logo gemMtr klrArtikel 8        Bijgebouwtjes.

 

Bijgebouwtjes mogen uitsluitend worden gebouwd op de in de artikelen 2, 3, 4 en 5 genoemde gronden, benevens op de gronden, welke in het plan daartoe zijn bestemd en die, welke zijn bestemd tot achtererf, niet dien verstande dat:

 

a.      Bij plaatsing op een achtererf niet meer dan een vierde deel van dat erf en ten hoogste 12 m2. daarvan door deze bijgebouwtjes zal werden ingenomen en niet meer dan een bijgebouwtje op elk achtererf zal worden opgericht;

b.      De goothoogte ten hoogste 2,50 m. en de nokhoogte ten hoogste 4 m. zal bedragen;

c.       Van het onder a en b bepaalde Burgemeester en Wethouders vrijstelling kunnen verlenen, indien de bestemming der gebouwen of de ligging daarvan ten opzichte van elkaar of de afmetingen van het hoofdgebouw en het achtererf het verlenen van vrijstelling wettigt;

d.      Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaatsing der bijgebouwtjes.