Artikel 9        Bijzondere doeleinden

 

1.      Doeleindenomschrijving

De op de plankaart A als bijzondere doeleinden aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18, 20, 21 en 23 voor zover het tevens betreft beschermd stadsgezicht, gebied met onderaardse gangenstelsels, bescher­mingszone a resp. beschermingszone c, bestemd voor:

 

-        bijzondere doeleinden;

-        doeleinden van openbaar nut;

-        groenvoorzieningen;

-        parkeervoorzieningen;

-        additionele voorzieningen,

 

en tevens voor zover op de plankaart A aangege­ven met het teken:

  voor kantoordoeleinden als hoofdfunctie;

 

  voor woondoeleinden als zelfstandige functie.

 

2.      Beschrijving in hoofdlijnen

 

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 als volgt nagestreefd:

 

a.     Bestaande functies

Onder deze bestemming zijn de bestaande grootschalige bijzondere doeleinden opge­somd; gestreefd wordt naar behoud van deze functies op de huidige lokaties.

 

b.     Kantoordoeleinden, horecadoeleinden en  woondoeleinden

Kantoordoeleinden en woondoeleinden voor zover niet aangegeven op de plankaart A met een daarvoor bestemd teken en horecadoelein­den zijn als zelfstandige functie niet toege­staan. Zij zijn uitsluitend toegestaan indien deze verband houden met de ter plaatse ge­vestigde bijzondere doeleindenfunctie en zij dienen qua aard en omvang van ondergeschik­te betekenis te zijn. Studentensociëteiten zijn niet toegestaan.

 

3.      Bouwvoorschriften

 

Op de tot bijzondere doeleinden bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwer­ken worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen met dien verstande dat:

 

(gebouwen)

a.      op de plankaart A in het linkervak van de ma­trix het maximale bebouwingspercentage per aaneengesloten gronden met de bestemming bijzondere doeleinden is aangegeven;

b.      op de plankaart A in het rechtervak van de ma­trix de maximale goothoogte in meters per aaneengesloten gronden met de bestemming bijzondere doeleinden is aangegeven;

c.       de gevels geplaatst moeten worden volgens de op de plankaart C gegeven aanwijzingen;

d.      de inhoud van een woning, indien aanwezig, minimaal 150 m3 moet en mag maximaal 750 m3 mag bedragen;

 

(andere bouwwerken)

e.      de hoogte van andere bouwwerken maximaal 8,00 m. bedragen mag met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1,00 m. en achter de voorgevelrooi­lijn maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn;

f.        andere bouwwerken slechts mogen worden ge­plaatst op gronden welke zijn gelegen in het gebied 3,00 m. vanaf de aan de weg gelegen perceelsgrens tot aan de achterperceelsgrens.

 

4.      Wijzigingsbevoegdheid

 

A.      Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming bijzondere doeleinden te wijzi­gen:

 

-        tot een maximum grondoppervlak van 10.000 m2 in woondoeleinden met een maximaal aantal woningen van 60 en een maximaal aantal bouwlagen van 7;

-        tot een maximum grondoppervlak van 10.000 m2 met een bebouwingspercentage van maximaal 60 en een goothoogte van maximaal 8,00 m. in:

kantoordoeleinden tot maximaal 500 m2 bedrijfsvloeroppervlak per vestiging, consu­mentverzorgende ambachtelijke bedrijfs­activiteiten, ateliers, galeries, horecadoel­einden, recreatieinrichtingen resp. bedrijfs­doeleinden,

 

mits dit om economische redenen noodzakelijk is en de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed.

 

B.      Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegd­heden van Burgemeester en Wethouders is Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuurs­recht (Stb. 1992, 315) van toepassing.

 

5.      Nadere eisen

 

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van het bepaalde in de leden 2. en 3. nadere eisen te stel­len ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken, indien dit nood­zakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aan­grenzende gronden en bouwwerken resp. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedebouwkundige beeld resp. de cultuurhistorische waard ter plaatse.