Artikel 21 Overgangsbepalingen.

 

De op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan bestaande bouwwerken, alsmede bouwwerken welke in aanbouw zijn op het tijdstip van de ter visielegging, dan wel kunnen worden gebouwd krachtens een eerder aangevraagde bouwvergunning, welke in strijd zijn met het bestemmingsplan, mogen gedeelte- lijk worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijkin­gen van het plan niet worden vergroot en behoudens onteigening krachtens de wet.

Voor het geheel vernieuwen of in beperkte mate uit­breiden van bedoelde bouwwerken kunnen Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen van de bepalingen van dit plan met dien verstande, dat:

 

a.      bij gehele vernieuwing de bestaande afwijkingen van het plan niet mogen worden vergroot;

 

b.      het "in beperkte mate uitbreiden" niet verder mag gaan dan 20% van de inhoud van de bestaande bebou­wing.

 

Met geheel vernieuwen wordt gelijkgesteld het systema­tisch gedeeltelijk vernieuwen met het kennelijk doel om zodoende uiteindelijk tot een gehele vernieuwing te komen.

In geval van verwoesting door een calamiteit mogen de in dit artikel bedoelde bouwwerken worden herbouwd -  behoudens onteigening overeenkomstig de wet - mits de oorspronkelijke afwijkingen van het plan niet worden vergroot.