Artikel 12 Kantoordoeleinden
1.
Doeleindenomschrijving
De
op de plankaart A als kantoordoeleinden aangegeven gronden zijn, met
inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 7., bestemd voor:
- kantoordoeleinden;
- dienstverleningsdoeleinden;
- verkeersdoeleinden
in de vorm van ontsluitingsstraten, fiets- en voetpaden en pleinen;
- parkeerdoeleinden;
- doeleinden
van openbaar nut;
- groenvoorzieningen;
- en
met dien verstande dat woondoeleinden zijn uitgesloten.
2.
Beschrijving in hoofdlijnen
De
in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van artikel 6 als
volgt nagestreefd:
a. er
worden tenminste oriëntatiepunten gerealiseerd op de op plankaart B aangegeven
plaatsen;
b. de
kantoordoeleinden zullen voornamelijk als zelfstandige bedrijfsgebouwen
worden gebouwd;
c. er
is uitsluitend bestemmingsverkeer;
d. in
parkeergelegenheid voor ter plaatse noodzakelijke bedrijfsverkeer, werkzame
personen en bezoekers zal in voldoende mate worden voorzien; de parkeergelegenheid
zal ten minste voor 75% als overdekt parkeren worden gerealiseerd;
e. de
doeleinden van openbaar nut die qua volume een ondergeschikte rol spelen,
kunnen in de gehele bestemming voorkomen;
f. de
op de plankaart B aangegeven groenstructuur middels bomen en groenvoorziening
worden gerealiseerd.
3.
Bouwvoorschriften
a. Op
de tot kantoordoeleinden bestemde gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere
bouwwerken toegestaan die in overeenstemming zijn met de in dit artikel
bepaalde;
b. op
plaatsen op plankaart B waar de lijn staat, moet op deze lijn een gevel van een
gebouw over de volle lengte van de lijn worden geplaatst;
c. op
plaatsen op plankaart B waar de lijn staat, moet op deze lijn een gevel van
een gebouw over een gedeelte van de lengte van de lijn worden geplaatst;
d. de
goothoogte van kantoorgebouwen mag maximaal 18,00 m. bedragen met uitzondering
van de gronden aangegeven op plankaart B met het meest noordelijk gelegen
oriëntatiepunt, waar de goothoogte 35,00 m. mag bedragen;
e. de
goothoogte van gebouwen voor openbaar nut mag maximaal 4,00 m. bedragen;
f. de
hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 10,00 m. bedragen met uitzondering
van erfafscheidingen die maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn;
g. het
bebouwingspercentage per aaneengesloten bestemming mag maximaal 60 bedragen,
met uitzondering van de gronden aangegeven op plankaart B met het meest
noordelijke oriëntatiepunt waar het bebouwingspercentage maximaal 30 mag
bedragen;
h. in
de op de plankaart B als groenvoorziening aangegeven gronden mag ter plaatse
van het oriëntatiepunt een gebouw worden opgericht met een grondoppervlak van
maximaal 15,00 bij 15,00 m.;
i. de
parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de in de bijlage 1 van deze
voorschriften gegeven normen.
4.
Vrijstelling
Burgemeester
en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen tot vermindering van het aantal
parkeervoorzieningen tot maximaal 10% van de in bijlage 1 gegeven norm.
5. Nadere eisen
Burgemeester
en Wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in de leden 2. en
3. nadere eisen te stellen:
- ten
aanzien van de situering en de afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige
aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ten
behoeve van ruimtelijke kwaliteit en/of het stedebouwkundige beeld ter plaatse;
- aan
de situering van parkeervoorzieningen.