logo gemMtr klrArtikel 8 Gemengde doeleinden 2

 

1.      Doeleindenomschrijving

De op de plankaart A als gemengde doel­einden 2 aangegeven gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in arti­kel 3 lid 7., bestemd voor:

 

-        kantoordoeleinden;

-        dienstverleningsdoeleinden;

-        bedrijfsdoeleinden    waaronder showrooms;

-        onderwijsdoeleinden;

-        verblijfseenheden voor niet permanent verblijf, niet hotel zijnde;

-        verkeersdoeleinden in de vorm van ontsluitingsstraten, fiets- en voet­paden en pleinen;

-        parkeerdoeleinden;

-        doeleinden van openbaar nut;

-        groenvoorzieningen;

-        en met dien verstande dat woondoel­einden zijn uitgesloten.

 

2.      Beschrijving in hoofdlijnen

De in lid 1. omschreven doeleinden worden met inachtneming van artikel 6 als volgt nagestreefd:

 

a.      er wordt tenminste een oriëntatie­punt gerealiseerd op de op plankaart B aangegeven plaats;

b.      de kantoordoeleinden zullen voorna­melijk als zelfstandige bedrijfsge­bouwen worden gebouwd;

c.       er mag alleen bedrijfsuitoefening plaatsvinden in de milieucategorieën 2 en 3 die in bijlage 2 (Staat van bedrijfsactiviteiten) van deze voorschriften nader zijn bepaald;

d.      er mogen geen inrichtingen als be­doeld in het Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder van 15.10.1981 (Staatsblad 671) worden opgericht;

e.      bedrijfswoningen zijn niet toege­staan;

f.       de onderwijsdoeleinden hebben een bovenregionaal karakter;

g.      er is uitsluitend bestemmings­verkeer;

h.      in parkeergelegenheid voor ter plaatse werkzame personen en bezoe­kers zal in voldoende mate worden voorzien; de parkeergelegenheid zal ten minste voor 75% als overdekt parkeren worden gerealiseerd;

i.        de doeleinden van openbaar nut die qua volume een onderschikte rol spe­len, kunnen in de gehele bestemming voorkomen;

j.        de op de plankaart B aangegeven groenstructuur middels bomen en groenvoorziening worden gerealiseerd.

 

3.      Bouwvoorschriften

a.      Op de tot gemengde doeleinden 2 be­stemde gronden zijn uitsluitend ge­bouwen en andere bouwwerken toege­staan die in overeenstemming zijn met het in dit artikel bepaalde;

b.      de bebouwing wordt opgericht over­eenkomstig de op de plankaart B aan­gegeven bouwrichting;

c.       op de plaatsen op plankaart B waar de lijn staat, moet op deze lijn een gevel van een gebouw over de volle lengte van de lijn worden geplaatst;

d.      op plaatsen op plankaart B waar de lijn staat, moet op deze lijn een gevel van een gebouw over een gedeelte van de lengte van de lijn worden geplaatst;

e.      de goothoogte van gebouwen moet 18,00 m. bedragen met uitzondering van de op de plankaart B met de lijn aa begrensde gronden waar de goothoogte van gebouwen maximaal het aantal meters mag bedragen dat in de cirkel staat aangegeven;

f.       de hoogte van andere bouwwerken mag maximaal 10,00 m. bedragen met uit­zondering van erfafscheidingen die maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn;

g.      het bebouwingspercentage per bestem­mingsvlak mag maximaal 80 bedragen;

h.      op de gronden op plankaart B be­grensd met de lijn aa en aange­duid met het cijfer II zal het aan­tal verblijfseenheden niet hotel zijnde tenminste 10 bedragen;

i.        de parkeervoorzieningen moeten vol­doen aan de in de bijlage 1 van deze voorschriften gegeven normen.

 

4.      Vrijstelling

Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen tot vermindering van het aantal parkeervoorzieningen tot maximaal 10% van de in bijlage 1 gegeven norm.

 

5.      Wijziging

Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van de procedure als ver­meld in artikel 31 lid 4. het plan wijzigen ten behoeve van woondoeleinden voor de op plankaart B met de lijn aa en aangeduid met het cijfer I be­grensde gronden ten behoeve van ge­stapelde woningen tot een maximum van 200 woningen met een inhoud van minimaal 150 m3 en de daarbij behorende parkeervoorzieningen volgens de in bijlage 1 van deze voorschriften gegeven normen, gehoord de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu in Limburg.

 

6.      Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in de leden 2. en 3. nadere eisen te stellen:

-        ten aanzien van de situering en de afmetingen van gebouwen en bouwwer­ken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzen­de gronden en bouwwerken

-        ten behoeve van de ruimtelijke kwali­teit en/of het stedebouwkundige beeld ter plaatse;

-        aan de situering van de parkeervoor­zieningen.