Plan:
Bestemmingsplan kern Borgharen
Status:
vastgesteld
Gemeente:
Maastricht
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

1. Plan:

het bestemmingsplan Kern Borgharen als aangegeven op de bestemmingskaarten, bestaande uit plankaart A – Bestemmingen (nr. 06910010), plankaart B – Functionele en Ruimtelijke Karakteristiek (nr. 06910020) alsmede plankaart C – Zoneringen en Belemmeringen (nr. 06910030), en in deze voorschriften.

2. Aanbouw- en/of uitbouw

een aan een hoofdgebouw vastgebouwd bouwwerk, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar dat in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw; voor de toepassing van deze voorschriften wordt een aan- of uitbouw gelijkgesteld aan een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw.

3. Aan huis gebonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, detailhandel alsmede seks- en/of pornobedrijf. In tegenstelling tot een praktijk kan een aan huis gebonden beroep enkel en alleen worden uitgeoefend door de feitelijke bewoner van het pand.

4. Additionele voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van doeleinden van openbaar nut, die direct of indirect samenhangen met de bestemmingen. Hierin zijn in ieder geval begrepen plastieken, standbeelden of andere kunstwerken in het openbaar gebied, straatvoorzieningen voor afvalstoffen, kiosken, abri's, telefooncellen en nutsgebouwtjes, alsmede straatmeubilair, speelvoorzieningen of daarmee vergelijkbare voorzieningen.

5. Agrarisch bedrijf

een volwaardige productiehuishouding in economische zin waarbinnen uitsluitend of overwegend door bewerking van de natuurlijke en/of aangelegde bodem en/of door het houden van vee arbeid wordt verricht ter verkrijging van plantaardige en/of dierlijke producten.

6. Ander bouwwerk

een bouwwerk geen gebouw zijnde.

7. Automatenhal/speelhal

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.

8. Bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

9. Bebouwingsgrens

de als zodanig op plankaart A aangegeven lijn welke niet door bebouwing mag worden overschreden behoudens krachtens deze voorschriften uitdrukkelijk toegelaten afwijkingen.

10. Bebouwingspercentage

cijfer dat het percentage aangeeft dat per bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met hoofd- en bijgebouwen.

11. Bebouwingsvlak

een op plankaart A geheel door bebouwingsgrenzen omsloten oppervlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop gebouwen zijn toegelaten.

12. Bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of terrein bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse, gelet op de bestemming of het feitelijke gebruik van het gebouw of terrein, noodzakelijk c.q. gewenst is.

13. Begane grondlaag

een bouwlaag, geen verdieping zijnde, die rechtstreeks wordt ontsloten vanaf het straatniveau.

14. Bestaande bebouwing

de als zodanig op plankaart A aangegeven bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij in de voorschriften anders is bepaald.

15. Bestemmingsgrens

een op plankaart A aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak.

16. Bestemmingsvlak

een op plankaart A door een bestemmingsgrens omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met éénzelfde bestemming.

17. Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

18. Bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van ondergrondse gebouwen en zolders en met een maximale hoogte van 3,00 m. voor woningen en 4,50 m. voor andere gebouwen. Indien een setback c.q. bouwlaag wordt geprojecteerd binnen de contouren van een denkbeeldig zadeldak dat ingevolge deze voorschriften is toegestaan, dan wordt deze bouwlaag niet meegeteld bij de bepaling van de goothoogte.

19. Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens dit plan bepaalde bouwwerken kunnen worden opgericht.

20. Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

21. Bijgebouw

een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw; voor de toepassing van deze voorschriften wordt een aan- en/of uitbouw aangemerkt als een bijgebouw.

22. Bijzondere doeleinden

doeleinden ten behoeve van onderwijs, educatie, openbaar bestuur, religieuze functies, medisch-sociale functies, maatschappelijke en culturele functies.

23. Coffeeshop

een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van softdrugs en dranken voor gebruik ter plaatse.

24. Consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten

het uitoefenen van een bedrijf dat, in tegen¬stel¬ling tot het aan huis gebonden beroep, is gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd. Een seks- en/of pornobedrijf wordt hier in ieder geval niet onder begrepen.

25. Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

26. Discotheek/dancing

een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarvan het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.

27. Erf

het gedeelte van het bouwperceel waarop bijgebouwen mogen worden opgericht.

28. Galerie

tentoonstellings- en verkoopruimte voor kunst.

29. Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

30. Gestapelde woningen

twee of meer boven dan wel beneden elkaar gesitueerde woningen.

31. Grondgebonden woning

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat en waar op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen en dat direct grenst aan en toegankelijk is vanaf de weg.

32. Hoofdgebouw

een gebouw dat door zijn omvang, constructie en situering het belangrijkste gebouw op een perceel is.

33. Horecadoeleinden

doeleinden gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodaties. Hieronder worden niet begrepen een discotheek/dancing en automatenhal/speelhal.

34. Kantoordoeleinden

doeleinden gericht op het verrichten van bedrijfsmatige werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard.

35. Karakteristieke bebouwing/panden

bebouwing c.q. panden met architectonische, cultuurhistorische en/of stedenbouwkundige waarde(n), zoals aangegeven op plankaart B.

36. Peil

a. voor bestaande gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van ter plaatse van de hoofdtoegang;

b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

37. Praktijk

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder worden niet begrepen de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, detailhandel alsmede prostitutie. In tegenstelling tot een aan huis gebonden beroep kan deze functie worden uitgeoefend door een ander dan de feitelijke bewoner van het pand.

38. Prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

39. Ruimtelijke karakteristiek

het ter plaatse aanwezige karakter van de ruimte, gevormd door bouwwerken en onbebouwde ruimte inclusief het gebruik.

40. Ruimtelijke kwaliteit

de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.

41. Seks- en/of pornobedrijf

een voor het publiek toegankelijk gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaats vinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen. Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

42. Smartshop

een gebouw of een deel van een gebouw voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.

43. Straatprostitutie

het zich op de openbare weg resp. op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg resp. openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

44. Stedenbouwkundig beeld

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief het ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde beeld.

45. Vakantieappartement

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat periodiek dient als recreatief verblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning niet is toegestaan.

46. Verdieping

een bouwlaag die gelegen is boven de begane grondlaag.

47. Voorgevelrooilijn

a. daar waar op plankaart B een voorgevelrooilijn is opgenomen: de op die kaart aangegeven lijn;

b. daar waar op plankaart B geen voorgevelrooilijn is opgenomen:

1. langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing; de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg aangeeft; langs weggedeelten waaraan uitsluitend zijgevels zijn gelegen gelden de naar de weg gekeerde zijgevels als voorgevels;

2. langs een wegzijde, waarlangs geen regelmatige bebouwing aanwezig is en waarlangs, al dan niet met vrijstelling, mag worden gebouwd:

- bij een wegbreedte van tenminste 10 m.: de lijn gelegen op 15 m. uit de as van de weg;

- bij een wegbreedte geringer dan 10 m.: de lijn gelegen op 10 m. uit de as van de weg;

c. bij hoekbebouwing is sprake van twee voorgevelrooilijnen.

48. Voortuin

de gronden die zijn gelegen tussen de voorgevel(s) van het hoofdgebouw van een woning en de aan de weg gelegen perceelsgrens, met uitzondering van opritten ten behoeve van garages en carports.

49. Vrijstaand bijgebouw

een bijgebouw, dat qua constructie en visueel vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.

50. Weg

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

51. Woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.