het gebouw maakt geen deel meer uit van de westelij­ke straat­wand.

 

Kapittellaan

 

De waardering is goed vanwege de schaalverkleining die is ontstaan door de uit­stulping ter hoogte van het Warde­hofplein.

 

Noordoostelijke uitbreiding

 

Deze wordt positief gewaardeerd gezien de gehan­teerde kleinschalig­heid, het vari­ërende straat­profiel en de structuurkoppeling met voor­gaande ontwikkeling.

Dit komt overeen met het oude dorp.

 

 


Oosterweg

 

Over het algemeen goed. Toch ontbreekt er ruim­telijk iets bij de aan­sluiting Oude Maasstraat/Oosterweg/St. Michaë­lsweg.

 

Deze weg is als noord-zuidas niet meer te ervaren door de asver­springing. Er is op dat punt tevens een gemis aan een baken, dat de dorpsentree aangeeft.

De half­open be­bou­wing met voortuinen, als dorpsrand gren­zend aan een groen-gebied, wordt als positief erva­ren. Naast de solitair liggende bebouwing aan de west­kant is de voormalige ingang van de oprijlaan naar de Hoog­enweert nog waarneembaar. Door inpassing van deze cul­tuurhisto­risch interessante gebouwen in het groen ver­storen deze de dorpsrand niet. Het noordelijk straatdeel ontsluit enkel een paar pan­den. Zij vormen een "rafelrand" aan de zuidwestkant van het dorp.­­­­­­­­­

 

Aan het Heugemerwater

 

Deze straat heeft enkel de functie van verbin­dingsweg. Er is weinig belevings­waarde. Er is een slechte afbouw van straat­wanden.

 

Aan het Valderen

 

Deze straat geeft een zeer goede indruk. Zij heeft een lossere struc­tuur naar het zuiden. De aansluiting met de Oude Maasstraat is meer gecon­cen­treerd. Ook het aantal bouwla­gen geeft die verster­king naar het cen­trum toe. Dergelijke oplossin­gen kunnen als voorbeeld gelden voor de overige straat­aansluitin­gen op de Oude Maas­straat.

 

Aan de Dom

 

Dit is geen plein. Het is ook te ruim naar dorpse be­grip­pen. Het kent een slechte begren­zing in het noor­den. In het oosten en westen is de begrenzing te hard. In zuide­lijke rich­ting is het plein te open/te lang­werpig (zie Aan het Heugemerwa­ter).

 

Doesweien/Aan de Linge/Bouwert

 

Deze straat is structureel zeer slecht. Zij heeft bij­na geen verband met de rest van Heu­gem. De ge­dachte van wo­nen-aan-de-straat ont­breekt hier. Het par­keerpro­bleem is groot. Het gebied kent een stroken­bouwverkaveling. De openheid tussen de be­bouwing is te groot binnen de maten van Heu­gem.

 

Oosterweertlaan

 

Voor de noordelijke straatzijde zie boven.

De zuidelijke zijde bestaat uit 3 flats die een ern­stige wig vormen tussen Heu­gem en de uitbreiding Heu­gem-Zuidoost.

 

 


Verder kan er in het algemeen nog worden opgemerkt dat:

-   het gevaar bestaat dat Heugem geïsoleerd raakt door de huidige en geplande verkeers­we­gen op ma­crovlak. De aansluiting met het omliggen­de gebied wordt te weinig erva­ren;

-   een groenstructuur niet aanwezig is ofwel is ver­dwe­nen. Enkel een groen­strook aan de Hoge Weerd is aanwe­zig. Een nieuwe groenstructuur dient ge­zocht te worden in relatie met haar directe omge­ving;

-   de inrichting voor geestelijk gehandicapte kinderen, Huize Maasveld, is zowel door de oriëntatie van de gebouwen en de afstand ten opzichte van de dorpsbebouwing, als door het niet openbaar toegankelijk zijn van het terrein sterk van Heugem geïsoleerd.

 

Conclusies en aanbevelingen (zie kaart: aanbevelingen)

 

Over het algemeen kan worden gesteld dat er ge­streefd moet worden naar:

-   een koppeling van de structuren van de verschillen­de ontwikkelings­gebieden, waarbij soms een struc­tuuraan­passing noodzakelijk zal zijn;

-   voor alle gebieden het terugbrengen van een vergelijkbare schaal, liefst met als basis de schaal van de oude kern;

-   ruimtelijke afbouw van open plekken en aan de zuidwestzijde van het dorp;

-   het duidelijker begrenzen en bij het dorp betrekken van de ruimte van het Kerk­plein, waarbij tevens de openheid rich­ting Maasoever wordt gehand­haafd;

-   het in ruimtelijk en functioneel opzicht beter betrekken van Huize Maasveld bij het dorp.

 

Er is een goede overgang nodig van het karakte­ristieke historische gedeel­te naar het grootscha­lige, recente Warde­hofplein. Verder behoeft de weste­lijke plein­wand, die nu uit achtertuinen be­staat, verbetering.

Het voormalige gemeenschapshuis is een beeldbepalend element in Heu­gem, dat om die reden niet voor amovering in aanmerking komt. De overgang zou vorm moeten krij­gen door een bebou­wing met aan twee zijden een voorkant ter afsluiting van het Warde­hofplein. Ook aan de Heugemerstraat is op dit markante punt een pleinachtige verbreding gewenst om in oost-westrich­ting de overgang tussen de smalle dorpsstraten in het oude deel van het dorp en het grote Wardehof­plein aan­vaardbaar te maken. Zo een pleinachtige verbreding kan tevens de lange Heugemerstraat een herkennings­punt geven. Tussen de beide plein­ruim­ten is aan de noordkant een verbinding nood­zake­lijk voor de toe­ganke­lijkheid en als deel van de oost-westas door Heugem in dit gebied.

 

Het westelijk entreegebied van Heugem is nogal amorf en onduidelijk. Het heeft niet het karakter van een herkenbare en centrale ingang van het dorp. Het stra­tenverloop is, door het drie­hoekige groene plein­tje evenmin helder. Daarom is een kar­akteris­tieke, herkenba­re entree als oriën­ta­tiepunt aan het begin van de Oude Maasstraat noodzakelijk. Door begelei­ding van het wegenverloop op deze plaats ont­staat dan ook meer duide­lijkheid. Boven­dien wor­den het oude deel van Heu­gem en het vroege uitbreidingsge­bied steviger aan elkaar verbonden.


 


In de Oude Maasstraat komen enkele interne verbin­dingen binnen het dorp samen, onder andere door de functie van deze straat als toegang tot het dorp. Vooral op de bajo­netvormi­ge kruising met de Heuge­merstraat/Aan het Valde­ren komen diver­se rich­tin­gen bij elkaar, waarbij de noord-zuid­beweging moet worden versterkt. De Oude Maasstraat blijft, on­danks de verplaatsing van de winkels naar het nieuwe centrum voor Rand­wyck/Heugem aan de Beente, toch hart en centrale as van Heu­gem.

Terug naar inhoudsopgave


 


HOOFDSTUK 3. FUNCTIONELE ASPECTEN

 

 

Bevolking en wonen

 

De kern Heugem telde per 1 januari 1989 in totaal 3.220 inwo­ners, verdeeld over 1.083 woningen. Dat komt neer op een ge­middelde woningbezetting van 2,43. In 1996 is het aantal inwoners gestegen tot 4.494.  Tabel 1 geeft een overzicht van de leeftijdsop­bouw in Heugem in ver­gelijking met Maas­tricht.

 

 

Tabel 1.          Leeftijdsopbouw van de bevolking in Heugem en Maas­tricht per 1 januari 1989 en

              1 januari 1996

 

 

Heugem

Maastricht

Leef­tijds­klas­sen

Mannen

  1989/1996

Vrouwen

 1989/1996

Totaal

 1989/1996

in %

 1989/1996

in %

 1989/1996

0-14

    278/428

   270/389

   548/817

  17,0/18,2

  14,6/  14,6

15-19

     99/103

   116/121

   215/224

    6,7/5,0

    6,9/5,5

20-24

   112/148

   161/241

   273/389

    8,5/8,6

    9,7/8,3

25-49

   636/972

715/1.093

1.351/2.­065

  41,9/46,0

  38,1/39,4

50-64

   241/286

   319/364

   560/650

  17,4/14,4

  16,4/16,5

65+

   101/142

   172/207

   273/349

    8,5/7,8

  14,3/15,7

To­taal

1.467/2.­079

1.753­/2.415

3.220/4.­494

100,0/10­0,0

100,0/10­0,0

 

(Bron: afdeling onderzoek en statistiek gemeente Maastricht)

 

 

Uit deze tabel blijkt al in 1989 een oververtegenwoordi­ging van de middelbare leeftijds­klasse met jonge kin­deren en een zeer sterke ondervertegen­woordi­ging van de bejaarden. Deze tendens is in 1996 nog versterkt. Een verklaring daar­voor kan worden gevonden in de recente ster­ke uitbreidingen van de kern. Het mag niet worden verwacht dat deze onevenwich­tig­heid op korte of middel­lange termijn zal wor­den rechtgetrokken. Op termijn bete­kent dit dat in de oude kern van Heugem, in de buurt van de voorzie­ningen meer wo­ningen voor ouderen moeten wor­den gebouwd. Dit hoe­ven overigens geen spe­cifieke be­jaarden­wonin­gen te zijn. De nadruk moet worden gelegd op de bouw van zogenaamde 'levensloopbestendige' woningen. Een en ander wordt ook wel aangegeven met de term 'aanpasbaar bouwen'.

 


Woonwagenbeleid

 

Rijksbeleid

De keuze van de nieuwe woonwagenlocatie Heugem-zuid en de uitbreiding van de locatie Gronsvelderweg is gebaseerd op het door gemeenteraad vastgestelde woonwagenbeleid. De locatie Heugem-zuid is bedoeld voor de onderbrenging van gezinnen van de Vinkenslag die in verband met de ophef­fing van dat centrum elders moeten worden gehuisvest. Voor die bewoners  betreft het een "voorkeurs"loca­tie: zoals ook moge blijken uit de zijdens de Vinkenslag ingekomen in­spraak­reactie.

 

De opheffing van de Vinkenslag is primair gebaseerd op het rijks- en provinciaal beleid de grote (slecht gelegen) woonwagencentra op te heffen en te decon­centreren. Op basis van dat beleid is door de Maastrichtse gemeente­raad op 10 april 1990 het woonwagen­plan Maastricht 1990/1992 vastgesteld, waarin is vastgelegd dat woonwagen­centrum als woonlo­catie op te heffen en om te bouwen tot een bedrijven­centrum, onder uitplaatsing van de niet als bedrijf herplaatsbare families naar vervangende locaties zoals de locatie Heugem-zuid. 

 

Het door de insprekers aangehaalde "gewijzigde" rijksbeleid heeft geen betrekking op de situatie Vinkenslag en vormt voor de gemeente dan ook geen aanleiding tot een beleidswijziging te komen. Door het rijk wordt het (vastge­stelde) woonwagen­plan als vigerende deconcen­tratieafspraak voor de Vinken­slag gezien.

 

De door het rijk in 1995 voorziene versoepe­ling van de deconcen­tra­tieplicht heeft uitslui­tend betrekking op goedgele­gen centra die anders zonder verdere noodzaak en zonder rekening te houden met de werkgelegenheids- en maat­schappelijke aspecten (dwangmatig) zouden moeten worden opgehe­ven. In geval van de Vinken­slag gaat het echter om een qua woonfunc­tie (milieuhygiënisch en planologisch) onacceptabel gelegen centrum, dat als woonge­bied gesaneerd moet worden. Volledig in overeenstemming met het vernieuwde rijksbeleid is de ombouw tot bedrijvencentrum ter behoud van de aanwezige werkgelegen­heid; maat­schappelijk onderbouwd in de dienaangaande met de Vinkenslag overeen­gekomen convenant 1992. De uitplaatsing van een deel van de bewoners naar vervangende locaties is essentieel om voldoende ruimte voor de herplaatsing van alle bestaande bedrijven te kunnen creëren.

 

Belasting Heugem

In het woonwagenplan 1990/1992 is een locatiepro­gramma opgenomen met nieuwe woonwage­nloca­ties verspreid over de diverse woonbuur­ten. Dat programma is in de convenant Vinken­slag verder uitgewerkt en aangevuld: overeengekomen zijn 4 grotere (voorkeurs) locaties met 15 standplaatsen gelijk­matig verdeeld over de buurten Maastricht-oost en -west. De locatie ­Heugem-zuid is één van deze vier grotere locaties.


Het locatieprogramma is door de gemeen­teraad vastgelegd in het bestemmingsplan woonwagen­loca­ties, waarin voor het bestem­mingsplan Heugem werd aangegeven, dat daarin de locatie Heugem-zuid (Maasvelderweg) zou worden opgenomen. Op basis van de huidige plannen zullen uiteindelijk circa 162 nieuwe stan­dplaatsen worden gereali­seerd op verspreide loca­ties; evenwichtig gespreid met circa 82 stand­plaatsen in Maastricht-oost en circa 80 stand­plaatsen in Maastricht-west (inclu­sief bestaande standplaat­sen, exclusief bedrijf­sterrein Vinkenslag).

 

Als "belasting" voor de buurt Heugem is de onderbren­ging van de onderhavige locatie met 15 standplaatsen gezien de omvang van deze buurt met circa 2000 wonin­gen/wooneenheden van ondergeschikte betekenis te achten.  Samen met de andere locatie Gronsvelder­weg betreft het 21 standplaatsen binnen de buurt hetgeen neerkomt op een te verwaarlo­zen aandeel van één procent. Ten onrechte worden daarbij 108 standplaatsen aan de kern Heugem toegere­kend. Het is onjuist  de buiten deze buurt gelegen tijdelij­ke loca­ties en de plaat­sen/bedrijven Vinkenslag mee te rekenen. Het isole­ment van die laatste locatie is immers aanleiding tot opheffing, sanering en decon­centratie.

 

Bedrijven

 

De kern Heugem telt een aantal bedrijven en instel­lingen (zie kaart bedrijven).

 

Duidelijk is dat de detailhandel en de overige dienstverle­ning, ook exclu­sief Huize Maasveld, de be­langrijkste bedrijfs­takken zijn. De agrari­sche bedrijfstak is in deze van oor­sprong agrarische nederzet­ting vrijwel volledig ver­dwenen. De inventarisatie is gebaseerd op de toestand vóór de realisering van het winkelcen­trum aan de Beente.

 

Detailhandelsvoorzieningen

 

De detailhandel in Heugem is sterk gericht op de voor­ziening in de dage­lijkse goederen.

Uit een uit april 1988 daterend onderzoek[1] wordt geconcludeerd dat Heugem, zelfs na uitbreiding met het gebied zuidoost, onvoldoende draagvlak heeft voor een volledig buurtcentrum. Randwyck zal dat evenmin hebben. Daarom is voorgesteld een nader onderzoek te verrichten naar een gecom­bineerd centrum voor deze beide woon­buurten op een centrale plaats. De winkel­voorzienin­gen voor de dagelijkse behoeften zouden dan op de huidige plaats, die te excen­trisch is gelegen voor een gecombineerd centrum, moeten worden beëin­digd.

 


 

Inmiddels is een nieuw winkelcentrum aan de Beente gereedgekomen. Van de winkels in de Oude Maasstraat is de verplaatsingsbereidheid groot gebleken. De in de Heugemerstraat gevestigde ondernemers blijven overwegend op de huidige plaats. Zij behoren minder tot de branches die gebonden zijn aan een winkelcentrum.

 

Educatieve, sociaal-culturele en medische voorzieningen

 

In Heugem is een basisschool aanwezig ten behoeve van het bij­zonder on­der­wijs. Deze school, de Anne Frank­school, maakt ge­bruik van de schoolge­bou­wen aan De Beente (hoofdge­bouw) en de Heugemerstraat (dépendan­ce). Daarmee beschikt de school over 12 groepslo­kalen. Door de uitbreiding van Heugem en eventuele toevloed vanuit Randwyck kan een structurele uitbreiding tot 15 groeps­lokalen en op het moment van een maximaal aantal leer­lingenaanbod tot 19 groepslokalen noodza­kelijk zijn. Het ver­schil tussen de maximale en de structurele omvang zal door middel van een nieuwe dépendance moeten worden op­gevan­gen. Groei van de school wordt verwacht tot ca. 2010.

Voor het openbaar onderwijs is geen voorzie­ning nood­zakelijk. De Vrije School en de openbare school De Spie­gel in Randwyck en de openbare school De Perroen in De Heeg kunnen het leerlingenaanbod vanuit Heugem goed ver­werken.

 

Het schoolgebouw in de Heugemer Pastoorstraat is oor­spronkelijk als tijde­lijk in gebruik gegeven aan de Vrije School in Rand­wyck. Het wordt ge­bruikt als dé­pendance ten behoeve van het voortgezet onderwijs. Het ligt in de be­doeling dit gebruik op korte termijn te verplaatsen naar de stedelijke scholengemeen­schap aan de Eenhoornsingel. Dan wordt dit gebouw gebruikt als dépendance van de Anne Frank-school.

De scholen maken voor het gymnastiekonderwijs gebruik van de nabij gele­gen sporthal in Randwyck.

 

Voor sociaal-culturele doeleinden is in Heu­gem een twee­tal voorzienin­gen aanwezig: het nieuwe gemeenschapshuis 'De Klaekeburg' op de hoek Kapittel­laan/Gronsvelderweg en de harmonie­zaal aan de Heugemerstraat. Voor de harmonie­zaal wordt nieuwbouw gepland.

 

Volgens de gangbare normen van het ministerie van W.V.C. is in Heu­gem ruimte voor:

-           2 huisartsen;

-           1 tandarts en

-           1 fysiotherapeut.

Vrij recent is aan De Beente een gezondheidscentrum opge­richt be­staande uit twee huisart­sen, een apotheek en een fysiothe­rapeut. Een tandart­sprak­tijk is ook ter plekke gerealiseerd; een dierenkliniek is in aanbouw. Hiermee zijn de (para)­medische voorzie­ningen in Heugem compleet.

 

 

Recreatieve voorzieningen

 

Zoals al uit de ruimtelijke analyse is geble­ken, is er in Heu­gem weinig groen aanwezig buiten de groene zone langs de Hoge Weerd. Behalve het Warde­hofplein, het Bolderik­plein en het plein Aan de Dom, is er nog slechts een open ruimte aan de Doesweien als groen­voorziening te beschou­wen. Alleen het Bolde­rikplein is daadwerkelijk als speel­ruimte ingericht. Bij een betere inrich­ting van deze pleinen en ruimten, de nodige eigen voorzie­ningen in het gedeelte Heugem-Zuidoost en een avontuur­lijk speel­terrein bij de sport­velden, kan worden voldaan aan de normen voor speel­ac­commodatie die normaliter voor woonbuur­ten worden gehanteerd.

 

Voor de buitensport is aan de oostkant van de kern een sport­complex aan­we­zig, bestaande uit vier voetbalvelden en een oefenveld en een drietal verharde tennisvelden. Hiervan wordt ge­bruik gemaakt door twee voetbalverenigingen en een tennisvereniging. Deze accommodatie is voor Heugem ruim­schoots voldoende. Uit de in voorbereiding zijnde nota over de buitensporten in Maastricht blijkt dat het aantal voetbalvelden kan worden teruggebracht tot drie. De tennisver­eniging is onderge­bracht in een tijdelijk gebouw.

 

Er zal rekening moeten worden gehou­den met de bouw van een per­manent on­derkomen.

 

De binnensporten kunnen worden bedreven in de direct ten noorden van Heu­gem gelegen sport­hal Randwyck. Deze voorziening schept vol­doende mogelijk­heden. Ook de sporthal De Heeg kan nog een aanvullende functie ver­vullen.

 

Heugem ligt de kern aan de rand van het waterrecreatiecentrum Pietersplas. Dit centrum is een voorziening op stedelijk c.q regionaal niveau.

 

Conclusies en aanbevelingen

 

-            Nieuwbouw van levensloopbestendige woningen in de oude kern Heu­gem.

-            Verplaatsing van detailhandelsvestigin­gen voor de dage­lijkse be­hoef­ten naar een centraal gebied voor Randwyck en Heugem heeft inmiddels plaatsgehad.

-           Ruimte geven voor uitbreiding scholen.

-            Rekening houden met nieuwbouw sociaal-culturele voor­zienin­gen.

-            Herinrichting pleinen tot speelvoorzie­ning en in­richten avontuur­lij­ke speel­ruimte bij de sport­velden.

-            Nieuwbouw mogelijk maken voor permanent onderkomen tennis­vereni­ging.

Terug naar inhoudsopgave

 

HOOFDSTUK 4. VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

 

 

Gemotoriseerd verkeer

 

Het gebied wordt ontsloten via aanhakingen aan de Hoge Weerd (Oude Maas­straat en Maasvelderweg), de Oeslingerbaan (Kapittel­laan) en de Molensingel ­ (Malvabeemd).

De wegenstructuur in Heugem wordt gekenmerkt door de aantal noord-zuidge­richte straten die op diverse plaatsen onderling verbonden zijn. In dit stratenpa­troon is gedeelte­lijk één­rich­tingverkeer ingevoerd, enerzijds vanwe­ge het vrij beperkte profiel, anderzijds vanwege de belangrijke erf­functie van deze straten.

Als gevolg van de geïsoleerde ligging van het plangebied tegen de zuide­lijke gemeente­grens is er geen sprake van doorgaand verkeer in de wijk, de ver­keersintensiteiten zijn dan ook ge­ring.

 

In de verkeersstructuur voor het totale Randwyckge­bied is rekening gehouden met een randweg ten oosten van het plangebied, die in­middels is aangelegd (Molensingel). Deze weg sluit aan op de Oeslin­gerbaan aan de noordzijde en buigt nabij Huize Maasveld te­rug naar de Hoge Weerd. In het kader van de realisering van de uitbreiding Heugem-zuidoost is tevens een oost-westgerichte ver­binding gerealiseerd tussen de Molensingel en de Hoge Weerd noordelijk van Huize Maas­veld (Maasvelderweg/Balsemien­beemd/Malvabeemd).

De Molensingel vormt de ontslui­ting voor enerzijds het bedrijventerrein en ander­zijds van Heu­gem-Zuidoost, via de genoemde verbinding. De aanleg van de Molensingel heeft het doorgaand verkeer naar de Vinkenslag uit de Oude Maasstraat doen verdwijnen.

 

Het huidige woongebied Heugem is voor wat betreft het type straten op te delen in drie categorieën. Allereerst de oude kern Heugem, de Heugemer­straat, de St. Micha­ëls­weg en de dwars­ver­bindingen; deze straten houden het midden tussen woonerven en een normale woon­straat, gro­tendeels is er ech­ter sprake van gevel-tot-gevelbestra­ting. Deze straten worden geken­merkt door de belan­grijke erffunctie die ze vervullen. De tweede categorie zijn de tradi­tionele woonstraten (± 6 meter brede weg met aan beide kanten trot­toirs); tot dit type behoren de straten in het gebied ten zuiden van de Oude Maas­straat en de eer­ste uitbrei­dingen van Heugem, de Termileslaan en de Kapit­tellaan en omgeving. De derde categorie tenslotte zijn de wooner­ven in de uit­brei­dingsgebieden Heu­gem-Noordoost en

-Zuidoost. Het aspect verkeersveiligheid baart het mees­te zorgen in de tweede catego­rie, waar hoge snel­heden rela­tief frequent voorkomen.

 

 

Afzonderlijke vermelding verdient nog de ontsluitingsweg van Huize Maasveld, die niet tot de openbare ruimte behoort.

 

Voetgangers- en fietsverkeer

 

Exclusieve voorzieningen voor voetgangers zijn in de oude kern Heu­gem niet aanwezig en vanwege het rustige karakter van de wijk ook niet noodza­ke­lijk. Overigens is een groot gedeelte van de woningen in het gebied ten zuiden van de Oude Maasstraat zodanig gesitu­eerd dat de bereikbaarheid slechts mogelijk is via voetpaden.

Voor het fietsverkeer zijn er in het dorp zelf geen bijzonde­re voorzie­nin­gen aanwezig. Het (brom)fiets­verkeer vanuit Heugem wordt aan de oost­zijde van het plan opgevangen op de Maastrich­terweg, een exclusieve fiets­route die tevens een belangrijke functie vervult voor het recreatieve en doorgaan­de (brom)­fiets­verkeer van en naar de Heeg, het Mergel­land en het gebied Grons­veld-Eijsden via de fietspaden langs de Oeslingerbaan en via de Steynboeckel. Deze route kent in het noorden van Heu­gem een onge­lijkvloerse kruising met de Oeslingerbaan (Heugemerpad) en leidt verder via Randwyck-Noord naar de binnenstad.

Aan de westzijde van het plan wordt het lang­zaam verkeer bij het verlaten van de wijk opgevangen op de vrijlig­gende fietspa­den langs de Hoge Weerd.

 

Parkeren

 

In 1981 heeft in het kader van de rapportage "parkeren woon­buurten van Maastricht" ook een parkeeronderzoek plaatsgevonden in Heugem. Uit dit onderzoek is gebleken dat de parkeer­capaci­teit in het oude Heugem, be­grensd door de Kapittellaan en de Oude Maas­straat, gemid­deld ± 1,8 par­keerplaatsen per woning be­draagt. Debet hieraan is de vrij extensieve be­bouwing en daarmee samenhangend de parkeer­gelegenheid op eigen erf. In genoemd gebied bestaat namelijk 30% van de parkeerplaatsen uit par­keerge­legenheid op eigen erf (garages). Uit genoemd onder­zoek is eveneens geble­ken dat de gemiddelde bezet­tingsgraad van de openbare parkeerplaat­sen niet hoger is dan 35% (bezet­tingsgraad = parkeerinten­siteit: par­keerca­paciteit x 100). Uiteraard kunnen lokaal problemen ontstaan zoals bij­voor­beeld incidenteel nabij de har­moniezaal.

Voor wat betreft het gedeelte gelegen tussen de Oude Maasstraat en de Ooster­weertlaan le­verde het onderzoek een parkeercapaci­teit op van 1,25 parkeerplaats per woning, hetgeen voldoet aan de huidige normen. Opval­lend in dit gebied is het grote aantal openbare par­keer­plaatsen ten opzichte van parkeren op eigen erf. De bezettingsgraad ten tijde van het onderzoek bedroeg 50%.

Bij de bepaling van de parkeercapaciteit voor de uitbreidingsgebieden Heugem-Noordoost en Zuidoost is uitge­gaan van de normale parkeernormen. Deze normen dienen ook gehanteerd te worden bij de toe­voeging van de bebouwing. Dan mag voor Heugem worden geconcludeerd dat parkeerproblemen, op enkele incidenten na, niet voorkomen.


 

Openbaar vervoer

 

Heugem wordt door het openbaar vervoer door de stadsbuslijnen 10 en 21 ontsloten vanuit Rand­wyck-Noord via de aansluiting Kapit­tellaan/Oeslinger-baan. Stadsbus lijn 4 rijdt via Molensingel en Malvabeemd. De routes zijn op de kaart verkeersanalyse aangegeven. Het eindpunt van de lijnen 4 en 21 is op het Beemdenplein. Lijn 10 eindigt aan de Oude Maas­straat. Streekbus 59 rijdt vanaf het hoofdstation Maastricht via het A.Z.M. en de Molensingel/Hoge Weerd/Ooster­weg naar Oost-Maarland, Eijsden en Mesch. Het station Maastricht-Randwyck ligt op 550 meter afstand ten noordoosten van Heugem.

 

Leidingen

 

In de randzones van het plangebied is een drietal leidingen aanwezig, dat een planologische bescherming behoeft. Het gaat hier om:

 

-           een hogedruk gastransportleiding van de Gasunie (40 Bar/12 inch) vanaf een beginpunt op het bedrijventerrein Randwyck-zuid naar de ENCI

-           een hoogspanningskabel van 50 kV van Mega Limburg naar de ENCI

-           een rioolwaterpersleiding van het Zuiveringschap Limburg

 

Het directe ruimtebeslag ten behoeve van de veiligheid van deze leidingen bedraagt respectievelijk 4 meter, 5 meter en 2,5 meter aan weerszijden van de leiding. Het indirecte zonebeslag van de gastransportleiding is 30 meter.

 

Conclusies en aanbevelingen

 

-           De nieuwe, tangentiale verkeersstructuur in en rond Heugem functio­neert sedert enkele jaren naar tevredenheid.

-           De woonstraten, voor zover niet behorend tot de categorie wooner­ven, zullen tot verblijfsgebied (30 km-zone) moeten worden omge­vormd.

-            Parkeerproblemen doen zich vrijwel niet voor in Heugem. Om in de toekomst pro­blemen te voorkomen, zullen bij nieuwbouw de geldende parkeernor­men moeten worden gehan­teerd.

-           De ontsluiting van Heugem door het openbaar vervoer is goed te noemen.

-           Voor een drietal leidingen is een planologische bescherming noodzake­lijk.

Terug naar inhoudsopgave


HOOFDSTUK 5. MILIEUHYGIENISCHE ANALYSE

 

 

Bodem

 

De bodemkwaliteit van het gebied Heugem bevat 2 zones van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart, te weten: de zone van de "oude urbane kernen" en de "onverdachte zone".

 

Oude urbane woonkern

 

Deze eenheid betreft de oude, bewoonde gebieden. In de historische binnenstad en de omliggende dorpskernen is continue bewoning aangetoond, die in ieder geval teruggaat tot 1800, maar in veel gevallen tot in de Middeleeuwen of zelfs tot de Romeinse tijd.

 

De langdurige bewoning in dergelijke gebieden levert een hoog verontreini­gingsrisico op. In deze gebieden is in feite elke verontreiniging mogelijk. Men treft er ophogingen, stortplaatsen, verontreiniging door ambachtelijke werk­zaamheden, verspreiding van assen uit verwarmingskachels, defecte rioleringen en dergelijke aan.

Chemisch onderzoek levert een beeld op van (diffuus) verhoogde achtergrond­waarden tot aan de interventiewaarden en een grote dichtheid van "hot-spots". De kans op de hoogste waarden is in het oude stadscentrum en Wyck het grootst en in de oude dorpskernen, zoals Heugem, het laagst. Bij bouwaanvra­gen in dit gebied dient altijd een volledig bodemonderzoek te worden overlegd.

 

Onverdachte dalbodem

 

Dit betreft de dalbodem van de Maas ten zuidoosten van Heugem. Ofschoon dit gebied behoort tot de (voormalige) inundatiegebieden van de Maas, heeft chemische analyse binnen deze eenheid in het algemeen geen ernstige overschrijding van de streefwaarden aangetoond. Een belangrijk uitgangspunt is, dat het om niet door de mens opgehoogde gebieden gaat. Naast de lage diffuse achter­grondwaarden veroorzaakt door sedimentatie van licht verontreinigd slib kunnen er echter plaatselijke verontreinigingen voorkomen veroorzaakt door menselijk handelen, zodat bij bouwaanvragen minimaal een historisch onderzoek moet worden overgelegd.

 

Nabij het plangebied is de voormalige stortplaats van Heugem gelegen. Deze is begin vijftiger jaren gesloten en gedeeltelijk afgegraven. Oriënterend bodemon­derzoek heeft geen verontreinigingen aan het licht gebracht.

 

Uit de bovenstaande algemene analyse blijkt, dat ten aanzien van de diverse  verspreid liggende percelen met een woningbouwbestemming in het plan kans is op bodemverontreiniging. Tevens is aannemelijk, dat het geen ernstige verontreiniging betreft, die de toekomstige bestemming zou belemmeren.

Vanwege de beperkte actualiteitswaarde van een bodemonderzoek (twee à drie jaar) en de onbekendheid met de tijdstippen, waarop particulieren daadwerkelijk tot de realisering van de in dit plan gegeven bouwmogelijkheden zullen overgaan, is ervoor gekozen om de boven gedane gebiedsuitspraken aan te vullen met historische informatie over de betrokken percelen. Hieruit is geble­ken, dat over de betrokken percelen op voorhand geen bijzondere, verdachte omstandigheden zijn te vermelden.

In ieder geval zal bij concrete bouwaanvragen altijd een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd (historisch of volledig).

 

Ter uitwerking van de Bodemnota 1996-2000 zal in 1998 de gebiedskwaliteit vertaald worden in een gebiedswaarde, de achtergrondconcentratie voor de meest voorkomende stoffen in het gebied. Deze kwaliteit zal dan worden gehanteerd als richtwaarde voor de na te streven bodemkwaliteit bij bouwplan­nen.

 

Geluid

 

Wegverkeer

 

De geluidniveaukaart van de gemeente Maastricht is vastgesteld door de gemeenteraad op 16 mei 1995. Als zoneplichtige wegen zijn aangemerkt De Hoge Weerd, de Oeslingerbaan en de Molensingel. Deze drie wegen omgrenzen het plangebied. In het plangebied zijn verder geen zoneplichtige wegen aanwe­zig. Binnen de zones van deze wegen is een viertal nieuwbouwlocaties in het bestemmingsplan opgenomen. Hieronder wordt per locatie de uitkomst van het uitgevoerde akoestisch onderzoek weergegeven.

 

1. Terrein Europatuin, St. Michaëlsweg

In verband met de aanwezigheid van een veiligheidscirkel van 80 meter rondom het vulpunt van het tankstation met L.P.G. aan de Hoge Weerd zijn de nieuwe woningen op het achterterrein voorzien. Een en ander is vastgelegd door het aangeven van de rooilijnen voor de nieuwe bebouwing. Daar­door liggen de nieuwe wonin­gen buiten de berekende zonebreedte van de Hoge Weerd, zoals die in de geluidniveau­kaart is aangegeven.

 

2. De Beente

Voor de bijzondere doeleindenbestemming ten noorden van de Beente is op een drietal plaatsen de geluidbelasting bepaald ten gevolge van de Oeslingerbaan. Daarbij is uitgegaan van een tweetal alternatieven: de situatie met de bestaande enkele rijbaan en een mogelijke situatie na verdubbeling.

 


De geluidbelasting (inclusief de aftrek ex artikel 103 Wgh) is in tabel 2 aange-geven.

 

Tabel 2 Geluidbelastingen De Beente

 

Locatie

geluidbelasting

hogere waarde

A

56

51

B

57

52

C

57

52

 

3. Woning hoek De Beente/Hoge Weerd

De geluidbelasting van deze woning ten gevolge van het verkeer op de Hoge Weerd bedraagt 59 - 3 = 56 dB(A). Voor deze geluidbelasting is door Gedeputeerde Staten een hogere grenswaarde verleend bij besluit van 20 november 1998, kenmerk CB 8858 98/51520. In de voorschriften moet worden bepaald, dat de woning geluidongevoelig moet worden gebouwd.

 

4. Woonlocatie ten westen van huize Maasveld

De locatie is gedeeltelijk gelegen binnen de geluidzone van de Hoge Weerd. Aan de hand van een inrichtingsschets is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Daarbij is gebleken, dat de woningen net buiten de 50 dB(A)-contour van de Hoge Weerd blijven. De woonwagenstandplaatsen liggen binnen die contour. Omdat de geluidbelasting op woonwagens moet voldoen aan de voorkeursgrens­waarde moet een geluidwal of -scherm worden opgericht, ter afscherming van het geluid van de Hoge Weerd. Uit een nader akoestisch onderzoek is gebleken, dat de wal aan de zuid- en westkant 3,5 meter hoog moet zijn en aan de noord(west)­kant  3 meter.

 

Industrie

 

Het plangebied is niet meer gelegen in de zones industrielawaai van de ENCI en de ontgronding van Maasoever BV.

 

Bedrijven

 

Binnen het plangebied

 

Een aantal bedrijven binnen het plangebied kan hinderlijk zijn voor de woonomgeving, dan wel voor de nieuw te realiseren bestemmingen. Zij worden hieron­der kort behandeld.

 

Manege van Hooren, St. Michaëlsweg 17

De manege is nog steeds aanwezig. Zij is echter niet meer in gebruik. De vergunning op grond van de Wet Milieubeheer is echter nog steeds geldig, zodat voor nieuwe situaties een geurcirkel van 100 meter moet worden aangehouden.

 

Buurtcentrum Klaekeburg

In de vergunning Wet Milieubeheer van het buurtcentrum van augustus 1994  zijn onder andere voorwaarden opgenomen ten aanzien van de geluidbelasting die het centrum op de woningen van derden en op andere geluidgevoelige bestemmingen mag veroorzaken. Uit een aanvullend akoes­tisch onderzoek is gebleken, dat een afstand van 30 meter wenselijk is tussen het buurtcentrum en nieuwe geluidgevoelige bebouwing.

 

Voetbalveld

Indien op het voetbalveld aan de Kapittellaan een nieuwe verpleegkliniek wordt gebouwd, is de mogelijkheid aanwezig, dat er overlast optreedt vanwege de te handhaven sportaccommodatie. Daarbij kan worden gedacht aan:

*            lichthinder van de veldverlichting

*            geluidoverlast van de omroepinstallatie en de activiteiten

*            overlast van ballen.

 

In de VNG-publicatie[2] wordt voor een dergelijke activiteit een afstand van 50 meter in acht genomen. Door het treffen van voorzieningen, zoals rekening houden met de plaats en afstraalrichting van de geluidboxen, het plaatsen van ballenvangers het inrichten van een groenstrook/houtwal, de oriëntatie van de kliniek enzovoorts, kan deze afstand worden teruggebracht tot ca 25 meter.

 

Gemaal Waterzuiveringschap Limburg

Aan de St. Michaëlsweg is een rioolgemaal aanwezig. Gezien de constructie van het gebouw en het feit dat hier het gereinigde effluent van de rioolwaterzui­veringsinstallatie Heugem wordt verpompt is buiten de terreingrens van het gebouw geen geurhinder te verwachten.

 

Voormalige garage van de Boorn

Het garagebedrijf van de Boorn is verplaatst naar een pand aan de Molensingel. Op het oude adres zijn echter de carrosseriewerkplaats en de spuitcabine gehandhaafd en onverkort in werking conform de geldende milieuvergunning. Dat betekent dat binnen een straal van 50 meter geen nieuwe woningbouw is toegestaan.

 

Boerderij Oosterweg 99

Voor dit bedrijf is in 1982 een Hinderwetvergunning verleend. Op basis van historisch onderzoek in 1989 is gebleken, dat al sedert meer dan drie jaar geen gebruik meer werd gemaakt van deze vergunning. Deze is daarom vervallen. De gebouwen worden gebruikt als opslagplaats voor fruit. Hieraan is geen zonering verbonden.


 


Fritures Heugemerstraat 76 en 279

Hier kan sprake zijn van straatvervuiling.

 

Deze bedrijven zijn met behulp van de milieuwetgeving beheersbaar, met uitzondering van de aspecten verkeersaantrekkendheid en parkeren.

 

Buiten het plangebied

 

De langs de Maas gelegen watersportcentra, alsmede de café's in het plangebied kunnen incidenteel geluidoverlast veroorzaken. Met de milieuwetgeving is dat, los van de verkeersactiviteiten, in de hand te houden.

Het bedrijventerrein Randwyck-zuid, ten oosten van het plangebied kent een zodanige interne zonering, dat overlast voor het plangebied niet behoeft te worden gevreesd.

 

In het verleden is er sprake geweest van overlast door stofuitworp door de ENCI. Hoewel deze stofuitworp minder geworden is, treedt deze overlast nog wel eens op.

 

Water

 

In het verleden is er regelmatig sprake geweest van hoog water in Heugem. Sedert in het begin van de zestiger jaren hebben zich in het plangebied echter geen overstromingen van de Maas meer voorgedaan. Voor eventuele vervuiling ten gevolge daarvan: zie het onderdeel bodem.

Bij de recente overstromingen is in het plangebied wel sprake geweest van wateroverlast door kwelwater. Inmiddels zijn voorzieningen ten behoeve van de afvoer van kwelwater in Heugem aangebracht.

 

Lucht

 

In het algemeen wijkt de samenstelling van de lucht niet af van de gemiddelde samenstelling in Maastricht. Dit blijkt uit de P.I.M.-studie die in 1987 is afgerond. Bij overheersende zuidwestenwind ligt het plangebied in het neerslag­gebied van de ENCI.

Immissie van stoffen, die verontreinigd kunnen zijn door zware metalen, zoals zink, vanadium, tin, nikkel, thallium is mogelijk. Een provinciaal onderzoek heeft aangetoond, dat de concentraties niet verontrustend zijn.

 

Bij toepassing van chemische afvalvloeistoffen als energiebron moet ervoor gewaakt worden, dat de concentraties zware metalen in de geëmitteerde stof niet stijgen boven de toelaatbaar geachte concentraties.

 


Veiligheid

 

Aan de Hoge Weerd 201 is een tankstation gevestigd met L.P.G.-opslag in een ondergrondse tank. Uitbreiding van de woonbebouwing binnen 80 meter van het vulpunt is niet toegestaan.

 

Langs het zuidelijk deel van de Molensingel en het zuidelijk deel van de Hoge Weert is een gastransportleiding van de Gasunie aanwezig met een ontwerp druk van 40 Bar en een doorsnede van 12 inch. Ten opzichte van deze leiding moet volgens de Streekplanuitwerking Leidingen aan weerszijden van deze leiding een veiligheidszone (secundair ruimtebeslag) met een breedte van 30 meter in acht worden genomen.

 

Binnen het plangebied komen twee gasdrukregel en -meetstations voor. Indien bebouwing opgericht wordt, wegen worden aangelegd, hoogspanningsleidingen worden geplaatst enzovoorts binnen 10 meter van deze station, dienen deze plannen getoetst te worden aan de daartoe strekkende richtlijnen.

 

Doorgaande transporten met routeplichtige en anderszins gevaarlijke stoffen door en langs het plangebied (Oeslingerbaan, Hoge Weerd, Molensingel) dient zoveel mogelijk voorkomen te worden.

 

Begraafplaats

 

In de noordwesthoek van het plangebied is een begraafplaats gelegen. Bij realisering van woningbouw dient ingevolge de Wet op de Lijkbezorging rekening gehouden te worden met een bebouwingsvrije zone van 50 meter rondom de begraafplaats. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan ontheffing verlenen.

 

Conclusies en aanbevelingen

 

-            Verwacht wordt, dat eventuele bodemverontreiniging niet zodanig is, dat deze een belemmering vormt voor de uitvoering van de gegeven bestemmingen. In het kader van wijzigingsbevoegdheden en het verlenen van bouwvergunningen zal in concreto moeten worden onderzocht of op de betrokken locatie verontreinigingen aanwezig zijn en of en hoe zij moeten worden gesaneerd.

-           In het kader van geluidhinder vanwege het wegverkeer zal op enkele plaatsen een hogere grenswaarde moeten worden aangevraagd. De nieuwbouwmogelijkheid hoek St. Michaëlsweg/de Beente moet geluidonge-voelig worden uitgevoerd. In ieder geval is voor de woonwagenlocatie langs de Hoge Weerd een geluidwal noodzakelijk.

-            Industrielawaai vanwege de ENCI en de ontgrondingswerkzaamheden vormen geen belemmering meer voor het plangebied.

-            Eventuele overlast van bedrijven binnen en buiten het plangebied zijn met behulp van de milieuwetgeving beheersbaar, met uitzondering van de aspecten verkeersaantrekkendheid en parkeren.

-           Geen maatregelen voorstellen ter voorkoming van kwel bij overstro­ming.

-           De luchtkwaliteit verdient aandacht.

-           Ten opzichte van de L.P.G.-opslag, de hogedrukgastransportleiding en de beide gasdrukregel en -meetststions moeten bebouwingsvrije afstan­den in acht worden genomen. Bij voorkeur geen vervoer gevaarlijke stoffen over de wegen rondom het plangebied.

-           Bij voorkeur een bebouwingsvrije afstand van 50 meter rondom de begraafplaats aanhouden.

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

 

 

 

 

 


HOOFDSTUK 6. PROGRAMMA

 

De aanbevelingen uit de vorige hoofdstukken dienen als programmapunten voor dit bestemmingsplan.

 

Beschrijving plangebied

 

In Heugem kan een aantal zones worden onderscheiden die, ofwel door hun structuur of door hun functionele invulling, een verschillende benadering behoeven.

1.         de oorspronkelijke kern tussen de Beente, de Heugemerstraat, de Oude Maas­straat en de St. Michaelsweg;

2.         het uitbreidingsgebied uit de zestiger jaren ten zuiden van de Oude Maasstraat;

3.         de uitbreidingsgebieden uit de zeventiger, tachtiger en negentiger jaren en de sportvelden ten oosten van de Heugemerstraat;

4.         het multifunctionele gebied ten noorden van de Beente;

5.         de terreinen van huize Maasveld en omgeving.

 

Bestaande situatie

 

Voor de bestaande bebouwing is het bestemmingsplan grotendeels conserverend van aard. Dat betekent, dat over het algemeen de huidige situatie - met een bepaalde flexibiliteit - in het plan is vastgelegd. In het plangebied is alleen de toren van de St. Michaëlskerk als rijksmonument aanwezig. Een aantal panden in de Heugemerstraat, de Heugemerkerk­straat, de Heugemer Molenstraat en een pand aan de Beente is aangemerkt als pand met monumentale waarde. Deze zouden gehandhaafd moeten worden.

 

Ruimtelijk ontwikkelingsperspectief

 

Het belangrijkste recente ontwikkelingsgebied in Heugem is het woongebied zuidoost. Dit is inmiddels in het bestemmingsplan opgeno­men met een regeling die aansluit bij de overige bestaande woongebieden. Hiermee is de woonontwik-keling in deze kern vrijwel afgerond. Aan de noord- en westzijde van Huize Maasveld zijn nog beperkte mogelijkhe­den voor nieuwe woning­bouw en voor een woonwagenlocatie aanwezig. Op een sportveld, gelegen aan de Kapittellaan zijn, als gevolg van reorganisatie van de sportvoorzieningen, nog mogelijkheden voor nieuwebouw voorhanden. Deze worden benut voor de bouw van een verpleegkliniek.

 

Toch kan ook in de oude kern op enkele punten worden gesproken van wense­lij­ke structuurwijzi­gin­gen. Deze zijn ofwel door middel van een rechtstreekse bestemming of, in ingrijpende gevallen, door middel van wijzigingsbe­voegdhe­den in de planvoorschriften op­genomen. De realisering van deze wenselijke veranderin­gen zal afhangen van de mogelijkheden die zich concreet voor-doen.

 

Het gaat hier om:

-           het gebruiken van voormalige bedrijfspercelen aan de Heugemerstraat voor woningbouw;

-           het creëren van een beter afgebouwde situatie tussen het Wardehofplein en de Heugemerstraat.

 

Alleen daar waar nu kan worden vastgesteld, dat de bestaande situatie kan worden verbeterd door beperkte ingrepen is, door middel van een directe, van de bestaande situatie afwijkende bestemming, de intentie uitgesproken om in die situatie wijzigin­gen aan te brengen. Het gaat hier om de volgende situaties:

-           het vervangen van de bedrijfsbebouwing van het tuincentrum "Europa­tuin" door woonbebouwing.

-            nieuwbouwmogelijkheden voor de scholen ten zuiden van de Beente en ten noorden van de Heugemer Pastoorstraat;

-           diverse invullingen met woningbouw, waaronder bejaardenwoningen op open plaatsen of ter vervanging van de bestaande bebouwing aan: de Beente, het voetpad tussen de Distele en de Heugemer Pastoorstraat, de Heugemerstraat en de noordzijde van het plein Aan de Dom.

 

Tabel 3 Woningbouwcapaciteit

 

 Locatie

Aantal woningen

St. Michaëlsweg

         1

De Distele

       13

Termileslaan noord

         4

Heugemer Pastoorstraat

         6

Gronsvelderweg

                  2 woonwagens

Maasveld

ca.  63 + 15 woon­wagens

Aan de Dom

ca.  20

Heugemerstraat/Wardehofplein*

ca.  30

Heugemerstraat (voormalige bedrijfspercelen)

ca.  25

Europatuin*

         7

Totaal

ca. 169 + 17 woon­wagens

 

 * via wijzigingsbevoegdheid

 


De belangrijkste ruimtelijke ontwikkelingen zullen zich in de komende jaren in het zuidelijke deel van het plangebied voordoen. Door nieuwe woningbouwont­wikkelingen ten noorden en ten westen van Huize Maasveld zal een sterkere ruimtelijk-stedenbouw­kundige relatie worden gelegd tussen de bebouwing en terreinen van deze instelling en de kern Heugem. Hiermee wordt ingespeeld op tendensen binnen deze instelling om meer openheid naar de maatschappij te creëren. Een en ander vindt zijn ruimtelijke neerslag in het naar de ontsluiting­weg keren van de gebouweningangen, die tot nu toe naar het binnenterrein zijn gericht en het ten dele openbaar maken van de ontsluitings­weg.

De nieuwe bebouwing aan de noordrand van het terrein moet zorgen voor een ruimtelijke relatie met de bebouwing aan de Violabeemd en met het Beemden­plein. Nieuwbouw aan de westkant zorgt voor een bredere koppeling aan het woongebied van Heugem, via nieuwe relaties met de Maasvelderweg en de Oosterweg. De ontsluitingsweg van Huize Maasveld krijgt twee aansluitingen aan het Beemdenplein. Ten noorden van het dienstgebouw van Huize Maasveld zal een woonwagenlocatie in een groene omgeving worden gesitueerd. Deze locatie krijgt aansluitingen aan de Oosterweg en de Maasvelderweg. De standplaatsen krijgen een omvang van 12 x 24 m.

Voor het sportveld aan de Kapittellaan zijn plannen in voorbereiding voor de bouw van een verpleegkliniek. Daardoor krijgt deze straat ook aan de oostkant een begeleiden­de wand. Ontsluiting op de Kornoeljeweerd en de Kapittellaan zorgt voor een goede integratie in het bestaande, bebouwde deel van de kern.

 

Functioneel ontwikkelingsperspectief

 

Wonen

 

De omvangrijkste woningbouwmogelijkheden zijn aanwezig in het zuidelijke deel van het plangebied. Hiervoor is een totaalontwerp gemaakt, dat tevens rekening houdt met een verbetering van de integratie van Huize Maasveld in de kern Heugem. In hoofdzaak betreft het grondgebonden woningbouw met op de hoeksituatie aan de Maasvelderweg appartementengebouwen van beperkte omvang. Verder kan hier, in het kader van de afbouw van De Vinken­slag, een locatie voor 15 woonwagens worden gerealiseerd.

Op verschillende plekken in de oude kern zijn ook woningbouwmogelijkheden aanwezig, maar deze zijn afhankelijk van particuliere initiatieven. In tabel 1 is bij benadering de woningbouwcapaci­teit van de verschillende locaties in Heugem aangege­ven.

 

Woonwagens

 

Binnen het nu gepresenteerde plan voor Heugem-zuid maken de 15 standplaatsen deel uit van een geïntegreerd nieuwbouwplan dat voorziet in de realisa­tie van 78 wooneenheden (circa  63 woningen en 15 standplaatsen). In dat plan is sprake van een geïntegreerde planopzet van woningbouw en stand­plaatsen. Zowel de wonin-gen als de standplaatsen zijn gelegen langs het zelfde (doorlopende) stratenpa­troon, waarin geen sprake is van scheiding tussen de diverse woonvormen. Dit stratenpatroon is vervol­gens adequaat aangesloten op de kern Heugem en de ontsluitingswegen.

 

Op grond daarvan is er sprake van een planopzet en invoeging in de kern Heugem die voldoende mogelijkheden biedt voor een goede integratie van de nieuwe bewoners binnen de kern Heugem. Van belang daarbij is daarbij tevens de positieve reactie van de toekomstige bewonersgroep Vinkenslag als opgenomen in het inspraakverslag.

 

Winkelcentrum

 

Aan de hand van het onderzoek naar de buurtwinkelcentra in Maastricht is besloten om de winkelvoorzieningen voor Randwyck en Heugem te combine­ren, omdat het draagvlak voor twee afzonderlijke buurtcentra te gering bleek te zijn. Als meest centrale locatie is gekozen voor de Beente, op de grens tussen Heugem en Rand­wyck. Geografisch en vanuit bereikbaar-heidsoverwegingen ligt deze locatie gunstig: op de plaats waar de centrale langzaam-verkeers­route vanuit Randwyck Heugem binnen­komt. De bereikbaar­heid per auto is iets minder gunstig, omdat de entree voor Heugem voor het autoverkeer verder naar het oosten is gelegen.

 

Door buro TERP uit Amersfoort is een onderzoek gedaan naar de omvang en de branchering van dit nieuwe winkelcentrum. Uit dat onderzoek blijkt de behoefte aan een centrum van 1490 m² verkoop­vloeroppervlakte (VVO), in totaal dus een omvang van 2000 à 2200 m² brutovloeroppervlakte (BVO). Daarbij moet rekening worden gehouden met een uitbreidingsmogelijkheid. Het winkelcentrum zal zich qua branche­ring moeten richten op de dagelijkse goederen.

Bij de invulling van het nieuwe centrum is hiermee rekening gehouden.

 

Op het onderzoek naar de buurtwinkelcentra in Maastricht is een aanvulling gedaan om de invloed van toevoeging van nog 100.000 m² kantoren in Rand­wyck en de komst van het academisch ziekenhuis en de medische faculteit op het buurtwinkel­centrum Rand­wyck/Heugem te kunnen nagaan. Hieruit blijkt, dat in de sector dagelijkse goederen 100 à 200 m² VVO extra benodigd is. Gezien de grote afstand van deze voorzieningen tot de locatie van het nieuwe winkelcentrum aan de Beente, is de mogelijkheid opgenomen in het bestem­mingsplan Randwyck-noord om deze voorzie­ning te situeren.

 

Het bovenvermelde probleem van de auto-ontsluiting is opgelost door het winkelcen­trum te ontsluiten via een nieuwe afslag vanaf de Oeslinger­baan. Op deze wijze is het mogelijk de Beente verkeersluw te houden. Het parkeren ten behoeve van het winkelcen­trum vindt aansluitend hierop plaats aan de noordzij­de van de locatie. Een deel van dit parkeerterrein is ook bestemd voor de op en bij het centrum gebouwde woningen. Daar­naast kan een beperkt aantal parkeer­plaatsen worden gerealiseerd langs de Beente. De nieuwe verkeersontslui­ting vanaf de Oeslingerbaan zal ook gebruikt worden voor het laden en lossen.


De winkelfunctie is aangevuld met woningbouw:

-            bovenop de winkels: ca. 30 bejaardenwoningen in de sociale sector

(75 m²);

-           naast de winkels: ca. 15 vrije sectorwoningen (vierka­mer­wo­ningen,

 85 m²).

 

Overige voorzieningen

 

Het plan geeft mogelijkheden aan voor uitbreiding van de bebouwing bij de sportvel­den tot een maximum van 1% van de oppervlakte van die bestemming. Hiermee hebben de sportverenigingen de mogelijkheid om uitbrei­dings­plannen te realiseren. Op het af te stoten sportveld aan de Kapittellaan zal een verpleegkliniek worden gerealiseerd.

 

Door de realisering van Heugem-zuidoost is het aantal speelmo­gelijkheden in de kern vergroot, met name door het grote centrale groene plein bij het nieuwe gemeenschaps­huis. Dat neemt niet weg, dat de inrichting van verschillende groene ruimten in het plangebied ten behoeve van speelmogelijkhe­den nog noodzake­lijk is.

 

Verkeersstructuur

 

De verkeersstructuur van Heugem is gebaseerd op de tangenten, die rond het dorp aanwezig waren of zijn ontstaan op basis van de ontwikkeling van het totale gebied Rand­wyck. Vanaf deze omringende wegenstructuur van Oeslingerbaan, Hoge Weerd en Molensingel, wordt het dorp ontsloten door de aansluitingen Kapittellaan, Oude Maas­straat, Maasvelderweg en Malvabeemd.

 

De interne ontsluiting verloopt via de Beente, Heugemerstraat, Oude Maasstraat, Oosterweg, Maasvelderweg, Balsemienbeemd, Termileslaan en Kapittellaan.  Deze structuur wordt ook gebruikt door het openbaar vervoer. De overige straten moeten worden beschouwd als woonstraten.

 

Behalve enkele kortsluitingen in de vorm van paden in de historische kern en door grotere bouwblok­ken in de nieuwe gebieden heen, kent het dorp geen afzonderlijke langzaam-verkeersstructuur. Deze is ook niet noodzakelijk.

 

Mobiliteit

 

De sterk groeiende automobiliteit vormt steeds meer een bedreiging van de leefbaar­heid in en het functioneren van de stedelijke gebieden. Het regeringsbe­leid is gericht op het terugdringen van de automobiliteit en het verbeteren van de mogelijkheden voor het gebruik van openbaar vervoer en fiets.


In verband hiermee wordt een gericht locatiebeleid gevoerd ten aanzien van bedrijven en voorzieningen. Met name arbeids- en bezoekersintensieve bedrijvigheid moet worden geweerd op locaties die niet goed zijn of kunnen worden ontsloten door het openbaar vervoer. In dat kader wordt onderscheid gemaakt in A-, B- en C-locaties. De A-locaties zijn goed ontsloten door het openbaar vervoer; de B-locaties zowel door het openbaar vervoer als over de weg en de C-locaties voornamelijk over de weg.

 

In het onderhavige bestemmingsplan zijn geen grote werklocaties opgenomen. Het nieuwe winkelcentrum voor Heugem/Randwyck is gelegen in het geografi­sche midden van deze beide buurten en is met het openbaar vervoer bereikbaar via de stadsbuslij­nen 10 en 21. Gezien de functie van het winkelcentrum als buurtcentrum voor Heugem en Rand­wyck kan deze bereikbaarheid met open­baar vervoer als voldoende worden aange­merkt.

Een verbetering van het openbaar vervoer, de bereikbaarheid per fiets van voorzie­ningen binnen het stedelijk gebied en het terugdringen van de automobi­list in Maastricht zal worden nagestreefd via het Raamplan voor de Mobiliteits­beheersing. Verandering van de openbaar vervoersas in verband met de vesti­ging van het AZM in Randwyck-noord heeft overigens in het verleden al geleid tot een verbetering van de openbaar vervoerbediening van Heu­gem.

 

Parkeren

 

Door de verplaatsing van het gemeenschapshuis is één van de parkeerknel­punten opgelost. Na de verplaatsing van een aantal winkels uit de Oude Maasstraat naar het nieuwe winkelcentrum aan de Beente, zal ook in de Oude Maasstraat het knelpunt opgelost zijn.

 

Milieu-aspecten

 

In de planvoorschriften wordt bij wijzigingsbevoegdheden verzekerd, dat bodemonderzoek moet worden uitgevoerd en eventueel sanering moet worden uitge­voerd.

Bij nieuw te bouwen woningen met een geluidbelasting van meer dan 55 dB(A) wordt in de voorschriften een bepaling opgenomen, dat op een geluidongevoeli­ge wijze moet worden gebouwd.

 

Ten opzichte van de L.P.G.-opslag bij het tankstation aan de Hoge Weerd, de hogedrukgastransportleiding, de gasdrukregel en -meetstations en de begraaf­plaats worden bebouwingsvrije afstanden van 80, 30, 10 en 50 meter aangehou­den. Indien nodig wordt bij Gedeputeerde Staten vrijstelling van de bebou­wingsvrije afstand rond de begraafplaats aangevraagd.

Terug naar inhoudsopgave


HOOFDSTUK 7. HET BESTEMMINGSPLAN

 

Planmethode

 

Binnen dit bestemmingsplan zijn diverse gebieden opgenomen waarin voortdu­rend ontwikkelingen plaatsvinden. Gezien deze ontwikkelingen is een gedetail­leerd bestem­mingsplan voor dit plangebied minder geschikt.

Een gedetailleerd bestemmingsplan kan niet verder reiken dan een juridisch vastgelegde momentopname. Het is door de gedetailleerde wijze van regelge­ving te star om toekom­stig beleid ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen vast te leggen, terwijl in de planperiode van 10 jaar de maatschappelijke inzichten en behoeften drastisch kunnen veranderen.

 

Het 'Zoneringsplan' is voor een dergelijk gebied de meest geschikte planvorm. Deze planvorm laat het toe in te spelen op ontwikkelingen, zonder dat de ruimtelijke en functionele samenhang verloren gaan. Bovendien laat een dergelijke planvorm toe dat ruimtelijk en planologisch relevant beleid deel uitmaakt van het plan, waardoor het zowel in de fase van de beleidsbepaling als in de uitvoeringsfase controleerbaar en handhaaf­baar blijft.

 

In een zoneringsplan wordt geen gebruik meer gemaakt van het perceelsgewijs bestem­men, maar wordt het plangebied opgenomen in een beperkt aantal bestemmingen. Deze bestemmingen worden opgedeeld in een aantal functiezo­nes en bebouwingszones.

 

Door te kiezen voor bestemmingen waarbinnen diverse zones zijn samenge­bracht, wordt het plan zodanig flexibel dat het mogelijk is binnen de bestem­ming kleine functieveran­deringen rechtstreeks (zonder nadere procedure) mogelijk te maken en de meer structure­le veranderingen aan een vrijstellings-, wijzigings- of uitwerkingsprocedure te koppelen.

 

Een belangrijke rol is hier weggelegd voor de beschrijving in hoofdlijnen.

 

Het zoneringsplan:

1.         reikt een kader aan voor de gewenste ruimtelijke en functionele ontwik­keling van een samenhangend gebied;

2.         biedt een (toetsings)kader dat op een goede wijze het geformuleerde beleid verwoordt en dat flexibel kan inspelen op zich aandienende wijzigende omstan­digheden;

3.         draagt ondanks deze flexibiliteit een voorwaardenscheppend karakter voor het geformuleerde beleid;

4.         streeft geen afgebakend eindbeeld na, maar biedt garanties voor elk eindbeeld mits dat steunt op het geformuleerde beleid.

 


Het bestemmingsplan Heugem bevat een plankaart, een waarschuwingskaart en voor­schriften. Op de plankaart zijn de bestemmingen en de eventuele functiezo­nes binnen het bebouwde en het openbare gebied, alsmede de bebouwingseisen en ontwikkelingsmoge­lijkheden aangeduid. Door deze wijze van bestemmen is het mogelijk een directe relatie te leggen tussen de verschillende functies binnen het plangebied, zodat alles gericht kan zijn op de hoofddoelstelling van het plan: ontwikkeling van bepaalde functies, alsmede beheer van de bestaande toestand.

 

Op de waarschuwingskaart zijn diverse milieuzoneringen, alsmede andere zoneringen opgenomen welke gevolgen kunnen hebben voor initiatieven binnen de diverse bestem­mingen. Niet alle op deze kaart opgenomen zones hebben direct een juridisch gevolg.

 

Opzet van de voorschriften

 

Bij het samenstellen van de voorschriften is een eenduidige opzet gekozen, die in alle artikelen terugkomt. Dit betreft zowel de lay-out als de inhoudelijke opzet van de voorschriften.

 

Paragraaf I. Begripsbepalingen en algemene bepalingen

 

In deze paragraaf zijn zoals de titel al aangeeft, de begripsbepalingen en de algemene bepalingen opgenomen.

 

Paragraaf II. Bestemmingsregeling

 

Hier zijn de artikelen 3 tot en met 10 opgenomen.

 

Artikel 3 betreft de 'algemene beschrijving in hoofdlijnen' waarin het algemene beleid is aangegeven voor het gehele plangebied.

In de 'algemene beschrijving in hoofdlijnen' komen de volgende onderdelen aan de orde:

1.         Doel van het plan;

2.            Bestaande toestand als vertrekpunt;

3.            Hoofdstructuren.

 

De artikelen 4 tot en met 10 hebben betrekking op de volgende bestemmingen:

- artikel 4            Gemengd gebied

- artikel 5            Wonen

- artikel 6            Woongebied

- artikel 7            Maatschappelijke voorzieningen

- artikel 8            Sport

- artikel 9            Verkeers- en verblijfsgebied

- artikel 10            Groenvoorzieningen

 


In al deze artikelen komen, voor zover van toepassing, de volgende onderdelen in de opgesomde volgorde aan de orde.

 

A.            Doeleindenomschrijving

B.            Beschrijving in hoofdlijnen

C.            Bebouwing

D/E.            Gebruik van grond en opstallen

F.            Wijzigingsbevoegdheden

G.            Aanlegvergunningen

H.            Vrijstellingsbevoegdheden

I.          Nadere eisen

 

A.            Doeleindenomschrijving

In de doeleindenomschrijving is bepaald welke functies binnen de betreffende bestem­ming toelaatbaar zijn. Waar deze functies toelaatbaar zijn en in welke omvang (hoofd­functies, nevenfuncties of ondergeschikte functie) is nader omschreven in de 'beschrij­ving in hoofdlijnen' bij de bestemmingen.

 

B.            Beschrijving in hoofdlijnen

De beschrijving in hoofdlijnen (b.i.h.) is een zeer krachtig beleidsinstrument dat onderdeel uitmaakt van de voorschriften.

Bij het hanteren van de b.i.h. dienen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te worden genomen. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij elke beslissing een zorgvuldi­ge afweging dient plaats te vinden van alle in het geding zijnde belangen.

 

De beschrijving in hoofdlijnen is een verdere detaillering in de voorschriften van in de toelichting uitgesproken beleidsintenties.

 

Aan de b.i.h. zijn in dit plan vier functies te onderkennen:

1.            Verduidelijking van de doeleindenomschrijving en overige voorschrif­ten.

2.         Directe toetsing van bouwplannen en beleidsinitiatieven.

3.            Uitvoeringsfunctie: waarin het beleidsvoornemen tot realiseren van de planinten­ties wordt beschreven. De gemeente geeft aan op welke wijze het plan zal worden uitgevoerd en bindt hiermee zichzelf ten opzichte van de burgers.

4.            Flexibiliteitsbepalingen: de beleidsregels voor het toepassen van de flexibiliteits­bepalingen als vrijstelling en nadere eisen.

 

Bij de bestemmingen 'Gemengd gebied' en 'Wonen' zijn de belangrijkste onderdelen van de beschrijving in hoofdlijnen de functiestructuur en de bebou­wingsstructuur.

 


C.            Bebouwing

 

Hierin zijn de bebouwingsmogelijkheden opgenomen waarvoor direct (dus zonder nadere procedure) bouwvergunning kan worden verleend. Onder het regime van de bebouwings­regeling vallen onder andere bepalingen ten aanzien van hoofdgebouwen, de zogenaamde voortuinregeling, de aan- en bijbouwrege­ling en de bebouwing ten dienste van het openbaar gebied.

 

D/E.            Gebruik van grond en opstallen

Dit betreft de bepaling welke aangeeft dat grond en opstallen niet in strijd met de bestemming mogen worden gebruikt. Bij de bestemming 'Gemengd gebied' en 'Wonen' is aan dit lid het schema toegelaten functies toegevoegd, teneinde duidelijk te maken welke functies binnen welke zone en in welke mate toelaat­baar zijn.

 

De beschrijving in hoofdlijnen wordt hier als het ware op schematische wijze in kaart gebracht.

Naar omvang zijn er 3 soorten functies te onderscheiden: hoofd-, neven- en onderge­schikte functies.

In percentage uitgedrukt mag een hoofdfunctie 100% in beslag nemen, een nevengeschik­te functie niet meer dan 50% van de bebouwingsmogelijkheden op de begane grond en een ondergeschikte functie niet meer dan 30% van de bebouwingsmogelijkheden van de begane grond.

 

De volgende onderdelen zijn opgenomen voorzover dat relevant is:

F.            Wijzigingsbe­voegdheden

G.            Aanlegvergunningen

H.            Vrijstellingsbevoegdheden

I.          Nadere eisen

 

Van de bevoegdheid om nadere eisen te stellen is tot nu toe gebruik gemaakt bij de realisering van de vrije-sectorwoningen in Heugem-zuidoost. Deze zijn vastgelegd in een gespreksnotitie van 30 oktober 1990 en tekening nummer S994 A0, die als bijlage bij deze notitie zijn gevoegd.

Verder is van dit instrument gebruik gemaakt voor de situering van de bijge­bouwen bij de vierkantwoningen in Heugem-zuidoost. Deze zijn vastgelegd in een tekening die bij deze toelichting is gevoegd.

 

Paragraaf III. Algemene vrijstellingen en wijzigingen (flexibiliteit)

 

In deze paragraaf zijn de normale algemene vrijstellingsbepalingen ingevolge artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening opgenomen, alsmede algemene wijzigingsbe­voegdheden ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

 


Paragraaf IV. Overige bepalingen

 

Deze paragraaf bevat onder andere het artikel waarin de procedureregelingen zijn opgenomen met betrekking tot de in het plan opgenomen bevoegdheden tot uitwerking, vrijstelling of het stellen van nadere eisen.

 

Staat van bedrijfsactiviteiten

 

Omdat in dit plangebied sprake is van een rustige woonwijk, is gekozen voor een staat van bedrijfsactiviteiten, die haar basis vindt  in de V.N.G.-brochure[3]. Uit deze staat zijn de bedrijven in de categorieën 4 en hoger verwijderd. Verder zijn de detailhandelsbedrijven, de horecabedrijven en de kantoren weggelaten. Voor deze categorieën is in de planvoorschriften een eigen beleid vastgelegd.

Terug naar inhoudsopgave

 


 

HOOFDSTUK 8 UITVOERBAAR­HEID

 

 

Financieel-economische uitvoerbaarheid

 

De beide locaties ten westen en ten noorden van Huize Maasveld en de locatie voor de verpleegkliniek op het sportveld aan de Kapittellaan worden door de gemeente uitgevoerd. Kosten en opbrengsten bedragen ƒ 6.000.000,- en houden elkaar daarmee in evenwicht.

 

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

 

Inspraak

Het in hoofdstuk 1 bedoelde onderzoek is aan een eerste toets onderworpen in een inspraakbijeen­komst.

De belangrijkste punten vormen de eventuele ingrepen in bestaande situaties, zoals de nieuwe begrenzing tussen Heugemerstraat en het Wardehofplein, het verkleinen van het bouwblok tussen Heugemer Molenstraat en Oude Maas­straat en de verplaat­sing van het winkelcentrum naar de Beente.

 

Over het nieuwe winkelcentrum aan de Oeslingerbaan heeft apart inspraak plaatsgehad.

 

Het eerste voorontwerp bestemmingsplan Heugem heeft ter inspraak gelegen in de maanden maart en april 1994. De opmerkingen die toen zijn gemaakt zijn meegenomen bij de opstelling van het nieuwe voorontwerp-bestemmingsplan, gedateerd 19 februari 1998. Dat voorontwerp is opnieuw onderwerp geweest van een inspraakprocedure in april 1998. Tijdens deze procedure is een drietal avonden georganiseerd, waarin het plan aan de orde is gekomen:

*           21 april 1998: de nieuwe woonwagenlocatie en de uitbreiding van de bestaande locatie in het plangebied en de nieuwbouw rond Huize Maasveld;

*           22 april 1998: de rest van het bestemmingsplan;

C          28 april 1998: een aparte avond op de Vinkenslag over de woonwagenplanning in dit bestemmingsplan.

Tevens is de gelegenheid geboden om schriftelijke inspraakreacties in te dienen. Hieronder volgt een samenvatting van de mondelinge en schriftelijke inspraak-reacties met daarnaast het corresponderende standpunt van het gemeentebestuur.


 

Inspraakreactie 21 april 1998

Standpunt

 

Omgeving nieuwe woonwagenlocatie

Door de nieuwe locatie en de uitbreiding van de bestaande zullen er binnenkort in de directe omgeving van Heugem 108 woonwagenstandplaatsen aanwezig zijn. Dat is teveel van het goede. Er moet ge­streefd worden naar een goede verspreiding over de stad.

 

 

 

 

In hoofdstuk 3 van de bestemmingsplantoelichting wordt op dit aspect nader ingegaan.

De 15 standplaatsen op de nieuwe locatie zijn er te veel. Ook Huize Maas­veld heeft in 1994 aangegeven te willen meedenken over een betere afstemming van het toen voorliggende voorontwerp, mits het aantal stand­plaatsen drastisch zou verminderen.

In hoofdstuk 6 van de bestemmingsplantoelichting wordt op dit aspect nader ingegaan.

 

 

De vraag is of thans voldoende integratie plaatsvindt, gelet op de situering van de woonwagenlocatie. Is een betere integratie in het plan niet mogelijk?

 

Vanuit zowel bevolking als vanuit Huize Maasveld is aan de hand van het vorige voorontwerp-bestem-mings­plan bezwaar gemaakt tegen de situering van de woonwagenlocatie aan de Maasvelderweg. Daarom is in het stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied rondom Huize Maas­veld gezocht naar een nieuwe opzet, waarin het wonen in woonwagens en het wonen in woningen met elkaar kan worden gecombineerd aan deze ingang van Heugem. Door deze combinatie van verschillende woonwijzen en door de doorrijd­baarheid van de woon­wagenlocatie, die niet aan het einde van een dood­lopende, maar aan een door­lopende weg is gesitueerd, evenals de nieuwe woningen, is er sprake van voldoende integratiemogelijkheden. Sociale integratie kan niet door middel van een bestem­mingsplan wor­den afgedwongen, maar de fysieke randvoorwaarden daarvoor zijn met dit plan aanwezig.

 

 

De woningen langs de Oosterweg liggen erg dicht bij de nieuwe woonwagenlocatie: op welke wijze wordt voor­zien in de afscherming tussen de locatie en de tuin. Bij voorkeur een zo breed en zo groen mogelijke.

De Nederlandse jurisprudentie inzake de afstanden tussen woonwagenlocaties en bestaande woningen of andere func­ties is zeer divers en afhankelijk van de concrete situatie.

De situatie in Heugem is enigszins vergelijkbaar met de situatie aan de Molenweg in Maastricht, tegenover de wijk De Heeg. Ook daar is een  woon­wagenlocatie van circa 15 stand­plaatsen gepland, met in de omgeving enkele bestaande, solitaire woonhuizen. In die situatie is door de Maas­trichtse rechtbank uitgesproken, dat een afstand van minimaal 25 meter aan­vaardbaar is. Inmiddels is in het uitwerkingsplan de groe­ne zone tussen de bestaande tuinen aan de Oosterweg en de woonwagenlocatie van 3 naar circa 7 meter verbreed. Daarmee wordt in Heu­gem de afstand van de eerste woon­wagen tot aan het dichtst­bijzijnde gedeelte van de woning Oos­terweg 123 vergroot tot circa 35 meter, hetgeen derhalve ook ruim­schoots voldoende moet worden geacht.


 

De door de woonwagenlocatie lopende ontsluitingsweg sluit via een vreem­de lus aan op de Oosterweg. Het lijkt veel logischer om deze weg aan te sluiten op de Hoge Weerd.

Aandacht wordt gevraagd voor de verkeersveiligheid op de hoek Maasveldweg-Oosterweg als deze aansluiting blijft.

 

Aansluiting van de ontsluitingsweg, waar­aan de woonwagenlocatie is gelegen, direct op de Hoge Weerd ontmoet grote bezwaren vanuit verkeersveiligheid en, gezien de daarmee te creëren, rech­tstreekse verbinding tussen de terreinen van Huize Maasveld en de Hoge Weerd, ook bezwaren vanuit de patiëntenzorg. In verband hiermee is gekozen voor het onderling verbinden van de nieu­we ontsluitingswegen van het nieuwe woongebiedje, langs het dienstgebouw van Huize Maasveld. De lus naar de Oosterweg zal daarmee vervallen.

 


 

Kunnen ten westen van de ontsluitingsweg, in de achtertuinen van de bestaande panden Oosterweg 121A en 123 in de toekomst ook woningen worden ge­bouwd?

Nieuwbouw van woningen is in het gebied ten westen van de nieuwe ontsluitingsweg in het bestemmingsplan niet voor­zien en uit steden­bouwkundig oogpunt ook niet gewenst. De entree van Heu­gem aan deze kant loopt door een groene “voorruimte”. De bebouwing begint ter hoogte van het hoge appartementengebouw aan de Maasvelderweg.

 

Is er bij de planning van de locatie wel rekening gehouden met de hoog­waterproblematiek. In 1995 stond het terrein onder water.

 

In het kader van de uitvoering van maat­regelen tegen het hoog water zijn in Heugem voorzieningen getroffen tegen kwelwater. Deze zijn voldoende om wateroverlast in dit gebied in de toekomst te voorko­men.

 

Hoe kijken de bewoners van de Vin-kenslag tegen deze plannen aan en waar­om zijn zij niet aanwezig.

 

Op 28 april is een aparte in­spraakavond op de Vinkenslag gehouden. In het alge­meen bestaat bij deze bewoners de indruk dat het een goed plan betreft. Detailopmerkingen inzake de inrichting van de locatie worden mee­genomen bij de uitwerking van het inrichtingsplan. Vragen omtrent realisatietermijn, realisator, eigendom, hypotheekverkrijging en dergelijke hebben geen betrekking op het bestemmingsplan. Bovendien zijn deze aspecten nog niet bekend.

 

Nieuwbouw achterzijde woningen Violabeemd.

De bewoners hebben bezwaar tegen de wijze waarop zij bij de planvorming wor­den betrokken. Bij de gemeente ligt al geruime tijd een verzoek van alle 13 bewoners om grond te kunnen bijkopen achter hun tuinen.

 

 

 

Toegezegd is, dat op korte termijn een gesprek zal worden georganiseerd over de afdoening van het ingekomen verzoek en de daarmee samenhangende plan­vorming rond de Violabeemd. Het gesprek heeft op 29 april 1998 plaats­gevonden en heeft geresulteerd in een schriftelijke inspraakreactie. Deze komt hierna aan de orde.

 

Enkele bewoners geven aan, dat het groen met het daarin gelegen wandelpad achter de Violabeemd behoort tot het structurele groen van Heugem-zuidoost en daarom niet zomaar kan worden opgeheven.

 

Het wandelpad in een groene setting komt terug aan de voorkant van de nieuwe woningen, die achter de Violabeemd zijn voorgesteld. Daarmee worden drie doelen bereikt:

*           een grotere integratie van Huize Maas­veld in Heugem

*           een grotere bereikbaarheid van het groen rondom die instelling voor de be­woners van Heu­gem.

*           een versterking van de sociale controle op het wandelpad.

 

Huize Maasveld

De bestaande inrit van Huize Maas­veld ligt tegenover een woonstraat. Door de verandering van de ontsluiting komt een van beide ontslui­tingswegen uit tegenover bestaande woningen. Dat levert veel overlast op.

 

 

Een dergelijke situatie komt veelvuldig voor in woonbuurten. Het is in stedenbouwkundig opzicht een heel normale manier van aansluiten van wegen.

Omdat Huize Maasveld en de nieuwe woningen en de woonwagenlocatie ten noor­den en ten westen daar­van via twee aansluitingen op ­de Maasvelderweg wor­den verdeeld is de ver­wachte ver­keersdrukte niet groot. Vanwege Huize Maasveld wordt er nog op gewezen, dat het verkeer op dit mo­ment iets drukker is vanwege bouwwerkzaamheden op het terrein.

 

De vraag is of de veiligheid van de bewoners van Huize Maasveld niet in gevaar komt nu een deel van de ontsluitingsweg openbaar wordt.

 

In het plan is rekening gehouden met de belangen van de bewoners. Als een dubbele ontsluiting wordt aan de “binnenzijde” van de ontsluitingsweg een wandelpad aan­gelegd. Daarvan kunnen overigens ook anderen dan de bewoners gebruik maken.

 

Hoe wordt gestalte gegeven aan de integratie van Huize Maasveld in Heu­gem?

 

Door een drietal maatregelen:

*           omdraaien van de woning-entree’s, zodat de woningen met de voorkant naar de ontsluitingsweg komen te liggen;

*           toevoeging van woningen voor anderen dan patiënten in de onmiddellijke omgeving;

*           ten dele openbaar maken van de wegen en de groenvoorzieningen van de instelling en de aansluiting van openbare voet­paden op het stelsel van Maas­veld.

 

Overige vragen en opmerkingen

Er worden vragen gesteld over de sector waarin de woningen worden gebouwd: huur of koop en over de termijn van uitvoering.

 

 

Deze vragen hebben geen betrekking op het bestemmingsplan. Bovendien zijn deze gegevens nog niet bekend. Zij zijn afhankelijk van nog te maken afspraken over de uitvoering.

Inspraakreactie 22 april 1998

 

Standpunt

 

Planontwikkeling Kapittellaan c.a.

Wat moet men zich voorstellen onder  het verpleegtehuis, dat in de bestemming “Maatschappelijke Voorzieningen”  aan de Kapittellaan moet ko­men?

 

 

Het gaat om een verpleegkliniek zoals De Zeven Bronnen in Amby, maar dan met de helft van de capaciteit.

Overigens is de bestemming niet toegesneden op een dergelijke kliniek. Ook andere maatschappelijke voorzieningen kunnen hier worden gevestigd: scholen, kerken, buurthuizen etc.

 

Is rekening gehouden met de geluidhinder van de Klaekeburg?

Met de geluidhinder vanuit de Klae­keburg wordt rekening gehouden door het opnemen van een geluidcontour op de waarschu­wingskaart en een bepaling in de planvoorschriften, dat binnen die contour geen woningen of geluidgevoelige bebouwing mag worden opgericht.

 

Uitbreiding Klaekeburg

De Klaekeburg wil in de toekomst uitbreiden en verzoekt om daarmee in het bestemmingsplan rekening te houden.

 

 

Hieromtrent is een schriftelijke reactie ingediend. Naar de standpuntbepaling te dien aanzien wordt verwezen.

 

Binnenterrein Heugemer Molenstraat

De bewoners kunnen zich nog steeds niet verenigen met de mogelijkheden voor de bebouwing van het binnenterrein.

 

 

De gemeente heeft aan de hand van de inspraakreacties in 1994 al aangegeven dat zij deze invulling stede­nbouwkundig gewenst acht maar zelf niet actief zal wor­den. Nu de bewoners niet bereid zijn om mee te werken aan particuliere initiatieven is de realisering binnen 10 jaar van de totale, gewenste ont­wikkeling niet te verwachten. Anders is dit voor de bouw van woningen op de terreinen van ­de bedrijven aan de Heugemerstraat. Deze passen qua milieubelasting niet in de ge­mengde bestem­ming zoals die in dit plan voor die percelen is opgenomen. Daarom zijn zij ook apart met de aanduiding BB opgenomen. Voor die percelen wordt een ontwikkeling in de rich­ting van een woonbestemming reëel geacht. Voor die percelen wordt de wijzigingsbevoegdheid, enigszins gewijzigd, gehandhaafd. Ofschoon de gemeente ook voor deze terreinen uitgaat van particuliere planontwikkeling, wordt dit als harde eis uit de wijzigingsbevoegdheid geschrapt.


 

Overige vragen en opmerkingen

In het verleden is het de bedoeling geweest om van de Gronsvelderweg uitsluitend een fietsroute te maken. Het onderhoud is overigens slecht.

 

 

De Gronsvelderweg vervult nog een ontsluitingsfunctie voor de sportvelden en de woonwagenlocatie. Daar­om is in het bestemmingsplan de func­tie woon­straat/-erf­ aangegeven.

 

Wordt door de planning van de maat­schappelijke voorzieningen op de hoek van de Kapittellaan de aan­sluiting van de Kornoeljeweerd op de Molensingel weer actueel?

Dat ligt niet in de bedoeling. Dit plan, maar ook het bestemmingsplan Randwyck-zuid maken een aansluiting voor het autoverkeer niet mogelijk.

 

Wat is de bouwhoogte van de clubgebouwen op het sporterrein?

 

Bebouwing in twee lagen is mogelijk. Er is een bouwplanontwikkeling gaan­de die daarop inspeelt.

 


 

De wijzigingsbevoegdheid aan de Heugemerstraat ten westen van het Wardehofplein stuit nog steeds op bezwaren van de omwonenden.


 

De gemeente heeft aan de hand van de inspraakreacties in 1994 al aangegeven dat zij deze invulling stede­nbouwkundig gewenst acht maar zelf niet actief zal wor­den. De ge­meente zal niet dwang­matig actief worden, doch wil, indien op vrijwillige basis een planontwikkeling mogelijk wordt­, een instrument hebben, in casu deze wijzigingsbevoegdheid, om de stedenbouwkundig gewenste situatie te realiseren.

 

 

De riolering in Heugem functioneert slecht. Wanneer wordt deze ver­nieuwd?

Bij nieuwbouwplannen moet rekening worden gehouden met de capaciteit en de toestand van de bestaande riolering.

 

Voor geheel Maastricht is een riole­ringsplan opgesteld, waarin ook Heu­gem is opgenomen. In dat kader wordt de riolering doorgelicht en aangepast. Uiteraard wordt bij nieuw­bouwplannen rekening gehouden met de capaciteit van de riolering.

 

Schriftelijke reacties

Standpunt

 

Fam. Van Amerongen en Pieters, p/a Oosterweg 123

Deze bewoners van de panden Oos­terweg 121a en 123 hebben bezwaar tegen de woonwagenlocatie naast hun pand:

*           verlies van groengebied met bomen en zangvogels;

*           er is een risico van hoog water op de plek waarde locatie gepland is;

*           voorgesteld wordt de locatie te verleggen naar de achterkant van de Violabeemd;

*           bezwaar tegen een eventuele muur als afscheiding tussen hun tuin en de locatie.

 


 

 

 

De plaats van deze locatie van 15 plaat­sen in het zuiden van Heugem vloeit voort uit het woon­wagenplan. Op basis van deze keuze en de uitkomst van de in­spraakprocedure van 1994 is een ont­werp ge­maakt voor het hele gebied Heugem-zuid, waarin moest worden gekomen tot een oplossing van de toen aangegeven problematiek: integratie, nieuwbouw van woningen, versterking relatie Maasveld-Heugem e.d. Uit deze stedenbouwkundige studie is gebleken, dat alleen op de nu aangegeven plaats een locatie van deze omvang kan wor­den gerealiseerd.

Voor dit meest betrokken algemeen belang zullen andere belangen, zoals het behoud van groenvoorzieningen moeten wijken. Gelet echter op de andere betrokken belangen zijn nog enkele wijzi­gingen aangebracht in de stedenbouwkundige studie­, waard­oor een grotere afstand en een betere af­scherming tussen de be­staande woningen en de nieuwe­ woon­wagenlocatie kan wor­den bereikt. Ook is de ontsluiting zodanig gewijzigd dat er nu een doorverbinding wordt gerealiseerd tussen de twee ontslui­tingswegen van het nieuwe woonge-bied. De ontsluiting op de Oosterweg komt hiermee te vervallen. Op het aspect wateroverlast­ is bij de mon­delinge reacties al in­gegaan.


 

 

F.L.H. Bogman, Balsemienbeemd 72

De rooilijn van de bebouwing achter de Violabeemd moet worden gerelateerd aan de bebouwing van Maasveld aan de overzijde van de weg. Hij wenst maximale handhaving van de groenvoorziening.

 

 

De rooilijn in het stedenbouwkundig plan dat aan dit bestemmingsplan ten grondslag ligt, is afgestemd op de bebouwing aan de overzijde van de weg. De bebouwing is echter ver­der van de weg af gelegd om het in een groene setting verlopende voetpad achter de woningen aan de Violabeemd naar de voor­kant van de nieuwe woningen te brengen. Daardoor wordt de sociale con­trole verbeterd en krijgt het pad ook een functie voor Huize Maasveld. Daarmee wordt tevens de mogelijkheid geschapen om tegemoet te komen aan de wens van de bewoners van de Viola­beemd om hun tuinen te vergroten.

 

P. Geelen, Violabeemd 18

De inspreker wijst het stedenbouwkundig concept voor Heugem-zuid af:

*           Binnen het kader van de achter de Violabeemd geplande sociale woningbouw is geen plaats voor een architectuurbeleid zoals ten aanzien van de vrije-sectorkavels in Heugem-zuidoost

 


 

 

 

 

 

*           Omtrent de financieringssector van woningen wordt in een bestemmingsplan niets geregeld. Het is niet aannemelijk, dat op deze locatie sprake zal zijn van woningbouw in de sociale sector.

is gevoerd en die grenzen aan de nieuwe woonlocatie.


Omdat het hier een complex betreft, dat in één keer moet worden gerealiseerd kan het toezicht op de architectonische kwaliteit plaatsvinden via bouwplanbegeleiding en behoeft niet, zoals bij de vrij uitgegeven kavels in Heugem zuidoost het instrument van architectuur­richtlijnen te worden gehanteerd.


*           Op de locatie achter de Violabeemd kan beter worden gekozen voor de realisering van een woonvorm met een uitgekiende vorm van mantelzorg.


*           Het bestemmingsplan spreekt zich niet uit over het type woningen. Realisering van het voor­gestelde woningtype is binnen de bepalingen van de bestemming “Woongebied” mogelijk. In de bestemmingsplantoelichting wordt in­gegaan op de behoefte aan levensloopbestendige woningen.


 


*           Het woonwagenbeleid van het rijk is gewijzigd; het is nu onderdeel van het volkshuisvestingsbeleid; daarom is het niet meer nodig nieuwe woon­wagenlocaties te creëren. In bestaande en nieuwe bestemmingsplannen moeten woningen voor woonwagenbewoners worden ge­pland.

In het geval van de locatie Heugem-zuid kan niet worden voldaan aan de eis van integratie. De locatie wordt gesitueerd op een achteraflocatie en omgeven door een wal van 4 meter hoogte en er is geen stedenbouwkundige samenhang aangebracht.

*           De realisering van een woon­wagenlocatie in Heugem-zuid vloeit voort uit het woonwagenpla­n van de ge­meente Maastricht, dat is gebaseerd op het rijks- en provinciaal beleid, waarin ten aanzien van woonwagens wordt gesteld, dat zij moeten kunnen worden gerealiseerd op locaties waar ook woningbouw mogelijk is. Het is niet de bedoeling van het rijks-beleid om woon­wagenbewoners te verplichten in woningen te gaan wonen.

De (fysieke) integratie heeft te maken met de ligging, gren­zend aan bestaande of nieuwe woningen en de ligging aan een door­lopende en niet doodlopende weg. Daaraan voldoet de locatie in Heugem-zuid. De ten behoeve van de woon­wagenstandplaats te realiseren geluidwal ligt langs de Hoge Weerd en achter de locatie. Daardoor wordt het integratiestreven niet door­kruist.* De bouw van nieuwe woningen rond een woonwagenlocatie kan niet als realistisch wor­den beschouwd. Huur- en koopopbrengsten zullen niet in relatie staan tot de stichtingskosten.


*           Gezien ook de eisen van het rijks­beleid inzake integratie wordt nieuwe woningbouw bij woonwagenlocaties overal in Nederland in de praktijk gebracht. Een en ander blijkt heel goed met elkaar in overeenstemming te bren­gen.


*           De invloed van de woonwagenlocatie zal voor de instelling Huize Maasveld negatief werken.


*           De directie van Huize Maasveld kan met de onderhavige woonwagenlocatie instemmen.


 

Buurtraad Heugem, p/a Termiles­laan 154

Verzoekt om bij de invulling van het woningbouwplan rekening te hou­den met de behoefte aan woningen voor ouderen (zorgfunctie op afstand).


 

 

 

In de toelichting op het bestem­mingsplan is ingegaan op de wo­ningbehoefte voor ouderen. Deze behoeft niet alleen te worden opgevangen in specifieke ouderen- of bejaardenwoningen, maar kan ook wor­den gerealiseerd in zogenaamde “levens­loopbestendige” wo­nin-gen.

Voor wat betreft het gedeelte, waarin appartementen worden gerealiseerd wordt deze optie in de onderhandelingen met --bij voorkeur-- een woningbouwcorporatie, de behoefte aan woningen voor ouderen met zorg op maat vanuit Huize Maas­veld nadrukkelijk meegenomen. Daarnaast wordt een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd om bij de nieuwe kliniek in beperkte mate aanleunwoningen te kunnen realiseren.


 



R.H.H.J. Comuth, Violabeemd 20

De reacties van de heer Comuth komen ten dele overeen met de reactie van de heer Geelen. Aanvullend daar­op worden nog de volgende punten naar voren gebracht:

*           Er worden teveel woonwagens in en rond Heugem gepland. Een betere sprei­-


 

Zie het standpunt ten aanzien van de reactie van de heer Geelen. Bovendien wordt het volgende gememoreerd.

 

*           In het woonwagenplan is een spreidingsmodel ontwikkeld, waarbinnen de nieu­we


ding over de gehele stad is nood­zakelijk, met name ook in de westelijke woon­buurten.


            locatie in Heugem-zuid past. Op dit spreidingsbeleid is bij de mon­delinge inspraakreacties ingegaan. Zie tevens ant­woord op eerste reactie avond 21 april 1998.


*           De bouw van zoveel (16) woningen achter de Violabeemd en de afstand tot de bestaande woningen.


*           De stedenbouwkundige studie naar de mogelijkheden van woningbouw achter de Violabeemd wordt zodanig aangepast, dat de afstand van de eindwoningen tot aan de bestaande tuingrenzen minimaal 8 meter bedraagt.

Door de verlenging van de tuinen van de panden aan de Violabeemd is er vol­doende afstand tussen de bestaande en de nieuwe won­ingen. Overigens kan de gemeente, vanuit be­heersoogpunt, alleen maar gronden ten behoeve van de verlenging van de tuinen verkopen als alle bewoners aan de Violabeemd daaraan willen meedoen.

Tenslotte moet worden opgemerkt, dat het geldende bestemmingsplan aan Huize Maasveld de mogelijkheid biedt om achter de pan­den aan de Violabeemd bebouwing met een hoogte van 8 meter op te rich­ten.


*           Het is nog niet bekend welk type woningen gepland is.

*           Voor een bestemmingsplan is het type woning niet relevant, wel de ruimtelijke rand­voorwaarden voor de realisering. Daarvoor zijn voor­schriften in het plan opgenomen.

*           Het niet realiseren van de geplande en toegezegde speelvoorzieningen achter de Viola­beemd.

 

 

 

 

 

 

 *          De buiten de bestemming “woon­gebied” gelegen terrein­gedeelten achter de Violabeemd hebben een omvang en een bestemming (Groen­voorzieningen), die de realisering van speel-voor­zieningen mogelijk maakt.

Overigens kan er inmiddels wor­den getwijfeld aan de nood­zaak van een speelgelegenheid achter de Viola­beemd omdat door de verlegging van het voetpad en de grotere open­heid van het Maasveld-complex de groen- en speelvoorzieningen op dat complex ook bereikbaar wor­den voor de bewoners van Heu­gem. Bovendien zijn in Heugem-zuid­oost ver­schillende ander speel­plekken aan­wezig.

 

*           Het vervallen van het wandelpad.

*           Het wandelpad vervalt niet maar wordt verlegd in een vergelijkbare groene setting. Bovendien zal het aansluiten op het padensysteem van Huize Maasveld.

*           De beperking van de leefomgeving van de Maasveld-bewoners door het vervallen van de appelboomgaard en een deel van de groenvoorziening.

*           Huize Maasveld heeft aan-gegeven geen behoefte te hebben aan de bij die instelling in eigendom zijnde gron­den ach­ter de Violabeemd. De appel­boomgaard heeft geen land­schappelijke waarde en de terreinen van Huize Maas­veld kennen zo omvangrijke groenvoorzieningen, dat deze voldoende zijn voor de instelling en bovendien nog kun­nen worden gebruikt door de inwoners van Heugem. Overigens wordt bij de inpassing van de bouwplannen rondom Huize Maasveld getracht zoveel mogelijk waardevolle bomen te behouden, c.q. te verplaatsen.

 

 

 

F.M.J.H. Bouwens, Violabeemd 24

De reacties van de heer Bouwens komen overeen met enkele punten van de reactie van de heer Comuth.


 

Zie het standpunt ten aanzien van de reactie van de heer Comuth.


 

A. Danssen/G. Hendricx e.a., p/a Oude Maasstraat 120

Bezwaren tegen de bebouwing van het binnengebied aan de Heugemer Molenstraat. Gepleit wordt voor behoud van karakter van de dorpskern en het open karakter van het binnengebied.­


 

 

 

Zie het standpunt ten aanzien van de mondelinge reacties van 22 april 1998.


 

M.M.M.G. Debije, Violabeemd 4

Bezwaar tegen bouwplan achter Violabeemd

*            Er is geen architectuurbeleid ontwikkeld, terwijl dit voor Heugem-zuidoost wel is gebeurd.


 

 

 

 

*           Zie het standpunt ten aanzien van een vergelijkbaar be­zwaar van de heer Geelen.


*           De geplande hoogbouw past niet in het bestaande bebouwingsprofiel.


*           Achter de Violabeemd is geen hoogbouw gepland. De goothoogte bedraagt hoogstens 6 meter.


*           Het risico ontstaat, dat hondenbezitters alleen nog het pad tussen nr 4 en 6 zullen gebruiken.


*           Het pad achter de Viola­beemd wordt niet opgeheven, maar verplaatst.


*            Ondersteunt verder de opmerkingen van de heer Comuth.


*           Zie het standpunt ten aanzien van die opmerkingen.


 

M.L.M. Delrock, Violabeemd 26

*           De geplande woningen achter de Violabeemd tasten de privacy aan.


 

 

*           Door de vergroting van de tuinen van de woningen aan de Violabeemd is er geen of nau­welijks sprake van aantasting van de privacy.


 

 

 

 

*           Op de inspraakavond konden de burgers onvoldoende hun meningen en standpunten naar voren brengen.


*            Ofschoon onderkend wordt dat de inspraakavond niet vlek­keloos is verlopen, hebben de ­burgers vol­doende mogelijkheden gehad om te reageren. Bovendien is gelegenheid gegeven een schriftelijke reactie in te dienen. Daar­naast zijn de men­sen er op de inspraak­avond op gewezen dat zij tijdens de vergadering van de raads­commissie S en O van 27 mei 1998 in de gelegenheid zijn hun reacties mondeling toe te lichten. Gelet op de geuite kritiek is tijdens de raads­commissievergadering ruim­schoots de gelegenheid gegeven het woord te voeren. Een aantal mensen heeft van die geboden gelegenheid ook gebruik ge­maakt.


 

M. Hoeberigs, Violabeemd 16

Refereert aan het verzoek tot aan-koop van een deel van de groenstrook achter de tuinen.


 

 

De afhandeling van dat verzoek heeft geen gevolgen voor het bestem­mingsplan.

 


 

H. Houben, Violabeemd 6

De reactie van de heer Houben komen overeen met de reacties van de heer Comuth en de heer Debije.


 

 

Zie het standpunt ten aanzien van die reacties.


IVN p/a Termileslaan 154

Verzoekt om het voetpad achter de Violabeemd niet te verplaatsen, omdat dit een recreatief pad is en geen (vrijlig­gend) trottoir.


 

 

Het verlegde pad zal door opneming in een groene setting nog steeds kunnen functioneren als een recreatief wandelpad. Verlegging naar de voor­kant van (nieuwe) woningen zal de sociale veiligheid verbeteren, hetgeen belangrijk is voor het gebruik van het pad. Bovendien ontstaat daar­door een aan­sluiting op groter recreatief toegankelijk groengebied.

De Klaekeburg, Gronsvelderweg 142

De Klaekeburg heeft behoefte aan uitbreiding aan de oostkant en aan een woning voor de beheerder. Ver-der zou een fysieke verbinding met de toekomstige verpleegkliniek gun­stig zijn.


 

 

Aan de oostkant van het terrein is, binnen de aangegeven bebou­wingsgrens, vol­doende ruim­te voor uitbreiding van het buurt­centrum. Een beheerderswoning is, gezien de ligging in een woonbuurt, niet noodzakelijk. Met het oog op de situering van het buurt­centrum op de hoek is ook geen stedenbouwkundig aan­vaardbare situering mogelijk. Bovendien spelen hier milieutechnische over­wegingen een rol. Bin­nen een afstand van 30 meter mogen geen woningen of andere geluidgevoelige gebouwen worden ge­bouwd. Ook een verbinding met de eventueel te bouwen verpleegkliniek stuit op deze milieu­technische bezwaren.


 

M.H.H. Reneerkens, namens fam.  Reneerkens en van Amerongen, Oos­terweg 121A en 123

De bezwaren van de beide families komen overeen met wat er tijdens de inspraakavonden is gezegd over integratie van woonwagenbewoners en overigens met de bezwaren van de heer Comuth en hun eerder ing­ediende brief.

Verder wordt verwezen naar de opmerkingen van de provincie Limburg uit 1994 over de woonwagenlocatie.


 

 

 

 

Zie het standpunt ten aanzien van integratie bij de behandeling van de inspraakavond van 21 april en de stand­punten ten aanzien van de brieven van de heer Comuth en de beide families.

Inzake de reactie van de provincie en het standpunt dienaangaande wordt verwezen naar de behandeling van het  advies van de PCGP van 6 mei 1998, dat in het bestemmingsplan als bijlage is opgenomen.


 

H. Schobbe, Salviabeemd 9

Heeft bezwaar tegen het opnemen van een woonwagenlocatie in Heugem-zuidoost, vanwege het grote aantal standplaatsen in en rond Heugem en mogelijke overlast.


 

 

Het standpunt ten aanzien van de sprei­ding van woonwagenlocaties is aangegeven bij het standpunt ten aan­zien van de reacties van de heren Gee­len en Comuth.

Van extra overlast zal geen sprake zijn omdat het bij de locatie Heugem-zuid gaat om een woonlo-


 


 

 

 


catie. Deze kan qua overlast worden vergeleken met een woon­cluster van dezelfde omvang.

 


T.H.F. Siliquini, Lunariabeemd 7

Bezwaar bestaat tegen de onmogelijkheid om bij Lunariabeemd 7 een garage te bouwen en tegen het feit dat de bewoners niet betrokken zijn bij de opstelling van de beeldkwaliteitsschets


 

Lunariabeemd 7 behoort tot de zogenaamde “vierkantswoningen”. Deze woningtypen hebben alleen twee voor­kanten. Het plaat­sen van bijgebouwen, zoals een garage of een berging, is vanuit stedenbouwkundig oogpunt een zeer gevoelige zaak, van­daar dat een tekening met een nadere eis ten aanzien van omvang en situering is gemaakt. Gezien de situering kan alleen bij de vierkantwoningen aan de buitenrand een garage kan worden toegelaten. Daartoe behoort Lunariabeemd 7 niet. Deze woning ligt langs de straat zoals overigens 75 % van deze wo­ningen. Ook daar wordt geen garage toegelaten.

Deze inspraakronde is de eerst genoemde gelegenheid voor de betrokken bewoners om hun reactie op de specifieke voor­schriften ten aanzien van de vier­kantswoningen kenbaar te maken. Bij de diverse bouwplanbeoordelingen in het verleden is wel al op basis van die nadere eisen de afweging ge­maakt.

 


Centrale Cliëntenraad Stichting Jan Baptist, p/a St. Antoniuslaan 5

Maakt bezwaar tegen de herinrichting van het terrein van Huize Maas­veld. De veiligheid van de bewoners wordt verminderd. Wandelpaden moe­ten aan wan­delaars voorbehouden blijven en niet ook toegankelijk zijn voor fietsers en bromfietsers.


 

 

De herinrichting van het terrein van Huize Maasveld is een zaak van ­­de zorginstelling zelf. Het bestem­mingsplan spreekt zich hierover niet uit. Overigens zijn in het steden­bouwkundig plan voor Heugem-zuid, waarover met Huize Maas­veld overeenstemming is bereikt, aangegeven, dat er een circuit van wandelpaden aanwezig zal blijven, c.q. in het leven wordt geroepen. Dat zal in beperkte mate

openbaar zijn. Er is geen spra­ke van medegebruik door fietsers of bromfietsers. In de planontwikkeling zullen die zorgvuldig van de wan­delaar worden afgescheiden.

 

D.J. Viezee, Violabeemd 14

De bezwaren komen overeen met de reatie van de heer Comuth en de heer Geelen.

In een aanvullende reactie wordt nog gevraagd om een extra overlegronde met de bewoners van de Viola­beemd, zoals dat ook met de directie van Huize Maas­veld is gevoerd.

 

Zie het standpunt ten aanzien van de reacties van de heren Comuth en Gee­len.

Met de directie van Huize Maasveld is overleg gevoerd omdat die instelling, als grondeigenaar, direct betrokken is bij de planning die ten dele op haar eigendom plaats­vindt. De bewoners van de Violabeemd zijn vergelijkbaar met andere bewoners van Heugem, die in de onmiddellijke nabijheid van het gebied rond Huize Maas­veld wonen. Met die bewoners wordt ook geen apart overleg gevoerd. Hun wensen en bezwaren zijn genoegzaam bekend en hier­boven aan de orde geweest. Het feit dat zij gevraagd heb­ben grond te mogen kopen, brengt hen niet in een andere positie.

 

Na afloop van de inspraakperiode zijn nog twee brieven binnengekomen, waarop hierbij wordt ingegaan.

 


A.W. Steenbeek, mede namens mevr. Nugteren, Heugemerstraat 221C

Aan de Heugemerstraat 221c ligt de tuin vóór het pand en niet erachter. Daarom is de bouw van een berging/­carport vóór het huis onontkoombaar. Hiervoor is de aanpassing van het voorontwerp bestemmingsplan noodzakelijk.


 

 

 

Gezien deze bijzondere situatie wordt het bestemmingsplan op dit punt aangepast door middel van de opneming van een vrijstellingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders.


 

J.H. Bessems, Oosterweg 99

Op het perceel van deze inspreker zal sprake zijn van nieuwbouw van woningen. Het projecteren van deze woningen aan één kant van de ontsluitingsweg benadeelt de financiële haal­baarheid van het plan nadelig. Het resterend perceelsgedeelte is ook niet meer efficiënt land­bouwkundig te gebruiken. Daar­om wordt ge­vraagd ook aan de westkant van de ontsluitingsweg woningbouw mogelijk te maken.


 

 

In de stedenbouwkundig studie voor het gebied Heugem-zuid is als uitgangspunt aangehouden, dat de entree van Heugem aan deze zijde

zal verlopen via een groene voorruimte, die wordt begrensd door een harde bebouwingsrand. Deze is nodig als voorruimte voor de aan de Oude Maas­straat gelegen hoogbouw. Een en ander kan niet worden bereikt door woningen met de achterzijde naar de westkant te projecteren. De bouw van woningen aan de westkant van de ontslui­tingsweg is daarom in strijd met de stedenbouwkundige uitgangspunten.

 

 

 

 


Inspraak raadscommissievergadering 27 mei 1998

 

De ongeëvalueerde inspraakreacties ten aanzien van het bestemmingsplan Heugem zijn aan de orde geweest in de vergadering van de Raadscommissie Stadsontwikkeling en Onderwijs van 27 mei 1998.

 

Ofschoon de meerderheid van de commissie met de inhoud van de rapportage en dus met de voorgestelde aanpassingen van het stedenbouwkundig plan rondom huize Maasveld en met het bestemmingsplan kan instemmen, is wel verzocht in de inspraakeva­luatie zichtbaar te maken wat met de tijdens de raadscommissievergadering gemaakte opmerkingen is gedaan. Hieronder wordt daarop ingegaan.

 

1.             Evaluatie informatiebijeenkomst t.b.v. bewoners Vinkenslag op 28 april 1998. (PvdA-fractie) (het verslag van deze bijeenkomst is integraal opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting; beantwoording is in eerdere evaluatie niet specifiek weerge­geven)

a.             Woonwagenlokatie Gronsvelderweg.

Gevraagd is te bekijken of er niet meer dan 2 nieuwe standplaatsen bijgemaakt kunnen worden.

Deze lokatie is tot stand gekomen op basis van het door de gemeenteraad vastgestelde woonwagenbeleid. Het betreft een van de kleinere woonlokaties. Met 6 standplaatsen wordt nog voldaan aan dat criterium. Bovendien is een verdere uitbreiding van de lokatie aan de Gronsvel­derweg in relatie tot het aanwezige groen en de bestaande woonomgeving ruimtelijk niet gewenst.

b.            Woonwagenlokatie Maasveld.

Dit plan is bij de bewoners van de Vinkenslag positief ontvan­gen.

 

Er zijn voornamelijk vragen gesteld over een aantal praktische aspecten die bij de verdere uitwerking aan de orde zullen komen zoals de wijze van uitgifte, de huur­prijzen, de problematiek van hypotheekverkrijging etc.

Voor zover mogelijk is antwoord gegeven op deze vragen. Er zijn verder geen planologisch relevante knelpunten naar voren gekomen.

 

2.         Inzicht in het (gewijzigde) rijksbeleid t.a.v de woonwagenproblema­tiek in relatie tot inpassing en behoefte. (CDA-Fractie)

Naar aanleiding van de evaluatierapportage is in de hoofdstukken 3 en 6 van de bestemmingsplantoelichting uitvoerig ingegaan op deze aspecten.

 

3.            Inpassing van de woonwagenlokatie Maasveldweg in relatie tot omge­ving. (Groen Links, CDA, D66)

Naar aanleiding van de inspraakreacties is de inpassing van de lokatie Maasveld aangepast, zoals in de beantwoording van de inspraakreacties is aangegeven. De ontsluiting is gewijzigd, er is meer ruimte gecreëerd naar de bestaande woningen en er is een groene afscherming voorzien.

 

4.            Vormgeving geprojecteerde woningen achter de Violabeemd, mede in relatie tot het groen en de bomen (Groen Links, D66)

Zoals in de inspraakevaluatie is aangegeven is de stedenbouwkundige studie naar de mogelijkheden van woningbouw achter de Violabeemd zodanig aangepast, dat de afstand van de eindwoningen tot de tuingren­zen minimaal acht meter bedraagt. De hoekwoningen zijn een kwartslag gedraaid. Ook op de "groen" aspecten is ingegaan. Zo zal onder andere ge­tracht worden waardevolle bomen zoveel mogelijk te behouden of te verplaatsen. Tenslotte is ook ingegaan op de architectuuraspecten.

Een en ander is mede gebeurd naar aanleiding van de schrifte­lijke inspraak­reac­ties, waarbij de reacties van de bewoners mede voortvloeiden uit  het overleg dat ambtelijk met een vertegenwoordiging van de bewoners heeft plaatsgehad op 29 april 1998. Tijdens dat overleg is geen consensus bereikt. Van dat gesprek is van gemeentewe­ge geen verslag gemaakt. Wel is het advies gegeven schriftelijk te reageren, waarbij de termijn om te reageren iets is ver­lengd.

 

5.         De kritiek op het inspraakproces. (Alle partijen)

De inspraak is op de gebruikelijke wijze georganiseerd.

Er zijn na voorafgaande bekendmaking 2 avonden georganiseerd en er is gelegenheid gegeven tot schriftelijke reacties. Ook de rapportage heeft op de gebruikelijke wijze plaatsgevonden. In de inspraakevalua­tie is al aangegeven dat onderkend wordt dat de avonden niet vlekke­loos zijn verlopen, maar dat dit niet verhinderd heeft dat mensen vol

 

doende gelegenheid gehad hebben om te kunnen reageren. Dit wil evenwel niet zeggen dat overal consensus over is bereikt.

Met name omtrent de gang van zaken rondom de ontwikkelingen achter de Violabeemd is verwarring ontstaan, omdat een verzoek van bewoners om grond bij te kopen ter vergroting van de tuinen ambtelijk is aange­houden, vanwege de duidelijke relatie bestaat met de nieuwe planont­wikkeling. Achteraf is gebleken dat deze aanhouding veel langer heeft geduurd dan destijds was ingeschat.

 

6            Wijzigingsbevoegdheid binnenterrein St. Michaëlsweg/Oude Maas­straat/Heugemerstraat/Heugemer Molenstraat. (PVDA,CDA,D66)

De wijzigingsbevoegdheid is hier beperkt tot een aantal percelen langs de Heugemerstraat.

 

7.         Inzicht is gevraagd in het aspect planschade. (CDA, VVD)

Ofschoon daar in de evaluatierapportage niet nader op is ingegaan is tijdens raadscommissie Stadsontwikkeling en Onderwijs van 8 september 1997 al aangegeven, dat inge­schat wordt dat het planschade aspect voor de geprojecteerde nieuw­bouwlokaties nauwelijks aan de orde is. Bij de verdere uitwerking van de diverse deelprojecten zal in het kader van concrete exploitaties met dit aspect rekening worden gehouden. De verwachting is, dat dit aspect geen wezenlijke invloed zal hebben op de totale omvang van  de exploitatie van het totale plan-gebied.

Tenslotte wordt nog ingegaan op de passage in de evaluatierapportage dat verkoop van de gronden ten behoeve van de bewoners aan de Violabeemd alleen kan geschieden indien alle bewoners meedoen.

Voor de bewoners van de hoekkavels (huisnummers 6 en 28) zou dit betekenen dat zij slechts een paar m2 grond erbij moeten kopen, hetgeen wellicht niet opweegt tegen de herinrichtingskosten. Tijdens de commissievergadering is al toegezegd dat deze passage voor deze twee bewoners uiteraard vervalt.

 

 

Overleg ex artikel 10 B.R.O.

 

Het voorontwerp bestemmingsplan Heugem is aan de orde geweest in vergaderronde 98/5 van de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (PCGP) en is behandeld op 6 mei 1998.

 

Het advies van de commissie is opgenomen als bijlage 5 bij deze toelichting. Hieronder wordt puntsgewijze aangegeven hoe de gemaakte opmerkingen in het ontwerp-bestemmingsplan zijn verwerkt.

 

1.            Bedrijven

In dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de Staat van bedrijfsactiviteiten uit de publicatie van de V.N.G., omdat die als voorbeeld dient voor een situatie van bedrijven in relatie tot een rustige woonwijk. In het onderhavige bestemmingsplan is dat ook het geval. Uit de staat worden de niet toegestane bedrijven geschrapt.

Het bepaalde in artikel 4.B.1.7 wordt in die zin aangepast, dat de verwijzing naar de afstanden in de Staat van bedrijfsactiviteiten wordt geschrapt. Omdat het in dat voorschrift gaat om bedrijven die nauwelijks gevolgen hebben voor het woonmilieu is een bepaling omtrent de aan te houden afstanden niet nodig.

 

In artikel 11, onder f is bepaald, dat bedrijven in de milieucategorie 3 mogen worden toegelaten door middel van vrijstelling, mits deze naar aard en invloed op de directe omgeving kunnen worden gelijk gesteld met de categorieën 1 en 2. Hiertoe dient de Inspecteur Milieuhygiëne (te wijzigen in de directeur van de hoofdgroep Milieu en Water, zie hierna) een advies uit te brengen. Daarmee is voldoende zeker gesteld, dat zij geen extra nadelige invloed hebben op de woonomgeving. Daarom wordt de (aangepaste) bepaling gehandhaafd.

Het carrosseriebedrijf is specifiek geregeld door de aanduiding BB op de bestemmingskaart. Het daarbij behorende voorschrift (artikel 4, lid B, onder 1.7, laatste alinea) geeft aan dat de bestaande bedrijven kunnen worden gehandhaafd. Overigens mag worden verwacht dat bionnen een redelijk korte termijn gebruik kan worden gemaakt van de, onder andere op dat bedrijf gelegde, wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woondoeleinden.

 

In de betrokken bepalingen zal de Inspecteur Milieuhygiëne worden vervangen door de Directeur van de hoofdgroep Milieu en Water.

 

2.            Kantoren

Voor de duidelijkheid wordt in artikel 4, lid B, onder 1.4 aangegeven dat hier 200 m² per vestiging wordt bedoeld. Gezien het feit dat het hier gaat om een gemengd gebied in het hart van de kern Heugem en om een functie die niet schadelijk is voor het wonen in de directe omgeving is een beperking van het aantal vestigingen niet noodzakelijk. Om te voorkomen, dat hier sprake zou kunnen zijn van een --overigens niet te verwachten-- ontwikkeling tot een kantorenlocatie, wordt een en ander in de beschrijving in hoofdlijnen verduidelijkt.

 

3.            Detailhandel

De aangegeven grenzen ten aanzien van detailhandel als nevenactiviteit bij bedrijven wordt in artikel 4, lid B, onder 1.7 en artikel 5, lid B, onder 2.2 opge-nomen.

 

In artikel 4, lid B, onder 1.5 wordt verduidelijkt, dat de ondergeschiktheid voor detailhandel voor beide deelgebieden geldt.

 

Ten aanzien van de detailhandel in het als BD op de bestemmingskaart aan-gegeven gebouw wordt een maximale oppervlaktemaat aangegeven.

 

In artikel 9, lid D/E worden de grenzen ten aanzien van detailhandel bij het tankstation opgenomen, die passen binnen het beleid dat de gemeente Maas­tricht op dit punt voert: maximaal 90 m².

 

Op bladzijde 24 van de plantoelichting is een kaartje opgenomen, waarop de op het moment van actualisering aanwezige detailhandelsvestigingen zijn ingetekend.

 

4.            Woonwagenlocaties

In artikel 6, lid B, onder 2.1 wordt de eis van twee verkeersontsluitingspunten voor de woonwagenlocatie vastgelegd.

 

Voor de locatie Gronsvelderweg is dit niet zinvol, omdat de bestaande 4 stand­plaatsen door middel van één ingang worden ontsloten, en de nieuwestandplaatsen aan de Gronsvelderweg zullen komen te liggen. Gezien de omvang van de bestemming is geen andere ontsluiting, dan via de bestaande weg mogelijk.

 

Voor de woonwagens worden in artikel 6, lid c, onder 1.1 maximale maten opgenomen.

 

5.            Bodemkwaliteit

Inzake de bodemkwaliteit is overleg gevoerd met de provincie. De in het advies van de P.C.G.P. vermelde knelpunten zijn daarmee opgelost.


 

6.            Geluidhinder

De procedure ter verkrijging van de benodigde hogere grenswaarden zal zodanig worden gevoerd, dat de grenswaarden zijn verleend voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

 

7.            Infrastructuur

De waterkering wordt als een dubbelbestemming in het plan opgenomen.

 

8.            Voorschriften

De wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van het realiseren van milieustations van maximaal 3.000 m² wordt geschrapt. Wel wordt de bouw van straatvoorzieningen ten behoeve van het gescheiden ophalen van afval mogelijk gemaakt.

 

De waterkering wordt nu als een dubbelbestemming opgenomen, zodat deze wijzigingsbevoegdheid kan vervallen.

 

Artikel 2, lid B, onder 1.a, 2.a en 3.a wordt vervangen door een bouwverbod met vrijstellingsmogelijkheid, gehoord de leidingbeheerder.

 

Artikel 2, lid B, onder 2.b.5 wordt geschrapt.

 

Artikel 2, lid C, onder 4 wordt aangepast aan de gewijzigde naamgeving van de betrokken provinciale dienst.

 

Door de beperking tot enkele functies en tot de bestaande bebouwing is de wijzigingsbevoegdheid van artikel 12, lid 3 voldoende begrensd.

De in lid 5 opgenomen wijzigingsbevoegdheid wordt geschrapt (zie hierboven).

 

In het kader van het overleg zijn verder nog opmerkingen gemaakt door de navolgende diensten en instanties. Hun schriftelijke reacties zijn eveneens in bijlage 5 opgenomen. Ten aanzien van deze reacties wordt het volgende opgemerkt.

 

1.         Het Waterschap Roer en Overmaas

Nu de waterkering, waar de Hoge Weerd deel van uit maakt inmiddels is opgenomen in de Legger der Waterlossingen wordt de bestemming “waterkering”rechtstreeks in dit bestemmingsplan opgenomen. De wijzigingsbevoegdheid van artikel 12, lid 5 kan daarmee vervallen.

 

Inmiddels zijn voorzieningen ten behoeve van de afvoer van kwelwater in Heugem aangebracht. De bestemmingsplantoelichting wordt daarop aange-past.

 

2.         Het Zuiveringschap Limburg

Het rioolwatergemaal wordt, binnen de bestemming “Groenvoorzieningen” als zodanig bestemd. Aan die bestemming worden de gewenste voorschriften toegevoegd.

 

In ‘Bedrijven en milieuzonering’ wordt voor rioolgemalen gesteld dat voor de geur een afstand van 30 meter, en voor geluid een zone van 10 meter zou moeten worden aangehouden. Gezien het feit dat in het ‘Besluit riool- of poldergemalen milieubeheer’ aangegeven staat, dat er buiten de inrichting geen sprake mag zijn van stankoverlast dan wel geluidoverlast en deze overlast onnodig is, gezien het gesloten karakter van de inrichting, is het opnemen van de gewenste zone een niet noodzakelijke beperking van het gebruik. Daarom wordt afgeweken van de richtlijnen die in ‘Bedrijven en milieuzonering’ zijn gegeven.

 

Het tracé van de rioolwatertransportleiding op de waarschuwingskaart wordt aangepast aan de overgelegde tekening.

 

De term “rioolwaterpersleiding” wordt vervangen door “rioolwatertransportleiding”. De beschermende bepalingen in artikel 2, lid B, onder 3 worden aange-past aan de gewenste standaard.

 

Ambtshalve aanpassing

 


In de bijlagen bij de bestemmingsplantoelichting zijn de nadere eisen opgenomen voor de vrije-sectorkavels in Heugem-zuidoost. Daarbij zijn voorschriften opgenomen inzake het aanbrengen van zadeldaken (kappen) op garages. Deze bepalingen worden inmiddels niet meer gehanteerd. Zij worden daarom uit de nadere eis geschrapt. Voor de inmiddels bestaande daken heeft dat uiteraard geen consequenties.

Terug naar inhoudsopgave

 

 

 

BIJLAGEN

 

 

1. Akoestische berekening diverse locaties

 

2. Akoestisch onderzoek woonwagenstandplaatsen Hoge Weerd

 

3. Nadere eisen vrije sectorkavels Heugem-zuidoost

 

4. Nadere eisen bijgebouwen vierkantwoningen Heugem-zuidoost

 

5. Advies P.C.G.P. en reacties andere diensten en instellingen

 

6. Inspraakverslag en schriftelijke reacties.

 

7. Besluit hogere grenswaarden


Bijlage 1

akoestische berekening diverse locaties

 


Bijlage 2

akoestisch onderzoek woonwagenstandplaatsen

Hoge Weerd

 


Bijlage 3

Nader eisen vrije sectorkavels Heugem-zuidoost

 


Bijlage 4

Nader eisen bijgebouwen vierkantwoningen

Heugem-zuidoost

 


Bijlage 5

Advies P.C.G.P. en reacties andere diensten en instellingen

 

 


Bijlage 6

Inspraakverslag en schriftelijke reacties

 

 


Bijlage 7

Besluit hogere grenswaarden

 



[1]              De buurtwinkelcentra in de jaren '90, afdeling on­derzoek en statistiek gemeente Maastricht, april 1988

[2]      Bedrijven en milieuzonering, ISBN 9032233157, digitale uitgave, VNG uitgeverij, 1 maart 1995.

[3]                Bedrijven en milieuzonering, ISBN 9032233157, digitale uitgave, VNG uitgeverij,  1 maart 1995