Artikel 11A Bebouwingsklasse E 10
1. De
op de bestemmingskaar als bebouwingsklasse E10 aangegeven gronden zin
bestemd voor woondoeleinden.
2. Op
deze gronden mogen, behoudens het bepaalde in artikel 18, uitsluitend eengezinshuizen
in 2 bouwlagen worden gebouwd, alsmede de daarbij behorende andere
bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien
verstande dat:
a. maximaal
2 huizen aaneen mogen worden gebouwd
b. de
goothoogte minimaal 4,50 m moet en maximaal 6,50 m mag bedragen;
c. de
dakhelling minimaat 25º moet en maximaal 65º mag bedragen;
d. de
voorgevelbreedte per huis minimaal 6,50 m moet en maximaal 10,00 m mag
bedragen;
e. de
afstand tussen voor- en achtergevel minimaal 8,00 m moet en maximaal 13,00 m
mag bedragen;
f. de
afstand van de niet aaneengebouwde zijden der huizen
tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 3,00 m
moet bedragen;
g. de
inhoud per huis minimaal 350 m3 moet en maximaal 800 m3
mag bedragen;
h. de
voorgevel geplaatst moet worden in de naar de openbare weg gekeerde
bebouwingsgrens.