logo gemMtr klrToelichting herziening uitwerking bestemmingsplan Wyckerpoort

(Achter de  Koepelkerk).

 

 

1.      Inleiding

 

Voorgenomen is de bouw van 14 aanleunwoningen en 11 vrije sector woningen aan de Koepelstraat (Beter Wonen/Ruyters).

De gronden waar de bouwplannen zijn geprojecteerd, zijn gelegen in het reeds uitgewerkte bestemmingsplan Wyckerpoort (Achter de Koepelkerk) en hebben de bestemming "woondoeleinden, aaneengesloten met een maximale goothoogte van 7 meter en de erfbestemming, waar de goothoogte van de bebouwing maximaal 4 meter mag bedragen".

De door de Welstandscommissie goedgekeurde bouwplannen zijn in strijd met genoemde uitwerkingsplan gezien het feit dat:

-        de goothoogten worden overschreden;

-        de aanleunwoningen in gestapelde vorm worden gerealiseerd;

-        de voor- en achtergevelrooilijn zijn verlegd;

-        er op de bestemmingen groenvoorzieningen en verkeersdoeleinden woonbebou­wing wordt gerealiseerd;

-        door de aanwezige hoogteverschillen van het terrein dient i.v.m. het realiseren van bebouwing de omschrijving van de in artikel 1 onder o = peil gewijzigd te worden.

 

De door de Welstandscommissie goedgekeurde bouwplantekeningen zijn uit­gangspunt geweest voor de herziening van het uitwerkingsplan. Dit leidt eveneens tot de aanpassing van de plankaart tussen de bestaande bebouwing op de hoek Oranjeplein en Koepelstraat en de nieuwe bebouwing waar een onbebouwd gedeelte is voorzien en het verleggen van de achtergevelrooilijn van de vrije sectorwoningen.

 

De bouwplannen voldoen aan de uitwerkingsregels zoals deze in de voor­schriften van het bestemmingsplan Wyckerpoort zijn bepaald en welke onherroepelijk zijn.

Uit stedebouwkundig oogpunt sluit de bebouwing aan en is er samenhang met de reeds bestaande omliggende bebouwing.

 

2.      Bestemmingsplan

 

Zoals hierboven is gesteld is het bestemmingsplan Wyckerpoort uitgewerkt voor een groter gebied dan het gebied van de bouwplannen. Blijkens de Wet op de Ruimtelijke Ordening is het mogelijk, dat, indien de bestemming nog niet verwerkelijkt is, het uitwerkingsplan herzien kan worden op dezelfde wijze, als waarop zij tot stand is gebracht (artikel 11 WRO lid 7).

 

3.      Milieu.

 

Bodem.

 

Ten behoeve van onderhavige bouwplannen zijn er bodemonderzoeken verricht. Hieruit blijkt, dat de gronden verontreinigd zijn en dat het terrein gesaneerd dient te worden. Hiervoor dient een saneringsplan te worden opge­maakt. Dit is thans opgesteld.

Er is overeenstemming met de Provincie over de wijze van saneren.

 

Geluid.

 

Onderscheid dient te worden gemaakt in wegverkeerslawaai en spoorweglawaai.

 

-        met betrekking tot het wegverkeerslawaai zij opgemerkt dat de autoweg (A2), de Heerderweg en Scharnerweg zône-plichtige wegen zijn op grond van de Wet Geluidhinder. Gezien de afscherming door de reeds bestaande bebou­wing aan bovengenoemde wegen zal de geluidsbelasting lager zijn dan de voorkeursgrenswaarde (50 dbA).

 

-        met betrekking tot het spoorweglawaai zij opgemerkt, dat het bouwplan ligt in de zone van de spoorlijn Eijsden - Eindhoven. De daadwerkelijke geluidsbelasting ten aanzien van spoorweglawaai is door de afschermende bebouwing lager dan de voorkeursgrenswaarde.

 

Externe veiligheid.

 

Onderscheid dient te worden gemaakt in individueel risico en een groepsri­sico.

 

-        met betrekking tot het individueel risico zij opgemerkt, dat de locatie waar het bouwplan is gesitueerd, is gelegen buiten de 10-8 contour externe veiligheid, zoals deze is bepaald voor de rangeeractiviteiten op het N.S. emplacement. Derhalve geeft dit geen belemmeringen voor het onderhavige bouwplan.

 

-        met betrekking tot het groepsrisico zij opgemerkt, dat het onderhavige plan ten opzichte van het oorspronkelijke bestemmingsplan geen signifikante toename van woningen/bewoners met zich meebrengt. Met andere woorden het kan worden beschouwd als een zogenaamde bestaande situatie, en derhalve worden er geen normen overschreden.

 

Milieuhinderlijke bedrijven in omgeving.

 

In de omgeving zijn een aantal milieuvergunningsplichtige bedrijven aanwezig. Uitgaande van het feit dat alle bedrijven voldoen aan de thans geldende milieu-eisen betekenen deze bedrijven geen belemmering voor onderhavige plannen. De realisatie van de bouwplannen betekent eveneens geen verzwaring van de milieu-eisen voor de aanwezige bedrijven.

 

4.      Verkeer.

 

De ontsluiting respectievelijk het parkeren zal deels aan de voorzijde (Koepelstraat) en deels aan de binnenterreinzijde (Oranjeplein) gerea­liseerd worden. Er wordt voldaan aan de parkeernormen.

 

5.      Inspraak.

 

Bij de herziening van het uitwerkingsplan dient er inspraak gehouden te worden. Er heeft een schriftelijke inspraakronde plaatsgevonden. Belangheb­benden zijn van 12 april tot 27 april 1995 in de gelegenheid gesteld om in het kader van de inspraak van de herziening van het uitwerkingsplan/bouw­plannen te reageren. Er zijn geen inspraakreacties ingediend.

Het verslag is ter behandeling voorgelegd aan de raadscommissie Stedelijke inrichting en Milieu in zijn vergadering van 8 mei 1995.

 

6.      Juridische regeling.

 

Concreet houdt de herziening van het uitwerkingsplan in:

1a.    wijziging van de plankaart S 178 A2 d.d. 25 februari 1988 in S 2844 A2

d.d. 22 maart 1995 bestaande uit het wijzigen van de goothoogtes, bebou­wingsgrenzen, subbestemmingen en nadere aanwijzingen, zoals hieronder verder wordt verwoord:

-        het wijzigen van de bestemming "W(a)7 in de bestemmingen W(a) 9-2,5 en Ws9 en E(o)";

-        het wijzigen van de bestemming "E4 in de bestemmingen E(o) en E3(n)";

-        het wijzigen van de bestemming "G in de bestemming Vb";

 

2.      wijziging van de voorschriften en wel:

-        artikel 1 sub o:

peil: het niveau van het hoogste punt van de rijbaan ter plaatse het

bouwperceel, tenzij de hoogte van het maaiveld ter plaatse voor het te realiseren bouwwerk meer dan 1 meter boven of beneden het hoogste punt van de rijbaan ter plaatse het bouwperceel is gelegen, dan geldt de hoogte van het maaiveld;

-        toevoegen bij artikel 12 een 5e lid:

op de gronden met de nadere aanwijzing (n) mag ten behoeve van de in lid 2 bedoelde gebouwen en andere bouwwerken 100% van de gronden met de bestemming erf worden bebouwd, met dien verstande, dat voor ieder woonperceel 1 stallingsruimte voor een auto gerealiseerd cq. gehand­haafd wordt.

 

_Pic1

_Pic2