Artikel 11 Hoogte
van gebouwen.
De in artikel 23, lid 2 en lid 7 van de Bouwverordening bepaalde maxima,
respectievelijk voor hoogte van voor- en achtergevel en voor de grootste hoogte
van een gebouw, worden voor dit uitbreidingsplan gesteld op 8 m. en op 12 m.
met handhaving overigens van de verdere bepalingen van genoemd artikel, onder andere
wat betreft de mogelijkheid van vrijstelling in bepaalde gevallen.