HOOFDSTUK III. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 29 Algemene bepalingen in verband met de Wet
geluidhinder
1. Binnen
de op de plankaart A aangegeven onderzoekszones conform artikel 74 Wgh., mogen
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van de Wet geluidhinder
slechts worden opgericht indien de terzake door Gedeputeerde Staten voor de
vaststelling van het bestemmingsplan vastgestelde hogere grenswaarden c.q. de voorkeursgrenswaarden
niet worden overschreden.
2. In
afwijking van het bepaalde in lid 1. mogen de daar bedoelde geluidgevoelige gebouwen ook worden opgericht indien de
realisering van geluidbeperkende voorzieningen, zo deze noodzakelijk zijn om overschrijding van de daar
bedoelde grenswaarden c.q. de voorkeursgrenswaarden te voorkomen, in voldoende
mate is verzekerd.
3. In
het geval bedoeld in lid 2. wordt terzake het advies ingewonnen van de
Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het Milieu in Limburg.
4. Binnen
de in lid 1. bedoelde zones mogen wegen, indien daarbij de realisering van
geluidbeperkende voorzieningen noodzakelijk zou zijn om ten aanzien van
geluidgevoelige gebouwen als in dat lid bedoelde overschrijding van de daar
bedoelde grenswaarden c.q. voorkeursgrenswaarden te voorkomen, uitsluitend
worden aangelegd indien zodanige realisering in voldoende mate is verzekerd.