logo gemMtr klrHoofdstuk I  INLEIDENDE BEPALINGEN

 

 

Artikel 1        Begripsbepalingen

 

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

a.      het plan:

het bestemmingsplan Achter de Koepelkerk als aangegeven op de be­stemmingskaart tekening nr. S178.A2.

 

en deze voorschriften.

 

b.      additionele voorzieningen:

die voorzieningen, die direct of indirect samenhangen met de bestem­ming;

 

c.      ambachtelijk bedrijf:

een inrichting waar ondernemingsgewijs goederen worden vervaardigd, of bewerkt in verband met onderhoud en herstel, een en ander in hoofdzaak als handwerk, waarbij het accent niet ligt op massa-ver­vaardiging, inclusief verkoop van ter plaatse vervaardigde of be­werkte goederen;

 

d.      ander bouwwerk:

een bouwwerk geen gebouw zijnde;

 

e.      bebouwing:

één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;

 

f.       bebouwingsgrens:

een op de bestemmingskaart aangegeven lijn, die de begrenzing vormt van een bebouwingsvlak;

 

g.      bebouwingspercentage:

de verhouding tussen de oppervlakte van het te bebouwen terreinge­deelte en de totale oppervlakte van het terrein;

 

h.      bebouwingsvlak:

een door bebouwingsgrenzen op de bestemmingskaart omgeven oppervlak;

 

i.        bestemmingsgrens:

een op de bestemmingskaart aangegeven lijn, die de begrenzing vormt van een bestemming;

 

j.        bouwperceel:

de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond behorende bij een bestaand of op te richten bouwwerk of complex van bouwwerken;

 

k.      dakhelling:

de hoek tussen elk dakvlak en het horizontale vlak; dakkapellen en andere ondergeschikte bouwdelen worden buiten beschouwing gelaten;

 

l.        eengezinshuis:

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat;

 

m.     gestapelde woningen:

een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar ge­legen woningen omvat;

 

n.      ondergronds gebouw:

een (gedeelte van een) gebouw, dat voor meer dan de helft van de verdiepingshoogte, beneden het peil is gelegen;

 

o.      peil:

het niveau van het hoogste punt van de rijbaan ter plaatse van het bouwperceel, tenzij de hoogte van het maaiveld ter plaatse voor het te realiseren bouwwerk meer dan 1 meter boven of beneden het hoogste punt van de rijbaan ter plaatse het bouwperceel is gelegen, dan geldt de hoogte van het maaiveld;

 

p.      souterrain:

een (gedeelte van een) gebouw dat voor minder dan de helft van de verdiepingshoogte beneden het peil is gelegen;

 

q.      verblijfsgebied:

een straat of weg waar de stroomfunctie van het verkeer niet meer primair is en waar aandacht kan worden gegeven aan snelheidsreduce­rende maatregelen;

 

r.       woning:

een gebouw of gedeelte van een gebouw dat blijkens aard, indeling en inrichting geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één huis­houden;