HOOFDSTUK IV OVERGANGS-, STRAF- EN
SLOTBEPALINGEN
Artikel 20 Overgangsbepalingen
met betrekking tot bebouwing
1. Bouwwerken die vóór het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan met inachtneming van het bij of
krachtens de Woningwet (Stb. 1991, 439) bepaalde zijn
opgericht, hetzij reeds rechtens bestonden voor de
inwerkingtreding van de Woningwet 1901, dan wel in aanbouw zijn of kunnen
worden opgericht op het tijdstip van de terinzagelegging
van het ontwerp-bestemmingsplan krachtens een eerder
aangevraagde bouwvergunning, welke in strijd zijn met het bestemmingsplan,
mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, mits de
afwijkingen van het plan, zowel naar de aard als naar de omvang, niet worden
vergroot en behoudens onteigening krachtens de wet. Dit lid is niet van
toepassing op bebouwing die reeds in strijd was met
het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de
overgangsbepalingen van dat plan.
2. Voor het geheel vernieuwen, geheel veranderen
of in beperkte mate uitbreiden van de in lid 1. bedoelde
bouwwerken kunnen Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen van de
bepalingen van dit plan, met dien verstande dat:
a. bij gehele vernieuwing of gehele verandering de bestaande
afwijkingen van het plan, zowel naar de aard als naar de omvang, niet mogen
worden vergroot;
b. het "in
beperkte mate uitbreiden" niet verder mag gaan dan 15% van de inhoud van
de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-plan bestaande bebouwing, mits de bestaande
afwijking naar de aard niet wordt vergroot
c. bij het verlenen van vrijstelling door Burgemeester en
Wethouders de procedure in acht wordt genomen zoals vermeld in artikel 19 lid
1.
Met geheel vernieuwen of geheel veranderen wordt gelijkgesteld het systematisch gedeeltelijk
vernieuwen of gedeeltelijk veranderen met het kennelijk doel om zodoende
uiteindelijk tot een gehele vernieuwing of gehele verandering te komen.
3. In geval van verwoesting door calamiteit
mogen de in lid 1. van dit artikel bedoelde bouwwerken
worden herbouwd - behoudens onteigening overeenkomstig de wet - mits:
a. de afwijkingen van het plan niet naar aard of omvang worden
vergroot;
b. een aanvraag om
een vergunning tot herbouw binnen 2 jaar na tenietgaan is ingediend.