Artikel 11A Bedrijfsdoeleinden
1.
Doeleindenomschrijving
De
op de plankaart A als bedrijfsdoeleinden
aangegeven gronden zijn bestemd voor:
- bedrijfsdoeleinden;
- verkeersdoeleinden;
- doeleinden
van openbaar nut;
- additionele
voorzieningen in relatie tot
bedrijfs- en verkeersdoeleinden.
2.
Beschrijving in hoofdlijnen
De
in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van artikel 6 als
volgt nagestreefd:
a. de
bedrijven zullen voornamelijk als zelfstandige bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
b. er
mag alleen bedrijfsuitoefening plaats vinden in de milieucategorieën 2 en 3 die
in bijlage 2 (Staat van bedrijfsactiviteiten) van deze voorschriften nader zijn
bepaald;
c. er
mogen geen inrichtingen als bedoeld in het Besluit categorie A-inrichtingen
Wet geluidhinder van 15.10.1981 (Staatsblad 671) worden opgericht;
d. bedrijfswoningen
zijn niet toegestaan;
e. er
is uitsluitend bestemmingsverkeer;
f. in
parkeergelegenheid voor ter plaatse werkzame personen en bezoekers zal in
voldoende mate worden voorzien:
g. de
doeleinden van openbaar nut die qua volume een ondergeschikte rol spelen,
kunnen in de gehele bestemming voorkomen.
3.
Bouwvoorschriften
a. Op
de tot bedrijfsdoeleinden bestemde gronden zijn uitsluitend gebouwen en
andere bouwwerken toegestaan die in overeenstemming zijn met het in dit
artikel bepaalde;
b. de
afstand van de bebouwing tot de zijdelingse erfscheiding moet minimaal 3,00 m.
en tot de van de ontsluitingsweg afgekeerde erfscheiding moet minimaal 2,00 m.
bedragen; de afstand van de bebouwing tot de erfscheiding aan de zijde van de
ontsluitingsweg moet minimaal 15,00 m. bedragen;
c. de
goothoogte van gebouwen moet minimaal 4,00 m. en mag maximaal 15,00 m.
bedragen;
d. de
hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 3,00 m. bedragen;
e. de
parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de in de bijlage 1 van deze
voorschriften gegeven normen.
4.
Vrijstelling
Burgemeester
en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen:
a. van
het bepaalde in lid 3. sub b. wat betreft de 15,00 m. tot een afstand van
minimaal 5,00 m. indien hierdoor een bebouwingspercentage van 60 per
bouwperceel bereikt kan worden resp. bij hoekpercelen ten aanzien van één naar
de weg gekeerde gevel;
b. van
het bepaalde in lid 3. sub c. tot een maximale goothoogte van 18,00 m.;
c. voor
vermindering van het aantal parkeervoorzieningen tot maximaal 10% van de in
bijlage 1 gegeven norm;
d. van
de in lid 1. en 2. sub b. bedoelde bedrijfsdoeleinden voor voorzieningen
verband houdend met onderzoek en ontwikkeling gehoord de raadscommissies
V.S.R. en E.Z.W.
5.
Nadere eisen
Burgemeester
en Wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in de leden
2. en 3., nadere eisen te stellen:
- ten
aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken,
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- ten
behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedebouwkundig beeld ter
plaatse.