Artikel 14 Woondoeleinden 2
1.
Doeleindenomschrijving
De
op de plankaart A als woondoeleinden 2 aangegeven gronden zijn, met inachtneming
van het bepaalde in artikel 3 lid 7., bestemd voor:
- woondoeleinden;
- kantoordoeleinden;
- consument
verzorgende ambachtsdoeleinden;
- dienstverleningsdoeleinden
met balie-functie;
- horecadoeleinden;
- culturele
doeleinden;
- onderwijsdoeleinden;
- verkeersdoeleinden
in de vorm van ontsluitingsstraten, fiets- en voetpaden en pleinen;
- parkeerdoeleinden;
- doeleinden
van openbaar nut;
- groenvoorzieningen
- en
met dien verstande dat detailhandel is uitgesloten.
2.
Beschrijving in hoofdlijnen
De
in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van het bepaalde in
artikel 6 als volgt nagestreefd:
a. er
wordt tenminste een oriëntatiepunt nagestreefd op de plankaart B aangegeven
plaats;
b. er
wordt tenminste een pleinvormige ruimte gerealiseerd op de op plankaart B
aangegeven plaats;
c. er
wordt in overwegende mate woningbouw in gestapelde woningen gerealiseerd;
d. de
bebouwingsdichtheid zal niet meer dan 150 woningen per ha., gemeten aan het
totale aantal ha. met deze bestemming, bedragen;
e. de
consument verzorgende ambachten, de dienstverlening, horeca- en culturele
doeleinden en zullen voornamelijk op de begane grond worden gerealiseerd als
onderdeel van een gebouw;
f. de
kantoordoeleinden zullen op de begane grond als onderdeel van een gebouw of als
zelfstandige bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
g. de
doeleinden van openbaar nut die qua volume een ondergeschikte rol spelen,
kunnen in de gehele bestemming voorkomen;
h. er
is uitsluitend bestemmingsverkeer; de hoofdontsluiting voor gemotoriseerd
verkeer vindt tenminste plaats op 2 punten;
i. er
is doorgaand langzaam verkeer in zowel de oost-west- als de noord-zuidrichting;
j. in
parkeergelegenheid voor bewoners en ter plaatse werkzame personen zal in
voldoende mate worden voorzien;
k. de
op de plankaart B aangegeven
groenvoorziening wordt gerealiseerd.
3.
Bouwvoorschriften
a. Op
de tot woondoeleinden 2 bestemde gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere
bouwwerken toegestaan die in overeenstemming zijn met het in dit artikel
bepaalde;
b. op
plaatsen op de plankaart B waar de lijn staat, moet op deze lijn een gevel van een
gebouw over de volle lengte van de lijn worden geplaatst;
c. het
aantal bouwlagen in woongebouwen mag exclusief onderbouw maximaal 6 bedragen;
d. de
goothoogte van kantoor- en gebouwen met andere functies mag maximaal 18,00 m.
bedragen;
e. de
hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 10,00 m. bedragen met uitzondering
van erfafscheidingen die maximaal 1,50 m. hoog mogen zijn;
f. het
aantal woningen zal tenminste 900 bedragen;
g. per
eengezinshuis zijn bijgebouwen toegestaan tot een maximale oppervlakte van 60
m2 en met een maximale goothoogte
van 3,00 m.;
per
meergezinshuis is per wooneenheid maximaal 20 m2 aan bijgebouwen
toegestaan met een maximale goothoogte van 3,00 m.;
h. de
totale vloeroppervlakte voor diverse
doeleinden mag het volgende aantal m2 niet overschrijden:
- kantoren:
18.000 m2;
- consument
verzorgende ambachten: 500 m2;
- dienstverlening
met baliefunctie: 1.000 m2;
- horeca:
500 m2;
- cultuur:
500 m2;
- onderwijs:
1.500 m2;
i. in
de op de plankaart B als groenvoorziening aangegeven gronden mag ten plaatse
van het oriëntatiepunt een gebouw, geen woning zijnde worden opgericht met een
grondoppervlak van maximaal 15,00 m. bij 15,00 m.;
j. de
parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de in de bijlage 1 van deze
voorschriften gegeven normen.
4.
Vrijstelling
Burgemeester
en Wethouders kunnen met inachtneming
van de procedure als vermeld in artikel 30 lid 5. vrijstelling verlenen:
- van
de doeleindenomschrijving ten behoeve van detailhandel in dagelijkse goederen
op begane grond niveau tot een maximum van 350 m2 bedrijfsvloeroppervlak,
na 1 juli 1995 of zoveel eerder als het buurtwinkelcentrum Heugem-Noord is
gerealiseerd en gehoord het Ministerie van Economische Zaken,
rijksconsulentschap Limburg;
en zonder procedure
- tot
vermindering van het aantal parkeervoorzieningen tot maximaal 10%
van de in bijlage 1 gegeven norm.
5.
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd met
inachtneming van het bepaalde in de leden 2. en 3. nadere eisen te stellen:
- ten
aanzien van de situering en de afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige
aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en
bouwwerken;
- ten
behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedebouwkundige beeld ter
plaatse;
- aan de situering van de parkeervoorzieningen.