logo gemMtr klrArtikel 3        Algemene bepalingen

 

1.      Het is niet toegestaan de op de bestemmingskaart aangegeven bestemmingsgrenzen bij het oprichten van gebouwen overeenkomstig de respectievelijke bestemmingen te overschrijden, tenzij in deze voorschriften uitdrukkelijk anders is bepaald.

 

2.      Indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.

 

3.      a.      Bij gebruik van de gronden als bedoeld in de artikelen 4 t/m 7.A. voor bebouwing en anders dan voor bebouwing, voor zover deze gronden tevens bestemd zijn als gebied met stroomvoerende/waterbergende functie (artikel 8), beschermingszone a (artikel 9) en beschermingszone b (artikel 9.A.), geldt in de eerste plaats het bepaalde met betrekking tot beschermingszone a (artikel 9), in de tweede plaatse het bepaalde met betrekking tot beschermingszone b (artikel 9.A.) en in de derde plaats het bepaalde met betrekking tot gebied met stroomvoerende/waterbergende functie (artikel 8).

 

b.      Bij gebruik van de gronden als bedoeld in artikel 7 (verkeersdoeleinden) voor bebouwing en anders dan voor bebouwing, voor zover deze gronden tevens bestemd zijn als waterkering (artikel 7.A.), geldt primair het bepaalde in artikel 7.A. (waterkering).

 

4.      Bij nieuw op te richten gebouwen dient inzicht te worden verschaft in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem aan de hand van een in te stellen bodemonderzoek; de gronden zullen indien de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem zulks vereist, worden gesaneerd.