GEMEENTE EIJSDEN
GEMEENTE MAASTRICHT
BESTEMMINGSPLAN
PORTOMAAR
Maastricht,
9 maart 1993.
Buro voor Urbane Ruimtelijke
Ontwikkeling
Hoogbrugstraat 68, 6221 CS
Maastricht
Tel./Fax.: 043-253223
TOELICHTING
EN VOORSCHRIFTEN
Blz.
TOELICHTING:
Achtergronden
Streekplan Zuid-Limburg
Basisplan openluchtrecreatie
Heuvelland
Structuurvisie Maastricht 1990-2000
Toeristisch-recreatief Beleidsplan
Maastricht
Hoofdstuk 2. Landschappelijke
inpassing
Landschapsstructuur
Inpassing
Hoofdstuk 3. Stedebouwkundige
opzet
Vakantiewoningen
Voorzieningen
Geluidhinder
Bodem
Milieu-effectrapportage
R.W.Z.I. Heugem
Exploitatieformule
Financieel-economische
uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bijlagen
VOORSCHRIFTEN:
Artikel 3. Uit te werken recreatieve doeleinden,
verblijfs-
Artikel 4. Verboden gebruik van gronden en
opstallen
Artikel 5. Overgangsbepaling
omtrent het gebruik van gronden
TOELICHTING
Achtergronden
Ten behoeve van de recreatieve
ontwikkeling in het Maasdal tussen Eijsden en Maastricht zijn, in overleg
tussen de provincie en de gemeenten Eijsden en Maastricht, in 1982 randvoorwaarden
en uitgangspunten opgesteld. Voor het onderhavige gebied was daarin opgenomen
een bestemming ten behoeve van verblijfsrecreatie, met een omvang van 200 à 300
eenheden, gesitueerd op minimaal 400 meter afstand van Oost-Maarland. De
randvoorwaarden en uitgangspunten zijn in datzelfde jaar door Planbureau Jongen
te Heerlen gevisualiseerd in een ontwikkelingsschets met voorstellen voor een
aantal deelprojecten. Deze schets heeft als hulpmiddel gediend voor het maken
van een keuze in de ontwikkelingsmogelijkheden.
Na een inspraakprocedure zijn deze
randvoorwaarden en uitgangspunten door de gemeenteraden van Maastricht en
Eijsden vastgesteld in de vergadering van 16 augustus 1983. Daarbij zijn door
de gemeenteraad van Maastricht kleine wijzigingen aangebracht, onder andere aan
het onderdeel dat betrekking heeft op de verblijfsrecreatie. De randvoorwaarde
betreffende het vakantiewoningencomplex is in Maastricht als volgt vastgesteld:
"Een complex van 200 à 300
vakantiewoningen in de vorm van een kompakt dorp is in beginsel aanvaardbaar.
Situering aan de westzijde van de Oosterweg, zoveel mogelijk aansluitend aan
de kern Heugem verdient de voorkeur. Ten behoeve van dit dorp mag een
ondergeschikte verlegging van de Oosterweg/Hoge Weerd plaatsvinden. Te allen
tijde zal rekening moeten worden gehouden met een afstand van minimaal 350
meter tot aan de rioolwaterzuiveringsinstallatie en minimaal 400 meter tot
Oost-Maarland. Het karakter van het Maasdal met zijn dorpenreeks in
noord-zuidrichting zal moeten worden gehandhaafd."
De randvoorwaarden ten aanzien van
het vakantiewoningencomplex zoals die door de gemeente Eijsden zijn vastgesteld
(nrs. 6.b. en 7.c.) luiden als volgt:
"Een complex met 200 à 300
bungalows tussen Oost-Maarland en Maastricht is in beginsel aanvaardbaar mits
de afstand tussen dit complex (incl. omringend terrein) en de kern
Oost-Maarland minimaal 400 meter bedraagt. Inpassing in het bestaande landschap
verdient voorkeur. Indien ontgraving ten behoeve van waterpartijen in het
complex nodig is, is deze slechts op beperkte schaal aanvaardbaar en deze dient
niet primair te geschieden vanuit financieel oogpunt. Gewaakt dient te worden
voor verstedelijking van het onderhavige gebied."
"Verlegging Oosterweg langs
WRC-Eijsden in oostelijke richting is in beginsel mogelijk indien dit
financieel haalbaar is middels financiering vanuit te realiseren objecten en
subsidieregelingen. In geval van handhaving bestaande Oosterweg zal aanpassing
dienen plaats te vinden".
Deze randvoorwaarden zijn niet met
elkaar in strijd, maar liggen in elkaars verlengde.
De bedoelde randvoorwaarden en
uitgangspunten hebben ook een rol gespeeld bij de herziening van de nota
"Het inrichten van de grindwinningsgebieden in Limburg". Deze is
door Gedeputeerde Staten op 13 september 1983 vastgesteld. Het uit die nota
voortvloeiende inrichtingsplan voor het Waterrecreatiecentrum Eijsden,
vastgesteld op 3 juli 1984 geeft een vertaling van de bovenbedoelde
randvoorwaarden voor de verblijfsrecreatie door tussen de oever van de
grindplas en de Hoge Weerd, ten zuiden van de gemeentegrens de aanduiding
"verblijfsvoorzieningen, bungalows/appartementen" op te nemen.
In 1984 heeft het provinciaal
bestuur besloten om de eigendommen, die haar in het kader van de
ontgrindingscontracten toevallen te privatiseren. Ook de provinciale
eigendommen in het W.R.C. Eijsden vallen daaronder. In dat jaar zijn de
jachthaven aan de zuidzijde en de camping en het dagstrand aan de zuidoostzijde
overgedragen aan particuliere participanten. Toen is ook gezocht naar
gegadigden voor het vakantiewoningenproject. Verschillende geïnteresserden
hebben zich daarvoor gemeld maar zijn ofwel door het provinciaal bestuur
afgewezen of hebben zich teruggetrokken. Momenteel is Wyckerveste b.v. uit
Maastricht bezig met de ontwikkeling van dit project.
Op de gronden, ruwweg ten noorden
van de gemeentegrens Eijsden/Maastricht bleken geen commerciële projecten
mogelijk.
Streekplan Zuid-Limburg
In het streekplan behoren de
terreinen, waarop het verblijfsrecreatief complex is gepland, tot het landelijk
gebied, deelgebied 5.1. De verwevingscategorieën voor dit deelgebied zijn
natuur 1, landschap 2 en recreatie- en toerisme 1. In dit deelgebied wordt een
multifunctionele herinrichting van het vergraven gebied voorgesteld. Tevens
is de aanduiding "toeristisch recreatief concentratiegebied" gegeven.
Inzake de verblijfsrecreatie
constateert het streekplan, dat er sprake is van een grote variatie in
samenstelling, omvang, herkomst en kenmerkend recreatiegedrag van de
verschillende doelgroepen. Dat betekent dat een grote diversiteit aan
verblijfsrecreatieve voorzieningen moet worden geboden om aan de complexe
vraag te kunnen voldoen.
Het streekplan gaat uit van een
geringe vergroting van de opvangcapaciteit voor intensieve verblijfsrecreatie
in Zuid-Limburg door realisering van nieuwe en uitbreiding van bestaande
verblijfsrecreatieve complexen. Daarmee wordt tevens een verlenging van het
vakantieseizoen nagestreefd. De voorkeur voor invulling van deze nieuwe
capaciteit ligt bij de uitbreiding van bestaande complexen en bij nieuwbouw in
het gebied tussen het Oostelijk Mijngebied en de Westelijke Mijnstreek.
Basisplan openluchtrecreatie
Heuvelland
Het basisplan signaleert een
achterblijvende groei van hoofd- en nevenvakanties in het Heuvelland. Daaraan
liggen drie oorzaken ten grondslag, waarvan in dit kader met name van belang
is, dat het aanbod aan verblijfsaccommodatie buiten het hoogseizoen niet
aansluit op de vraag en onvoldoende is qua omvang. Vanuit de hoofddoelstelling
om de kwaliteit en de kwantiteit van de recreatieve en toeristische sector in
het Heuvelland te verbeteren, wordt dan ook gepleit voor aanpassing van het
verblijfsrecreatieve aanbod op de vraag naar kwaliteit en soort accommodatie.
Een vorm van verblijfsaccommodatie die elders in Nederland sterk is opgekomen
maar in Zuid-Limburg is achter gebleven, is de vakantiewoning. Bovendien is de
kwaliteit van het aanbod in dit gebied over het algemeen minder. Er is een
groeiende behoefte aan luxueuzer accommodaties. Aanbevolen wordt om een en
ander te realiseren in grote tot middelgrote complexen van 250 tot 500
woningen en in kleine complexen van circa 50 woningen. Vooral deze
accommodaties dragen bij aan de gewenste seizoensverlenging. Als vervolg op dit
onderzoek gaat de bijbehorende beleidsnota er dan ook van uit, dat in het
deelgebied Eijsden particuliere initiatieven voor verblijfsrecreatie annex
sportieve recreatie moet worden gestimuleerd.
Structuurvisie Maastricht 1990-2000
In de structuurvisie wordt niet
uitgebreid op het onderhavige gebied ingegaan. De ontwikkeling van het W.R.C.
Eijsden wordt gezien als een voortgaand proces. Uit de structuurvisie kan een
tweetal randvoorwaarden voor het project worden afgeleid:
1. een
langzaamverkeersroute langs het water;
2. bij de
inrichting van het gebied rekening houden met de structurerende werking van
de Gronsveldergrubbe.
Toeristisch-recreatief Beleidsplan
Maastricht
In dit plan wordt het gebied St.
Pietersberg-W.R.C. Eijsden-Maastricht als één geheel gezien, met een nadruk op
een recreatieve functie voor de regio. Voor het onderdeel waterrecreatiecentrum
in dit deelgebied wordt de nadruk gelegd op een verdere inrichting voor sport-
en oeverrecreatie. De bouw van een toeristische verblijfsaccommodatie behoort
tot de mogelijkheden.
HOOFDSTUK
2. LANDSCHAPPELIJKE INPASSING
Landschapsstructuur
Het landschap aan de oostzijde van
de Maas is opgebouwd uit een drietal hoogteniveaus: het laag-, het midden- en
het hoogterras van de Maas.
Het laagterras overstroomde vaak,
maar het kende verschillende natuurlijke verhogingen (ruggen) die meestal
droog bleven. Op deze natuurlijke verhogingen vestigde de mens
nederzettingen. Heugem en Oost-Maarland zijn daarvan voorbeelden. Vroeger
stroomde het water om Heugem heen. Eerst na de bedijking van de Maas in dit
gebied in 1974 is van een regelmatig overstromingsgevaar geen sprake meer.
In het vroegere overstromingsgebied
vormden zich zand- en grindafzettingen. Door de grindwinning is in de
Maasuiterwaarden een waterplas ontstaan, die overigens nog niet zijn maximale
omvang heeft bereikt. Door verdere ontgrinding zal ten westen van Heugem
overigens nog een - kleinere - waterplas ontstaan.
Vanuit het hoogterras vindt een
natuurlijke afwatering plaats naar de rivier via beken en droogdalen (grubben).
De twee belangrijkste zijtakken van de Maas in dit gebied zijn de riviertjes
Geul en Voer. Tussen deze beide dienen de Bemelergrubbe met de Kanjel en de
Gronsveldergrubbe met de Zeep als belangrijkste waterafvoerende gebieden.
Behalve voor de waterafvoer hebben deze grubben met hun kleinere uitlopers een
belangrijke functie als landschapsstructurerend element en als ecologische
verbinding tussen het hoogterras en de rivier.
Inpassing
(zie kaart 1)
Vanwege het belang van de grubben,
en in dit geval in het bijzonder van de Gronsveldergrubbe is de bebouwing in
deze waterafvoerende gebieden niet gewenst. Tussen de Gronsveldergrubbe en een
tweetal kleinere ten zuiden van Gronsveld en Rijckholt is, ten westen van de
veiling van Gronsveld, een gebied aanwezig, dat beschouwd kan worden als een
kleine vooruitgeschoven post aan het water. Op deze plaats is inpassing van
een verblijfsrecreatief project vanuit landschapsoogpunt aanvaardbaar onder
enkele voorwaarden.
Het project moet zich presenteren
als een compact dorpje aan de rivier, zoals dat langs de Maas overal voorkomt.
Realisering van een extensief vakantiebungalowcomplex past niet op deze plaats
in het landschap. Het dorpje zal moeten worden voorzien van een groenstructuur
die aansluit bij bestaande groenstructuren zoals die bestaan b.v. rondom
kasteel Oost en ten westen van Heugen. Een afwisseling van open en gesloten
groenstructuren is daarbij kenmerkend. Inpakken in hoog opgaande beplanting is
een maatregel die hier niet op zijn plaats is.
Terug naar inhoudsopgave
HOOFDSTUK 3. STEDEBOUWKUNDIGE OPZET
Het complex wordt ontsloten door één
hoofdentreepunt aan de Hoge Weerd circa 350 meter ten zuiden van de aansluiting
van de Schaapbroekweg op de Hoge Weerd. Als oriëntatiepunt functioneert een
appartementengebouw of hotel met restaurant- en centrale voorzieningen. Deze
centrale voorzieningen zijn gericht op recreatieve en beheersactiviteiten ten
behoeve van het gehele complex.
Aan de zuidkant van deze entree is
een parkeervoorziening gekoppeld en aan de noordkant een sportvoorziening voor
de eigen recreatieve behoefte. Vanuit beheersoogpunt zijn deze nabij het
centrale voorzieningengebouw gesitueerd. Aan de westkant van het entreeplein
is een gebouw met een dorpse schaal gesitueerd, dat de aanzet vormt voor de
ontsluitingsring aan de ene kant en een verwijzing geeft naar een boulevardje
dat eindigt bij een beperkt verkoop- en verhuurpunt aan het water.
Het water is naar binnen gehaald en
het dorpje plooit zich als het ware daaromheen. Hiermee worden de afstanden zo
kort mogelijk gehouden en wordt aan het water toch een vrij grote mate van
intimiteit bereikt. Het haventje krijgt daardoor meer het karakter van een
waterplein en ligt beschut. Door deze opzet krijgen de noordwest- en
zuidwesthoeken van het plan een bastionvorm. Deze bepalen het karakter van het
dorpje, begrenzen het en maken het overzichtelijk.
De noordwesthoek ligt het dichtst
bij de aan de overzijde van de Maas gelegen cementfabriek van de E.N.C.I. Door
een begeleidende beplanting langs de Maas op de beide oevers zal het dorpje
visueel redelijk zijn afgeschermd van dat industriële complex. Toch is er, ook
vanwege de bezonning, voor gekozen om in dit bastion een vakantiewoningtype
toe te passen, dat zich meer opent in zuidelijke richting naar het binnenterrein,
met een eigen patio aan die zijde. Het is een halve-cirkelvormig ritme van
vakantiewoningen, door middel van muren aan elkaar gekoppeld.
Het zuidelijke bastion geeft een
meer open beeld naar het landschap. Evenals aan het haventje zijn hier
appartementen voorzien. Daarmee wordt de ligging optimaal gebruikt bij de
situering van deze woningtypen.
De ontsluiting wordt gevormd door
een lus met een drietal binnengebieden. De maat van die binnengebieden is
zodanig, dat er ruimte is voor een behoorlijke groene recreatieruimte, omzoomd
door meer individuele geschakelde of vrijstaande vakantiewoningen. De rand van
het gebied wordt verder afgerond met enkele villa-achtige
appartementengebouwen.
Het complex biedt langs het water
mogelijkheden voor een recreatieve langzaamverkeersverbinding. Bij voorkeur
zal deze naar het zuiden nog worden doorgezet. Gezien de verkoop van de daar
gelegen terreinen aan andere particuliere recreatie-ondernemers rijst de vraag
of het mogelijk zal zijn. Verwacht moet worden, dat vanaf het haventje deze
route via de hoofdentree naar de Hoge Weerd terug zal leiden.
Aan de entree van het haventje is
voorzien in een horecavoorziening met terras. Daar is de mogelijkheid aanwezig
voor aanlegfaciliteiten voor de rondvaartboot. Aan het strandje is een klein
verkooppunt voor dagelijkse behoefte in de food-sector en voor de verkoop of
verhuur van (water-) sportattributen gesitueerd.
Vakantiewoningen
Het aantal aan vakantiewoningen in
dit project is zeer gedifferentieerd om tegemoet te kunnen komen aan de al
eerder gesignaleerde zeer verschillende behoefte aan verblijfsrecreatieve
acommodatie. Het omvat de in tabel 1 aangegeven aantallen vakantiewoningen (zie
ook kaart 2).
Tabel 1. Differentiatie
vakantiewoningtypen.
Type Aantal Aanduiding
Bungalow, geschakeld of vrijstaand 60 A
Villa met 4 grondgebonden woningen
en een
penthouse 30
B
Grondgebonden woningen (zuidrand) 40 C
Grondgebonden woningen met ruime
buitenruimte 20
D
Havenappartementen 86
E
Appartementen met grote buitenruimte 33
F
Gebouwen met centrale en verzorgende
functies/
hotel G
Appartementen met kleine buitenruimte
30 H
Totaal aantal vakantiewoningen 299
Voorzieningen
Het project kent geen echte
slechtweervoorzieningen, zoals vele andere vakantiebungalowparken. Het is te
klein om daarvoor een voldoende basis te bieden. De stad Maastricht
functioneert in dit geval als slechtweervoorziening.
Uiteraard is er wel sprake van
centrale-, café-restaurant en sportvoorzieningen gedimensioneerd op de eigen
behoefte van het vakantiedorp. Verder is de mogelijkheid voor een hotel
aanwezig in plaats van de appartementen met kleine buitenruimte (H). Het hotel
moet gedimensioneerd zijn op de behoefte van Portomaar. Verder is een klein
verkooppunt aanwezig voor de dagelijkse behoefte in de food-sector en voor de
verkoop en verhuur van (water-)sportartikelen.
De centrale parkeervoorziening is
bedoeld voor bezoekers en personeel en omvat ca. 80 plaatsen. Daarbuiten is in
het plan rekening gehouden met een parkeernorm van 1,1 per vakantiewoning.
Terug naar inhoudsopgave
HOOFDSTUK 5. MILIEU-ASPECTEN
Geluidhinder
Een complex vakantiewoningen is geen
geluidgevoelig object, als bedoeld in de Wet Geluidhinder. Daarom is geen
onderzoek ingesteld naar de geluidbelasting vanwege de Hoge Weerd.
Het plangebied ligt met de
noordwesthoek nog net binnen de 50 dB(A)-contour, zoals die door het
provinciaal bestuur voor de E.N.C.I. is vastgesteld. Omdat grind- en
mergelwinningen onlangs door de minister van V.R.O.M. uit het besluit
categorie-A-inrichtingen zijn geschrapt, zijn er geen belemmeringen meer
vanwege de ontgrinding van Maasoever b.v.
Bodem
Het terrein ter plaatse van het
project is ontgrond en later aangevuld met dekgrond elders uit het
concessiegebied van de ontgronding. Voorwaarde hiervoor is geweest het
aanvullen met schone grond. Het terrein is momenteel eigendom van de provincie
Limburg en zal worden overgedragen aan de particulier, die het project zal
realiseren. Daarbij zal een gifvrij-verklaring moeten worden afgegeven.
Milieu-effectrapportage
Volgens het Besluit
Milieu-effectrapportage behoort de aanleg van een verblijfsrecreatief project
in de uiterwaarden tot de projecten waarvoor en milieu-effectrapportage moet
worden ingesteld, als het project groter is dan 20 ha. In het onderhavige geval
omvat het project 8 à 9 ha, zodat geen milieu-effectrapportage nodig is.
R.W.Z.I. Heugem
De kleinste afstand tussen de grens
van dit complex vakantiewoningen en de grens van het terrein van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie ten zuidoosten van Heugem is circa 425 meter.
Daarmee wordt ruim voldaan aan de in hoofdstuk 1 op dit punt genoemde
randvoorwaarde.
Exploitatieformule
Voor de exploitatie van dit project
is een tweetal formules mogelijk.
1. De
verkoop van de vakantiewoningen aan particuliere beleggers, die de mogelijkheid
hebben om deze via een centrale verhuurorganisatie van de vereniging van
eigenaren ook aan derden kunnen verhuren.
2. De bouw
geschiedt voor rekening van een belegger of een grote recreatiemaatschappij en
het totale complex wordt door middel van verhuur geëxploiteerd.
In eerste instantie wordt geopteerd
voor de eerste formule. Door de particuliere eigendom van de vakantiewoning is
er meer betrokkenheid van de bewoner/verhuurder bij het project aanwezig,
hetgeen de kwaliteit ten goede komt. Men heeft de toekomstwaarde in eigen
hand. In verband met het toezicht op het complex zal het nodig zijn de permanente
bewoning van een tiental woningen mogelijk te maken.
Door het bouwen van een negental
verschillende woningen wordt een zo breed mogelijke markt aangesproken en
bediend. Het ligt echter wel in de bedoeling om een zo hoog mogelijke
kwaliteit van het project te realiseren.
Financieel-economische
uitvoerbaarheid
Het project zal door particulieren
worden gerealiseerd, waarbij geen bijdragen van de overheid zullen worden
gegeven.
Een overzicht van de globale
grondexploitatie is als bijlage opgenomen.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Overleg ex artikel 10 B.R.O.
Het plan is om advies voorgelegd aan
de Provinciale Planologische Commissie. Het is in vergaderronde 1991/10
behandeld door de Subcommissie Gemeentelijke Plannen van 21 januari 1992.
Daarnaast zijn reacties ontvangen van de Rijksconsulent Economische Zaken en de
Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in Limburg.
De reacties zijn als bijlage bij
deze toelichting gevoegd. Ten aanzien van de reacties wordt het volgende
opgemerkt.
Planopzet
---------
De relatie tussen de
bestemmingskaart, de voorschriften en de kaart "ruimtelijke
structuur" is verbeterd. De kaart "ruimtelijke structuur" geeft
een globaal beeld van de gewenste eindsituatie. In de daarbij aansluitende
beschrijving in hoofdlijnen is een aantal harde elementen beschreven dat
essentieel is om tot dat beeld te kunnen komen, zonder dat het uitvoeringsplan
een exacte kopie is van de kaart "ruimtelijke structuur".
Volkshuisvesting
----------------
Het koppelen van een boetebeding aan
het in de koopovereenkomsten op te nemen kettingbeding is in het kader van de
mogelijkheden tot handhaving gewenst. Dit staat echter los van het
bestemmingsplan.
Handel en bedrijven
-------------------
In verband met de sociale veiligheid
in het complex is het beperken van permanent toezicht tot één beheerder, die op
het terrein woont volstrekt onvoldoende, omdat zowel de gemeente Maastricht,
als het provinciaal bestuur een openbaar toegankelijk complex wensen. Een
enigszins redelijk niveau van sociale veiligheid vereist permanente bewoning
van een tiental door het complex verspreide woningen. Deze zullen worden gesitueerd
buiten de 50 dB(A)-zone van de E.N.C.I.
De winkel in de food-sector is in de
beschrijving in hoofdlijnen gekoppeld aan de behoefte van dit complex.
Recreatie en toerisme
---------------------
De café-restaurantvoorziening is,
anders dan in de winkel in de food-sector en de hotelaccommodatie, in de
beschrijving in hoofdlijnen niet gekoppeld aan de behoefte van het complex. De
omvang is ruim genoeg om een externe functie te kunnen vervullen.
De jachthaven is enkel bedoeld voor
de eigen behoefte van het complex. Passantenplaatsen zullen in de bestaande
jachthaven bij kasteel Oost en/of in de nog in een vroeg planstadium verkerende
jachthaven Pietersplas moeten worden ondergebracht. De jachthaven is een
ondergeschikt maar wel essentieel onderdeel van dit complex. De haven bepaalt
het karakter van het complex.
Met de Rijkswaterstaat, directie
Limburg heeft nader overleg plaatsgehad omtrent de toelaatbare capaciteit van
de haven. In het kader van het Beheersplan Maas heeft die dienst een onderzoek
ingesteld naar de vaarbelasting door zowel beroeps- als recreatievaart van het
gedeelte van de rivier tussen Borgharen en Eijsden. Daarbij zijn alle ligplaatsen
geïnventariseerd en zijn met die gegevens berekeningen uitgevoerd. De uitkomst
van deze berekening houdt voor Portomaar in: een maximale havenomvang van 145
ligplaatsen. De berekening is als bijlage 3 bij deze toelichting opgenomen. De
haven zoals die in dit plan is voorzien, heeft een omvang van 75 à 100
plaatsen.
Infrastructuur
--------------
De aansluiting op de Oosterweg
vloeit voort uit een tweetal overwegingen. In de eerste plaats hangt die samen
met de gekozen stedebouwkundige structuur. Daarnaast is, om verkeerskundige
redenen, rekening gehouden met een ruime afstand tot aan de nieuwe aansluiting
tussen de Oosterweg en de uitrit Gronsveld van de autosnelweg A2. Omtrent de
uitvoering van de aansluiting zal overleg worden gepleegd met de hoofdgroep
V.W.M.
De doorloopbaarheid van het gebied
is in de beschrijving in hoofdlijnen opgenomen.
De centrale parkeerruimte maakt deel
uit van de totale parkeerruimte. De overige parkeerplaatsen zijn in kleinere
groepjes over het gehele terrein verspreid en bij de grondgebonden
vakantiewoningen.
Milieu
------
De woningen die permanent mogen
worden bewoond zullen buiten de 50 dB(A)-zone van de E.N.C.I. worden
gesitueerd.
Op de bodemkwaliteit kan worden
ingegaan zodra de grondoverdracht plaatsvindt tussen de provincie Limburg en
de ontwikkelaar.
Overige aspecten
----------------
Voor de realisering van het totale
plan zullen alle gronden moeten worden verworven. De rechtbank tracht
overeenstemming te bereiken tussen de exploitanten van het dagstrand en het
onderhavige project.
Economische uitvoerbaarheid
---------------------------
Een globale exploitatieberekening is
als bijlage 4 bij deze toelichting gevoegd.
Voorschriften
-------------
De voorschriften zijn aangepast aan
de gemaakte opmerkingen, met uitzondering van de opmerking inzake de
definities "onderbouw" en "zolder". Deze zijn noodzakelijk
voor een juiste hantering van het begrip "bouwlaag".
Inspraak
Het bestemmingsplan is onderwerp
geweest van een inspraakavond in het gemeentehuis van Eijsden op 13 mei 1992.
Deze inspraakavond was bedoeld voor het gehele plan, gelegen op het grondgebied
van de gemeenten Eijsden en Maastricht. De inspraakresultaten kunnen als volgt
worden samengevat.
Opmerking Antwoord
1. De
jachthaven is met 1 ha groot Door de landschaps- en
civieltechnisch
genoeg
voor 200 boten. Dat is adviseur van dit project wordt een
haven-
teveel
voor de toch al volle plas. capaciteit
van ca. 100 boten aangegeven.
Hier varen meer
dan 2.000 De haven is bedoeld voor degenen die in
vaartuigen
rond op topdagen. dit project een vakantiewoning hebben.
Verwacht wordt een percentage van 25 à 30% aan bezitters van boten. Daarmee
wordt een bezetting van 75 à 100 boten voorzien. In de paragraaf "Overleg ex artikel 10
B.R.O." is onder het kopje "Recreatie en toerisme" een verantwoording
gegeven van de omvang van de haven.
2. Het Landschapsbeleidsplan acht Het Landschapsbeleidsplan (L.B.P.)
van Maas-
het planten van
hoge bomen langs tricht stelt
ten aanzien van dit gebied, dat de
de
Maas niet juist. Dit plan ontneemt Gronsveldergrubbe
met de Zeeop als zuide-
echter elk zicht
op de Maas. lijke
begrenzing van de stad en als groene
Het is
landschapsontsie- wig moeten worden bezien. Zorgvuldige
rend. inpassing van
nieuwe ontwikkelingen is hier
vereist.
Inpassing
heeft plaatsgevonden zoals om-
schreven in
hoofdstuk 2 van deze toelichting.
Het plan stelt
niet dat hoge bomen langs de Maas niet aanvaardbaar zijn, integendeel over
sommige delen van de rivierzone wordt gesteld, dat opgaande begroeiingen kunnen
worden toegelaten, soms zelfs noodzakelijk zijn om de ruimtelijke structuur te
versterken.
3. Wat
is het voordeel van dit plan Het plan is een gevolg van een
beslissing
voor de
inwoners van Eijsden. De van
het provinciebestuur om de terreinen die openbare toegankelijkheid is beperkt na ontgrinding aan de provincie toevallen te
tot een voetpad
langs het water. privatiseren.
Mogelijkheden voor de eigen
Watersportmogelijkheden
worden de inwoners zijn er via het
openbare dagstrand,
eigen inwoners
onthouden. de
jachthaven en enkele verenigingsterreinen.
Levert dit plan
voor Eijsden werkgele- Het
verblijfsrecreatieve project is opgenomen
genheid
op? Dit is een project voor op basis
van de tussen de provincie en de
mensen
die met hun geld elders gemeenten Eijsden
en Maastricht
terecht
kunnen. Overeengekomen
randvoorwaarden. Afhankelijk van de exploitatieformule zal het project
tot 100 mensen werkgelegenheid kunnen bieden.
Door de heer en
mevrouw Pulles uit Maastricht is een zeer uitgebreid schriftelijk commentaar
geleverd op het plan. De brief is als bijlage bij de toelichting gevoegd.
Het commentaar
is gebaseerd op een bestudering van de kaart die als een beeld van ruimtelijke
structuur aan het bestemmingsplan is toegevoegd. Deze kaart is als een proeve
van uitwerking opgesteld en dient, ook volgens de beschrijving in hoofdlijnen
bij artikel 3, alleen maar als illustratie van het stedebouwkundig beeld dat
wordt nagestreefd. De harde randvoorwaarden staan opgesomd in artikel 3. Zij
blijven op een hoger abstractieniveau. Het commentaar is op vele plaatsen zeer
gedetailleerd en kan bij de opstelling van het inrichtingsplan dienen als
checklist.
Op de
opmerkingen die niet reeds aan de orde zijn geweest in de bovenstaande
behandeling van de mondelinge reacties, wordt hieronder ingegaan.
Planologie
De situering
van het verblijfsrecreatief project en het karakter (dorpsachtig, geen amorf
bungalowpark) zijn door de provincie en de beide gemeenten, na inspraak, in
1983 vastgelegd. De situering is geconcretiseerd op basis van de
landschappelijke overwegingen, omschreven in hoofdstuk 2 van deze toelichting.
De door de drie overheden afgesproken afstanden ten opzichte van de R.W.Z.I.
Heugem en Oost-Maarland garanderen handhaving van open zones tussen Maastricht
en Eijsden.
De afstand van
minimaal 40 meter ten opzichte van de Hoge Weerd is voldoende voor
vakantiewoningen. Tussen de weg en de woningen wordt een groenzone aangebracht.
Een zo direct mogelijke toegang vanaf de autosnelweg A2 (uitrit Gronsveld) en
de Hoge Weerd is van belang voor het project zelf en voor de
verkeersveiligheid. Het aantal uitritten op de Hoge Weerd is niet zodanig groot
dat daardoor ernstige problemen moeten worden verwacht.
Het
bestemmingsplan zal voor het gehele project gelden, inclusief het gedeelte op
Maastrichts grondgebied. Het gedeelte ten noorden van het project wordt in een
ander bestemmingsplan opgenomen. Voor de invulling van het entreegebouw met
de centrale voorzieningen zijn twee mogelijkheden gegeven: hotelkamers of
appartementen met een kleine buitenruimte. Een hotel verdient de voorkeur.
Stedebouwkunde
Zoals al eerder
(onder planologie) aangegeven, is het project niet ontworpen als een open en
amorf bungalowpark, in de lijn van de Centerparks-formule, maar als een dorpje
aan de Maas, juist omdat dat in deze omgeving past. Ten zuiden van Maastricht
liggen diverse dorpen op een rij aan of langs de Maas: Heugem - Oost-Maarland -
Eijsden. De stedebouwkundige opzet gaat verder uit van een tweetal
bastionvormige bebouwingen aan het water, met een beschermd
"waterplein" ertussen in.
De hoogte van
de bebouwing wordt door de heer en mevrouw Pulles sterk overdreven, vooral ook
in verband met de bezonning en de privacy. In feite gaat het hier om een
gedeelte van de bebouwing met een goothoogte van maximaal ca. 8 meter. De
woningen in het midden krijgen een goothoogte van ca. 6 meter. Voor inkijk of
belemmering van het zonlicht behoeft daarom niet te worden gevreesd. Bebouwing
van vergelijkbare hoogte komt in vrijwel ieder Zuid-Limburgs dorp voor. De
oude, typisch Limburgse carré-boerderij is ook massaal en hoog. Dat leidt
nergens tot een conclusie van horizonvervuiling. De reactie gaat teveel uit van
niet-vergelijkbare situaties in het vlakke polderlandschap van het westelijke
landsdeel.
De bouwhoogte
en intensiteit zijn voldoende in de voorschriften aangegeven, door middel
van het maximaal aantal vakantiewoningen en de maximale hoogte in bouwlagen.
Het gaat hier om een globale, niet nader uit te werken bestemming. De dakvorm,
de bouwmaterialen en de kleurenkeuze worden niet vastgelegd. Het gaat immers
niet om een beschermd dorpsgezicht.
Recreatie
De grootte van
de bouwkavels is niet bekend, omdat er nog geen definitief inrichtingsplan is
opgesteld. Het ligt wel in de bedoeling om de privékavels klein te houden en
het openbare gedeelte zo groot mogelijk. Daarmee wordt het recreatieve
karakter benadrukt. Alle woningen liggen aan de toegangswegen.
Het vakantiedorp
is bedoeld om mensen aan te trekken die interesse hebben voor deze regio. Het
heeft niet het introverte karakter van andere verblijfsrecreatieve
complexen, die met uitgebreide slechtweervoorzieningen proberen de mensen
binnen de poort te houden. Er wordt duidelijk op een andere markt gemikt.
Dagstrand, jachthaven en tennisvelden zijn de openluchtrecreatievoorzieningen,
die het project zelf biedt. De centrale voorzieningen zijn met opzet zo klein
mogelijk gehouden, zodat geen concurrentie ontstaat voor de (buurt)voorzieningen
in Maastricht en de kernen van de gemeente Eijsden.
Het openbare
pad is bedoeld om de doorloopbaarheid van het Waterrecreatiecentrum Eijsden
te kunnen handhaven. Het wisselen van de bewoners is het kenmerk van een
verblijfsrecreatief complex. Het is juist dit kenmerk, waaraan de overheden
hechten. De centrale parkeergelegenheid is niet de enige parkeergelegenheid.
Zij is bedoeld voor bezoekers. Bij of in de onmiddellijke nabijheid van de
vakantiewoningen wordt voorzien in parkeergelegenheid conform de eisen van de Bouwverordening.
Over de
afvalverwerking zal de exploitant een afspraak moeten maken met de beide gemeenten.
Afhankelijk van deze afspraken zullen voorzieningen moeten worden getroffen.
De plek waar dat zal gebeuren behoeft niet in het bestemmingsplan te worden
vastgelegd. Voor een openbaar toilet is voldoende ruimte binnen het
dienstgebouw nabij het dagstrand en de jachthaven.
De boten die in
de jachthaven een ligplaats zullen innemen, zullen voor hun voorzieningen
gebruik moeten maken van één van de andere echte jachthavens in de
onmiddellijke omgeving. Daarover bestaan contacten.
In de gebouwen
voor de centrale voorzieningen is voldoende ruimte om te voorzien in
personeelsruimten.
Om permanente
bewoning uit te sluiten, mogen de bewoners maximaal 180 dagen per jaar
aaneengesloten in de vakantiewoningen verblijven. De controle daarop is niet
eenvoudig maar wel mogelijk. De regeling, zowel in het bestemmingsplan, als via
de koopovereenkomst, is ontwikkeld door de provincie Zuid-Holland. In de
kustprovincies heeft men meer ervaring met dit soort problemen. De tien
permanent te bewonen woningen zijn overigens niet bedoeld als bedrijfswoningen.
Zij zijn bedoeld als een element van sociale controle, dat noodzakelijk is
vanwege de openbare toegankelijkheid van het complex.
Zoals reeds
eerder vermeld, ligt het niet in de bedoeling om in het complex
slechtweervoorzieningen te realiseren. Van het overkappen van de tennisbanen
is dan ook geen sprake.
Watersport
De jachthaven
is uitsluitend bedoeld als ligplaats voor 75 à 100 boten. Er worden afspraken
gemaakt over het medegebruik van de voorzieningen van de echte jachthavens in
de onmiddellijke nabijheid. Het project is niet opgezet als jachthaven met
bijbehorende vakantiewoningen, maar als verblijfsrecreatief complex met een
mogelijkheid om boten af te meren. Daarom worden in principe ook geen
voorzieningen voor passanten getroffen. Als er in dit gebied een zeilschooltje
noodzakelijk is, ligt een combinatie met een echte jachthaven eerder voor de
hand, dan met dit verblijfsrecreatief complex. Ten aanzien van de
vaarcapaciteit van de plas kan worden verwezen naar het antwoord onder het
kopje "Recreatie en toerisme" van de paragraaf "Overleg ex
artikel 10 B.R.O.".
Zoals reeds
eerder opgemerkt wordt de hoogte van de bebouwing door de heer en mevrouw
Pulles sterk overdreven. Van woningen met een goothoogte van maximaal 8 meter
aan de oostkant van de plas zal nauwelijks invloed uitgaan op de wind. Het St.
Pietersbergmassief aan de westzijde zal daarop veel meer invloed hebben. Hier
is geen sprake van een volledig open situatie, zoals op de Hollandse plassen
en de Friese meren aanwezig is.
De dam is
noodzakelijk om vervuiling en dichtslibbing van de haven te voorkomen. Omvang,
vorm en ligging zijn door de civieltechnisch adviseur op deze wijze
vastgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de
plas.
Exploitatie
In de loop van
de ontwikkeling van het project zijn diverse haalbaarheidsonderzoeken gedaan,
die regelmatig worden geactualiseerd. Op dit moment (augustus 1992) wordt
gewerkt aan een nieuwe actualisering. Steeds is gebleken, dat het gaat om een
haalbaar project. De kandidaten voor de exploitatie van het project zijn voor
het bestemmingsplan niet relevant. Het gaat om de planologische
aanvaardbaarheid van dit project op deze plaats.
Op de
exploitatieformule is in hoofdstuk 6 van de toelichting ingegaan.
Gehoord
en gelezen
Met de
provincie Limburg zijn afspraken gemaakt over de levering van het totale, voor
de realisering van het project benodigde terrein.
Inzake het
planten van hoge bomen wordt verwezen naar het antwoord op de mondelinge
inspraakreacties onder 2.
Eerdere
projectontwikkelaars zijn uitgegaan van andere concepten.
Op de
totstandkoming van de randvoorwaarden is in de toelichting uitvoerig ingegaan.
De plannen voor
Portomaar zijn door een groep van deskundige bureaus op het gebied van
stedebouw, landschap en architectuur opgesteld.
Het terrein kan
worden ontsloten via de regionale busverbinding tussen Maastricht en Eijsden.
Met de V.S.L. zal contact worden opgenomen over de aanleg van een bushalte.
Op de
slechtweeraccommodatie is al eerder uitvoerig ingegaan.
De ontgrinding
heeft inbreuk gemaakt op de natuur. Het project wordt gerealiseerd op een kunstmatig
tot stand gekomen, opgevulde oever. De A.N.W.B.-routes worden niet aangetast.
Al eerder is
onder "Recreatie" ingegaan op het controlevraagstuk.
Op de
opmerkingen van P.P.C. en R.W.S. is eerder in de paragraaf "Maatschappelijke
uitvoerbaarheid" ingegaan.
Het
bestemmingsplan wordt door de beide gemeenten vastgesteld. Het doet niet ter
zake of één van de gemeenten of een particulier opdracht heeft gegeven tot het
opstellen van het plan.
Terug naar inhoudsopgave
HOOFDSTUK 7. PLANBESCHRIJVING
Het plangebied is grotendeels
gelegen in de gemeente Eijsden. Het noordelijk gedeelte is op Maastrichts
grondgebied gelegen. Dat betekent, dat beide gemeenten voor hun eigen
onderdeel een bestemmingsplan zullen moeten vaststellen.
Het onderhavige plan is zodanig
opgezet, dat het bruikbaar is voor beide gemeenten. De beide gemeenteraden
kunnen het plan, voor zover het het eigen grondgebied betreft, vaststellen.
Omdat het hier om één
verblijfsrecreatief project gaat heeft het gehele plangebied één globale bestemming
Uit te werken recreatieve doeleinden, verblijfsrecreatie (URv) gekregen, die
in zijn geheel, of desgewenst in fasen moet worden uitgewerkt. De bij de
voorschriften opgenomen kaart geeft een stedebouwkundig eindbeeld, die niet
tot doel heeft de details vast te leggen, maar te dienen als een voorbeelduitwerking
met bepaalde karakteristieken, die in het (de) eigenlijke uitwerkingsplan(nen)
moeten kunnen worden teruggevonden. Daartoe zijn de belangrijkste onderdelen
als harde elementen in de beschrijving in hoofdlijnen opgenomen. In de
beschrijving in hoofdlijnen zijn tevens bepalingen opgenomen die, tezamen
met een kettingbeding met boetebepaling in de voor de woningen te sluiten
koopovereenkomsten, moeten garanderen dat hier sprake is van recreatieve
woningen en niet van permanente bewoning.
Het geheel is gecompleteerd met te
hanteren voorschriften omtrent de soort, hoogte en omvang van de bebouwing.
De overgangsbepalingen blijven
beperkt tot strijdig gebruik van gronden. Op het terrein zijn geen bouwwerken
aanwezig zodat overgangsbepalingen dienaangaande overbodig zijn.
BIJLAGEN
1.
Reacties vooroverleg
2.
Schriftelijke inspraakreactie
3.
Berekening havencapaciteit
4.
Overzicht globale grondexploitatie
Overzicht globale grondexploitatie
Investeringen
- Verwervingskosten f. 250.000,--
- Bouwrijpmaakkosten:
zie bijlage
(excl.
aanlegsteigers) f. 5.388.000,--
- Plankosten:
19% f.
1.023.700,--
- ontwikkelingskosten b.p.
- stedebouwkundige kosten
- civiel- en cultuurtechniek
- lichtdrukkosten en verschot-
ten
- Ontwikkelingskosten,
winst en
risico P.M.
- Rentekosten
en indexering
(stelpost) f. 250.000,--
- Onvoorzien P.M.
_______________
Investeringen totaal f.
6.911.700,--
Desinvesteringen
Kavelopbrengsten:
Type Aantal
Kavelprijs Totaal per type
A
34 f. 32.500,-- f. 1.105.000,--
14 f. 26.500,-- f. 371.000,--
12 f. 23.500,-- f . 282.000,--
B 30 f.
24.500,-- f. 735.000,--
C 40
f. 26.500,-- f. 1.060.000,--
D 20 f.
27.000,-- f. 540.000,--
E 86 f.
24.000,-- f. 2.064.000,--
F 33 f. 20.000,-- f. 660.000,--
G Openbare Gebouwen
H 30 f. 5.000,--
f. 150.000,--
___ _______________
299 f.
6.967.000,--
_______________
Saldo positief f.
55.300,--
Globale kostenraming
bouwrijpmaakkosten
1. Oeverafwerkingen
incl. kade- en keermuurtjes
en
noodzakelijk grondverzet f.
970.000,--
2. Leveren
en aanbrengen diverse verhardingen
incl.
riolering, uitgaande van een gescheiden
stelsel
(droogweer- en hemelwaterafvoer) f.
2.288.000,--
3. Aanleg
groenvoorzieningen op terrein en bij de
woningen f. 762.000,--
4. Aanleg
4 tennisbanen en 1 oefenkooi incl. af-
rastering f. 273.000,--
5. Aanbrengen
overige voorzieningen, zoals ter-
reinverlichting,
verkeersvoorzieningen, afraste-
ringen,
slagbomen, terreinmeubilair, bouwkundige
voorzieningen,
afscherming jachthaven f.
495.000,--
6. Nutsvoorzieningen f. 200.000,--
7. Aanlegsteigers
(voorziening) 80 x f. 5.000,-- f.
400.000,--
_______________
Totale bouwrijpmaakkosten f.
5.388.000,--
Alle bedragen zijn exclusief b.t.w.,
prijspeil medio 1992.
VOORSCHRIFTEN
In deze voorschriften wordt verstaan
onder:
a. het
plan:
het
bestemmingsplan Portomaar als aangegeven op:
de
bestemmingskaart en deze voorschriften;
b. additionele
voorzieningen:
die
voorzieningen, die direct of indirect samenhangen met de bestemming;
c. bebouwing:
één of meer
gebouwen en/of andere bouwwerken;
d. bouwlaag:
een gedeelte
van een gebouw, dat door op gelijke hoogte of nagenoeg gelijke hoogte liggende
vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder;
c. detailhandel:
het
bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten
verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen
kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van
een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
f. gestapelde
recreatiewoonverblijven:
een gebouw dat
twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen recreatiewoonverblijven
omvat;
g. onderbouw:
een gedeelte
van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder
dan 1,20 meter boven peil ligt.
h. peil:
het niveau van
het hoogste punt van de rijbaan ter plaatse van het bouwperceel;
i. recreatiewoonverblijf:
een gebouw,
geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om
uitsluitend door personen, die hun hoofdverblijf elders hebben, gedurende
maximaal 180 dagen aaneengesloten te worden bewoond;
j. zolder:
een gedeelte
van een gebouw, waarvan de vrije hoogte tussen de bovenkant van de vloer en de
onderkant van het dak minder dan 1,20 meter bedraagt.
Bij de toepassing van deze
voorschriften wordt als volgt gemeten:
a. lengte,
breedte en diepte van een gebouw:
tussen (de
lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke
scheidsmuren);
b. oppervlakte
van een gebouw:
tussen (de
buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);
c. hoogte
van een bouwwerk:
vanaf het peil
tot het hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden
antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte dakopbouwen hierbij niet meegerekend;
d. inhoud
van een gebouw:
tussen de
buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke
scheidsmuren) en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen,
en boven peil;
e. afstand
tot de zijdelingse bouwperceelsgrens:
tussen de
zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel
voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is;
f. bruto
vloeroppervlakte van een bouwlaag:
op de vloer van
de bouwlaag, tussen de binnenzijden van de gevelmuren (en/of gemeenschappelijke
scheidsmuren);
g. bedrijfsvloeroppervlakte:
binnenwerks, op
de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor
bedrijfsactiviteiten;
Artikel 3 Uit te werken recreatieve doeleinden, verblijfsrecreatie
(URv)
1. Bestemming
De als zodanig
op de bestemmingskaart aangegeven gronden zijn uitsluitend bestemd voor de
verblijfsrecreatie inclusief een hotel, met de daarbij behorende additionele
voorzieningen, zoals:
- 10 permanente woningen ten behoeve
van beheer en sociale controle;
- centrale beheers- en
ontmoetingsruimten;
- café-restaurantvoorzieningen;
- detailhandelsvoorzieningen;
- wegen en paden;
- jachthaven en stranden;
- groenvoorzieningen.
2. Uitwerkingsregels
Burgemeester en
wethouders werken deze bestemming in zijn geheel of in onderdelen uit met
inachtneming van de volgende regels:
Verblijfsrecreatieve
voorzieningen
----------------------------------
a. Er
worden maximaal 300 recreatiewoonverblijven in een negental typen voorzien,
waarbij tevens hotelaccommodatie kan worden gerealiseerd in een omvang die past
bij de behoefte van dit verblijfsrecreatief complex. Per woonverblijf dient
1,1 parkeerplaats te worden aangelegd.
b. Deze woonverblijven mogen uitsluitend
gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 180 dagen worden bewoond
door personen, die hun hoofdverblijf elders hebben; permanente bewoning is in
strijd met deze bestemming.
c. Permanente bewoning van 10 woningen ten
behoeve van beheer en sociale controle is toegestaan.
Ruimtelijke
structuur
---------------------
Bebouwing en
inrichting van gronden moet in overeenstemming zijn met het stedebouwkundig
beeld, zoals dat wordt opgeroepen door de kaart "ruimtelijke
structuur". Als harde elementen in deze structuur moeten worden
gehanteerd:
a. het bastionvormige, aaneengesloten
karakter van de bebouwing in de noordwestelijke en de zuidwestelijke hoeken
van het plangebied;
b. de ruimtelijke begrenzing van de
havenkom door hogere bebouwing en een steenachtige buitenruimte;
c. de aanwezigheid van een plein, begrensd
door een hogere bebouwing, waarin o.a. de centrale- en beheersvoorzieningen
worden opgenomen en waarin de mogelijkheid voor het realiseren van kleine
appartementen of hotelkamers aanwezig is;
d. een groenstructuur van open, groene (speel-)plekken
met water binnen de bouwblokken en een half open in het omringende landschap
passende groenzone rondom het plangebied;
e. de situering van de hoofdtoegang van
het terrein zal op circa 350 meter ten zuiden van de aansluiting van de
Schaapbroekweg aan de Hoge Weerd worden gerealiseerd;
f. de ontsluiting voor auto's vindt
plaats door middel van een binnenring met een drietal tussenverbindingen;
g. een openbaar toegankelijke
wandelverbinding langs de oever van de plas, die deel uitmaakt van een
doorgaande route; de ruimte tussen de oever en de bastionvormige bebouwing in
de noordwesthoek moet minimaal 17 meter bedragen;
h. de situering van een centrale
parkeervoorziening voor minimaal 80 auto's ten zuiden van de hoofdingang;
i. de situering van een
café-restaurantvoorziening aan de haven en een, vanuit de behoefte van dit
verblijfsrecreatief complex noodzakelijk, verkooppunt voor dagelijkse behoefte
in de food-sector en voor de verkoop of verhuur van (water-)sportattributen aan
het strand.
Bebouwing
---------
a. Op
deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan ten behoeve
van deze bestemming.
b. Het
aantal bouwlagen mag maximaal 3 bedragen, met uitzondering van de gebouwen ten
noordoosten van het plein bij de hoofdentree; deze mogen maximaal 4 bouwlagen
hoog zijn.
c. De
hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3,00 meter zijn.
d. De
verhouding tussen de grondgebonden en de gestapelde recreatiewoonverblijven
moet ongeveer 50-50 bedragen.
e. De
totale bedrijfsvloeroppervlakte van de voorzieningen mag niet meer bedragen
dan:
- ontmoetings-
en beheersruimten 600 m2
- café-restaurant 500 m2
- detailhandel/verhuur 300 m2
3. Beheerregeling
Zolang en voor
zover een uitwerkingsplan ten behoeve van de bestemming geen rechtskracht
heeft verkregen, mag uitsluitend worden gebouwd indien het bouwplan in
overeenstemming is met het voor die bestemming uitgewerkte plan en mits van
gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Burgemeester
en wethouders stellen de belanghebbenden gedurende twee weken in de gelegenheid,
vooraf schriftelijk bezwaren in te dienen tegen het bouwplan.
Artikel
4 Verboden gebruik van gronden
en opstallen
1. Het is
verboden gronden en opstallen begrepen in dit plan te gebruiken of te laten
gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met dit plan.
2. Burgemeester
en wethouders verlenen van het bepaalde in lid 1 vrijstelling, als strikte
toepassing van de voorschriften leidt tot een beperking van het meest doelmatig
gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel
5 Overgangsbepaling omtrent het
gebruik van gronden
1. Het
gebruik van gronden anders dan voor bebouwing, dat in strijd is met het in dit
plan bepaalde en dat bestaat op het tijdstip, waarop het plan voor zover
betrekking hebbend op de strijdigheid van dat gebruik van kracht wordt, mag
worden voortgezet en/of gewijzigd, mits door die wijziging de strijdigheid met
het plan niet wordt vergroot.
Overtreding van het verbod genoemd
in artikel 4, lid 1 wordt als een strafbaar feit aangemerkt.