Artikel 9 Gemengde doeleinden

 

1.      Doeleindenomschrijving  

De op plankaart A als gemengde doeleinden aange­geven gronden zijn bestemd voor:

-        bedrijfsdoeleinden;

-        kantoordoeleinden;

-        bijzondere doeleinden;

-        verkeersdoeleinden in de vorm van ontsluitings­wegen en fiets- en voetpaden;

-        parkeervoorzieningen

-        doeleinden van openbaar nut;

-        groenvoorzieningen,

 

en voor zover op plankaart A aangegeven met de letter(s) dan wel de letter en het cijfer:

 

BW tevens voor bedrijfs-/dienstwoning;

B3    voor bedrijfsdoeleinden in milieucategorie 3.

 

2.      Beschrijving in hoofdlijnen

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met in­achtneming van het bepaalde in artikel 5 als volgt na­gestreefd:

 

a.      Algemeen

Binnen deze bestemming zijn bedrijfsdoeleinden toegestaan in de milieucategorieën 1 en 2, zoals opgenomen in de als bijlage bij deze voorschriften gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten.

 

b.      Bedrijfsdoeleinden in milieucategorie 3

Bedrijfsdoeleinden in milieucategorie 3, zoals op­genomen in de als bijlage bij deze voorschriften gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), zijn op plankaart A aangeduid met de letter en het cijfer B3. Deze functie mag worden gehandhaafd, maar mag niet in bedrijfsvloeroppervlak worden uitgebreid.

Indien deze afwijkende functie gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 3 jaren niet wordt uitgeoefend, mag deze functie ter plaatse niet meer worden voortgezet.

Elders binnen deze bestemming zijn bedrijfsdoel­einden in milieucategorie 3 uitgesloten.

 

c.      Detailhandel

Detailhandel is toegestaan als ondergeschikte ne­venactiviteit bij de functie bedrijfsdoeleinden.

 

3.      Bouwvoorschriften

Op de tot gemengde doeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat

 

(gebouwen)

a.      in het linkervak van de op plankaart A opgenomen matrix de maximale goothoogte in meters per aaneengesloten gronden met de bestemming ge­mengde doeleinden is aangegeven;

b.      in het rechtervak van de op plankaart A opgeno­men matrix het maximale bebouwingspercentage per aaneengesloten gronden met de bestemming gemengde doeleinden is aangegeven;

c.      de inhoud van een bedrijfs-/dienstwoning maxi­maal 750 m3 mag bedragen;

 

(andere bouwwerken)

d.      de hoogte van andere bouwwerken maximaal 8,00 m. mag bedragen, met uitzondering van erf­afscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maxi­maal 1,00 m. en achter de voorgevelrooilijn maxi­maal 2,00 m. hoog mogen zijn;

e.      andere bouwwerken slechts mogen worden ge­realiseerd op gronden welke zijn gelegen op mini­maal 3,00 m. afstand van de aan de weg gelegen perceelsgrens.

 

4.      Vrijstellingsbevoegdheid

A.     Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd vrij­stelling te verlenen van het bepaalde in lid 2. sub b. voor het eenmalig uitbreiden van de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestem­mingsplan bestaande inhoud met maximaal 10%.

 

B.     Bij het verlenen van vrijstelling als bedoeld in sub A. dient het onderstaande in acht te worden ge­nomen:

a.      de belangen van derden mogen niet oneven­redig worden geschaad;

b.      er mogen geen onevenredig nadelige gevol­gen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;

c.      de parkeerbalans in de directe woonomgeving mag niet onevenredig nadelig worden of kun­nen worden beïnvloed;

d.      aan het stedenbouwkundig beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen af­breuk worden gedaan.

 

C.     Bij het verlenen van vrijstelling door Burgemeester en Wethouders wordt de procedure in acht geno­men zoals vermeld in artikel 19 lid 1.

 

5.      Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen met betrek­king tot het bepaalde in de leden 2. en 3. nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afme­tingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een oneven­redige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken resp. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit resp. het stedebouwkundige beeld ter plaat­se.