Artikel 23  Wijzigingsbevoegdheid.

 

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen mits:

 

a.      de structurele opzet van het plan, in het bijzon­der voor wat het karakter van de bebouwing be­treft, niet wezenlijk zal worden aangetast;

 

b,      de bebouwingscapaciteit met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd, zowel wat de totale omvang van de bebouwing in de diverse bebouwingsklassen als de bebouwing in iedere straat apart van het plan betreft;

 

c.       de parkeeraccommodatie niet zal worden verminderd;

 

d.      de voor openbaar groen, plantstrook of speelveld aangewezen gronden qua totale oppervlakte in het plan geen vermindering ondergaan, een en ander be­houdens ondergeschikte wijzigingen in de begren­zing van de groenstroken.