De op plankaart A als doeleinden van openbaar nut aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 16, 17 en 19 voor zover het tevens betreft waterbergend winterbed, grondwaterbeschermingsgebied resp. beschermingszone b, bestemd voor voorzieningen van openbaar nut.

Op de tot doeleinden van openbaar nut bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij de bestemming passen, met dien ver-stande dat:

a. het bebouwingsoppervlak geheel mag worden bebouwd;

b. de goothoogte maximaal 3,00 m. mag bedragen;

c. de hoogte van andere bouwwerken maximaal 3,00 m. mag bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen welke maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn.