Artikel 21 Groenvoorzieningen 2
1.
Doeleindenomschrijving
De op de plankaart A als groenvoorzieningen
2 aangegeven gronden zijn, met
inachtneming van het bepaalde in artikel
3 lid 7., bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
- voorzieningen
verband houdend met de bestemming gemengde doeleinden 1 (artikel 7);
- verkeersdoeleinden- in de vorm van fiets- en voetpaden;
- doeleinden
van openbaar nut.
2.
Beschrijving in hoofdlijnen
De
in lid 1. omschreven doeleinden worden, met inachtneming van het bepaalde in
artikel 6, als volgt nagestreefd:
a. de
groenvoorzieningen bestaan mede uit een wijkpark gelegen ten westen van de op
de plankaart B aangegeven lijn met uitlopers die de bebouwing ruimtelijk
begeleiden;
b. de
gronden gelegen ten oosten van de op de plankaart B aangegeven lijn hebben mede een functie ten behoeve van
onderwijs, onderzoek en ontwikkeling;
c. de
op de plankaart B aangegeven groenstructuur wordt gerealiseerd.
3.
Bouwvoorschriften
Op
deze gronden ten oosten van de lijn mag maximaal 100 m2 worden bebouwd
met een goothoogte van 3,50 m. ten behoeve van voorzieningen verband houdend
met onderwijs, onderzoek en ontwikkeling alsmede op alle gronden die andere
bouwwerken welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen tot een
maximale hoogte van 5,00 m., met uitzondering van erfafscheidingen die maximaal
1,50 m. hoog mogen zijn.
4.
Vrijstelling
Burgemeester
en Wethouders kunnen met inachtneming van de procedure als vermeld in artikel
30 lid 5. vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 1. en 3. tot de
bouw van maximaal 3 accommodaties ten behoeve van sociaal-culturele of
onderwijs-, onderzoek- en ontwikkelingsdoeleinden met een grondoppervlakte van
maximaal 700 m2 per accommodatie en een goothoogte van 10,00 m.
5.
Nadere eisen
Burgemeester
en Wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in de leden
2. en 3., nadere eisen te stellen:
- ten
aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken,
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van
aangrenzende gronden;
- ten
behoeve van de ruimtelijke kwaliteit en/of het stedebouwkundig beeld ter
plaatse.